HAAGSCHE COURANT a t t f t f t t t X Huldiging WINTERHULP NEDERLAND van, C. Broekhuysen Woensdag 21 November 1940. BINNENLAND STADSNIEUWS 1 Nieuwe verordening betreffende het verduisteren Plaatsingsverordening overheids- en semi- overheidspersoneel DERDE BLAD aan wezen H.T.M.-directie onderzoekt de resultaten Rede van dr. ir. Z. Y. van der Meer Engelsche luchtaanvallen op Nederland L 1 VONKEN DER TRAMS REEDS BELANGRIJK VERMINDERD ST. NICOLAASFEEST IN HET GEBOUW VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN - ’it* t Voor het volk, door het volk Problemen van stedebouw en volkshuisvesting bij den wederopbouw „Het lichtgevende molentje” Bijzondere maatregelen op het gebied van het verzekerings- Departement van Binnenlandsche Zaken wijst de candidaten Scheeren^ Indus- ^duizendtal de^brochpre Is thans verschep leiding wwfc Licht in winkels en hotels Het postverkeer met België en Luxemburg De rijwielverlichting No. 17736 (Polygoon) en Het taalgebruik. 5) Goedkeuring vereischt Nationaal comité voor het gezin Naar wij vernemen is kortelings van de Zaken candi- en onder wor- van van voor te ge in den afgeloopen nacht hebben En gelsche vliegers wederom aanvallen op Nederland ondernomen; deze waren echter niet van ernstigen aard. Noe- menswaardige schade werd niet aange richt. Door bomsplinters werd lichte schade aan een drietal woonhuizen ver oorzaakt, terwijl een dozijn huizen glas schade opliepen. Eén man werd zwaar gewond. In weiden en akkerland wer den eenige kraters geslagen. - Uit militairen, oud-militairen, wacht gelders, oorlogsinvaliden, onderwijzers e.a. Nationaal Front Tot lid van de sociaal-economische ka mer van Nationaal Front is alsnog be noemd de heer - men nogmaals op de besloten den nadrukkelijk voorschriften. Ingeval van weigering Artikel 4. Candidaten, als in art. 1 genoemd, die ter vervulling van eeniger- lei functie zijn aangewezen en die wei geren om deze functie te aanvaarden, worden onverminderd hetgeen in de ter zake betrekkelijke wachtgeld- en pen sioenregelingen voor dergelijke geval len is bepaald niet meer ter vervul ling van een andere vacature bestemd. gen hebt gij zien komen en gaan. Arm waren vol lof over uw werk. Spr. dank te tenslotte voor wat hij in de 40 jaren voor de instelling had gedaan en bood den jubilaris als geschenk een fraaie hanglamp aan. Vervolgens schetste één der oudste leeraren, de heer dr. C. L. Walther Boer, Broekhuysen als de man, die niet alleen zijn plicht behoorlijk deed, maar méér dan dat. Een beroep op hem was nooit vergeefsch. Als er een nieuwe leeraar kwam, die iets niet wist, dan maakte Broekhuysen hem wegwijs Als blijk van zijn waardeering overhandigde spr. hem een kist sigaren en een pijpje, daarbij wenschend, dat ze nog lang elkaar zouden zien en samen werken. De heer J. S. Walther Boer Jr, bood namens de leerlingen den jubilaris een fraai cadeau aan met begeleidende gelukwenschen. Tot slot was het de heer dr. J. Wagenaar, die het woord tot den jubilaris richtte. We hebben elkaar lang gekend. Broekhuysen. Lang voordat ik hier als directeur kwam, heb ik je plichtsgetrouwheid en bovenal je geheu- Naar wij vernemen is kortelings in het leven geroepen een comité, dat zich ten doel stelt de studie en de beharti ging van de zedelijke en materieele be langen van het gezin in Nederland. Het comité stelt zich op het standpunt van de Christelijke beginselen in het echtelijke leven, de huwelijkswetgeving en de opvoeding. Het zal zich op de hoogte houden van de omstandigheden, waarin het gezinsleven in Nederland verkeert en, waar noodig, niet alleen een beroep doen op de medewerking der betreffende autoriteiten, om de belangen van het gezinsleven te beschermen, maar zich ook wenden tot de openbare meening, ten einde een gunstige mentali teit ten opzichte van huwelijk en huis gezin aan te kweeken en te bevorderen. Het comité, dat voorloopig is samen gesteld uit de heeren: dr. J. P. Chr. de Boer, D. L. Daalder, dr. H. Hijmans, dr. W. C. Meiss en dr. Fr. Twaalfhoven, is voorgesteld aan den secretaris-gene- raal, wnd. hoofd van het departement van Sociale Zaken. Vanavond zal van kwart voor zeven tot zeven uur over de zenders Hilver sum I en II een reportage worden uit gezonden over de