HAAGSCHE COURANT
a
t t f
t f
t t
t X
Huldiging
WINTERHULP
NEDERLAND
van, C. Broekhuysen
Woensdag 21 November 1940.
BINNENLAND
STADSNIEUWS
1
Nieuwe verordening
betreffende het
verduisteren
Plaatsingsverordening
overheids- en semi-
overheidspersoneel
DERDE BLAD
aan
wezen
H.T.M.-directie onderzoekt de
resultaten
Rede van dr. ir. Z. Y. van der Meer
Engelsche luchtaanvallen op
Nederland
L
1
VONKEN DER TRAMS REEDS
BELANGRIJK VERMINDERD
ST. NICOLAASFEEST IN HET
GEBOUW VOOR KUNSTEN
EN WETENSCHAPPEN
- ’it*
t Voor het volk, door het volk
Problemen van stedebouw en
volkshuisvesting bij den
wederopbouw
„Het lichtgevende molentje”
Bijzondere maatregelen op het
gebied van het verzekerings-
Departement van Binnenlandsche
Zaken wijst de candidaten
Scheeren^ Indus- ^duizendtal de^brochpre Is thans verschep leiding wwfc
Licht in winkels en hotels
Het postverkeer met België
en Luxemburg
De rijwielverlichting
No. 17736
(Polygoon)
en
Het taalgebruik.
5) Goedkeuring vereischt
Nationaal comité voor het gezin
Naar wij vernemen is kortelings
van
de
Zaken
candi-
en
onder
wor-
van
van
voor
te
ge
in den afgeloopen nacht hebben En
gelsche vliegers wederom aanvallen op
Nederland ondernomen; deze waren
echter niet van ernstigen aard. Noe-
menswaardige schade werd niet aange
richt. Door bomsplinters werd lichte
schade aan een drietal woonhuizen ver
oorzaakt, terwijl een dozijn huizen glas
schade opliepen. Eén man werd zwaar
gewond. In weiden en akkerland wer
den eenige kraters geslagen.
-
Uit militairen, oud-militairen, wacht
gelders, oorlogsinvaliden,
onderwijzers e.a.
Nationaal Front
Tot lid van de sociaal-economische ka
mer van Nationaal Front is alsnog be
noemd de heer -
men
nogmaals
op de
besloten den
nadrukkelijk
voorschriften.
Ingeval van weigering
Artikel 4. Candidaten, als in art. 1
genoemd, die ter vervulling van eeniger-
lei functie zijn aangewezen en die wei
geren om deze functie te aanvaarden,
worden onverminderd hetgeen in de
ter zake betrekkelijke wachtgeld- en pen
sioenregelingen voor dergelijke geval
len is bepaald niet meer ter vervul
ling van een andere vacature bestemd.
gen hebt gij zien komen en gaan. Arm
waren vol lof over uw werk. Spr. dank
te tenslotte voor wat hij in de 40 jaren
voor de instelling had gedaan en bood
den jubilaris als geschenk een fraaie
hanglamp aan. Vervolgens schetste één
der oudste leeraren, de heer dr. C. L.
Walther Boer, Broekhuysen als de man,
die niet alleen zijn plicht behoorlijk
deed, maar méér dan dat. Een beroep
op hem was nooit vergeefsch. Als er
een nieuwe leeraar kwam, die iets niet
wist, dan maakte Broekhuysen hem
wegwijs Als blijk van zijn waardeering
overhandigde spr. hem een kist sigaren
en een pijpje, daarbij wenschend, dat ze
nog lang elkaar zouden zien en samen
werken. De heer J. S. Walther Boer Jr,
bood namens de leerlingen den jubilaris
een fraai cadeau aan met begeleidende
gelukwenschen. Tot slot was het de heer
dr. J. Wagenaar, die het woord tot den
jubilaris richtte. We hebben elkaar lang
gekend. Broekhuysen. Lang voordat ik
hier als directeur kwam, heb ik je
plichtsgetrouwheid en bovenal je geheu-
Naar wij vernemen is kortelings in
het leven geroepen een comité, dat zich
ten doel stelt de studie en de beharti
ging van de zedelijke en materieele be
langen van het gezin in Nederland.
Het comité stelt zich op het standpunt
van de Christelijke beginselen in het
echtelijke leven, de huwelijkswetgeving
en de opvoeding. Het zal zich op de
hoogte houden van de omstandigheden,
waarin het gezinsleven in Nederland
verkeert en, waar noodig, niet alleen
een beroep doen op de medewerking der
betreffende autoriteiten, om de belangen
van het gezinsleven te beschermen,
maar zich ook wenden tot de openbare
meening, ten einde een gunstige mentali
teit ten opzichte van huwelijk en huis
gezin aan te kweeken en te bevorderen.
Het comité, dat voorloopig is samen
gesteld uit de heeren: dr. J. P. Chr. de
Boer, D. L. Daalder, dr. H. Hijmans,
dr. W. C. Meiss en dr. Fr. Twaalfhoven,
is voorgesteld aan den secretaris-gene-
raal, wnd. hoofd van het departement
van Sociale Zaken.
