KUNST EN LETTEREN
p
HAAGSCHE COURANT Zaterdag 30 Nov. 1940 4e 151. pag. 3
RECLAMES.
\UCHTIGE EN WELKOME
I ST. NICOLAAS-GESCHENKEN
mannen li'teli’/Anémonen'''. Ub‘“k'
V
ver-
succes,
van
illustreerde het boek zelf.
Zoo’n teekenaar ook.
Widmann;
en Cie.
Uit
niet
onder-
indivi-
welke
aanleg.
„Spiegeltje, spiegeltje aan den
wand". Liesbeth Le Coultre-
Mulder. Uitgeversmaatschap.
pij „Kosmos”. Amsterdam.
Amsterdamsche huidarts mevr. Le
ge-
die
weergaloos
:h<
Flieger, Funker, Kanoniere,
door dr. Martin Rikli,
Schützen-verlag. Berlin.
Roskam’s Boeken-verkoop-
kantoor, Amsterdam).
!g de
di
Wonderen van de vooruitgang",
door Heinrich Kluth; bewerkt
door J. C. Alders. Uitg. W.
J. Thieme en Cie., Zutphen.
De wetenschap gaat de laatste jaren
met rassche schreden vooruit en op elk
gebied volgt de eene uitvinding de an
dere. Zelfs voor de technici is het niet
meer bij te houden, om volledig op de
hoogte te zijn met elk wetenschappelijk
gebeuren. In „Wonderen van de vooruit
gang1' geeft Hemrick Kluth op onderhou
dende en zeer overzichtelijke wijze een
beschouwing over de vele uitvindingen
en werkwijzen der laatste tijden. Dit zeer
populair geschreven boek, door J. C. Al
ders zóó bewerkt, dat ook de rijpere
jeugd en zij, die niet direct in de tech
nische richting verder geleerd hebben,
het kunnen volgen zal voor velen een
openbaring zijn en hun een helder inzicht
verstrekken in de ontwikkeling der uit
vindingen en in de wonderen der tech
niek.
Het fraai uitgevoerde werk is voorzien
23 platen en 4 teekeningen.
Hij wil
samen
haar jeugddroom. Domini ziet haar ouders
weer, die haar in de society brengen. Een
ongeluk met een klein jongetje op straat,
doet haar ideaal weer ontvlammen. Met
behulp van haar vader komt het kinder
tehuis tot stand.
Het is een boeiend boek vóór oudere
meisjes De schrijfster heeft de verschil
lende karakters heel goed weergegeven.
Karei Hoekendijk voorzag het werk van
fraaien illustraties
De
Coultre.Mulder schreef een populaire oe-
schouwing over kind en schoonheidsver-
zorging van de vrouw. Het boekje behan
delt vele kosmetische hulpmiddelen, mond,
hygiëne, ziekelijke veranderingen van de
gelaatshuid, hinderlijke huidafwijkingeh,
de lijn, parfums, kosmetiek en sport, de
schoonheidsspecialiste, kortom zoo van
alles waar de vrouw belang in stelt. Het
sympathieke van dit werkje is, dat het
niet bedoeld is of geld uit den zak te klop
pen, het verwijst niet naar dure prepara
ten en erkent dat de grootste schoonheid
tenslotte van de vrouw zelf is, waar alle
hulpmiddelen tenslotte bij in het niet ver.
zinken.
A. A. Mil-
Goor Zonen's
Karei
en van
„Van Wonderland”, Rie Sinninghe.
Steenbergen. L. J, Veen’s Uit.
geversmaatschappij, Amsterdam.
Rie Sinninghe-Steenbergeh heeft in dit
boek een aantal sprookjes, van eigen hand
of nieuw vertaald, dierenverhalen, ka-
boutergeschiedenissen, enz. bijeenge.
bracht. Het is een prachtig boek met 33
vertellingen, o.a. ook een St. Nicolaas-
verhaal en twee rijmpjes om de kleuters
voor het naar bed gaan voor te lezen,
De omslag is van den teekenaar van
Looy, die vermoedelijk ook de illustraties
in het boek voor zijn rekening nam. Het
werd echter niet dejnoeite waard geacht
dit te vermelden.
Met vallen en opstaan Nanny
Franken. Gebrs Kluitman, Alk
maar.
Nanny Franken heeft de reeks romans
voor oudere meisjes verrijkt met dit vlot
geschreven boek. Lonnie van Rossum.
dochter van een welgesteld Indisch amb
tenaar, is de hoofdfiguur. Haar vader
wordt invalide en komt daardoor in moei
lijke financieele omstandigheden te ver-
keeren. Lonnie moet gedeeltelijk in haar
eigen onderhoud voorzien. Zij weet op
loffelijke wijze de tegenslagen te over
winnen. Zelfs ontbreekt in dit boek ook
de gebruikelijke driehoek niet. Nanny
Franken laat echter ook nog een vierde
optreden, die
Dit boek zal zeker aan vele oudere
meisjes eenige aangename leesuurtjes be
zorgen.
Bij de N.V. Uitgeversmij. „De Tijd
stroom” te Locl.em verscheen eveneens
een handleiding voor eerste hulp bij
luchtaanvallen, een zakboekje, dat
kan worden beschouwd als een repetito-
rium op de meer uitvoerige werken, welke
op dit gebied zijn verschenen. Als bijdrage
is opgenomen een uitvoerige overzichts
tabel betreffende de eerste-hulpmaatrege-
len bij de diverse oorlogskassen
Tenslotte verscheen bij de N.V. van
Holkema en Warendorf te Amsterdam een
boekje, dat wel niet in direct verband met
luchtaanvallen staat, maar dat toch wel
tot de categorie „oorlogsuitgaven” mag
worden gerekend. Het is een verzameling
hygiënische en medische raad
gevingen in o o r 1 o g s t ij d’van de
hand van dr. A. Vedder, huisarts-bacte-
rioloog te Amsterdam. Er worden een aan
tal raadgevingen verstrekt ten aanzien
van besmettelijke ziekten, voeding in oor
logstijd, drinkwaterperikelen, behuizing,
etc
Onder den titel ..Ordeopza ken!” en
den ondertitel„Óver den geest des tijds"
is bij de N.V. Uitg H. C. A. J. van Dis-
hoeck. te Bussum een brochure van dr. S.