fabricage van het insigne voor de collecte van de Win terhulp Nederland „het lichtgevende molentje”. Van groote beteekenis voor industrie en handel is de bepaling in de nieuwe verordening, dat in de toekomst ver- 4uisteringsartikelen voor alle soort Voertuigen met inbegrip van rijwielen, Voor zaklantaarns en voor verlichte ^oduidittge» ^techts daa Zooals wij reeds gemeld hebben, heeft de H.T.M. maatregelen genomen om het vonken van de beugels der motorwagens te verminderen en zoo mogelijk geheel weg te nemen. Slaagt men hierin name lijk, dan is het niet onmogelijk, dat de trams des avonds later kunnen rijden. De bestuurders hebben sinds eenige da gen tal van aanwijzingen ontvangen, hoe zij het vonken kunnen voorkomen. Gisteravond heeft de directie van de H.T.M. de uitwerking van de maatre gelen in oogenschouw genomen. Zij had zich daartoe opgesteld op een hoog punt in de stad. Naar wij vernemen, is haar gebleken, dat het vonken, dat ontstaat doordat de beugels een oogenblik van de bovenleiding afslaan, reeds in be langrijke mate is verminderd. Men heeft voorzoover dat mogelijk en waarneem baar was op verren afstand vastgesteld, waar het vonken nog voorkwam. Deze punten zullen nog eens terdege onder zocht worden. Verder heeft bestuurders te wijzen Van hun bereidwilligheid en oplettend heid hangt tenslotte zeer veel af. De directie van de H.T.M. is van meening, dat over een week, wanneer dus de be stuurders volledig ingesteld zijn op de nieuwe eischen en de bovenleidingen nog eens onderzocht zijn, het vonken tot .een minimum beperkt zal zijn. Ook de bestuurders van de N.Z.H.T.M. hebben eenige aanwijzigingen ontvan gen. Zij moeten tijdig uitschakelen bij lijn-onderbrekingen en ook, zoodra de beugel gaat „trekken” of stooten tegen de bovenlijn. Er mag niet-met groote snelheid gereden worden, terwijl men de wissels en kruisingen op behoedzame wijze moet passeeren. De plaatsen, waar de beugel geregeld afslaat, worden door het technische personeel onderzocht. Zoodra de b^tuurder merkt, dat von ken optreden moet hij direct afschake len en stroomloos rijden. Ook op de lijn van deze maatschappij is het verkeer in belangrijke mate verminderd. Rijwielen Afgezien van het feit, dat juist onder wielrijders in de laatste maanden een massa overtredingen van de ver- duisteringsvoorschriften moest worden vastgesteld, hebben na het van kracht worden der huidige voorschriften de groote omvang van het rijwielverkeer ip Holland en de hier gebruikelijke sterke lampen zulk een overvloed van licht tengevolge gehad, dat nu ook voor de afscherming der rijwiellampen een radicale verscherping der bepalingen hoodig is. Volgens de nieuwe verordening moe ten de rijwiellampen thans zoodanig afgeschermd zijn, dat slechts een 3 cm lange en 0.4 cm breede ope ning in de bovenste helft ’t licht doorlaat; bovendien moeten de lam pen van boven worden afgedekt. Voor de ten uitvoerlegging van deze bepaling wordt een termijn van 8 dagen gegeven. Met ingang van 4 December moeten dus alle fietsers hun lampen volgens het nieuwe voorschrift hebben verduisterd. In dit verband wordt er bijzonder op gewezen, dat de Nederlandsche indus trie reeds een heele serie practische en goede verduisteringsartikelen voor rijwiellampen in den handel heeft ge bracht, die door de Rijksinspectie voor de Luchtbescherming zijn onderzocht en goedgekeurd. Deze artikelen hebben Weliswaar niet altijd de nieuw voorge schreven opening, maar desondanks zijn zij overeenkomstig de voorschriften, Wat betreft hun lichtsterkte, indien zij het contróleteeken der Rijksinspectie voor de Luchtbescherming dragen, t.w. een ingestempelde of opgedrukte recht hoek met daarin de letters I.L.B. ge volgd door het keuringsnummer. Der gelijke artikelen zijn in alle behoorlijke Zaken op dit gebied voor slechts weini ge centen te verkrijgen. Deze kleine Uitgave behoedt den wielrijder voor ftioeilijkheden, daar bij zelfgemaakte Verduisteringsmiddelen het gevaar- be staat, dat zij niet volgens de voorschriften zijn. Lux De vereeniging tot het houden van St. Nicolaasfeestjes op de Haagsche scholen gaf hedenmorgen weer de eerste van 8 voorstellingen, waarbij ongeveer 10.000 kinderen in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen worden onthaald. Bui ten dit, verzorgt de vereeniging nog feestjes voor pl.m. 20.000 kinderen op de scholen. Een vroolijke, in gespannen verwach ting verkeerende groep kinderen, bevolkte hedenmorgen de zaal toen wij binnen traden. Lang werd het geduld niet op de proef gesteld klokke half elf opende de voorzitter van de vereeniging, de heer L. W. Goedheer, het feest met een wel komstwoord. Dadelijk daarna verscheen de goede Sint op het tooneel, gezeten op een pachtig paard en vergezeld van één der zwarte knechts. Nadat het storm achtige gejuich bedaard was, zongen de kinderen St. Nicolaas een lied toe, wat den ouden man zichtbaar genoegen deed. Toen deed Zwarte Piet zelf op eenigs- zins luidruchtige wijze zijn entree en ver telde, dat hij het niet kon helpen, dat hij te laat was, omdat hij tijdens de verduis tering was verdwaald. Nu, het werd hem graag vergeven en de zwarte baas had al gauw het hart van de kinderen met zijn grappen (en met zijn beloften over snoep- en speelgoed) veroverd. Vervolgens werd het sprookje „Assche- poester” opgevoerd. De bewerking was van J. B. Ubink, de regie van dr. de Vletter en de balletten werden verzorgd door P. Verbeek. De kinderen hebben ge noten van de aardige en vlotte opvoering. Alle spelers en speelsters maakten iets goeds van hun rol en wisten den juisten toon te treffen. Een hartelijk applaus be loonde hen dan ook voor hun prestatie. In de pauze werden de kinderen op lekkers onthaald, terwijl Sint en zijn zwarte knecht zich na het einde van het eerste bedrijf nog in de zaal vertoonden. Het uitstekende orkest, dat de opvoe- In het postverkeer tusschen ons land en België en Luxemburg en in het ver keer tusschen deze beide landen onder ling zijn thans ook toegelaten aangetee- kende brieven en briefkaarten, bene vens drukwerken, monsters, acten en gemengde zendingen. Voor deze zendingen geldt de bestaan de taalbeperking, waarbij het gebruik van kunstmatige talen (als Esperanto), voorts codeschrift, geheimschrift en He- breeuwsche letterteekens is uitgesloten. Alle andere talen zijn dus toegelaten. De woninghuren Tenslotte behandelde spr. nog de fi- nancieele zjjde van den woningbouw. Het probleem van de huur blijft hier van buitengewoon belang. Door het Overheidsingrijpen is het niet mogelijk om de huren te verhoogen. De bouwkos ten van nieuwe huizen zijn echter aan merkelijk hooger dan van de oude, zóo- dat de huurprijzen van de nieuwe huizen ook hooger zullen liggen dan van de oude. Het probleem is dus als volgt: Hoe kan er gebouwd worden, als de hu ren voor het overgroote deel van de wo- ningèn aanzienlijk lager zijn dan met de huidige bouwkosten overeenkomt? Spr. meende, dat er in principe slechts twee oplossingen zijn. In het eerste geval geeft men geen huurtoeslag en wordt de huur van de oude woningen gefixeerd. Dan zal men echter zien, dat niemand een nieuwe woning zal betrekken, tenzij in uiterste noodzaak. De tweede mogelijkheid is, dat men de huur van de oude wonihgen fixeert en de huren van de nieuw te bouwen wo ningen aanpast bij die van den bestaan- den voorraad. Deze oplossing komt er op neer, dat de Overheid betaalt, al kan de uitvoering op verschillende wij zen geschieden. Dit probleem is nog niet opgelost en de oplossing zal ook wel geen gemakke lijke taak zijn, aangezien het ten nauw ste verband houdt met de loonen prijzenpolitiek in het algemeen. waarvoor in Rotterdam of omgeving geen behoorlijk huis te vinden is. Hier moeten nog bij worden gevoegd de 5000 gedemobiliseerde militairen, die naar Rotterdam terugkeerden, zoodat in to taal 42.000 personen in Rotterdam een woning zochten. Men vatte met kracht de evacuatie aan en men slaagde er in 23.000 personen onder dak te brengen in Gouda, Den Haag, Delft en omgeving, Vlaardingen, Schiedam, Brielle, enz. Zoo bleven nog 19.000 personen over, van wie gezegd kan worden, dat zij geen dak boven hun hoofd hadden. De algemeen gemachtigde voor den weder opbouw heeft toen bevorderd, dat er een groot aantal semi-permanente woningen gebouwd werd, gedeeltelijk in Rotter dam en gedeeltelijk in de omgeving. In den loop van dezen winter zullen onge veer 2200 van deze woningen in gebruik genomen worden, waarin 8 a 9000 men. schen onderdak