KUNST EN LETTEREN p HAAGSCHE COURANT Zaterdag 30 Nov. 1940 4e 151. pag. 3 RECLAMES. \UCHTIGE EN WELKOME I ST. NICOLAAS-GESCHENKEN mannen li'teli’/Anémonen'''. Ub‘“k' V ver- succes, van illustreerde het boek zelf. Zoo’n teekenaar ook. Widmann; en Cie. Uit niet onder- indivi- welke aanleg. „Spiegeltje, spiegeltje aan den wand". Liesbeth Le Coultre- Mulder. Uitgeversmaatschap. pij „Kosmos”. Amsterdam. Amsterdamsche huidarts mevr. Le ge- die weergaloos :h< Flieger, Funker, Kanoniere, door dr. Martin Rikli, Schützen-verlag. Berlin. Roskam’s Boeken-verkoop- kantoor, Amsterdam). !g de di Wonderen van de vooruitgang", door Heinrich Kluth; bewerkt door J. C. Alders. Uitg. W. J. Thieme en Cie., Zutphen. De wetenschap gaat de laatste jaren met rassche schreden vooruit en op elk gebied volgt de eene uitvinding de an dere. Zelfs voor de technici is het niet meer bij te houden, om volledig op de hoogte te zijn met elk wetenschappelijk gebeuren. In „Wonderen van de vooruit gang1' geeft Hemrick Kluth op onderhou dende en zeer overzichtelijke wijze een beschouwing over de vele uitvindingen en werkwijzen der laatste tijden. Dit zeer populair geschreven boek, door J. C. Al ders zóó bewerkt, dat ook de rijpere jeugd en zij, die niet direct in de tech nische richting verder geleerd hebben, het kunnen volgen zal voor velen een openbaring zijn en hun een helder inzicht verstrekken in de ontwikkeling der uit vindingen en in de wonderen der tech niek. Het fraai uitgevoerde werk is voorzien 23 platen en 4 teekeningen. Hij wil samen haar jeugddroom. Domini ziet haar ouders weer, die haar in de society brengen. Een ongeluk met een klein jongetje op straat, doet haar ideaal weer ontvlammen. Met behulp van haar vader komt het kinder tehuis tot stand. Het is een boeiend boek vóór oudere meisjes De schrijfster heeft de verschil lende karakters heel goed weergegeven. Karei Hoekendijk voorzag het werk van fraaien illustraties De Coultre.Mulder schreef een populaire oe- schouwing over kind en schoonheidsver- zorging van de vrouw. Het boekje behan delt vele kosmetische hulpmiddelen, mond, hygiëne, ziekelijke veranderingen van de gelaatshuid, hinderlijke huidafwijkingeh, de lijn, parfums, kosmetiek en sport, de schoonheidsspecialiste, kortom zoo van alles waar de vrouw belang in stelt. Het sympathieke van dit werkje is, dat het niet bedoeld is of geld uit den zak te klop pen, het verwijst niet naar dure prepara ten en erkent dat de grootste schoonheid tenslotte van de vrouw zelf is, waar alle hulpmiddelen tenslotte bij in het niet ver. zinken. A. A. Mil- Goor Zonen's Karei en van „Van Wonderland”, Rie Sinninghe. Steenbergen. L. J, Veen’s Uit. geversmaatschappij, Amsterdam. Rie Sinninghe-Steenbergeh heeft in dit boek een aantal sprookjes, van eigen hand of nieuw vertaald, dierenverhalen, ka- boutergeschiedenissen, enz. bijeenge. bracht. Het is een prachtig boek met 33 vertellingen, o.a. ook een St. Nicolaas- verhaal en twee rijmpjes om de kleuters voor het naar bed gaan voor te lezen, De omslag is van den teekenaar van Looy, die vermoedelijk ook de illustraties in het boek voor zijn rekening nam. Het werd echter niet dejnoeite waard geacht dit te vermelden. Met vallen en opstaan Nanny Franken. Gebrs Kluitman, Alk maar. Nanny Franken heeft de reeks romans voor oudere meisjes verrijkt met dit vlot geschreven boek. Lonnie van Rossum. dochter van een welgesteld Indisch amb tenaar, is de hoofdfiguur. Haar vader wordt invalide en komt daardoor in moei lijke financieele omstandigheden te ver- keeren. Lonnie moet gedeeltelijk in haar eigen onderhoud voorzien. Zij weet op loffelijke wijze de tegenslagen te over winnen. Zelfs ontbreekt in dit boek ook de gebruikelijke driehoek niet. Nanny Franken laat echter ook nog een vierde optreden, die Dit boek zal zeker aan vele oudere meisjes eenige aangename leesuurtjes be zorgen. Bij de N.V. Uitgeversmij. „De Tijd stroom” te Locl.em verscheen eveneens een handleiding voor eerste hulp bij luchtaanvallen, een zakboekje, dat kan worden beschouwd als een repetito- rium op de meer uitvoerige werken, welke op dit gebied zijn verschenen. Als bijdrage is opgenomen een uitvoerige overzichts tabel betreffende de eerste-hulpmaatrege- len bij de diverse oorlogskassen Tenslotte verscheen bij de N.V. van Holkema en Warendorf te Amsterdam een boekje, dat wel niet in direct verband met luchtaanvallen staat, maar dat toch wel tot de categorie „oorlogsuitgaven” mag worden gerekend. Het is een verzameling hygiënische en medische raad gevingen in o o r 1 o g s t ij d’van de hand van dr. A. Vedder, huisarts-bacte- rioloog te Amsterdam. Er worden een aan tal raadgevingen verstrekt ten aanzien van besmettelijke ziekten, voeding in oor logstijd, drinkwaterperikelen, behuizing, etc Onder den titel ..Ordeopza ken!” en den ondertitel„Óver den geest des tijds" is bij de N.V. Uitg H. C. A. J. van Dis- hoeck. te Bussum een brochure van dr. S. S. Smeding verschenen. In zijn voorwoord verklaart de schrijver zich te scharen in de rij dergenen, die van oordeel zijn, dat de steven moet worden gewend, maar dat zijn geschrift