Vanavond zal van kwart voor zeven
tot zeven uur over de zenders Hilver
sum I en II een reportage worden uit
gezonden over de fabricage van het
insigne voor de collecte van de Win
terhulp Nederland „het lichtgevende
molentje”.
Van groote beteekenis voor industrie
en handel is de bepaling in de nieuwe
verordening, dat in de toekomst ver-
4uisteringsartikelen voor alle soort
Voertuigen met inbegrip van rijwielen,
Voor zaklantaarns en voor verlichte
^oduidittge» ^techts daa
Zooals wij reeds gemeld hebben, heeft
de H.T.M. maatregelen genomen om het
vonken van de beugels der motorwagens
te verminderen en zoo mogelijk geheel
weg te nemen. Slaagt men hierin name
lijk, dan is het niet onmogelijk, dat de
trams des avonds later kunnen rijden.
De bestuurders hebben sinds eenige da
gen tal van aanwijzingen ontvangen,
hoe zij het vonken kunnen voorkomen.
Gisteravond heeft de directie van de
H.T.M. de uitwerking van de maatre
gelen in oogenschouw genomen. Zij had
zich daartoe opgesteld op een hoog punt
in de stad. Naar wij vernemen, is haar
gebleken, dat het vonken, dat ontstaat
doordat de beugels een oogenblik van
de bovenleiding afslaan, reeds in be
langrijke mate is verminderd. Men heeft
voorzoover dat mogelijk en waarneem
baar was op verren afstand vastgesteld,
waar het vonken nog voorkwam. Deze
punten zullen nog eens terdege onder
zocht worden.
Verder heeft
bestuurders
te wijzen
Van hun bereidwilligheid en oplettend
heid hangt tenslotte zeer veel af. De
directie van de H.T.M. is van meening,
dat over een week, wanneer dus de be
stuurders volledig ingesteld zijn op de
nieuwe eischen en de bovenleidingen
nog eens onderzocht zijn, het vonken
tot .een minimum beperkt zal zijn.
Ook de bestuurders van de N.Z.H.T.M.
hebben eenige aanwijzigingen ontvan
gen. Zij moeten tijdig uitschakelen bij
lijn-onderbrekingen en ook, zoodra de
beugel gaat „trekken” of stooten tegen
de bovenlijn. Er mag niet-met groote
snelheid gereden worden, terwijl men de
wissels en kruisingen op behoedzame
wijze moet passeeren. De plaatsen, waar
de beugel geregeld afslaat, worden door
het technische personeel onderzocht.
Zoodra de b^tuurder merkt, dat von
ken optreden moet hij direct afschake
len en stroomloos rijden. Ook op de lijn
van deze maatschappij is het verkeer
in belangrijke mate verminderd.
Rijwielen
Afgezien van het feit, dat juist onder
wielrijders in de laatste maanden
een massa overtredingen van de ver-
duisteringsvoorschriften moest worden
vastgesteld, hebben na het van kracht
worden der huidige voorschriften de
groote omvang van het rijwielverkeer
ip Holland en de hier gebruikelijke
sterke lampen zulk een overvloed van
licht tengevolge gehad, dat nu ook voor
de afscherming der rijwiellampen een
radicale verscherping der bepalingen
hoodig is.
Volgens de nieuwe verordening moe
ten de rijwiellampen thans zoodanig
afgeschermd zijn, dat slechts een
3 cm lange en 0.4 cm breede ope
ning in de bovenste helft ’t licht
doorlaat; bovendien moeten de lam
pen van boven worden afgedekt.
Voor de ten uitvoerlegging van deze
bepaling wordt een termijn van 8
dagen gegeven. Met ingang van 4
December moeten dus alle fietsers
hun lampen volgens het nieuwe
voorschrift hebben verduisterd.
In dit verband wordt er bijzonder op
gewezen, dat de Nederlandsche indus
trie reeds een heele serie practische
en goede verduisteringsartikelen voor
rijwiellampen in den handel heeft ge
bracht, die door de Rijksinspectie voor
de Luchtbescherming zijn onderzocht
en goedgekeurd. Deze artikelen hebben
Weliswaar niet altijd de nieuw voorge
schreven opening, maar desondanks zijn
zij overeenkomstig de voorschriften,
Wat betreft hun lichtsterkte, indien zij
het contróleteeken der Rijksinspectie
voor de Luchtbescherming dragen, t.w.
een ingestempelde of opgedrukte recht
hoek met daarin de letters I.L.B. ge
volgd door het keuringsnummer. Der
gelijke artikelen zijn in alle behoorlijke
Zaken op dit gebied voor slechts weini
ge centen te verkrijgen. Deze kleine
Uitgave behoedt den wielrijder voor
ftioeilijkheden, daar bij zelfgemaakte
Verduisteringsmiddelen het gevaar- be
staat, dat zij niet volgens de voorschriften
zijn.