vinden. Daarnaast heeft de commissie afvoer burgerbevolking veel moeite gedaan om de beschikking te krijgen over leegstaande huizen in de verschillende gemeenten .van ons land. Wanneer in den loop van het volgend jaar de permanente woningen, welke thans in aanbouw zijn, gereéd zullen zijn, zullen voor het grootste deel rede lijke bewoningstoestanden in Rotterdam zijn teruggekeerd, alhoewel het samen wonen dan nog niet geheel opgeheven zal zijn. Dr. van der Meer berekende vervol gens. dat uit een oogpunt van volkshuis vesting 5300 het minimum aantal wo ningen is, waarin met den meest moge- lijken spoed in Rotterdam moet worden voorzien. Op langen termijn is dit aan tal natuurlijk veel grooter. Spr. wees er op, dat het tempo voor den woningbouw in belangrijke mate beheerscht werd door de materiaalkwestie. Het Nederlandsch instituut volkshuisvesting en stedebouw heeft Amsterdam zijn jaarvergadering houden, waar dr. ir. Z. Y. van der Meer, secretaris van den algemeen ge machtigde voor den wederopbouw, een voordracht heeft gehouden over „pro blemen van stedebouw en volkshuisves ting bij den wederopbouw’. Dr. van der Meer ving zijn rede aan met op te merken, dat het van zelf spreekt, dat men den wederopbouw allereerst uit een stedebouwkundig oog punt beziet. Ons nageslacht mag niet met afschuw terug zien op deze periode en daarom zal de herbouw moeten ge schieden, rekening houdende met de eischen van stedebouw in den modernen tijd. De wederopbouw in 1940 en volgende jaren worde geen improvisatie, doch een weloverwogen en weldoordacht plan, dat aansluit aan het verleden, voldoet aan de eischen van het heden en ruimte biedt voor ontwikkeling in de toekomst, ja, toekomstige ontwikkelingsmogelijk heden reeds verdisconteert. Dit feit leidt er in vele gevallen toe, dat het wederopbouwplan niet beperkt kan blij ven tot de verwoeste kern of het ver woeste gebied. Een voorbeeld daarvan is Rotterdam. In het Rotterdamsche opbouwplan zijn breede boulevards ge projecteerd. De straten worden ruimer en de pleinen grooter. Dit alles brengt mede, dat er aanmerkelijk minder hui zen herbouwd zullen worden, dan er aanvankelijk gestaan hebben. Men zal dus de stadsuitbreiding in het plan moeten betrekken en aan de peripherie en in de omgeving der stad gronden moeten onteigenen, waar straks wonin gen gebouwd zullen worden, waarvoor in het verwoeste gebied geen plaats meer is. Daarnaast staat het vraagstuk van de industrieën in de steden, welke men in vele gevallen op een speciaal terrein bij elkaar zal brengen. Dr. van der Meer wijdde vervolgens aandacht aan de architectuur, waarbij hij opmerkte, dat niet alleen het op bouwplan, doch ook de afzonderlijke elementen van dit plan door bevoegde krachten moeten worden verzorgd. Daarom zijn er zeven gewestelijke com missies ingesteld, aan welke is toever trouwd er voor te waken, dat de uit voering van den wederopbouw slechts geschiedt door of onder leiding van ar chitecten, die tot dit werk volkomen be voegd kunnen worden geacht. in den handel, of op andere wijze aan den man gebracht mogen worden, indien zij door de Rijksinspectie voor de lucht bescherming zijn onderzocht en goedge keurd, hetgeen moet blijken uit het bo vengenoemde controle-teeken: I.L.B. met keuringsnummer in een rechthoek. I Het is onnoodig er nogmaals op te I wijzen, dat de nieuwe bepalingen inzake de verduistering in het belang van de bescherming der bevolking tegen lucht aanvallen zijn uitgevaardigd. Het nakomen van de nieuwe bepalin gen brengt geen moeilijkheden met zich mede, wanneer ieder maar voor zich zelf een weinig oplettendheid betracht. In den laatsten tijd kon steeds opnieuw worden vastgesteld, dat de overtredin gen der verduisteringsbepalingen voor het allergrootste deel uit vergeetachtig heid en nalatigheid werden begaan. En wel vooral in de eerste uren na zons ondergang en in de eerste morgenuren voor zonsopgang. Daar wij nu den tijd van het jaar te gemoet gaan, welke het meest arm aan licht is, moeten ter handhaving van een onberispelijke verduisteringsdici- pline. nu eenmaal de strengste maatre gelen’ tegen overtreders worden geno men. In de toekomst kan geen enkele overtreder meer op genade rekenen. Daarom wordt nogmaals aan allen de