De Gemeentebegrooting
1941
voor
Besluit inzake de
materieele oorlogs
schade
Haagsche Courant van Zaterdag 7 December 1940
BINNENLAND
antwoord
van
en
van
Scheveningsche klanken
DERDE BLAD, PAGINA 1.
Algemeen Verslag met de
B.
memorie van
W.
De rechten van hypo
theekhouders en andere
zakelijke gerechtigden
De Rijksbijdragen en de
particuliere molest
verzekering
De wederopbouw van
Brabant en Limburg
van
Maatschappelijk Hulpbetoon
De samenstelling
het brood
Reinigingsdienst
Volkshuisvesting
Openbare werken
Tegenspraak van hardnekkig
gerucht
De afzonderlijke hoofdstukken
Volkshuisvesting
De plannen voor ernstig
getroffen gebieden
Inlevering van goud
Geen bloembollen, geen broodschurft
Bevordering woningbouw
de
zij
Men zie ons blad van 4, 5 en 6 dezer.
toen
CVL
Openbare veiligheid
Bezoldigingen hooger politie
personeel
Enkele leden waren van meening, dat
de bezoldiging van het hoogere politie
personeel te laag is in vergelijking met
de belooning van het lagere personeel.
Zij zouden gaarne zien, dat B. en W. deze
aangelegenheid onderzochten.
B. en W. zijn bereid een onderzoek in
te stellen.
vele
waren
tot
van
de
in
de
den ouden
voor
Men zou gaarne vernemen of het be-
een
den
nieuwe geld-
het bedrag
eischen, welke voor
gemeentedienst zijn gesteld,
daarvoor niet in aanmerking
Mededeeling van de Neder
landsche Bank
De strenge vorst gedurende de maanden
Januari en Februari van dit jaar en het
slechte zomerweer hebben de bezetting
van de algemeene markt zeer ongunstig
beïnvloed. Uiteraard was de exploitatie
dier markt ook gedurende de maand Mei
j.l. onbevredigend. Aan marktgeld is ge
durende Januari, Februari en Mei in 1939
5.909 en in 1940 slechts 3405 ontvangen.
Voorts wordt, als gevolg van de Ver
ordening van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied betref
fende beperking van het reizende uit
oefenen van een bedrijf, van 7 September
1940 no. 129, een groot deel der markt
door kooplieden van buitenaf niet bezet.
Vervolgens is de bezetting teruggeloo-
pen, in verband met de verschillende
distributiebepalingen, den geringen aan
voer van visch en de verduisteringsmaat-
regelen.
Gedurende het tijdvak van 1 Januari
t.m. Iv November bedroeg het aantal ver
huurde kramen in 1939 42.070. in 1940
34.033 en de opbrengst van het merktgeld
in 1939 ƒ22.544 en in 1940 ƒ18.811.
Intusschen doet het verschijnsel van
teruggang zich niet alleen hier ter stede
voor. Integendeel gaan alle markten ge
bukt onder de huidige moeilijke tijdsom
standigheden. Toch mag over het bezoek
aan de algemeene markt te dezer stede
niet worden geklaagd. Het groot aantal
gestalde rijwielen, dat van 1 Januari 1940
tot en met 18 November d.o.v. 276.257 be
droeg tegen 256.261 gedurende hetzelfde
tijdvak in 1939, toont zulks aan.
(Wordt vervolgd.)
Wederopbouw boerderijen
De spoedige wederopbouw van ver
woeste of beschadigde boerderijen was
van het grootste belang met het oog
op de voedselvoorziening van ons land.
Om een spoedige en vlotte behandeling
van deze kwestie te verkrijgen kwam
een overeenkomst tot stand tusschen de
directie van de Wieringermeer in Alk
maar en den directeur-generaal voor
de voedselvoorziening in den Haag,
waarbij de bouwkundige afdeeling van
de Wieringermeer, onder leiding van
haar hoofd, den heer A. D. van Eek,
als „bureau wederopbouw boerderijen”
werd ingeschakeld. Het hoofdbureau is
in Amersfoort gevestigd en daarnaast
zijn er vijf distributiebureaux, n.l. in
Amersfoort, Deurne, Dordrecht, Mill en
Veenendaal en ten slotte nog een bu
reau voor verspreide gevallen, dat
eveneens in Amersfoort is gevestigd.
In Nederland zijn in totaal 527 boer
derijen verwoest. Bij het maken van
teekeningen en plannen bleek, dat er
in verscheidene gevallen een wanver
houding was gegroeid tusschen de
grootte van de boerderij en die van het
daarbij behoorende bedrijf. Men wil
thans van de gelegenheid gebruik ma
ken om in dezen toestand zooveel mo
gelijk verbetering te brengen en daar
om worden als norm voor den her
bouw aangenomen de minimum afme
tingen en de soberste bouw voor een
boerderij, welke in verband met den
omvang van het bedrijf noodzakelijk is.
Wenscht een eigenaar meer of grooter
te bouwen dan voor zijn bedrijf noodig
wordt geacht, dan wordt hij daartoe in
de gelegenheid gesteld, terwijl de hoo
gere kosten daarvan voor zijn rekening
komen.
om herhaling van de ernstige ongeregeld,
heden te voorkomen. Deze herhaling is
toen uitgebleven.
De vraag werd gesteld, of het politie
toezicht vooral in de nachtelijke uren wel
voldoende is. Als men ziet hoe sommige
lieden des nachts gelegenheid blijken te
hebben om van de wit- en teerkwast mis.
brink te maken, zou men geneigd zijn
deze vraag ontkennend te beantwoorden.