S. Smeding verschenen. In zijn voorwoord
verklaart de schrijver zich te scharen in
de rij dergenen, die van oordeel zijn, dat
de steven moet worden gewend, maar dat
zijn geschrift géén politiek geschrift in
den gewonen zin des woords is. „Het wil,
eerder, zijn een min of meer wijsgeerige
verhandeling over de grondslagen
der nieuwe politiek over de ideologieën,
waarop de nieuwe staatkundige orde zal
moeten rusten.” Volgens den schrijver
moet de „orde” vóór de „zaken” gaan,
omdat zijvan „hoogere” orde is. Het
is de groote fout van het vroege, com-
mercieel-industrieele liberalisme geweest,
dat het de wezenlijke waarde der mate-
rieele zaken voor den niet met aardsche
goederen rijkelijk „gezegenden” mensch
onvoldoende, of in het geheel niet, be
sefte. Het socialisme schoot aan den an-'
deren kant te kort, omdat het de stof
hooger stelde dan den geest en daardoor
droeg het de kiem zijner zelfvernietiging
in zich. De geest, niet de stof, beheerscht
het al, en slechts een historisch-idealisti-
sche beschouwingswijze zal werkelijk in
zicht vermogen te geven. De democratie
heeft den strijd verloren zij heeft het be
wijs geleverd, onmachtig tot haar zelf
handhaving geweest te zijn. Op zich zelf
is het onbelangrijk of pr democratisch of
anders geregeerd wordthet komt niet
aan op den vorm, maar op den i n-
h o u d. Na de bezinning op oude en
nieuwe waarden is de eerste voorwaarde
voor een goed beginaanvaarding van
de nieuwe werkelijkheid, niet voetstoots,
maar na innerlijke verwerking en dan tot
het uiterste maximum, hetgeen met de
wezenlijke waarden in onzen Nederland-
schen volksaard in overeenstemming te
brengen is. De zaken zijn er weinige, vol
gens den schrijver. Eigenlijk maar één
Nederland, ons vaderland De eerste en
opperste ideologie isliefde tot het va
derland en het volk. Hetgeen medebrengt
den plicht, het vaderland te dienen, een
dienstplicht van rijken én armen. Onmid
dellijk op de eerste ideologie volgen
dienst-plicht en gemeenschapsbesef. De
schrijver betoogt dan, dat het „leidersbe
ginsel” geen nieuw principe isin leger
en vloot en ook in het zaken-, bedrijfs-
en godsdienstig leven kennen wij hiervan
de voorbeelden, en het is evenmin on-
Nederlandsch. Hoofdzaak is. dat
„De tovertuin der wiskunde”, door
Alexander Niklitschek; vertaald
door J. C. Alders. Uitg. W.
J. Thieme en Cie, Zutphen.
De wiskunde wordt door velen als een
vervelend vak beschouwd, maar degenen,
die dit werk van Alexander Niklitschek
lezen, zullen spoedig tot andere gedach
ten komen. Dit boek heeft zooals de
schrijver opmerkt, volstrekt niet de be
doeling, een handleiding voor het reke
nen te zijn en vooral niet een leerboek
in den gebruikelijken zin van het woord.
Het stelt zich slechts ten doel, den lezer
de zoo gevreesde wiskunde van haar
schoonste zijde te leeren kennen en hem
te doen vermeien in een wonderbaren
toovertuin, waarin het prettig is, te ver
toeven.
Het boek, dat 90 teekeningen telt, is be
stemd voor iedereen, die wat van de wis
kunde wil weten Geenerlei voorafgaande
kennis is verondersteld, maar toch worden
ook onderwerpen uit de hoogere wiskunde
behandeld op zoodanige wijze, dat ieder
een ze begrijpen kan. Daarom is deze too
vertuin ook geschikt voor jongens, die
naar de H.B.S., gymnasium, lyceum, M.T.
S- en dergelijke scholen gaan, alsmede
voor schoolbibliotheken van H.B.S., gym
nasium enz. Om te laten zien, wat men
met behulp van de hoogere wiskunde be
rekenen kan, voegde de vertaler, de heer
J C. Alders te Lochem, enkele vraag
stukken over analytische meetkunde, dif
ferentiaal- en integraalrekening aan het
zeer interessante boek toe.
,,Winnle-de-Poeh”
ne. G. B. van t
Uitgeversmaatschappij.
Nienke van Hichtum heeft het aller
aardigste verhaal van het beertje Winnie-
de-Poeh, die zoo van komt,
voor de Nederlandsche kinderen naver
teld. Er komen nog vele andere dieren
in voor, enfin, de andere behoeven wij
niet te vertellen wie en wat Winnie-de-
Poeh is. Het boek is bekend genoeg en
zij zullen hun kinderen zeker willen mee
laten smullen van dit alleraardigste ver
haal. waar E. H. Shephard zulke vlotte
illustraties teekende.
„Welke ster is dat?”, door Walter
voor Nederland be
werkt door J C Alders
Uitg. W. J. Thieme
de in het bestaande los te laten. Vandaar
zijn streven om het nieuwe met het oude
te verbinden. Uitgaande van den eisch
van sociale gezindheid, die den mensch
met een grooter levensgeheel organisch
verbindt volgt hij en wijst hij ontwikke
lingslijnen aan, waardoor deze verbin
ding verwerkelijkt kan worden.
In de eerste plaats moet ons volk van
deze sociale gezindheid worden doortrok
ken een belangrijk middel daartoe is de
„ideale kampgemeenschap”, gemodeleerd
naar het ideaal van het maatschappelijk
gemeenschapsleven en naar het ideaal
tevens van de opvoeding. Er zullen nog
tal van maatregelen van sociale gerech
tigheid verwezenlijkt moeten worden tot
versterking van de persoonlijke verant
woordelijkheid en de persoonlijke zelf
standigheid, waarbij op bestaande instel
lingen kan worden voortgebouwd of
nieuwe in het leven kunnen worden ge
roepen. Deze zijn directe, voor zoover zij
het klein-bezit bevorderen, in-directe.
voorzoover zij door de sociale verzekerings-
wetgeving de positie van den economisch
zwakkere versterken. In de arbeids
overeenkomst moet de menschenwaarde
van den arbeid tot uitdrukking worden
gebracht.