Lux
De vereeniging tot het houden van St.
Nicolaasfeestjes op de Haagsche scholen
gaf hedenmorgen weer de eerste van 8
voorstellingen, waarbij ongeveer 10.000
kinderen in het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen worden onthaald. Bui
ten dit, verzorgt de vereeniging nog
feestjes voor pl.m. 20.000 kinderen op de
scholen.
Een vroolijke, in gespannen verwach
ting verkeerende groep kinderen, bevolkte
hedenmorgen de zaal toen wij binnen
traden. Lang werd het geduld niet op de
proef gesteld klokke half elf opende de
voorzitter van de vereeniging, de heer
L. W. Goedheer, het feest met een wel
komstwoord. Dadelijk daarna verscheen
de goede Sint op het tooneel, gezeten op
een pachtig paard en vergezeld van één
der zwarte knechts. Nadat het storm
achtige gejuich bedaard was, zongen de
kinderen St. Nicolaas een lied toe, wat
den ouden man zichtbaar genoegen deed.
Toen deed Zwarte Piet zelf op eenigs-
zins luidruchtige wijze zijn entree en ver
telde, dat hij het niet kon helpen, dat hij
te laat was, omdat hij tijdens de verduis
tering was verdwaald. Nu, het werd hem
graag vergeven en de zwarte baas had
al gauw het hart van de kinderen met
zijn grappen (en met zijn beloften over
snoep- en speelgoed) veroverd.
Vervolgens werd het sprookje „Assche-
poester” opgevoerd. De bewerking was
van J. B. Ubink, de regie van dr. de
Vletter en de balletten werden verzorgd
door P. Verbeek. De kinderen hebben ge
noten van de aardige en vlotte opvoering.
Alle spelers en speelsters maakten iets
goeds van hun rol en wisten den juisten
toon te treffen. Een hartelijk applaus be
loonde hen dan ook voor hun prestatie.
In de pauze werden de kinderen op
lekkers onthaald, terwijl Sint en zijn
zwarte knecht zich na het einde van het
eerste bedrijf nog in de zaal vertoonden.
Het uitstekende orkest, dat de opvoe-
In het postverkeer tusschen ons land
en België en Luxemburg en in het ver
keer tusschen deze beide landen onder
ling zijn thans ook toegelaten aangetee-
kende brieven en briefkaarten, bene
vens drukwerken, monsters, acten en
gemengde zendingen.
Voor deze zendingen geldt de bestaan
de taalbeperking, waarbij het gebruik
van kunstmatige talen (als Esperanto),
voorts codeschrift, geheimschrift en He-
breeuwsche letterteekens is uitgesloten.
Alle andere talen zijn dus toegelaten.
De woninghuren
Tenslotte behandelde spr. nog de fi-
nancieele zjjde van den woningbouw.
Het probleem van de huur blijft hier
van buitengewoon belang. Door het
Overheidsingrijpen is het niet mogelijk
om de huren te verhoogen. De bouwkos
ten van nieuwe huizen zijn echter aan
merkelijk hooger dan van de oude, zóo-
dat de huurprijzen van de nieuwe huizen
ook hooger zullen liggen dan van de
oude. Het probleem is dus als volgt:
Hoe kan er gebouwd worden, als de hu
ren voor het overgroote deel van de wo-
ningèn aanzienlijk lager zijn dan met de
huidige bouwkosten overeenkomt? Spr.
meende, dat er in principe slechts twee
oplossingen zijn. In het eerste geval
geeft men geen huurtoeslag en wordt de
huur van de oude woningen gefixeerd.
Dan zal men echter zien, dat niemand
een nieuwe woning zal betrekken, tenzij
in uiterste noodzaak.
De tweede mogelijkheid is, dat men
de huur van de oude wonihgen fixeert
en de huren van de nieuw te bouwen wo
ningen aanpast bij die van den bestaan-
den voorraad. Deze oplossing komt er
op neer, dat de Overheid betaalt, al
kan de uitvoering op verschillende wij
zen geschieden.
Dit probleem is nog niet opgelost en
de oplossing zal ook wel geen gemakke
lijke taak zijn, aangezien het ten nauw
ste verband houdt met de loonen
prijzenpolitiek in het algemeen.
waarvoor in Rotterdam of omgeving
geen behoorlijk huis te vinden is. Hier
moeten nog bij worden gevoegd de 5000
gedemobiliseerde militairen, die naar
Rotterdam terugkeerden, zoodat in to
taal 42.000 personen in Rotterdam een
woning zochten. Men vatte met kracht
de evacuatie aan en men slaagde er in
23.000 personen onder dak te brengen in
Gouda, Den Haag, Delft en omgeving,
Vlaardingen, Schiedam, Brielle, enz.