géén politiek geschrift in den gewonen zin des woords is. „Het wil, eerder, zijn een min of meer wijsgeerige verhandeling over de grondslagen der nieuwe politiek over de ideologieën, waarop de nieuwe staatkundige orde zal moeten rusten.” Volgens den schrijver moet de „orde” vóór de „zaken” gaan, omdat zijvan „hoogere” orde is. Het is de groote fout van het vroege, com- mercieel-industrieele liberalisme geweest, dat het de wezenlijke waarde der mate- rieele zaken voor den niet met aardsche goederen rijkelijk „gezegenden” mensch onvoldoende, of in het geheel niet, be sefte. Het socialisme schoot aan den an-' deren kant te kort, omdat het de stof hooger stelde dan den geest en daardoor droeg het de kiem zijner zelfvernietiging in zich. De geest, niet de stof, beheerscht het al, en slechts een historisch-idealisti- sche beschouwingswijze zal werkelijk in zicht vermogen te geven. De democratie heeft den strijd verloren zij heeft het be wijs geleverd, onmachtig tot haar zelf handhaving geweest te zijn. Op zich zelf is het onbelangrijk of pr democratisch of anders geregeerd wordthet komt niet aan op den vorm, maar op den i n- h o u d. Na de bezinning op oude en nieuwe waarden is de eerste voorwaarde voor een goed beginaanvaarding van de nieuwe werkelijkheid, niet voetstoots, maar na innerlijke verwerking en dan tot het uiterste maximum, hetgeen met de wezenlijke waarden in onzen Nederland- schen volksaard in overeenstemming te brengen is. De zaken zijn er weinige, vol gens den schrijver. Eigenlijk maar één Nederland, ons vaderland De eerste en opperste ideologie isliefde tot het va derland en het volk. Hetgeen medebrengt den plicht, het vaderland te dienen, een dienstplicht van rijken én armen. Onmid dellijk op de eerste ideologie volgen dienst-plicht en gemeenschapsbesef. De schrijver betoogt dan, dat het „leidersbe ginsel” geen nieuw principe isin leger en vloot en ook in het zaken-, bedrijfs- en godsdienstig leven kennen wij hiervan de voorbeelden, en het is evenmin on- Nederlandsch. Hoofdzaak is. dat „De tovertuin der wiskunde”, door Alexander Niklitschek; vertaald door J. C. Alders. Uitg. W. J. Thieme en Cie, Zutphen. De wiskunde wordt door velen als een vervelend vak beschouwd, maar degenen, die dit werk van Alexander Niklitschek lezen, zullen spoedig tot andere gedach ten komen. Dit boek heeft zooals de schrijver opmerkt, volstrekt niet de be doeling, een handleiding voor het reke nen te zijn en vooral niet een leerboek in den gebruikelijken zin van het woord. Het stelt zich slechts ten doel, den lezer de zoo gevreesde wiskunde van haar schoonste zijde te leeren kennen en hem te doen vermeien in een wonderbaren toovertuin, waarin het prettig is, te ver toeven. Het boek, dat 90 teekeningen telt, is be stemd voor iedereen, die wat van de wis kunde wil weten Geenerlei voorafgaande kennis is verondersteld, maar toch worden ook onderwerpen uit de hoogere wiskunde behandeld op zoodanige wijze, dat ieder een ze begrijpen kan. Daarom is deze too vertuin ook geschikt voor jongens, die naar de H.B.S., gymnasium, lyceum, M.T. S- en dergelijke scholen gaan, alsmede voor schoolbibliotheken van H.B.S., gym nasium enz. Om te laten zien, wat men met behulp van de hoogere wiskunde be rekenen kan, voegde de vertaler, de heer J C. Alders te Lochem, enkele vraag stukken over analytische meetkunde, dif ferentiaal- en integraalrekening aan het zeer interessante boek toe. ,,Winnle-de-Poeh” ne. G. B. van t Uitgeversmaatschappij. Nienke van Hichtum heeft het aller aardigste verhaal van het beertje Winnie- de-Poeh, die zoo van komt, voor de Nederlandsche kinderen naver teld. Er komen nog vele andere dieren in voor, enfin, de andere behoeven wij niet te vertellen wie en wat Winnie-de- Poeh is. Het boek is bekend genoeg en zij zullen hun kinderen zeker willen mee laten smullen van dit alleraardigste ver haal. waar E. H. Shephard zulke vlotte illustraties teekende. „Welke ster is dat?”, door Walter voor Nederland be werkt door J C Alders Uitg. W. J. Thieme de in het bestaande los te laten. Vandaar zijn streven om het nieuwe met het oude te verbinden. Uitgaande van den eisch van sociale gezindheid, die den mensch met een grooter levensgeheel organisch verbindt volgt hij en wijst hij ontwikke lingslijnen aan, waardoor deze verbin ding verwerkelijkt kan worden. In de eerste plaats moet ons volk van deze sociale gezindheid worden doortrok ken een belangrijk middel daartoe is de „ideale kampgemeenschap”, gemodeleerd naar het ideaal van het maatschappelijk gemeenschapsleven en naar het ideaal tevens van de opvoeding. Er zullen nog tal van maatregelen van sociale gerech tigheid verwezenlijkt moeten worden tot versterking van de persoonlijke verant woordelijkheid en de persoonlijke zelf standigheid, waarbij op bestaande instel lingen kan worden voortgebouwd of nieuwe in het leven kunnen worden ge roepen. Deze zijn directe, voor zoover zij het klein-bezit bevorderen, in-directe. voorzoover zij door de sociale verzekerings- wetgeving de positie van den economisch zwakkere versterken. In de arbeids overeenkomst moet de