Prof. Romme betoogt vervolgens, dat
voor de verwezenlijking van een econo-
misch-sociale politiek naar de door hem
aangegeven grondgedachten een corpo
ratieve behuizing noodzakelijk is. Hoek
steen van een opbouw in dien zin moet
zijn de bedrijfseenheid, de eenheid van
den bedrijfstak, niet de onderneming,
hetgeen de schr. uitvoerig uiteenzet.
De beteekenis van prof. dr. A.
H. de Hartog, een critische be
schouwing door F. G. de Groot.
Uitg. Maatschappij „Holland”
Amsterdam.
Wijd en zijd in den lande is de naam
van den Amsterdamsehen theoloog prof
de Hartog bekend geworden, vooral in zijn
kwaliteit als kanselredenaar en bestrijder
van het atheïsme. We behoeven slechts
„De Middaghoogte”, de door hem gestichte
vereeniging als tegenhanger van de vrij,
denkersvereeniging „De Dageraad" te noe
men, om de herinnering op te roepen aan
belangwekkende voordrachten, waaronder
zijn gehoor als geboeid zat. De heer F. G.
de Groot schetst in bovengenoemd boekje
de beteekenis van wijlen de Hartog, voor
wien hij groote bewondering koestert, op
critische wijze. Zijn psychologische be
schouwingen hebben niet de draagwijdte
van een bestrijding in den scherpen zin
van het woord. De schrijver tracht immers
daarnaast niet alleen de wijze, waarop de
Hartog werd bestreden, op z’n breedst en
principieel weer te geven, maar wil voorts
een poging doen door een problematische
behandeling, met eerbied voor elkander de
eenheid te dienen, hoewel deze ook onder
scheidenheid niet uitsluit. Het is namelijk
’s schrijvers ervaring, dat de Hartog’s ar
beid als christen-theoloog en zijn beteeke.
nis als wijsgeerig apologeet tegenover het
atheïsme, door velen niet uit elkaar werd
gehouden. In zoover is het betoog van den
heer de Groot meer een verdediging dan
een critiek. Deze laatste betreft overigens
meer de opvattingen van de Hartog inzake
het Pantheïsme en zijn definitie daarover
en zijn opvatting van „geloof".
Vooral in datgene, waarop het, door de
Hartog gedefinieerde, persoonlijke geloofs
leven betrokken moet worden, Ugt zijn ver
schil met de orthodoxie in haar hoofd-
stroomingen
Ds. J. C. Koningsberger, Ned. Herv. pre
dikant te Amsterdam, schreef een waar,
deerend voorwoord, „mede in eerbiedige
nagedachtenis van hem, die zoovele vrien
den op deze aarde verliet
„De onbekende mensch”.
van Heusden. N.V. Bigot
Rossum, Amsterdam.
Karei van Heusden heeft „een avontuur-
11Jke reis door het land der liefhebberijen"
gemaakt. Hij heeft voor het blad, waar
voor hij werkzaam is, een serie reportages
««naakt vlot en onderhoudend geschre-
fU-t, *elke thans gebundeld haar korte
somt dbestaan overleven. Hij heeft ge-
briev»ni.met heele gewone menschen,
teursen“estellers, bezorgers, fietsenrepara-
hunne^Wciens en kappers, en ieder
schild/ beeft ambities. Zij knutselen,
ven rren’ sPelen tooneel, zingen, schrij-
ressantOr?poneeren- Het is werkelijk inte-
dageliiL.hoe deze menschen zich na hun
M UKschen arbeid innerlijk uitleven.
larijen Vee' succes is van velerlei knutse-
De tentoonstelling georganiseerd,
steden r!]ver hoopt, dat men in andere
resuita-. et evenveel succes een dergelijk
t zal bereiken
„Nederlandsche sociale politiek",
?.°°r prof. mr. C. P. M. Romme.
Uitg Nv paul Brand’s
Bov ^evershedrijf, Hilversum.
me veT1werkje van prof. Rom-
gave.r„L,cl"|Jnt als no. 1 in een nieuwe uit-
n’ngen' s’ welke getiteld is „Verken
den heer6» d*e onder redactie staat van
dienste),r, Hans Hermans. Deze zeer ver-
?riëntee uitgave beoogt te zijn een
u^'den riPe omtrent de nieuwe denk-
*ich’ u>egriPPen en stroomingen. wel-
v®rs j “aanbreken en bevoegde schrij-
*?*euwei~llen als ..wegwijzers naar den
d°en kijthd” den lezer van hun inzichten
s°ciaie i ,.n Het boekje „Nederlandsche
v?n serr°utiek" is het eerste nummer
en algemeene
«Undjg n Hierin is niet alleen een des
ban a' maar ook een vooruitstrevend
U’euwe woord, die niet ongeneigd is
Vaarden '\aardevolle denkbeelden te ean-
doch evenmin van zins, het goe-
Wij en onze medemenschen
professor H. A. Overstreet.
A. J. G. Strengholt’s Uitg. Mij.
N.V., Amsterdam.
Onderwijzers, schrijvers, ouders, koop
lieden, staatslieden, predikanten, of wat
we anders mogen zijn, we hebben dit
gemeen, dat we anderen overtuigen wil
len met onze lessen, boeken, opvoeding,
koopwaar, politieke of godsdienstige in
zichten. En zoo ontstond dit boek als re
sultaat van een cursus, waarin prof.