Zoo bleven nog 19.000 personen over,
van wie gezegd kan worden, dat zij
geen dak boven hun hoofd hadden. De
algemeen gemachtigde voor den weder
opbouw heeft toen bevorderd, dat er een
groot aantal semi-permanente woningen
gebouwd werd, gedeeltelijk in Rotter
dam en gedeeltelijk in de omgeving. In
den loop van dezen winter zullen onge
veer 2200 van deze woningen in gebruik
genomen worden, waarin 8 a 9000 men.
schen onderdak vinden. Daarnaast heeft
de commissie afvoer burgerbevolking
veel moeite gedaan om de beschikking
te krijgen over leegstaande huizen in de
verschillende gemeenten .van ons land.
Wanneer in den loop van het volgend
jaar de permanente woningen, welke
thans in aanbouw zijn, gereéd zullen
zijn, zullen voor het grootste deel rede
lijke bewoningstoestanden in Rotterdam
zijn teruggekeerd, alhoewel het samen
wonen dan nog niet geheel opgeheven zal
zijn.
Dr. van der Meer berekende vervol
gens. dat uit een oogpunt van volkshuis
vesting 5300 het minimum aantal wo
ningen is, waarin met den meest moge-
lijken spoed in Rotterdam moet worden
voorzien. Op langen termijn is dit aan
tal natuurlijk veel grooter. Spr. wees er
op, dat het tempo voor den woningbouw
in belangrijke mate beheerscht werd
door de materiaalkwestie.
Het Nederlandsch instituut
volkshuisvesting en stedebouw heeft
Amsterdam zijn jaarvergadering
houden, waar dr. ir. Z. Y. van der
Meer, secretaris van den algemeen ge
machtigde voor den wederopbouw, een
voordracht heeft gehouden over „pro
blemen van stedebouw en volkshuisves
ting bij den wederopbouw’.
Dr. van der Meer ving zijn rede aan
met op te merken, dat het van zelf
spreekt, dat men den wederopbouw
allereerst uit een stedebouwkundig oog
punt beziet. Ons nageslacht mag niet
met afschuw terug zien op deze periode
en daarom zal de herbouw moeten ge
schieden, rekening houdende met de
eischen van stedebouw in den modernen
tijd.
De wederopbouw in 1940 en volgende
jaren worde geen improvisatie, doch een
weloverwogen en weldoordacht plan, dat
aansluit aan het verleden, voldoet aan
de eischen van het heden en ruimte
biedt voor ontwikkeling in de toekomst,
ja, toekomstige ontwikkelingsmogelijk
heden reeds verdisconteert. Dit feit
leidt er in vele gevallen toe, dat het
wederopbouwplan niet beperkt kan blij
ven tot de verwoeste kern of het ver
woeste gebied. Een voorbeeld daarvan
is Rotterdam. In het Rotterdamsche
opbouwplan zijn breede boulevards ge
projecteerd. De straten worden ruimer
en de pleinen grooter. Dit alles brengt
mede, dat er aanmerkelijk minder hui
zen herbouwd zullen worden, dan er
aanvankelijk gestaan hebben. Men zal
dus de stadsuitbreiding in het plan
moeten betrekken en aan de peripherie
en in de omgeving der stad gronden
moeten onteigenen, waar straks wonin
gen gebouwd zullen worden, waarvoor
in het verwoeste gebied geen plaats
meer is. Daarnaast staat het vraagstuk
van de industrieën in de steden, welke
men in vele gevallen op een speciaal
terrein bij elkaar zal brengen.
Dr. van der Meer wijdde vervolgens
aandacht aan de architectuur, waarbij
hij opmerkte, dat niet alleen het op
bouwplan, doch ook de afzonderlijke
elementen van dit plan door bevoegde
krachten moeten worden verzorgd.
Daarom zijn er zeven gewestelijke com
missies ingesteld, aan welke is toever
trouwd er voor te waken, dat de uit
voering van den wederopbouw slechts
geschiedt door of onder leiding van ar
chitecten, die tot dit werk volkomen be
voegd kunnen worden geacht.
in den handel, of op andere wijze aan
den man gebracht mogen worden, indien
zij door de Rijksinspectie voor de lucht
bescherming zijn onderzocht en goedge
keurd, hetgeen moet blijken uit het bo
vengenoemde controle-teeken: I.L.B.
met keuringsnummer in een rechthoek. I
Het is onnoodig er nogmaals op te I
wijzen, dat de nieuwe bepalingen inzake
de verduistering in het belang van de
bescherming der bevolking tegen lucht
aanvallen zijn uitgevaardigd.
Het nakomen van de nieuwe bepalin
gen brengt geen moeilijkheden met zich
mede, wanneer ieder maar voor zich
zelf een weinig oplettendheid betracht.
In den laatsten tijd kon steeds opnieuw
worden vastgesteld, dat de overtredin
gen der verduisteringsbepalingen voor
het allergrootste deel uit vergeetachtig
heid en nalatigheid werden begaan. En
wel vooral in de eerste uren na zons
ondergang en in de eerste morgenuren
voor zonsopgang.