menschenwaarde van den arbeid tot uitdrukking worden gebracht. Prof. Romme betoogt vervolgens, dat voor de verwezenlijking van een econo- misch-sociale politiek naar de door hem aangegeven grondgedachten een corpo ratieve behuizing noodzakelijk is. Hoek steen van een opbouw in dien zin moet zijn de bedrijfseenheid, de eenheid van den bedrijfstak, niet de onderneming, hetgeen de schr. uitvoerig uiteenzet. De beteekenis van prof. dr. A. H. de Hartog, een critische be schouwing door F. G. de Groot. Uitg. Maatschappij „Holland” Amsterdam. Wijd en zijd in den lande is de naam van den Amsterdamsehen theoloog prof de Hartog bekend geworden, vooral in zijn kwaliteit als kanselredenaar en bestrijder van het atheïsme. We behoeven slechts „De Middaghoogte”, de door hem gestichte vereeniging als tegenhanger van de vrij, denkersvereeniging „De Dageraad" te noe men, om de herinnering op te roepen aan belangwekkende voordrachten, waaronder zijn gehoor als geboeid zat. De heer F. G. de Groot schetst in bovengenoemd boekje de beteekenis van wijlen de Hartog, voor wien hij groote bewondering koestert, op critische wijze. Zijn psychologische be schouwingen hebben niet de draagwijdte van een bestrijding in den scherpen zin van het woord. De schrijver tracht immers daarnaast niet alleen de wijze, waarop de Hartog werd bestreden, op z’n breedst en principieel weer te geven, maar wil voorts een poging doen door een problematische behandeling, met eerbied voor elkander de eenheid te dienen, hoewel deze ook onder scheidenheid niet uitsluit. Het is namelijk ’s schrijvers ervaring, dat de Hartog’s ar beid als christen-theoloog en zijn beteeke. nis als wijsgeerig apologeet tegenover het atheïsme, door velen niet uit elkaar werd gehouden. In zoover is het betoog van den heer de Groot meer een verdediging dan een critiek. Deze laatste betreft overigens meer de opvattingen van de Hartog inzake het Pantheïsme en zijn definitie daarover en zijn opvatting van „geloof". Vooral in datgene, waarop het, door de Hartog gedefinieerde, persoonlijke geloofs leven betrokken moet worden, Ugt zijn ver schil met de orthodoxie in haar hoofd- stroomingen Ds. J. C. Koningsberger, Ned. Herv. pre dikant te Amsterdam, schreef een waar, deerend voorwoord, „mede in eerbiedige nagedachtenis van hem, die zoovele vrien den op deze aarde verliet „De onbekende mensch”. van Heusden. N.V. Bigot Rossum, Amsterdam. Karei van Heusden heeft „een avontuur- 11Jke reis door het land der liefhebberijen" gemaakt. Hij heeft voor het blad, waar voor hij werkzaam is, een serie reportages ««naakt vlot en onderhoudend geschre- fU-t, *elke thans gebundeld haar korte somt dbestaan overleven. Hij heeft ge- briev»ni.met heele gewone menschen, teursen“estellers, bezorgers, fietsenrepara- hunne^Wciens en kappers, en ieder schild/ beeft ambities. Zij knutselen, ven rren’ sPelen tooneel, zingen, schrij- ressantOr?poneeren- Het is werkelijk inte- dageliiL.hoe deze menschen zich na hun M UKschen arbeid innerlijk uitleven. larijen Vee' succes is van velerlei knutse- De tentoonstelling georganiseerd, steden r!]ver hoopt, dat men in andere resuita-. et evenveel succes een dergelijk t zal bereiken „Nederlandsche sociale politiek", ?.°°r prof. mr. C. P. M. Romme. Uitg Nv paul Brand’s Bov ^evershedrijf, Hilversum. me veT1werkje van prof. Rom- gave.r„L,cl"|Jnt als no. 1 in een nieuwe uit- n’ngen' s’ welke getiteld is „Verken den heer6» d*e onder redactie staat van dienste),r, Hans Hermans. Deze zeer ver- ?riëntee uitgave beoogt te zijn een u^'den riPe omtrent de nieuwe denk- *ich’ u>egriPPen en stroomingen. wel- v®rs j “aanbreken en bevoegde schrij- *?*euwei~llen als ..wegwijzers naar den d°en kijthd” den lezer van hun inzichten s°ciaie i ,.n Het boekje „Nederlandsche v?n serr°utiek" is het eerste nummer en algemeene «Undjg n Hierin is niet alleen een des ban a' maar ook een vooruitstrevend U’euwe woord, die niet ongeneigd is Vaarden '\aardevolle denkbeelden te ean- doch evenmin van zins, het goe- Wij en onze medemenschen professor H. A. Overstreet. A. J. G. Strengholt’s Uitg. Mij. N.V., Amsterdam. Onderwijzers, schrijvers, ouders, koop lieden, staatslieden, predikanten, of wat we anders mogen zijn, we hebben dit gemeen, dat we anderen overtuigen wil len met onze lessen, boeken, opvoeding, koopwaar, politieke of godsdienstige in zichten. En zoo ontstond dit boek als re sultaat van een cursus, waarin prof. Overstreet behandelde, hoe de houding x van den mensch werkelijk veranderd kan worden met behulp van de nieuw ver kregen inzichten in de psychologie. Het is een echt Amerikaansch boek geworden, levendig, populair en gericht op het practische Waarom zouden opvoeders, schrijvers, predikanten, maatschappelijke werkers niet evenzeer als reclamedeskun digen een studie maken van de wijze, waarop ze de aandacht van hun publiek kunnen prikkelen en het wakker porren uit zijn geestelijke traagheid Daar is geen mystieke kracht voor noodig, maar het toepassen van een paar doodeenvou dige voorschriften. Welke men in dit boek aangeduid vindt. Maar de schrijver wil meer, deze methode gebruiken