Overstreet behandelde, hoe de houding
x van den mensch werkelijk veranderd kan
worden met behulp van de nieuw ver
kregen inzichten in de psychologie. Het
is een echt Amerikaansch boek geworden,
levendig, populair en gericht op het
practische Waarom zouden opvoeders,
schrijvers, predikanten, maatschappelijke
werkers niet evenzeer als reclamedeskun
digen een studie maken van de wijze,
waarop ze de aandacht van hun publiek
kunnen prikkelen en het wakker porren
uit zijn geestelijke traagheid Daar is
geen mystieke kracht voor noodig, maar
het toepassen van een paar doodeenvou
dige voorschriften. Welke men in dit
boek aangeduid vindt.
Maar de schrijver wil meer,
deze methode gebruiken om de
leving te verbeteren. Daarvoor zijn ver
anderde menschen noodig en menschen
kunnen veranderd worden door gewoon-
tecomplexen te wijzigen. Over dat vormen
van goede gewoonten en over opvoeding
in het algemeen, zegt hij behartenswaar-
dige dingen. De mensch heeft groote
mogelijkheden en schrijver hoopt, dat de
volgende vooruitgang in de beschaving
er op gericht zal zijn, de maatschappe
lijke verhoudingen geheel te scheiden
van het piëteitsmotief en ze te onder-
werpen aan hetzelfde naturalistische on
derzoek en de experimenteele reorgani
satie als nu worden toegepast in de phy-
sische en mechanische wereld.
Inderdaad moet al het nieuwe een strijd
op leven en dood voeren met conserva
tisme. Maar onderschat prof. Overstreet
de piëteit niet daar waar zij als behoed
ster der traditie een schat van in den
loop der eeuwen intuitief en experimen-
tel verworven inzicht beschermt tegen
het weggooien van de oude schoenen voor
en aleer de nieuwe er zijn? En is de
fnenschelijke persoonlijkheid inderdaad
slechts een stel gewoontecomplexen Ook
met de meening, dat datgene, wat den
knappen handwerksman onderscheidt van
den kunstenaar, te analyseeren en aan te
„Zwitserland”, door A. L. C. A
Nijnanten. Uitgave Andries
Blitz, Amsterdam
Toerisme is een woord, dat voor het
oogenbhk uit onze vocabulaire is ge
schrapt, maar eenmaal zal het zwaard
weer in de schede worden gestoken en
dan zullen de duizenden vacantiegangers
weer uitzwermen naar alle richtingen om
nieuwe levensvreugd en levenskracht te
verzamelen. Zwitserland is de laatste ja
ren vooral een door Nederlanders druk
bezocht oord geweest en wanneer de oor
log eenmaal ten einde zal zijn en de rust
in Europa weergekeerd, dan 'zullen in
zomer en winter opnieuw treinen vol
landgenooten zich gaan verkwikken m
dit kleine land met zijn grootsche pracht.
Te grooter wordt het genot, naarmate
men meer te weten komt omtrent struc
tuur, cultuur, fauna, flora, volk enz.,
naarmate men land en streek beter leert
kennen. Daarom dient door de toeristen
van de toekomst de verschijning van Nij-
nanten’s boek met vreugde te worden
begroet Het verhaalt in prettigen trant
van de geologische vorming van dit ma
jestueuze land, van zijn natuurpracht.
zijn bloemenweelde, zijn stedenschoon,
van zijn volk, van zijn toeristische en
sportmogelijkheden, van zijn weldadigen
invloed op ’s menschen lichaam en geest
Het is een boek dat ons nader brengt
tot het Zwitsersche volk. dat. als het
Nederlandsche. door de eeuwen heen
heeft moeten worstelen tegen de natuur
machten en dat daaruit een groote. in
nerlijke kracht heeft geput. Het is een
boek, dat met genoegen wordt gelezen.
Kindertehuis „De Toekomst”, door
Leni Saris. Uitg. van Hol
kema en Warendorf N V., A’dam
Dit boek, verschenen in de Opbloei-serie
voor oudere meisjes, teekent op heel
juiste wijze het leven van een jong meis
je, Domini genaamd, dat wegens gezond
heidsredenen haar ouders in Indië achter
moet laten Zij ziet zich nu opeens ge
plaatst bij de familie Middendorp in Hol
land. Domini, in Indië altijd op haar wen
ken bediend, begrijpt van het leven in dat
gezin, waar iedereen zijn kleine dagtaak
heeft, weinig Natuurlijk komen er bot
singen.
Een vaji Domini’s idealen is altijd het
oprichten van een tehuis voor verwaar
loosde kinderen geweest. Haar vader heeft
daar nooit vertrouwen in gehad, Domini
was immers zoo wispelturig.
Als het meisje na haar eindexamen in
het volle leven geplaatst wordt, vergeet zij
Enkele jaren geleden kreei
maarde Duitsche Ufa-filmindustrie op
dracht een film te maken, welke een
zuiver beeld zou geven van den gewel
digen groei, den enormen omvang en de
voor het Rijk onschatbare waarde van
het nieuwe wapen: de Duitsche lucht
macht. De film werd uitgebracht onder
den titel „Flieger, Funker, Kanoniere”
en beleefde een
doordat zij bij het Duitsche volk den in
druk van onoverwinnelijkheid achter
liet en het bewijs leverde van een in-
dustrieele en organisatorische prestatie
als tot dusverre in de wereld nog nim
mer was geleverd. Het succes van de
film is aanleiding geworden tot het uit
geven van een boek in de Duitsche taal
onder denzelfden titel, waarin een zeer
groot aantal beelden uit de film zijn ge
licht, en waarin tal van vooraanstaande
figuren van de Duitsche luchtmacht ge
legenheid vonden in korte bijdragen de
volledige organisatie van dit wapen te
schetsen. De stof is geleverd door de
beste deskundigen en dat verhoogt na
tuurlijk de waarde van het werk ten
zeerste.
De film moge door naar technische
mogelijkheden meer suggestief zijn,
meer tot de verbeelding der massa
spreken, dit prachtig verzorgde boek
beantwoordt zeef zeker ook ten volle
aan het gestelde doel, omdat alle me
dewerkers er volledig in geslaagd zijn,
ieder op eigen speciaal gebied, een in
druk te geven van de degelijkheid en de
doeltreffendheid van dit machtige lucht
wapen, dat in zoo luttele ja^en is opge
bouwd en dat zulk een beslissenden rol
heeft gespeeld en nog speelt in de
krijgsverrichtingen van dit jaar.