Daar wij nu den tijd van het jaar te
gemoet gaan, welke het meest arm aan
licht is, moeten ter handhaving van
een onberispelijke verduisteringsdici-
pline. nu eenmaal de strengste maatre
gelen’ tegen overtreders worden geno
men. In de toekomst kan geen enkele
overtreder meer op genade rekenen.
Daarom wordt nogmaals aan allen de
vermaning gericht: Houdt u aan de
verduisteringsvoorschriften en betracht
de strengste verduisteringsdiscipline.
De Staatscourant van hedenavond
bevat de volgende beschikking van den
secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Binnenland
sche Zaken, regelende de wijze van
aanvulling van het personeel bij de
diensten, bedrijven en instellingen van
het Rijk, de provinciën, de gemeenten
en de Nederlandsche spoorwegen.
n overeenstemming met par. 2 en 3
der Verordening no. 3-1940 en op grond
der verordening no. 137-1940 van den
Rijkscommissaris voor het bezette Ne
derlandsche gebied, bepaal ik:
Artikel 1. In de behoefte aan perso
neel bij de diensten, bedrijven en instel
lingen, in den ruimsten zin genomen,
zoowel van het Rijk als van de provin
ciën, de gemeenten en de Nederlandsche
spoorwegen, zal worden voorzien door
aanwijzing van daarvoor geschikte
krachten uit de volgende categorieën
van personen:
a. Zij, die op 15 Mei 1940 rechtstreeks
of middellijk bij het Rijk in dienstbe
trekking waren, hetzij in burgerlijken
dienst, hetzij als beroepsmilitair, dan
wel als dienstplichtig onderofficier in
den zin van artikel 1 van het capitulan-
tenreglement 1935, voor zoover voor hen
in de laatstelijk door hen bekleede func
tie geen voldoende dagtaak meer valt te
verrichten, alsmede zij, die als eervol
ontslagen militair van het Neder-
landsch-Indisch leger op 15 Mei 1940
aanspraken konden ontleenen aan het
bepaalde bij artikel 2 van voormeld re
glement;
b. Zij, die op 15 Mei 1940 in het genot
waren van wachtgeld of z.g. wachtgeld-
vervangend pensioen ter zake van vroe-
geren dienst als burgerlijk of militair
Rijksambtenaar (hieronder begrepen
zij, die in het genot zijn van een uit-
keering als omschreven in artikel 99
van het algemeen Rijksambtenaren-
reglement);
c. Zij, die op 15 Mei 1940 rechtstreeks
of middellijk bij een provincie, bij een
gemeente of bij de Nederlandsche
spoorwegen in dienstbetrekking waren,
voor zoover voor hen in de laatstelijk
door hen bekleede functie geen voldoen
de dagtaak meer valt te verrichten;
d. Zij, die op 15 Mei 1940 in het genot
waren van wachtgeld ter zake van vroe-
geren dienst als ambtenaar bij een pro
vincie, bij een gemeente of bij de Ne
derlandsche spoorwegen;
e. Zij, die ten gevolge van in en door
den militairen dienst bekomen letsel uit
dien dienst zijn ontslagen onder toeken
ning van pensioen, doch die niet uitslui
tend met dit pensioen in hun levenson
derhoud kunnen voorzien;
f. „Belanghebbenden’ en „zoons van
belanghebbenden”, in den zin der Zui-
derzeesteunwet 1925, en
g. houders der akte van bekwaam
heid als onderwijzer, bedoeld in artikel
77a der wet van 17 Augustus 1878.
Staatsblad no. 127), die op 15 Mei 1940
reeds werden aangemerkt als gegadig
de voor een plaatsing in overheidsdienst.
Artikel 2. (1) Alle personen, behooren-
de tot de categorieën, genoemd onder
a. tot en met g. van het voorgaand ar
tikel, worden bij de afdeeling „over-
heidspersoneelvoorziening” van het de
partement van Binnenlandsche
groepsgewijze ingeschreven als
daat ter plaatsing in den overheids-
semi-overheidsdienst.
(2) Indien bij een van de diensten, be
drijven of instellingen, hetzij van het
Rijk, dan wel van een provincie, een ge
meente of van de Nederlandsche spoor
wegen, in de behoefte aan een werk
kracht moet worden voorzien, dient het
in deze tot benoemen of tot indienststel-
len bevoegd gezag aan het departement
van Binnenlandsche Zaken een aanvraag
in tot aanwijzing van een geschikten
candidaat.
(3) Kan geen geschikte candidaat
worden aangewezen, dan meg in de be
staande vacature wórden voorzien door
keuze uit vrije sollicitanten.
(4) Overigens is het in het tweede lid
aangeduid £ezag verplicht, den aange
wezen candidaat in dienst te stellen.