om de leving te verbeteren. Daarvoor zijn ver anderde menschen noodig en menschen kunnen veranderd worden door gewoon- tecomplexen te wijzigen. Over dat vormen van goede gewoonten en over opvoeding in het algemeen, zegt hij behartenswaar- dige dingen. De mensch heeft groote mogelijkheden en schrijver hoopt, dat de volgende vooruitgang in de beschaving er op gericht zal zijn, de maatschappe lijke verhoudingen geheel te scheiden van het piëteitsmotief en ze te onder- werpen aan hetzelfde naturalistische on derzoek en de experimenteele reorgani satie als nu worden toegepast in de phy- sische en mechanische wereld. Inderdaad moet al het nieuwe een strijd op leven en dood voeren met conserva tisme. Maar onderschat prof. Overstreet de piëteit niet daar waar zij als behoed ster der traditie een schat van in den loop der eeuwen intuitief en experimen- tel verworven inzicht beschermt tegen het weggooien van de oude schoenen voor en aleer de nieuwe er zijn? En is de fnenschelijke persoonlijkheid inderdaad slechts een stel gewoontecomplexen Ook met de meening, dat datgene, wat den knappen handwerksman onderscheidt van den kunstenaar, te analyseeren en aan te „Zwitserland”, door A. L. C. A Nijnanten. Uitgave Andries Blitz, Amsterdam Toerisme is een woord, dat voor het oogenbhk uit onze vocabulaire is ge schrapt, maar eenmaal zal het zwaard weer in de schede worden gestoken en dan zullen de duizenden vacantiegangers weer uitzwermen naar alle richtingen om nieuwe levensvreugd en levenskracht te verzamelen. Zwitserland is de laatste ja ren vooral een door Nederlanders druk bezocht oord geweest en wanneer de oor log eenmaal ten einde zal zijn en de rust in Europa weergekeerd, dan 'zullen in zomer en winter opnieuw treinen vol landgenooten zich gaan verkwikken m dit kleine land met zijn grootsche pracht. Te grooter wordt het genot, naarmate men meer te weten komt omtrent struc tuur, cultuur, fauna, flora, volk enz., naarmate men land en streek beter leert kennen. Daarom dient door de toeristen van de toekomst de verschijning van Nij- nanten’s boek met vreugde te worden begroet Het verhaalt in prettigen trant van de geologische vorming van dit ma jestueuze land, van zijn natuurpracht. zijn bloemenweelde, zijn stedenschoon, van zijn volk, van zijn toeristische en sportmogelijkheden, van zijn weldadigen invloed op ’s menschen lichaam en geest Het is een boek dat ons nader brengt tot het Zwitsersche volk. dat. als het Nederlandsche. door de eeuwen heen heeft moeten worstelen tegen de natuur machten en dat daaruit een groote. in nerlijke kracht heeft geput. Het is een boek, dat met genoegen wordt gelezen. Kindertehuis „De Toekomst”, door Leni Saris. Uitg. van Hol kema en Warendorf N V., A’dam Dit boek, verschenen in de Opbloei-serie voor oudere meisjes, teekent op heel juiste wijze het leven van een jong meis je, Domini genaamd, dat wegens gezond heidsredenen haar ouders in Indië achter moet laten Zij ziet zich nu opeens ge plaatst bij de familie Middendorp in Hol land. Domini, in Indië altijd op haar wen ken bediend, begrijpt van het leven in dat gezin, waar iedereen zijn kleine dagtaak heeft, weinig Natuurlijk komen er bot singen. Een vaji Domini’s idealen is altijd het oprichten van een tehuis voor verwaar loosde kinderen geweest. Haar vader heeft daar nooit vertrouwen in gehad, Domini was immers zoo wispelturig. Als het meisje na haar eindexamen in het volle leven geplaatst wordt, vergeet zij Enkele jaren geleden kreei maarde Duitsche Ufa-filmindustrie op dracht een film te maken, welke een zuiver beeld zou geven van den gewel digen groei, den enormen omvang en de voor het Rijk onschatbare waarde van het nieuwe wapen: de Duitsche lucht macht. De film werd uitgebracht onder den titel „Flieger, Funker, Kanoniere” en beleefde een doordat zij bij het Duitsche volk den in druk van onoverwinnelijkheid achter liet en het bewijs leverde van een in- dustrieele en organisatorische prestatie als tot dusverre in de wereld nog nim mer was geleverd. Het succes van de film is aanleiding geworden tot het uit geven van een boek in de Duitsche taal onder denzelfden titel, waarin een zeer groot aantal beelden uit de film zijn ge licht, en waarin tal van vooraanstaande figuren van de Duitsche luchtmacht ge legenheid vonden in korte bijdragen de volledige organisatie van dit wapen te schetsen. De stof is geleverd door de beste deskundigen en dat verhoogt na tuurlijk de waarde van het werk ten zeerste. De film moge door naar technische mogelijkheden meer suggestief zijn, meer tot de verbeelding der massa spreken, dit prachtig verzorgde boek beantwoordt zeef zeker ook ten volle aan het gestelde doel, omdat alle me dewerkers er volledig in geslaagd zijn, ieder op eigen speciaal gebied, een in druk te geven van de degelijkheid en de doeltreffendheid van dit machtige lucht wapen, dat in zoo luttele ja^en is opge bouwd en dat zulk een beslissenden rol heeft gespeeld en nog speelt in de krijgsverrichtingen van dit jaar. De opperbevelhebber van het Duit sche luchtwapen, generaal-veldmaar- schalk Hermann Göring, leidt het boek in