De opperbevelhebber van het Duit
sche luchtwapen, generaal-veldmaar-
schalk Hermann Göring, leidt het boek
in met een korte bijdrage, waarin hij
er op wijst, dat de waarde van het
luchtwapen niet alleen afhankelijk is
van de vliegers, maar evenzeer van de
kennis en kunde der marconisten en
schutters en hun nauwe onderlinge sa
menwerking.
De wetenschappelijke leider en regis
seur der Ufa-cultuurafdeeling, dr. Mar
tin Rikli, die de leiding heeft gehad bij
de vervaardiging van de film, schildert
vervolgens met welke moeilijkheden hij
en zijn medewerkers gedurende twee ja
ren hebben te kampen gehad, welke op
offeringen zij zich hebben moeten ge
troosten om te komen tot de film, welke
zoo volledig aan de verwachtingen heeft
beantwoord. En dan komen een aantal
hooge officieren aan het woord, die ver
tellen van de geschiedenis en groei van
de Duitsche luchtmacht, van de oplei
ding van het zeer omvangrijk perso
neel, van de jachtvliegers en de waar
nemers, van de bombardeurs en de zee-
vliegers, van de luchtdoelartillerie en
den berichtendienst, van de valscherm-
troepen en den geest in het luchtwapen
en van nog zoovele andere dingen meer,
die nauw samenhangen met de doel
treffendheid van het wapen. Tezamen
geven zij een zeer nauwkeurig beeld van
de grenzelooze macht en zeker, nu ook
ons lot daarmee zoo is verbonden, zal
het werk ook vele Hollanders in hooge
mate interesseeren.
Weer en Sterrenkundige. Over
drukken No. 4. De hemelsche
Spheren en hun harmonie, door
dr. W. van BemmelenJ. B.
Wolters, GroningenBatavia.
De schrijver beschouwt in zijn opstel
het tijdvak van 600 voor het begin van
onze jaartelling tot den tijd waarin Kep
ler leefde. Hij gaat na hoe in dit tijdvak
de denkbeelden omtrent hemelsche sfe
ren en haar harmonieën veranderden en
tot ontwikkeling kwamen
Het opstel, dat in voortreffelijk Neder-
landsch is gesteld, doet den lezer ver
toeven in de gedachtenwereld van de
klassieken en van hen, die aan de poort
van den weg tot het moderne wereld
beeld stonden.
NIEUWE UITGAVEN
De dagbladen maken tegenwoordig da
gelijks melding van bombardementen in
ons land, waarbij woonhuizen worden ge
troffen en burgers worden gedood of let
sel wordt toegebracht. Men weet niet
vooruit, waar en wanneer de bommen
zullen vallen, noch wie de slachtoffers
zullen zijn; ieder oogenblik kan en moet
men er op bedacht zijn het onheil in zijn
onmiddellijke omgeving te zien gebeuren.
En dus is het dringend noodig, dat een
ieder weet, wat hij in dergelijke gevallen
te doen, maar ook wat hij te laten heeft.
Daarom vragen wij hier de aandacht voor
enkele werkjes, welke dezer dagen het
licht hebben gezien en welke op dit ge
bied voorlichting verschaffen.
Bij de N.V. P. Noordhoff te Groningen
verscheen „Door, voorzorg veili g”,
samengesteld door de heeren F. van Wes
ten en A C. Huibrechts, dat speciaal is be
stemd voor de leerlingen van de hoogste
klassen der lagere school. Het is zeer nut
tig, dat ook de kinderen op de hoogte zijn
van de gevaren en gevolgen van luchtaan
vallen en dit boekje kan daarbij goede
diensten bewijzen
Bij de N.V Uitgeversmij. „Kosmos” te
Amsterdam, verscheen een geïllustreerde
handleiding voor eerste hulp bij
luchtaanvallen, samengesteld door
dr. J. Voskuil, arts bij den Gem. Genees
kundigen Dienst te Amsterdam. Op zeer
populaire wijze worden de noodige aan
wijzingen gegeven hoe men slachtoffers
het best kan helpen bij zware en lichte
verwondingen, alsmede bij aantasting door
strijdgassen.
Opvoeding tot het Ouderschap.
Mr. Roel Houwink. Uitg. J. N.
Voorhoeve, den Haag.
In de indrukwekkende rij van paedago-
gische boeken, die de laatste jaren ver
schenen, elk gewijd aan een bepaald
systeem en boordevol voorbeelden van
glansrijk opgeloste moeilijke gevallen, is
dit een door zijn eenvoud en zijn kleinen
omvang sympathiek en opmerkelijk ge
schrift Eigenlijk behoort het niet thuis
in die rij. want het wil geen paedagogische
recepten geven en ook geen psychologi
sche theorie, welke den opvoeder de noo
dige onbevangenheid van blik maar ont
neemt.
Het gaat uit van de erkenning, dat elk
kind een persoonlijke opdracht van God
aan de ouders beteekent. Zoo geeft de
schrijver meer algemeene richtlijnen aan.
Noodzakelijk is een sfeer van persoon
lijke vrijheid om het gezin als een leven
de gemeenschap te bevestigen en in stand
te houden Mate—’” - een met allen
socialen zin spottend individualisme heb
ben veel kwaad gedaan. Terecht
scheidt schrijver dat noodlottige
dualisme van de persoonlijkheid,
men. overeenkomstig den eigen
tot ontplooiing moet brengen. Even noodza
kelijk echter is de opvoeding tot gemeen
schapszin. Behartenswaardige dingen wor
den gezegd ten aanzien van de verschiL
lende taak en plaats der beide ouders, en
ten aanzien van het spel als contact tus-
schen ouders en kind Aan geestelijke
oefening, tucht en volharding in den we
deropbouw van het godsdienstig leven
hebben de opvoeders meer behoefte dan
aan allerlei paedagogische en psychologi
sche lectuur. Er is veel waarvan de
ouders zich bij de voorbereiding op hun
taak en bij de uitvoering daarvan welke
schrijver met tuinmansarbeid vergelijkt
door bezinning bewust kunnen worden.