vermaning gericht: Houdt u aan de verduisteringsvoorschriften en betracht de strengste verduisteringsdiscipline. De Staatscourant van hedenavond bevat de volgende beschikking van den secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Binnenland sche Zaken, regelende de wijze van aanvulling van het personeel bij de diensten, bedrijven en instellingen van het Rijk, de provinciën, de gemeenten en de Nederlandsche spoorwegen. n overeenstemming met par. 2 en 3 der Verordening no. 3-1940 en op grond der verordening no. 137-1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Ne derlandsche gebied, bepaal ik: Artikel 1. In de behoefte aan perso neel bij de diensten, bedrijven en instel lingen, in den ruimsten zin genomen, zoowel van het Rijk als van de provin ciën, de gemeenten en de Nederlandsche spoorwegen, zal worden voorzien door aanwijzing van daarvoor geschikte krachten uit de volgende categorieën van personen: a. Zij, die op 15 Mei 1940 rechtstreeks of middellijk bij het Rijk in dienstbe trekking waren, hetzij in burgerlijken dienst, hetzij als beroepsmilitair, dan wel als dienstplichtig onderofficier in den zin van artikel 1 van het capitulan- tenreglement 1935, voor zoover voor hen in de laatstelijk door hen bekleede func tie geen voldoende dagtaak meer valt te verrichten, alsmede zij, die als eervol ontslagen militair van het Neder- landsch-Indisch leger op 15 Mei 1940 aanspraken konden ontleenen aan het bepaalde bij artikel 2 van voormeld re glement; b. Zij, die op 15 Mei 1940 in het genot waren van wachtgeld of z.g. wachtgeld- vervangend pensioen ter zake van vroe- geren dienst als burgerlijk of militair Rijksambtenaar (hieronder begrepen zij, die in het genot zijn van een uit- keering als omschreven in artikel 99 van het algemeen Rijksambtenaren- reglement); c. Zij, die op 15 Mei 1940 rechtstreeks of middellijk bij een provincie, bij een gemeente of bij de Nederlandsche spoorwegen in dienstbetrekking waren, voor zoover voor hen in de laatstelijk door hen bekleede functie geen voldoen de dagtaak meer valt te verrichten; d. Zij, die op 15 Mei 1940 in het genot waren van wachtgeld ter zake van vroe- geren dienst als ambtenaar bij een pro vincie, bij een gemeente of bij de Ne derlandsche spoorwegen; e. Zij, die ten gevolge van in en door den militairen dienst bekomen letsel uit dien dienst zijn ontslagen onder toeken ning van pensioen, doch die niet uitslui tend met dit pensioen in hun levenson derhoud kunnen voorzien; f. „Belanghebbenden’ en „zoons van belanghebbenden”, in den zin der Zui- derzeesteunwet 1925, en g. houders der akte van bekwaam heid als onderwijzer, bedoeld in artikel 77a der wet van 17 Augustus 1878. Staatsblad no. 127), die op 15 Mei 1940 reeds werden aangemerkt als gegadig de voor een plaatsing in overheidsdienst. Artikel 2. (1) Alle personen, behooren- de tot de categorieën, genoemd onder a. tot en met g. van het voorgaand ar tikel, worden bij de afdeeling „over- heidspersoneelvoorziening” van het de partement van Binnenlandsche groepsgewijze ingeschreven als daat ter plaatsing in den overheids- semi-overheidsdienst. (2) Indien bij een van de diensten, be drijven of instellingen, hetzij van het Rijk, dan wel van een provincie, een ge meente of van de Nederlandsche spoor wegen, in de behoefte aan een werk kracht moet worden voorzien, dient het in deze tot benoemen of tot indienststel- len bevoegd gezag aan het departement van Binnenlandsche Zaken een aanvraag in tot aanwijzing van een geschikten candidaat. (3) Kan geen geschikte candidaat worden aangewezen, dan meg in de be staande vacature wórden voorzien door keuze uit vrije sollicitanten. (4) Overigens is het in het tweede lid aangeduid £ezag verplicht, den aange wezen candidaat in dienst te stellen. Vergoeding verhuïslasten Artikel 3. Aan de in artikel 1 aange geven candidaten, die ter vervulling van eenigerlei functie worden aangewezen, en hun dienst moeten verrichten buiten hun tegenwoordige woonplaats, kan- in dien het hoofd van het departement van Binnenlandsche Zaken verhuizing naar de nieuwe standplaats redelijk acht door en ten laste van het gezag, in wiens dienst zij werkzaam worden ge steld een tegemoetkoming in de kosten van die verhuizing worden