met een korte bijdrage, waarin hij er op wijst, dat de waarde van het luchtwapen niet alleen afhankelijk is van de vliegers, maar evenzeer van de kennis en kunde der marconisten en schutters en hun nauwe onderlinge sa menwerking. De wetenschappelijke leider en regis seur der Ufa-cultuurafdeeling, dr. Mar tin Rikli, die de leiding heeft gehad bij de vervaardiging van de film, schildert vervolgens met welke moeilijkheden hij en zijn medewerkers gedurende twee ja ren hebben te kampen gehad, welke op offeringen zij zich hebben moeten ge troosten om te komen tot de film, welke zoo volledig aan de verwachtingen heeft beantwoord. En dan komen een aantal hooge officieren aan het woord, die ver tellen van de geschiedenis en groei van de Duitsche luchtmacht, van de oplei ding van het zeer omvangrijk perso neel, van de jachtvliegers en de waar nemers, van de bombardeurs en de zee- vliegers, van de luchtdoelartillerie en den berichtendienst, van de valscherm- troepen en den geest in het luchtwapen en van nog zoovele andere dingen meer, die nauw samenhangen met de doel treffendheid van het wapen. Tezamen geven zij een zeer nauwkeurig beeld van de grenzelooze macht en zeker, nu ook ons lot daarmee zoo is verbonden, zal het werk ook vele Hollanders in hooge mate interesseeren. Weer en Sterrenkundige. Over drukken No. 4. De hemelsche Spheren en hun harmonie, door dr. W. van BemmelenJ. B. Wolters, GroningenBatavia. De schrijver beschouwt in zijn opstel het tijdvak van 600 voor het begin van onze jaartelling tot den tijd waarin Kep ler leefde. Hij gaat na hoe in dit tijdvak de denkbeelden omtrent hemelsche sfe ren en haar harmonieën veranderden en tot ontwikkeling kwamen Het opstel, dat in voortreffelijk Neder- landsch is gesteld, doet den lezer ver toeven in de gedachtenwereld van de klassieken en van hen, die aan de poort van den weg tot het moderne wereld beeld stonden. NIEUWE UITGAVEN De dagbladen maken tegenwoordig da gelijks melding van bombardementen in ons land, waarbij woonhuizen worden ge troffen en burgers worden gedood of let sel wordt toegebracht. Men weet niet vooruit, waar en wanneer de bommen zullen vallen, noch wie de slachtoffers zullen zijn; ieder oogenblik kan en moet men er op bedacht zijn het onheil in zijn onmiddellijke omgeving te zien gebeuren. En dus is het dringend noodig, dat een ieder weet, wat hij in dergelijke gevallen te doen, maar ook wat hij te laten heeft. Daarom vragen wij hier de aandacht voor enkele werkjes, welke dezer dagen het licht hebben gezien en welke op dit ge bied voorlichting verschaffen. Bij de N.V. P. Noordhoff te Groningen verscheen „Door, voorzorg veili g”, samengesteld door de heeren F. van Wes ten en A C. Huibrechts, dat speciaal is be stemd voor de leerlingen van de hoogste klassen der lagere school. Het is zeer nut tig, dat ook de kinderen op de hoogte zijn van de gevaren en gevolgen van luchtaan vallen en dit boekje kan daarbij goede diensten bewijzen Bij de N.V Uitgeversmij. „Kosmos” te Amsterdam, verscheen een geïllustreerde handleiding voor eerste hulp bij luchtaanvallen, samengesteld door dr. J. Voskuil, arts bij den Gem. Genees kundigen Dienst te Amsterdam. Op zeer populaire wijze worden de noodige aan wijzingen gegeven hoe men slachtoffers het best kan helpen bij zware en lichte verwondingen, alsmede bij aantasting door strijdgassen. Opvoeding tot het Ouderschap. Mr. Roel Houwink. Uitg. J. N. Voorhoeve, den Haag. In de indrukwekkende rij van paedago- gische boeken, die de laatste jaren ver schenen, elk gewijd aan een bepaald systeem en boordevol voorbeelden van glansrijk opgeloste moeilijke gevallen, is dit een door zijn eenvoud en zijn kleinen omvang sympathiek en opmerkelijk ge schrift Eigenlijk behoort het niet thuis in die rij. want het wil geen paedagogische recepten geven en ook geen psychologi sche theorie, welke den opvoeder de noo dige onbevangenheid van blik maar ont neemt. Het gaat uit van de erkenning, dat elk kind een persoonlijke opdracht van God aan de ouders beteekent. Zoo geeft de schrijver meer algemeene richtlijnen aan. Noodzakelijk is een sfeer van persoon lijke vrijheid om het gezin als een leven de gemeenschap te bevestigen en in stand te houden Mate—’” - een met allen socialen zin spottend individualisme heb ben veel kwaad gedaan. Terecht scheidt schrijver dat noodlottige dualisme van de persoonlijkheid, men. overeenkomstig den eigen tot ontplooiing moet brengen. Even noodza kelijk echter is de opvoeding tot gemeen schapszin. Behartenswaardige dingen wor den gezegd ten aanzien van de verschiL lende taak en plaats der beide ouders, en ten aanzien van het spel als contact tus- schen ouders en kind Aan geestelijke oefening, tucht en volharding in den we deropbouw van het godsdienstig leven hebben de opvoeders meer behoefte dan aan allerlei paedagogische en psychologi sche lectuur. Er is veel waarvan de ouders zich bij de voorbereiding op hun taak en bij de uitvoering daarvan welke schrijver met tuinmansarbeid vergelijkt door bezinning bewust kunnen worden. Noemen wij nog als’ een der gevaren, waarop hij wijst, de te