Noemen wij nog als’ een der gevaren,
waarop hij wijst, de te uitsluitend eroti
sche visie, die film en roman In strijd
met de werkelijkheid op de verhouding
tusschen man erf vrouw geven en welke
het huwelijksleven zeer ongunstig kan
beïnvloeden.
van eer en karakter, in wie men veis
trouwen kan stellen, de leiding hebben.
Na te hebben betoogd, dat het volks-
eenheids-besef in de Nederlanden moet
worden hersteld en dat, waar orde heer-
schen zal, ook tucht is geboden, wijdt de
schrijver nog een beschouwing aan het
rechtvaardigheidsbeginsel, dat uit ge-
meenschaps- en eenheidsbewustzijn wordt
geboren. Hij is van oordeel, dat recht en
rechtspraak, levende uit het rechtsbe
wustzijn van den volksgeest, volkomen
onafhankelijk moeten blijven, al mag er
„hier en daar wel eens een frissche wind
ook door de rechtzalen waaien, óók ten
aanzien van sommige fundamenteele be
ginselen.”
„De jongens van de klaver
wei", Leonard Roggeveen.
G B. van Goor Zonen's Uit
geversmaatschappij, alhier.
Lenoard Roggeveen’s jongens- en kleu
terboeken zijn steeds prima. Is zijn
Doorntjes-serie niet alleraardigst en
niet te vergeten Jan Jaap Bang voor
avonturenverhalen is hij ook niet Daar
van getuigen zijn „Draadlooze oogen” en
..De ongelooflijke avonturen van Brom
Vingerling”. Met ,.De jongens van de
klaverwei” heeft hij het niet in de avon
turen gezocht. Het is een eenvoudig ver
haal en juist door zijn soberheid zoo op
voedend en opwekkend. Het leven van
een groot gezin in een Noordhollandsch
dorp, waar heel wat komt kijken om ze
allemaal den kost te geven. Hoe dat ge
beurt. wie. wat en hoe de kinderen
zijn, is een spannend verhaal, dat aan
Roggeveen ten volle is toevertrouwd.
De illustraties zijn van Jan Lutz.
„De moord in den scheerstoel",
door Sonja Surink. Uitgeverij
De Kern, ’s-Gravenhage
De kappers behoeven voor dezen ro-
mant niet te schrikken, want de moord
in den scheerstoel geschiedt niet in een
kapperssalon. De klanten zullen dus niet
weg blijven
Op de markt op het Amstelveld wordt
een doode man in een ouden scheerstoel
gevonden. De vrouwelijke detective Do
rothea Zwart tracht het raadsel op te
lossen. Nog twee dooden komen op haar
weg, welke leidt naar een chantage-geval
Tot zoover de inhoud van dit spannen
de verhaal, naverteld door Sonja Surink.
„Okkie de Kabouter”, Leonard
Roggeveen. G. B. van Goor
Zonen's Uitgeversmaatschappij
alhier.
Okkie, de kabouter Wie is dat Dat
is een wondermanneke. Een manneke
mete een tooverspreuk, een dierenvriend
en weldoener. Iedereen mag Okkie graag.
Waarom zullen de kinderen niet van hem
houden Vier Okkies-boeken verschenen
thans in één band en wel ..Okkie Peper
noot”, „Okkie en zijn vriendjes”. ..Ok
kie weet raad” en „Okkie en de kou”.
Voor de kleuters een pracht van een
boek voor de winteravonden. De schrij
ver
J voor de jeugd van 36 jaar zijn
de mooie boekjes:
VERSJES DIE WE NOOIT
VERGETEN,, door Jan Wiegman.
BEKENDE VERSJES door Rosa-
v. d. Blankevoort.
Beide deeltjes bevatten een schat
van gekleurde plaatjes.
Prijs per boek Q Eï
Gebonden slechts
Verzekert U tijdig van een exem
plaar voor Uw kind. Ze zijn nu
overal verkrijgbaar bij de Haagsche
boekhandelaren. 2769
Uitg. W.
Zutphen.
Wij, stadsmenschen, waren
woon, z<?o naar boven te kijken Zij, Cl-
buiten waren, op het land of ter zee, had
den wat dat betrof een voorsprong
Nu, door de donkere straten gaande ont
dekken wij daarboven een wondere wereld
en velep zullen zich afvragen Die sterren
daar is toch heel wat van bekend. Daar
bestaat toch een wetenschap over. Zou
die moeilijk zijn? Ik zou wel willen
wetenWelke ster is dat? En op deze
vraag geeft het boekje van Walter Wid
mann op zeer eenvoudige èn begrijpelijke
wijze antwoord. We lezen niet alleen iets
over de sterrekunde in haar geheel, maar
stuk voor stuk worden ons de sterrebeel-
den getoond, genoemd en beschreven. En
48 zeer overzichtelijke, voor den leek di
rect te begrijpen, sterrekaarten verluch
ten dit handfge, vlot geschreven zakboek
je voor natuurvrienden.
leeren zou zijn, kunnen wij ons niet ver-
eenigen. Daar vermoeden wij grootere
diepten dan in deze beschouwingen ge
peild worden.
De Nederlandsche bewerking is ver
zorgd door mevr. A. Vuerhard-Berkhout
„Der Erstgeborene” (Ein Bild
des Menschen). Herbert
Fritsch. S Fischer Verlag Berlijn
De mensch is „eerstgeborene” zegt Her
bert Fritsche. Wilde de wetenschap ons
echter met leeren, dat de mensch aan het
einde van de evolutiereeks stond en als
laatste vorm uit het dierenrijk voortge
komen was’ Fritsche bestrijdt de evolutie
niet. Maar wel de opvatting, dat deze evo
lutie uit de stof te verklaren zou zijn, dat
de evolutie het gevolg was van een blind,
mechanisch reageeren op uiterlijke om
standigheden. Een Hoogere Macht heeft
doelbewust het leven geschapen, heeft ge
wild, dat dit leven zich in den mensch
bewust zou worden van het Bovenaard-
sche, het Kosmische. De kracht en de
mogelijkheid tot menschwording sluimer
den reeds in het eencellig wezen van het
oerbegin. In zijn ontwikkeling scheidde
het als slakken in een smeltoven de ver
schillende diersoorten van zich af die zich
alle specialiseerden en .erstarden. Zelf
bleef het leven via cK hoofdstam plas
tisch en vol vormj?r»ende kracht tot in
den mensch in wien schrijver onbeperkte
mogelijkheden tot verdere ontwikkeling
ziet.