verleend, al thans voor zoover zij gehuwd zijn of geweest zijn en in het bezit zijn van een volslagen eigen inboedel. van het departement van Binnenland sche Zaken anders wordt bepaald, is de chef van de in artikel 2, eerste lid, aangeduide afdeeling bevoegd om over de aangelegenheden, rakende de inschrij ving en de plaatsing van de in art. 1. aangegeven candidaten, voor zoover zich daarbij geen principieele of gezags kwesties voordoen, namens dat hoofd, in briefwisseling te treden met alle Ne derlandsche autoriteiten en met de di rectie der Nederlandsche spoorwegen. Bedoelde autoriteiten en die directie zijn verplicht, aan genoemden chef alle gevraagde inlichtingen nopens bedoelde aangelegenheden te verstrekken. (2) Omgekeerd is voormelde afdee- lingschef gehouden, alle daarover van hem gevraagde inlichtingen te verschaf fen aan de Nederlandsche autoriteiten en aan de directie der Nederlandsche spoorwegen. Artikel 6. De regeling ter bevordering van de benoeming in betrekkingen in dienst van het Rijk als ambtenaar in den zin der Pensioenwet 1922 (staats blad no. 240) van houders der akte van bekwaamheid als onderwijzer, be doeld in artikel 77a der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad no. 127), zoo als die regeling onder dagteekening van 30 Juni 1937, no. 241, kabinet m.r., is vastgesteld, wordt bij deze ingetrokken. Artikel 7. Ten gevolge van het gestel de in artikel 3 blijft het bepaalde in de onderscheiden wachtgeldregelingen ming in de kosten eener verhuizing bui ten verdere toepassing. Artikel 8. (1) Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 Augustus 1940. (2) Zij wordt ter algemeene kennis gebracht door plaatsing in de Neder landsche Staatscourant en kan worden aangehaald als „Plaatsingsverordening overheids- en semi-overheidspersoneel 1940”. (Vervolg van pagina 1) De aanduiding van winkels, hotels, enz.; reclame en eta- lageverlichting Er zijn in den laatsten tijd groote moeilijkheden opgedoken in verband met de verduistering op het gebied van de reclame- en etalageverlichting. Meestal werd deze verlichting licht- vaardigerwijze niet op den juisten tijd gedoofd en brandde dan nog lang na zonsondergang door. De nieuwe veror dening verbiedt nu elke reclame- en etalageverlichting ook op den dag. Aan gezien de duisternis tijdens de winter maanden reeds geruimen tijd voor win kelsluiting intreedt, laat de nieuwe ver ordening de aanduiding van winkels, hotels, café’s, theaters en bioscopen, enz. toe, door middel van verlichte aan duidingen. Voor deze aanduidingen mag eveneens slechts donkerblauw licht ge bruikt worden; zij mogen slechts den aard van het 'bedrijf en den naam van den eigenaar vermelden, alleen bij the aters en bioscopen mag bovendien de titel van hetgeen vertoond wordt, aan gegeven worden. De afmetingen en de lichtsterkte van deze verlichte aandui dingen zullen door de Rijksinspectie voor de Luchtbescherming nog nader worden vastgesteld. Deze verlichte aan duidingen moeten gedoofd worden: a) bij winkels bij winkelsluiting, b) bij hotels, restaurants en café’s bij het ingaan van den sluitingstijd, c) bij theaters en bioscopen een kwar tier na den aanvang van de laatste voorstelling, d) bij luchtalarm onder alle omstan digheden onmiddellijk. Het is den bevoegden instanties be kend, dat het verbod van étalage-ver- lichting bij dag voor bepaalde bedrijven bijzondere moeilijkheden met zich me debrengt. De nieuwe verordening laat derhalve voor zekere zaken, wier étala- ge-artikelen ook bij dag niet te onder scheiden zijn, b.v. in donkere passages enz., toe, dat bij uitzondering toestem ming wordt gegeven voor eenige ver lichting der étalages. De richtlijnen hiervoor zullen nog door de Rijksinspec tie voor de luchtbescherming worden vastgesteld. Er wordt echter nu reeds op gewezen, dat ztflk een uitzonderings- vergunning slechts in hoogst zeldzame gevallen zal worden gegeven. Aan zaken, welker étalages aan open straten en pleinen liggen, zal onder geen voorwa ar de zulk een vergunning worden ver leend. Met het oog op het a.s. Sinterklaas feest, dat mt zijn voorafgaande dagen voor de Nederlandsche zaken wereld van zoo groot belang is, zal tot en met 5 December overdag nog een zwakke étalage-verlichting (geen reclame-lichten) zijn toege staan. Hierbij wordt echter nadruk kelijk .opgemerkt, dat hiermede geen normale groote verlichting be doeld is; alleen maar de egringste mate van belichting mag worden toegepast. Wordt door de winkeliers tot en met 5 December 1940 overdag étalage-ver lichting ontstoken, dan moet er ten strengste op gelet worden, dat dit alleen maar tusschen zonsopgang en zonson dergang geschiedt. Tegen hen, die uit nalatigheid hun étalagelichten in den ge noemden overgangstijd nog na zonson dergang hebben branden, zal op de meest drastische wijze worden opgetre den. Er wordt derhalve met den mees ten nadruk gewaarschuwd tegen het misbruik van deze voor de bijzondere Sinterklaas-periode toegestane tege moetkoming. De tijden van zonsop- en ondergang, die dagelijks in de pers be kend worden gemaakt, dient men dus nauwlettend in het oog te houden. Met ingang van 6 December mag étalage- verlichting alleen nog maar in de boven bedoelde uitzonderingsgevallen en alleen met bijzonderer schriftelijke vergun ning worden ontstoken. eigenschap van je, bevorderd door de groote liefde voor deze instelling en alles wat daarmede samenhangt. Ik heb het al eens meer gezegd en anderen met mij: Broekhuysen is een juweel Men schen van uw gehalte zijn noodig in alle lagen van de Maatschappij. Oude ge trouwe, besloot spr., ik hoop, dat je nog lang hier je functie zult mogen vervul len. Nog vele jaren Voordat de eerewijn werd rondge diend, dankte de heer C. Broekhuysen voor de vele hartelijke woorden en de prachtige geschenken. Dank zij de pret tige samenwerking, zei hij, zijn de 40 jaren voor mij omgevlogen Van links naar rechts zittend: de heer Walther Boer, mevr, van Haeften, de waarn. burgemeester van den Haag, prof. v. d. Bilt, mr. van Haeften, voor zitter van de commissie van toezicht, me vrouw Broekhuysen en de jubilaris, de oud-directeur van het Conservatorium de heer Wagenaar, e.a. De brochure van dr. Posthuma De persdienst van de N.S.B. meldt Onlangs verscheen een brochure „Een Agrarisch front als landbouworganisatie” van de hand van dr. F. E. Posthuma, oud- minister van Landbouw. Dr. Posthuma bepleit daarin de nauwe samenwerking in één organisatie van allen, die werk zaam zijn op agrarisch gebied en de daarmede verbonden industrieën en han delaren en concludeert, dat een dergelijk „front” moet uitgaan van de N.S.B., on> dat de N.S.B. door haar verleden aange wezen is om de politieke rol te vervul len bij de poging om Nederland met Duitschland in de toekomst te doen sa menwerken. De brochure, die drie weken geleden verscheen in een oplage van 10.000 exem plaren en in agrarische kringen werd aangeboden, was binnen twee weken uit verkocht. Wel een bewijs, hoe groot de belangstelling in deze kringen is voor den raad van een zoo bij uitstek bekwaam man als dr. Posthuma. Het tweede tien- Gistermiddag hebben leeraren en leer lingen van het Rijksconservatorium voor Muziek in besloten kring den heer C. Broekhuysen gehuldigd voor de 40 jaren trouwen en voortreffelijken dienst aan deze instelling bewezen. De voorzitter van de Commissie van Toezicht, mr. G. A. van Haeften. sprak als eerste den jubileerenden bediende, die vergezeld was van zijn vrouw, in hartelijke bewoordingen toe. 15 Jaar ge leden bij uw 25-jarig jubileum, heb ik •u ook toegesproken, aldus spr., en wenschte ik dat wij van uw ijverige en zeer nauwgezet vervulde diensten nog lang zouden mogen blijven genieten. Die wensch is in vervulling gegaan. Toen gij na verloop van jaren op uw aanstelling volgende, bovendien het toezicht kreeg op de uitgebreide bibliotheek, was er weldra niemand, die daarin den weg zoo kende als u. Met groote nauwgezet heid hebt gij steeds deze moeilijke taak vervuld. Het doet mij dan ook zeer veel genoegen den waarnemend burgemees ter op dezen feestelijken dag in ons mid- den te zien. Tal van leeraren en leerlin- gen bewonderd. Het is een persoonlijke In het verordeningenblad van giste ren is opgenomen een besluit van de se- cretarissen-generaal van de departemen ten van Financiën en van Justitie, be treffende bijzondere maatregelen op het gebied van het verzekeringswezen. Het is van toepassing op ondernemingen, die het verzekeringsbedrijf uitoefenen