Vergoeding verhuïslasten
Artikel 3. Aan de in artikel 1 aange
geven candidaten, die ter vervulling van
eenigerlei functie worden aangewezen,
en hun dienst moeten verrichten buiten
hun tegenwoordige woonplaats, kan- in
dien het hoofd van het departement van
Binnenlandsche Zaken verhuizing naar
de nieuwe standplaats redelijk acht
door en ten laste van het gezag, in
wiens dienst zij werkzaam worden ge
steld een tegemoetkoming in de kosten
van die verhuizing worden verleend, al
thans voor zoover zij gehuwd zijn of
geweest zijn en in het bezit zijn van
een volslagen eigen inboedel.
van het departement van Binnenland
sche Zaken anders wordt bepaald, is de
chef van de in artikel 2, eerste lid,
aangeduide afdeeling bevoegd om over
de aangelegenheden, rakende de inschrij
ving en de plaatsing van de in art. 1.
aangegeven candidaten, voor zoover
zich daarbij geen principieele of gezags
kwesties voordoen, namens dat hoofd,
in briefwisseling te treden met alle Ne
derlandsche autoriteiten en met de di
rectie der Nederlandsche spoorwegen.
Bedoelde autoriteiten en die directie
zijn verplicht, aan genoemden chef alle
gevraagde inlichtingen nopens bedoelde
aangelegenheden te verstrekken.
(2) Omgekeerd is voormelde afdee-
lingschef gehouden, alle daarover van
hem gevraagde inlichtingen te verschaf
fen aan de Nederlandsche autoriteiten en
aan de directie der Nederlandsche
spoorwegen.
Artikel 6. De regeling ter bevordering
van de benoeming in betrekkingen in
dienst van het Rijk als ambtenaar
in den zin der Pensioenwet 1922 (staats
blad no. 240) van houders der akte
van bekwaamheid als onderwijzer, be
doeld in artikel 77a der wet van 17
Augustus 1878 (Staatsblad no. 127), zoo
als die regeling onder dagteekening van
30 Juni 1937, no. 241, kabinet m.r., is
vastgesteld, wordt bij deze ingetrokken.
Artikel 7. Ten gevolge van het gestel
de in artikel 3 blijft het bepaalde in
de onderscheiden wachtgeldregelingen
ming in de kosten eener verhuizing bui
ten verdere toepassing.
Artikel 8. (1) Deze verordening wordt
geacht in werking te zijn getreden met
ingang van 1 Augustus 1940.
(2) Zij wordt ter algemeene kennis
gebracht door plaatsing in de Neder
landsche Staatscourant en kan worden
aangehaald als „Plaatsingsverordening
overheids- en semi-overheidspersoneel
1940”.
(Vervolg van pagina 1)
De aanduiding van winkels,
hotels, enz.; reclame en eta-
lageverlichting
Er zijn in den laatsten tijd groote
moeilijkheden opgedoken in verband
met de verduistering op het gebied van
de reclame- en etalageverlichting.
Meestal werd deze verlichting licht-
vaardigerwijze niet op den juisten tijd
gedoofd en brandde dan nog lang na
zonsondergang door. De nieuwe veror
dening verbiedt nu elke reclame- en
etalageverlichting ook op den dag. Aan
gezien de duisternis tijdens de winter
maanden reeds geruimen tijd voor win
kelsluiting intreedt, laat de nieuwe ver
ordening de aanduiding van winkels,
hotels, café’s, theaters en bioscopen,
enz. toe, door middel van verlichte aan
duidingen. Voor deze aanduidingen mag
eveneens slechts donkerblauw licht ge
bruikt worden; zij mogen slechts den
aard van het 'bedrijf en den naam van
den eigenaar vermelden, alleen bij the
aters en bioscopen mag bovendien de
titel van hetgeen vertoond wordt, aan
gegeven worden. De afmetingen en de
lichtsterkte van deze verlichte aandui
dingen zullen door de Rijksinspectie
voor de Luchtbescherming nog nader
worden vastgesteld. Deze verlichte aan
duidingen moeten gedoofd worden:
a) bij winkels bij winkelsluiting,
b) bij hotels, restaurants en café’s bij
het ingaan van den sluitingstijd,
c) bij theaters en bioscopen een kwar
tier na den aanvang van de laatste
voorstelling,
d) bij luchtalarm onder alle omstan
digheden onmiddellijk.
Het is den bevoegden instanties be
kend, dat het verbod van étalage-ver-
lichting bij dag voor bepaalde bedrijven
bijzondere moeilijkheden met zich me
debrengt. De nieuwe verordening laat
derhalve voor zekere zaken, wier étala-
ge-artikelen ook bij dag niet te onder
scheiden zijn, b.v. in donkere passages
enz., toe, dat bij uitzondering toestem
ming wordt gegeven voor eenige ver
lichting der étalages. De richtlijnen
hiervoor zullen nog door de Rijksinspec
tie voor de luchtbescherming worden
vastgesteld. Er wordt echter nu reeds
op gewezen, dat ztflk een uitzonderings-
vergunning slechts in hoogst zeldzame
gevallen zal worden gegeven. Aan zaken,
welker étalages aan open straten en
pleinen liggen, zal onder geen voorwa ar
de zulk een vergunning worden ver
leend.