Van uit deze vitalistische beschouwing,
die met bezielde overtuiging wordt voor
gedragen, behandelt Fritsche dan achter
eenvolgens de verschillende levensver
schijnselen en functies in hoofdstukken,
gewijd aan den adem, het bloed, de zenuw
stelsels, de slaap, anthropologie, gezonn-
heid en ziekte, geneesmiddelen en vergif
ten, de verhouding van den mensch tot
plant, dier en kosmos en tenslotte het ster
ven, waarin hij een wedergeboorte tot het
leven van den geest ziet. Hij wordt niet
moede stelling te nemen tegen de mate
rialistische opvatting, die in ademhaling,
bloedsomloop en spijsvertering slechts che
mische processen ziet Hoeveel kennis we
ook danken aan de ontledende wetenschap
pen het levende geheel is niet te be
grijpen uit zijn kleinste elementaire bouw
steenen De wereld is een oefenplaats voor
den geest in den stof. Ons uiteindelijk
doel dat leeren de religieuze geschrif
ten van alle tijden en alle volken gaat
alle biologie te boven. Het „ik” is het
orgaan van God in den mensch.
Ook over de geneeskunde, die aansluit
bij deze opvatting van de verhouding tus
schen lichaam, ziel en geest, worden door
schrijver belangwekkende dingen gezegd.
TOEGEZONDEN BOEKEN
„De wieg der menschheid",
door dr. J. H. Post. A. J. G.
Strengholt’s Uitg. MÜ- N.V., Am
sterdam.
Wat tot nu toe door vondsten uit prae-
historische tijden en door anatomische
studie bekend ts geworden over de af
stamming vau den mensch, wordt in dit
j belangwekkende boek door dr. Post op
zeer overzichtelijke wijze en met een
groot aantal illustraties voor den belang
stellenden leek toegankelijk gemaakt. Het
wetenschappelijk onderzoek, aldus de
schrijver, dat op verscheidene punten
scherpe tegenstellingen met uitspraken
van den Bijbel deed ontstaan, heeft voor
den godsdienst nooit een achteruitgang
beteekend Ook met betrekking tot de
scheppingstegenstelling zal, zoo meent
hij eenmaal een nieuwe synthese tus
schen geloofsovertuiging en wetenschap
ontstaan
De positie van den mensch in het die
renrijk moet niet opgevat worden, aldus
dr Post, als een bekroning in den ont
wikkelingsgang, waarvan de verschillen
de diervormen lagere ontwikkelingsvor-
men van den mensch zouden zijn, zooals
dat naar Darwinistische opvatting werd
voorgesteld Integendeel, de mënsch ver
wierf zijn plaats door het behoud van
zeer vele der oorspronkelijke eigenschap
pen, die in den oervorm van alle leven
de wezens aanwezig waren, maar die
door de natuurlijke teeltkeus voor een
groot deel verloren gingen bij alle an
dere diersoorten. Dit behouden blijven van
de oeroude eigenschappen en hun veel
zijdig aanpassingsvermogen is wellicht
het grootste wonder, dat zich in de na
tuur voltrokken heeft.
Wejning verschil'van meenWig bestaat
over het inzicht, dat een oervorm van
den menschaap het gemeenschappelijke
voorouderras van den mensch en de hui-
dige menschapen geweest is. Hoe echter
de tegenwoordige menschenrassen .uit de
oermenschheid ontstaan zijn en waar die
menschwording heeft plaats gehad, is nog
piet met zekerheid te zeggen Nieuwe
vondsten uit praehistorische tijden zullen
wellicht nog ontbrekende schakels aan
het licht brengen. Ook van de studie van
de werking der endocrine klieren, samen
met de erfelijkheidsleer, verwacht spr. in
de toekomst veel ter opheldering van de
problemen der afstamming van dieren
en menschenrassen
Een groote verdienste van dit werk is
zijn populair wetenschappelijk karakter
jen het feit, dat het niet verheelt, hoe er
/naast onomstootelijke feiten vele on
zekerheden zijn, waaromtrent verschillen
de veronderstellingen bestaan, aan welker
voor en tegen schrijver alle recht doet
wedervaren.
Wat veranderen moet! is de titel
van een door C. J. A. Musly geschreven
en bij de Drukkerij Varia te Rotterdam
uitgegeven brochure, waarin verande
ringen op staatkundig, economisch en
juridisch terrein worden bepleit. Op
staatkundig terrein: recruteering van de
afgevaardigden voor Kamer, Provinciale
Staten en Gemeenteraden uit de groote
groepen, waaruit het werkend deel van
de natie bestaat, terwijl net kiesrecht
volgens mdeeling der gemeenten wordt
uitgeoefeiid door elk werkend lid der
volksgemeenschap dat meerderjarig is,
•derhalve volgens een nieuw stelsel. Op
economisch terrein: benoeming van vaK-
menschen aan het hoofd der departe
menten; „selfsupporting” van de indu
strie; vrije internationale uitwisseling
van goederen; zoo weinig tnogelijk amb
telijk ingrijpen op gebied van handel,
industrie landbouw, scheepvaart enz.;
een gezonde regeling van de verhouding
tusschen kapitaal en arbeid, met een
scherpe afbakening van rechten en plich
ten van werkgever en werknemer. Op
juridisch terrein: de gelijkstelling van
man en vrouw in het bijzonder wat het
huwelijksrecht betreft; eeen progressieve
belasting van den vermogenaanwas; snel
ler verloop van de burgerlijke- en straf
procedures; afdoende steun en hulp aan
dc oorlogsverminkten en aan den nabe
staanden van hen, die in den strijd vielen.