uitsluitend eroti sche visie, die film en roman In strijd met de werkelijkheid op de verhouding tusschen man erf vrouw geven en welke het huwelijksleven zeer ongunstig kan beïnvloeden. van eer en karakter, in wie men veis trouwen kan stellen, de leiding hebben. Na te hebben betoogd, dat het volks- eenheids-besef in de Nederlanden moet worden hersteld en dat, waar orde heer- schen zal, ook tucht is geboden, wijdt de schrijver nog een beschouwing aan het rechtvaardigheidsbeginsel, dat uit ge- meenschaps- en eenheidsbewustzijn wordt geboren. Hij is van oordeel, dat recht en rechtspraak, levende uit het rechtsbe wustzijn van den volksgeest, volkomen onafhankelijk moeten blijven, al mag er „hier en daar wel eens een frissche wind ook door de rechtzalen waaien, óók ten aanzien van sommige fundamenteele be ginselen.” „De jongens van de klaver wei", Leonard Roggeveen. G B. van Goor Zonen's Uit geversmaatschappij, alhier. Lenoard Roggeveen’s jongens- en kleu terboeken zijn steeds prima. Is zijn Doorntjes-serie niet alleraardigst en niet te vergeten Jan Jaap Bang voor avonturenverhalen is hij ook niet Daar van getuigen zijn „Draadlooze oogen” en ..De ongelooflijke avonturen van Brom Vingerling”. Met ,.De jongens van de klaverwei” heeft hij het niet in de avon turen gezocht. Het is een eenvoudig ver haal en juist door zijn soberheid zoo op voedend en opwekkend. Het leven van een groot gezin in een Noordhollandsch dorp, waar heel wat komt kijken om ze allemaal den kost te geven. Hoe dat ge beurt. wie. wat en hoe de kinderen zijn, is een spannend verhaal, dat aan Roggeveen ten volle is toevertrouwd. De illustraties zijn van Jan Lutz. „De moord in den scheerstoel", door Sonja Surink. Uitgeverij De Kern, ’s-Gravenhage De kappers behoeven voor dezen ro- mant niet te schrikken, want de moord in den scheerstoel geschiedt niet in een kapperssalon. De klanten zullen dus niet weg blijven Op de markt op het Amstelveld wordt een doode man in een ouden scheerstoel gevonden. De vrouwelijke detective Do rothea Zwart tracht het raadsel op te lossen. Nog twee dooden komen op haar weg, welke leidt naar een chantage-geval Tot zoover de inhoud van dit spannen de verhaal, naverteld door Sonja Surink. „Okkie de Kabouter”, Leonard Roggeveen. G. B. van Goor Zonen's Uitgeversmaatschappij alhier. Okkie, de kabouter Wie is dat Dat is een wondermanneke. Een manneke mete een tooverspreuk, een dierenvriend en weldoener. Iedereen mag Okkie graag. Waarom zullen de kinderen niet van hem houden Vier Okkies-boeken verschenen thans in één band en wel ..Okkie Peper noot”, „Okkie en zijn vriendjes”. ..Ok kie weet raad” en „Okkie en de kou”. Voor de kleuters een pracht van een boek voor de winteravonden. De schrij ver J voor de jeugd van 36 jaar zijn de mooie boekjes: VERSJES DIE WE NOOIT VERGETEN,, door Jan Wiegman. BEKENDE VERSJES door Rosa- v. d. Blankevoort. Beide deeltjes bevatten een schat van gekleurde plaatjes. Prijs per boek Q Eï Gebonden slechts Verzekert U tijdig van een exem plaar voor Uw kind. Ze zijn nu overal verkrijgbaar bij de Haagsche boekhandelaren. 2769 Uitg. W. Zutphen. Wij, stadsmenschen, waren woon, z<?o naar boven te kijken Zij, Cl- buiten waren, op het land of ter zee, had den wat dat betrof een voorsprong Nu, door de donkere straten gaande ont dekken wij daarboven een wondere wereld en velep zullen zich afvragen Die sterren daar is toch heel wat van bekend. Daar bestaat toch een wetenschap over. Zou die moeilijk zijn? Ik zou wel willen wetenWelke ster is dat? En op deze vraag geeft het boekje van Walter Wid mann op zeer eenvoudige èn begrijpelijke wijze antwoord. We lezen niet alleen iets over de sterrekunde in haar geheel, maar stuk voor stuk worden ons de sterrebeel- den getoond, genoemd en beschreven. En 48 zeer overzichtelijke, voor den leek di rect te begrijpen, sterrekaarten verluch ten dit handfge, vlot geschreven zakboek je voor natuurvrienden. leeren zou zijn, kunnen wij ons niet ver- eenigen. Daar vermoeden wij grootere diepten dan in deze beschouwingen ge peild worden. De Nederlandsche bewerking is ver zorgd door mevr. A. Vuerhard-Berkhout „Der Erstgeborene” (Ein Bild des Menschen). Herbert Fritsch. S Fischer Verlag Berlijn De mensch is „eerstgeborene” zegt Her bert Fritsche. Wilde de wetenschap ons echter met leeren, dat de mensch aan het einde van de evolutiereeks stond en als laatste vorm uit het dierenrijk voortge komen was’ Fritsche bestrijdt de evolutie niet. Maar wel de opvatting, dat deze evo lutie uit de stof te verklaren zou zijn, dat de evolutie het gevolg was van een blind, mechanisch reageeren op uiterlijke om standigheden. Een Hoogere Macht heeft doelbewust het leven geschapen, heeft ge wild, dat dit leven zich in den mensch bewust zou worden van het Bovenaard- sche, het Kosmische. De kracht en de mogelijkheid tot menschwording sluimer den reeds in het eencellig wezen van het oerbegin. In zijn ontwikkeling scheidde het als slakken in een smeltoven de ver schillende diersoorten van zich af die zich alle specialiseerden en .erstarden. Zelf bleef het leven via cK hoofdstam plas tisch en vol