Met het oog op het a.s. Sinterklaas
feest, dat mt zijn voorafgaande
dagen voor de Nederlandsche zaken
wereld van zoo groot belang is, zal
tot en met 5 December overdag nog
een zwakke étalage-verlichting
(geen reclame-lichten) zijn toege
staan. Hierbij wordt echter nadruk
kelijk .opgemerkt, dat hiermede
geen normale groote verlichting be
doeld is; alleen maar de egringste
mate van belichting mag worden
toegepast.
Wordt door de winkeliers tot en met
5 December 1940 overdag étalage-ver
lichting ontstoken, dan moet er ten
strengste op gelet worden, dat dit alleen
maar tusschen zonsopgang en zonson
dergang geschiedt. Tegen hen, die uit
nalatigheid hun étalagelichten in den ge
noemden overgangstijd nog na zonson
dergang hebben branden, zal op de
meest drastische wijze worden opgetre
den. Er wordt derhalve met den mees
ten nadruk gewaarschuwd tegen het
misbruik van deze voor de bijzondere
Sinterklaas-periode toegestane tege
moetkoming. De tijden van zonsop- en
ondergang, die dagelijks in de pers be
kend worden gemaakt, dient men dus
nauwlettend in het oog te houden. Met
ingang van 6 December mag étalage-
verlichting alleen nog maar in de boven
bedoelde uitzonderingsgevallen en alleen
met bijzonderer schriftelijke vergun
ning worden ontstoken.
eigenschap van je, bevorderd door de
groote liefde voor deze instelling en
alles wat daarmede samenhangt. Ik heb
het al eens meer gezegd en anderen met
mij: Broekhuysen is een juweel Men
schen van uw gehalte zijn noodig in alle
lagen van de Maatschappij. Oude ge
trouwe, besloot spr., ik hoop, dat je nog
lang hier je functie zult mogen vervul
len. Nog vele jaren
Voordat de eerewijn werd rondge
diend, dankte de heer C. Broekhuysen
voor de vele hartelijke woorden en de
prachtige geschenken. Dank zij de pret
tige samenwerking, zei hij, zijn de 40
jaren voor mij omgevlogen
Van links naar rechts zittend: de heer
Walther Boer, mevr, van Haeften, de
waarn. burgemeester van den Haag,
prof. v. d. Bilt, mr. van Haeften, voor
zitter van de commissie van toezicht, me
vrouw Broekhuysen en de jubilaris, de
oud-directeur van het Conservatorium de
heer Wagenaar, e.a.
De brochure van dr. Posthuma
De persdienst van de N.S.B. meldt
Onlangs verscheen een brochure „Een
Agrarisch front als landbouworganisatie”
van de hand van dr. F. E. Posthuma, oud-
minister van Landbouw. Dr. Posthuma
bepleit daarin de nauwe samenwerking
in één organisatie van allen, die werk
zaam zijn op agrarisch gebied en de
daarmede verbonden industrieën en han
delaren en concludeert, dat een dergelijk
„front” moet uitgaan van de N.S.B., on>
dat de N.S.B. door haar verleden aange
wezen is om de politieke rol te vervul
len bij de poging om Nederland met
Duitschland in de toekomst te doen sa
menwerken.
De brochure, die drie weken geleden
verscheen in een oplage van 10.000 exem
plaren en in agrarische kringen werd
aangeboden, was binnen twee weken uit
verkocht. Wel een bewijs, hoe groot de
belangstelling in deze kringen is voor
den raad van een zoo bij uitstek bekwaam
man als dr. Posthuma. Het tweede tien-
Gistermiddag hebben leeraren en leer
lingen van het Rijksconservatorium
voor Muziek in besloten kring den heer
C. Broekhuysen gehuldigd voor de 40
jaren trouwen en voortreffelijken dienst
aan deze instelling bewezen.
De voorzitter van de Commissie van
Toezicht, mr. G. A. van Haeften. sprak
als eerste den jubileerenden bediende,
die vergezeld was van zijn vrouw, in
hartelijke bewoordingen toe. 15 Jaar ge
leden bij uw 25-jarig jubileum, heb ik
•u ook toegesproken, aldus spr., en
wenschte ik dat wij van uw ijverige en
zeer nauwgezet vervulde diensten nog
lang zouden mogen blijven genieten. Die
wensch is in vervulling gegaan. Toen gij
na verloop van jaren op uw aanstelling
volgende, bovendien het toezicht kreeg
op de uitgebreide bibliotheek, was er
weldra niemand, die daarin den weg
zoo kende als u. Met groote nauwgezet
heid hebt gij steeds deze moeilijke taak
vervuld. Het doet mij dan ook zeer veel
genoegen den waarnemend burgemees
ter op dezen feestelijken dag in ons mid-
den te zien. Tal van leeraren en leerlin- gen bewonderd. Het is een persoonlijke
In het verordeningenblad van giste
ren is opgenomen een besluit van de se-
cretarissen-generaal van de departemen
ten van Financiën en van Justitie, be
treffende bijzondere maatregelen op het
gebied van het verzekeringswezen. Het
is van toepassing op ondernemingen, die
het verzekeringsbedrijf uitoefenen en
haar hoofdkantoor hebben in: het ver-
eenigde Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland met de overzeesche
bezittingen, koloniën, protectoraten en
mandaatsgebieden of in de dominions
Canada, Australische Bond, Nieuw-
Zeeland en Zuid-Afrikaansche Unie met
hun mandaatsgebieden, in Frankrijk,
met inbegrip van zijn bezittingen, kolo
niën, protectoraten en mandaatsgebie
den. In de landen, door de secretaris
generaal van het departement van Fi
nanciën aan te wijzen.