en haar hoofdkantoor hebben in: het ver- eenigde Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met de overzeesche bezittingen, koloniën, protectoraten en mandaatsgebieden of in de dominions Canada, Australische Bond, Nieuw- Zeeland en Zuid-Afrikaansche Unie met hun mandaatsgebieden, in Frankrijk, met inbegrip van zijn bezittingen, kolo niën, protectoraten en mandaatsgebie den. In de landen, door de secretaris generaal van het departement van Fi nanciën aan te wijzen. Het besluit bepaalt o.m., dat op ver zoek van een agent of van een schuld- eischer de rechtbank te Amsterdam met inachtneming van de bepalingen van dit besluit bij beschikking verkla ren kan, dat de voldoening aan de ver plichtingen van een verzekeringsmaat schappij, als boven bedoeld, jegens rechthebbenden uit overeenkomsten van verzekering en jegens tusschenpersonen geheel of gedeeltelijk wordt opgeschort. Onder agenten worden verstaan alle bin nen het bezette Nederlandsche gebied werkzame, gevolmachtigde vertegen woordigers van de bovengenoemde ver zekeringsmaatschappijen, onverschillig onder welke benaming deze vertegen woordigers optreden. Onder tusschenpersonen worden ver staan de makelaars in assurantiën en de assurantiebezorgers, terwijl overeenkomsten van verzekering den verstaan alle overeenkomsten verzekering, met uitzondering overeenkomsten van levensverzekering in den zin van de wet op het levensver- zekeringsbedrijf 1922. Tegen de bovenge noemde beslissing van de rechtbank is geenerlei voorziening toegelaten. Voorts bepaalt het besluit o.m., dat de rechtbank de verklaring tot opschor ting uitspreekt, wanneer aannemelijk is gemaakt, dat de geldmiddelen van de maatschappij niet toereikend zullen zijn, om aan haar verplichtingen ten volle te voldoen. Bij gedeeltelijke op schorting wordt het percentage van dit gedeelte door de rechtbank bepaald. Zoolang de verklaring van kracht is, kunnen verplichtingen uit overeenkom sten van verzekering, aangegaan buiten het bezette Nederlandsche gebied, in het geheel niet worden voldaan. Andere aan de bovenbedoelde verplichtingen van de maatschappij worden voldaan. De agenten zijn verplicht aan de com missie waarmede bedoeld wordt de commissie voor de in dit besluit bedoel de verzekeringsmaatschappijen, be staande uit drie leden en het vereischte aantal plaatsvervangende leden, door de voorzitters van de kamers van koop handel en fabrieken voor Amsterdam en voor Rotterdam gezamenlijk te benoe men alle hun bekende verplichtingen, als in dit besluit bedoeld, en geldmid delen op te geven. Onder geldmiddelen worden verstaan alle vermogensbe- standdeelen, die binnen het bezette Nederlandsche gebied aanwezig zijn, met uitzondering van kantoorinventa- ris. Het besluit omschrijft voorts de be voegdheden der commissie en bepaalt den inhoud van het door die commissie op te maken ontwerp van het plan van uitkeering. De rechtbank te Amster dam stelt het plan van uitkeering vast na afloop van den termijn van neder- legging van ten minste twee weken. Ver der bevat het besluit de technische uit werking van deze beginselen, alsmede bepalingen omtrent tusschenpersonen en strafbepalingen; Bij de laatste is be paald, dat vervolging van de als over tredingen of misdrijven aangewezen fei ten slechts plaats heeft op verzoek van de commissie. Dit besluit tredt in werking op den dag van zijn afkondiging dus heden met uitzondering van de bepalingen omtrent tusschenpersonen, die in wer king treden met terugwerkende kracht tot 30 Juni 1940. De volkshuisvesting te Rotterdam In het tweede deel zijner rede behan delde dr. van der Meer het vraagstuk van den wederopbouw in verband met de volkshuisvesting. Uitvoerig schetste spr. de moeilijkheden van huisvesting en onderbrenging, waarvoor men in Rotterdam stond. Er waren op dien dag in Rotterdam 77.000 menschen dSkloos geworden. Een aantal van de beter ge situeerden hebben, voor zich zelf weten te zorgen, doch er bleven nog altijd ca. 67.000 menschen over, die op onmiddel lijke hulp aangewezen waren. In Rotter, dam en in de randgemeenten waren on geveer 8500 leegstaande woningen en men kan aannemen, dat daarin 30.000 personen onderdak hebben gevonden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9