vormj?r»ende kracht tot in den mensch in wien schrijver onbeperkte mogelijkheden tot verdere ontwikkeling ziet. Van uit deze vitalistische beschouwing, die met bezielde overtuiging wordt voor gedragen, behandelt Fritsche dan achter eenvolgens de verschillende levensver schijnselen en functies in hoofdstukken, gewijd aan den adem, het bloed, de zenuw stelsels, de slaap, anthropologie, gezonn- heid en ziekte, geneesmiddelen en vergif ten, de verhouding van den mensch tot plant, dier en kosmos en tenslotte het ster ven, waarin hij een wedergeboorte tot het leven van den geest ziet. Hij wordt niet moede stelling te nemen tegen de mate rialistische opvatting, die in ademhaling, bloedsomloop en spijsvertering slechts che mische processen ziet Hoeveel kennis we ook danken aan de ontledende wetenschap pen het levende geheel is niet te be grijpen uit zijn kleinste elementaire bouw steenen De wereld is een oefenplaats voor den geest in den stof. Ons uiteindelijk doel dat leeren de religieuze geschrif ten van alle tijden en alle volken gaat alle biologie te boven. Het „ik” is het orgaan van God in den mensch. Ook over de geneeskunde, die aansluit bij deze opvatting van de verhouding tus schen lichaam, ziel en geest, worden door schrijver belangwekkende dingen gezegd. TOEGEZONDEN BOEKEN „De wieg der menschheid", door dr. J. H. Post. A. J. G. Strengholt’s Uitg. MÜ- N.V., Am sterdam. Wat tot nu toe door vondsten uit prae- historische tijden en door anatomische studie bekend ts geworden over de af stamming vau den mensch, wordt in dit j belangwekkende boek door dr. Post op zeer overzichtelijke wijze en met een groot aantal illustraties voor den belang stellenden leek toegankelijk gemaakt. Het wetenschappelijk onderzoek, aldus de schrijver, dat op verscheidene punten scherpe tegenstellingen met uitspraken van den Bijbel deed ontstaan, heeft voor den godsdienst nooit een achteruitgang beteekend Ook met betrekking tot de scheppingstegenstelling zal, zoo meent hij eenmaal een nieuwe synthese tus schen geloofsovertuiging en wetenschap ontstaan De positie van den mensch in het die renrijk moet niet opgevat worden, aldus dr Post, als een bekroning in den ont wikkelingsgang, waarvan de verschillen de diervormen lagere ontwikkelingsvor- men van den mensch zouden zijn, zooals dat naar Darwinistische opvatting werd voorgesteld Integendeel, de mënsch ver wierf zijn plaats door het behoud van zeer vele der oorspronkelijke eigenschap pen, die in den oervorm van alle leven de wezens aanwezig waren, maar die door de natuurlijke teeltkeus voor een groot deel verloren gingen bij alle an dere diersoorten. Dit behouden blijven van de oeroude eigenschappen en hun veel zijdig aanpassingsvermogen is wellicht het grootste wonder, dat zich in de na tuur voltrokken heeft. Wejning verschil'van meenWig bestaat over het inzicht, dat een oervorm van den menschaap het gemeenschappelijke voorouderras van den mensch en de hui- dige menschapen geweest is. Hoe echter de tegenwoordige menschenrassen .uit de oermenschheid ontstaan zijn en waar die menschwording heeft plaats gehad, is nog piet met zekerheid te zeggen Nieuwe vondsten uit praehistorische tijden zullen wellicht nog ontbrekende schakels aan het licht brengen. Ook van de studie van de werking der endocrine klieren, samen met de erfelijkheidsleer, verwacht spr. in de toekomst veel ter opheldering van de problemen der afstamming van dieren en menschenrassen Een groote verdienste van dit werk is zijn populair wetenschappelijk karakter jen het feit, dat het niet verheelt, hoe er /naast onomstootelijke feiten vele on zekerheden zijn, waaromtrent verschillen de veronderstellingen bestaan, aan welker voor en tegen schrijver alle recht doet wedervaren. Wat veranderen moet! is de titel van een door C. J. A. Musly geschreven en bij de Drukkerij Varia te Rotterdam uitgegeven brochure, waarin verande ringen op staatkundig, economisch en juridisch terrein worden bepleit. Op staatkundig terrein: recruteering van de afgevaardigden voor Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraden uit de groote groepen, waaruit het werkend deel van de natie bestaat, terwijl net kiesrecht volgens mdeeling der gemeenten wordt uitgeoefeiid door elk werkend lid der volksgemeenschap dat meerderjarig is, •derhalve volgens een nieuw stelsel. Op economisch terrein: benoeming van vaK- menschen aan het hoofd der departe menten; „selfsupporting” van de indu strie; vrije internationale uitwisseling van goederen; zoo weinig tnogelijk amb telijk ingrijpen op gebied van handel, industrie landbouw, scheepvaart enz.; een gezonde regeling van de verhouding tusschen kapitaal en arbeid, met een scherpe afbakening van rechten en plich ten van werkgever en werknemer. Op juridisch terrein: de gelijkstelling van man en vrouw in het bijzonder wat het huwelijksrecht betreft; eeen progressieve belasting van den vermogenaanwas; snel ler verloop van de burgerlijke- en straf procedures; afdoende steun en hulp aan dc oorlogsverminkten en aan den nabe staanden van hen, die in den strijd vielen. In een bij Vermande Zonen, te