Het besluit bepaalt o.m., dat op ver
zoek van een agent of van een schuld-
eischer de rechtbank te Amsterdam
met inachtneming van de bepalingen
van dit besluit bij beschikking verkla
ren kan, dat de voldoening aan de ver
plichtingen van een verzekeringsmaat
schappij, als boven bedoeld, jegens
rechthebbenden uit overeenkomsten van
verzekering en jegens tusschenpersonen
geheel of gedeeltelijk wordt opgeschort.
Onder agenten worden verstaan alle bin
nen het bezette Nederlandsche gebied
werkzame, gevolmachtigde vertegen
woordigers van de bovengenoemde ver
zekeringsmaatschappijen, onverschillig
onder welke benaming deze vertegen
woordigers optreden.
Onder tusschenpersonen worden ver
staan de makelaars in assurantiën en
de assurantiebezorgers, terwijl
overeenkomsten van verzekering
den verstaan alle overeenkomsten
verzekering, met uitzondering
overeenkomsten van levensverzekering
in den zin van de wet op het levensver-
zekeringsbedrijf 1922. Tegen de bovenge
noemde beslissing van de rechtbank is
geenerlei voorziening toegelaten.
Voorts bepaalt het besluit o.m., dat
de rechtbank de verklaring tot opschor
ting uitspreekt, wanneer aannemelijk
is gemaakt, dat de geldmiddelen van
de maatschappij niet toereikend zullen
zijn, om aan haar verplichtingen ten
volle te voldoen. Bij gedeeltelijke op
schorting wordt het percentage van dit
gedeelte door de rechtbank bepaald.
Zoolang de verklaring van kracht is,
kunnen verplichtingen uit overeenkom
sten van verzekering, aangegaan buiten
het bezette Nederlandsche gebied, in
het geheel niet worden voldaan. Andere
aan de bovenbedoelde verplichtingen
van de maatschappij worden voldaan.
De agenten zijn verplicht aan de com
missie waarmede bedoeld wordt de
commissie voor de in dit besluit bedoel
de verzekeringsmaatschappijen, be
staande uit drie leden en het vereischte
aantal plaatsvervangende leden, door
de voorzitters van de kamers van koop
handel en fabrieken voor Amsterdam en
voor Rotterdam gezamenlijk te benoe
men alle hun bekende verplichtingen,
als in dit besluit bedoeld, en geldmid
delen op te geven. Onder geldmiddelen
worden verstaan alle vermogensbe-
standdeelen, die binnen het bezette
Nederlandsche gebied aanwezig zijn,
met uitzondering van kantoorinventa-
ris.
Het besluit omschrijft voorts de be
voegdheden der commissie en bepaalt
den inhoud van het door die commissie
op te maken ontwerp van het plan van
uitkeering. De rechtbank te Amster
dam stelt het plan van uitkeering vast
na afloop van den termijn van neder-
legging van ten minste twee weken. Ver
der bevat het besluit de technische uit
werking van deze beginselen, alsmede
bepalingen omtrent tusschenpersonen en
strafbepalingen; Bij de laatste is be
paald, dat vervolging van de als over
tredingen of misdrijven aangewezen fei
ten slechts plaats heeft op verzoek van
de commissie.
Dit besluit tredt in werking op den
dag van zijn afkondiging dus heden
met uitzondering van de bepalingen
omtrent tusschenpersonen, die in wer
king treden met terugwerkende kracht
tot 30 Juni 1940.
De volkshuisvesting te Rotterdam
In het tweede deel zijner rede behan
delde dr. van der Meer het vraagstuk
van den wederopbouw in verband met
de volkshuisvesting. Uitvoerig schetste
spr. de moeilijkheden van huisvesting
en onderbrenging, waarvoor men in
Rotterdam stond. Er waren op dien dag
in Rotterdam 77.000 menschen dSkloos
geworden. Een aantal van de beter ge
situeerden hebben, voor zich zelf weten
te zorgen, doch er bleven nog altijd ca.
67.000 menschen over, die op onmiddel
lijke hulp aangewezen waren. In Rotter,
dam en in de randgemeenten waren on
geveer 8500 leegstaande woningen en
men kan aannemen, dat daarin 30.000
personen onderdak hebben gevonden.