In een bij Vermande Zonen, te IJmui-
den, uitgegeven geschrift: „De ar
beidsbemiddeling en werk-
loosheidszorg in nieuwe ba
nen” van de hand van Th. van Lier,
referendaris-adviseur bij het departe
ment van Sociale Zaken, worden richt
lijnen aangegeven voor een doelmatige
werkwijze voor het in den arbeid bren
gen en -houden van de menschen, nu
de idee is doorgebroken, dat de mensch
weer het doel der productie moet wor
den en dat zijn arbeid beteekenis heeft
voor de gemeenschap. Na een historisch
overzicht van de arbeidsbemiddeling en
werkloozenzorg in Nederland tusschen
de jaren 19141940 te hebben gegeven
betoogt de schrijver, dat de arbeidsbe
middeling vodr een behoorlijke vervul
ling van haar taak zal moeten beschik
ken over de volledige gegevens omtrent
alle arbeiders, jong en oud; derhalve
acht hij een ar aidsboek voor eiken
arbeider een karthotheek, die tevens
den grondslag vormt van de registratie
van werkzoekenden, gepaard gaande met
een goede personeelsselectie noodig.
Het verschaifen van arbeid is de pri
maire werkloosheidsbestrijding. aller
eerst in het vrije bedrijf. Voor de werk
loozenzorg diene in de eerste plaats de
verplichte Rijks werkloosheidsverzeke
ring, voor wien geen werk vinden kan
het „Staatsbedrijf voor uitvoering van
cultuur-technische werken”, waarin nor
male arbeid wordt verricht. Tenslotte
schetst de schrijver de organisatie van de
arbeidsbemiddeling en werklcozenzorg,
waarvan de kosten worden gedragen uit
de opbrengst der bijdragen van werkge
vers en werknemers ieder voor de
helft in de verplichte werkloosheids
verzekering, terwijl het tekort door den
Staat wordt gedragen.
Ds. F. Dijkema, Doopsgezind pred. te
Amsterdam, beoordeelt in een beknopt,
bij van Holkema en Warendorf N.V. te
Amsterdam, uitgegeven geschrift „D e
Openbaring van Johannes” in
haar doel en beteekenis voor dezen tijd.
Hij komt op tegen de oppervlakkige en
onoordeelkundige verklaring, welke deze
openbaring van toepassing wil verklaren
op hetgeen heden ten dage geschiedt en
zegt, dat het onjuist is, te meenen dat
Johannes gedacht zou hebben aan wat
er in de 20ste eeuw zou gebeuren. Wat
Johannes onthult, is iets, dat hij
spoedig zag gebeuren. De schrij
ver betoogt, dat mén de openbaring
niet mag losmaken van het historisch
verband, den vervolgingstijd der Chris
tenen door de Joden en door den Ro-
meinschen staat. Na vervolging en druk
daalt het hemelsch Jeruzalem neer, keert
Christus terug
3i,: de N.V. Uitgeversmaatschappij C. A.
J. van Dishoeck, te Bussum, is verschenen
een brochure van Henri Bruning, geti
teld: „Een hard en ernstig woord
tot mr Linthorst Homan, het Nederland
sche volk en de rechtsche fronters”
De schrijver betoogt hierin, dat het pre.
diken van „aanpassen” aan de nieuwe
Europeesche orde, een laatste, vergeef-
sche en gevaarlijke illusie zal blijken, om.
dat wij daarmede onze bestemming als
volk niet kunnen redden. Met „aanpassen’’
breekt men het verzet van een massa, die
nog altijd op een voorbij verleden is in
gesteld en daarin gelooft, niet; men
kweekt er een broeinest van haat en
vijandschap mee. En het ligt voor de
hand, dat die landen, welke thans aan een
nieuwe Europeesche orde bouwen, een
dergelijke situatie niet blijvend kunnen
dulden. De schrijver meent, dat op het
oogenblik, nu het z ij n van ons volk er
mede gemoeid is, alleen het woord moet
zijn aan klaarziende, gerichte en schep
pende, minderheden, om de niet-overtuig-
den op te voeden in de groote, lichtende
waarheden van het moment. Hij meent dat
daarvoor, verspreid over de rechtsche
fronten, of alleenstaand, terzijde van deze
en andere fronten de krachten voor die
groote opdracht zijn te vinden. Tenslotte
merkt hij op, dat de kadervorminge waar
aan de N.S.B. binnen haar gelederen
werkzaam is, bij de vorming van een ge.
meenschappelijk front, vruchtbaar gesti
muleerd zou kunnen worden door de ka
ders van het Nationaal Front en van het
Verdinaeo.
Taalvorming. Bij J. B. Wolters
Uitgevers Maatschappij is verschenen het
derde werkschrift (Taalkundig gedeelte)
van Taalvormingde volledige methode
van het taal, en letterkunde-onderwijs op
de Ulo.school, door R. Kuitert en A. van
der Wijten.
Wat N. V-b e s tuur der s van e
Winstbelasting moeten we.
ten, uitgave U. M. Holland, Amsterdam-
Dit boekje bevat een duidelijke toelichting
van het besluit op de Winstbelasting 1940,
ten dienste van bestuurders van Coöpera
ties, Commanditaire Vennootschappen op
aandeelen, enz. Schrijver isi A. L. F.
Leverington jr., belasting.consulent t
Amsterdam.
De verhooging Omzetbelas.
ting 1940, uitgegeven door W. P. van
Stockum, alhier. Dit boekwerkje is ge
schreven door mr. C. P. Tuk, inspecteur
der directe belastingen, invoerrechten en
accijnzen bij het departement van Finan
ciën. Het werkje behandelt het besluit
van den secretaris.generaal van het dep
van Financiën va 21 Aug. j 1. no. 123 en
de terzake betrekking hebbende uitvoe
nngsvoorschriften in onderling verbantL
n wu 1 maa.nd Verschenen is bij J.
n=^?ltekS’»Uj8eyer Groningen en te
Batavia het derde deeltje van Bloei
dlaavn<ik' e<tn Nederlandsch leesboek voor