IJmui- den, uitgegeven geschrift: „De ar beidsbemiddeling en werk- loosheidszorg in nieuwe ba nen” van de hand van Th. van Lier, referendaris-adviseur bij het departe ment van Sociale Zaken, worden richt lijnen aangegeven voor een doelmatige werkwijze voor het in den arbeid bren gen en -houden van de menschen, nu de idee is doorgebroken, dat de mensch weer het doel der productie moet wor den en dat zijn arbeid beteekenis heeft voor de gemeenschap. Na een historisch overzicht van de arbeidsbemiddeling en werkloozenzorg in Nederland tusschen de jaren 19141940 te hebben gegeven betoogt de schrijver, dat de arbeidsbe middeling vodr een behoorlijke vervul ling van haar taak zal moeten beschik ken over de volledige gegevens omtrent alle arbeiders, jong en oud; derhalve acht hij een ar aidsboek voor eiken arbeider een karthotheek, die tevens den grondslag vormt van de registratie van werkzoekenden, gepaard gaande met een goede personeelsselectie noodig. Het verschaifen van arbeid is de pri maire werkloosheidsbestrijding. aller eerst in het vrije bedrijf. Voor de werk loozenzorg diene in de eerste plaats de verplichte Rijks werkloosheidsverzeke ring, voor wien geen werk vinden kan het „Staatsbedrijf voor uitvoering van cultuur-technische werken”, waarin nor male arbeid wordt verricht. Tenslotte schetst de schrijver de organisatie van de arbeidsbemiddeling en werklcozenzorg, waarvan de kosten worden gedragen uit de opbrengst der bijdragen van werkge vers en werknemers ieder voor de helft in de verplichte werkloosheids verzekering, terwijl het tekort door den Staat wordt gedragen. Ds. F. Dijkema, Doopsgezind pred. te Amsterdam, beoordeelt in een beknopt, bij van Holkema en Warendorf N.V. te Amsterdam, uitgegeven geschrift „D e Openbaring van Johannes” in haar doel en beteekenis voor dezen tijd. Hij komt op tegen de oppervlakkige en onoordeelkundige verklaring, welke deze openbaring van toepassing wil verklaren op hetgeen heden ten dage geschiedt en zegt, dat het onjuist is, te meenen dat Johannes gedacht zou hebben aan wat er in de 20ste eeuw zou gebeuren. Wat Johannes onthult, is iets, dat hij spoedig zag gebeuren. De schrij ver betoogt, dat mén de openbaring niet mag losmaken van het historisch verband, den vervolgingstijd der Chris tenen door de Joden en door den Ro- meinschen staat. Na vervolging en druk daalt het hemelsch Jeruzalem neer, keert Christus terug 3i,: de N.V. Uitgeversmaatschappij C. A. J. van Dishoeck, te Bussum, is verschenen een brochure van Henri Bruning, geti teld: „Een hard en ernstig woord tot mr Linthorst Homan, het Nederland sche volk en de rechtsche fronters” De schrijver betoogt hierin, dat het pre. diken van „aanpassen” aan de nieuwe Europeesche orde, een laatste, vergeef- sche en gevaarlijke illusie zal blijken, om. dat wij daarmede onze bestemming als volk niet kunnen redden. Met „aanpassen’’ breekt men het verzet van een massa, die nog altijd op een voorbij verleden is in gesteld en daarin gelooft, niet; men kweekt er een broeinest van haat en vijandschap mee. En het ligt voor de hand, dat die landen, welke thans aan een nieuwe Europeesche orde bouwen, een dergelijke situatie niet blijvend kunnen dulden. De schrijver meent, dat op het oogenblik, nu het z ij n van ons volk er mede gemoeid is, alleen het woord moet zijn aan klaarziende, gerichte en schep pende, minderheden, om de niet-overtuig- den op te voeden in de groote, lichtende waarheden van het moment. Hij meent dat daarvoor, verspreid over de rechtsche fronten, of alleenstaand, terzijde van deze en andere fronten de krachten voor die groote opdracht zijn te vinden. Tenslotte merkt hij op, dat de kadervorminge waar aan de N.S.B. binnen haar gelederen werkzaam is, bij de vorming van een ge. meenschappelijk front, vruchtbaar gesti muleerd zou kunnen worden door de ka ders van het Nationaal Front en van het Verdinaeo. Taalvorming. Bij J. B. Wolters Uitgevers Maatschappij is verschenen het derde werkschrift (Taalkundig gedeelte) van Taalvormingde volledige methode van het taal, en letterkunde-onderwijs op de Ulo.school, door R. Kuitert en A. van der Wijten. Wat N. V-b e s tuur der s van e Winstbelasting moeten we. ten, uitgave U. M. Holland, Amsterdam- Dit boekje bevat een duidelijke toelichting van het besluit op de Winstbelasting 1940, ten dienste van bestuurders van Coöpera ties, Commanditaire Vennootschappen op aandeelen, enz. Schrijver isi A. L. F. Leverington jr., belasting.consulent t Amsterdam. De verhooging Omzetbelas. ting 1940, uitgegeven door W. P. van Stockum, alhier. Dit boekwerkje is ge schreven door mr. C. P. Tuk, inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen bij het departement van Finan ciën. Het werkje behandelt het besluit van den secretaris.generaal van het dep van Financiën va 21 Aug. j 1. no. 123 en de terzake betrekking hebbende uitvoe nngsvoorschriften in onderling verbantL n wu 1 maa.nd Verschenen is bij J. n=^?ltekS’»Uj8eyer Groningen en te Batavia het derde deeltje van Bloei dlaavn<ik' e<tn Nederlandsch leesboek voor

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 15