Hierop luidt het antwoord: Al is al-
geheele verhindering van het euvel bij
volslagen duisternis uiteraard onmogelijk,
de politie tracht met intensieve surveil
lance zooveel mogelijk te voorkomen, dat
des nachts lieden van de wit- en teer
kwast misbruik maken. Reeds werden
verscheidene personen aangehouden.
Verkeeraanwijzing van
voorrangswegen
Enkele leden vroegen, hoe het thans
staat met de invoering binnen deze Ge
meente van voorrangswegen, in aanslui
ting aan de reeds bestaande groote ver
bindingswegen. Zij vonden het van groot
belang, indien daartoe zou worden over
gegaan.
B. en W. hebben in beginsel besloten
tot het aanwijzen van een aantal voor
rangswegen binnen de Gemeente. Om
trent de uitvoering wordt nog overlegd
met het Rijk.
•Rijksbijdrage, in het Grootboek voor den
Wederopbouw plaats. De hypotheekhou
ders en andere zakelijk gerechtigden ma
ken dit tusschenstadium op den weg naar
de nieuwe eigendomsverhoudingen even
eens door. Bij de inschrijving wordt n.l.
melding gemaakt van de hypotheken en
andere zakelijke rechten, welke, voor het
intreden van de schade, op de betrokken
goederen rustten, opdat daarbij bij uit
gifte van nieuwen grond aan den eige
naar, waarop de nieuwbouw zal verrijzen,
zal worden rekening gehouden. De rech
ten worden alsdan op den nieuwen grond
gevestigd ten bate van de oude recht
hebbenden, voor wat betreft hypothecaire
rechten, eventueel met een verschuiving
in de rangorde, zooals hiervoor beschre
ven, voor het geval een nieuwe geld
schieter toetreedt.
Door vroegtijdige bestelling der nog
noodige standaard-vuilnisemmers is ge
tracht de algeheele invoering daarvan te
Ook van andere zijde werd er op aan
gedrongen om den woningbouw niet stop
te zetten, doch dezen zooveel mogelijk te
bevorderen.
Er is inderdaad alle aanleiding om, in
dien de omstandigheden in het bouwbe
drijf zulks eenigszins toelaten, den wo
ningbouw voort te zetten, teneinde te
voorkomen, dat toestanden ontstaan als
na den oorlog van 1914-1918, ver
klaren B. en W. Het gering
aantal woningen, dat in 1939 en 1940 ge
reed is gekomen en het zeer gering aan
tal, dat thans in aanbouw is, stemmen
weinig hoopvol voor de toekomst ten
aanzien van de volkshuisvesting van lage
huurwaarde.
Verbetering van arbeiderswoningen
Hoe staat het met de uitvoering van de
premieregeling voor de verbetering van
z.g. ongewilde woningen zoo vroegen
eenige leden.
B. en W. antwoorden hierop
Tot dusverre zijn premies toegekend
voor de verbetering van 39 woningen,
toebehoorende aan 7 verschillende eige
naren.
De tot dusver aangebrachte verbeterin
gen bestaan in hoofdzaak uit het wegbre
ken van alkoven en bedsteden, het verbe
teren van daken, het aanbrengen van sa
nitaire toiletten, het aanbrengen van gas
en electrische leidingen, een en ander
veelal gecombineerd met het uitvoeren
van achterstallig onderhoud.
Aan de* premie-regeling is op ruime
schaal bekendheid gegeven, terwijl maat
regelen zijn getroffen om een vlotte af
wikkeling van ingekomen aanvragen te
waarborgen.
Zeer waarschijnlijk is het feit, dat
slechts op bescheiden schaal is gebruik
gemaakt van de regeling, te wijten aan
de omstandigheid, dat de „ongewilde”
woningen grootendeels behooren tot de
hofjeswoningen, d.z. in den regel rug-
aan-rug-woningen, welke niet met kleine
middelen zijn te verbeteren.
Ook moet niet uit het oog worden ver
loren, dat vooral bij ingrijpende verbete
ringen toch in elk geval een belangrijk
deel der totaalkosten ten laste van den
eigenaar blijft. Ten slotte spelen ook de
gestelde huurgrens van 6.per week
en de noodzakelijkheid om medewerking
te verkrijgen van de hypothecaire credi
teuren in dezen een rol.
Ook lijkt het zeer waarschijnlijk, dat bij
de huidige materiaalschaarste en mate-
riaalprijzen, vele eigenaren, die anders
wellicht tot verbetering overgegaan zou
den zijn, daarvan zijn teruggeschrikt.
Enkele leden stelden de vraag, hoe het
staat met de herziening van de bouw
en woonverordening.
B. en W. zijn van oordeel, dat het in de
huidige omstandigheden geen aanbeveling
verdient de herziening der bouw- en woon
verordening aan de orde te stellen.
Hoe staat het met de bezetting van de
algemeene markt Is deze bevredigend
of is een belangrijke teruggang merk
baar
Op deze vragen antwoorden B. en W.
Het centraal bureau voor het bak
kersbedrijf deelt het volgende mede
Het hardnekkige gerucht doet de
ronde, dat bloembollen mede ver
werkt worden bt) de vermaling van
tarwe en rogge tot bloem en meel als
grondstof voor de broodbereiding. Het
centraal bureau spreekt deze geruch
ten tegen en deelt mede, dat de samen
stelling van het tegenwoordige brood
is als volgt wittebrood 65 pCt. tarwe
en 35 pCt. rogge, bruinbrood 75 pCt.
tarwe en 25 pCt. rogge, roggebrood
100 pCt. rogge.
Ook de klachten, dat het z.g. oor-
logsbrood als gevolg zou hebben het
optreden van op schurft gelijkende
huid-aandoeningen, zijn onjuist, zooals
blijkt uit een verklaring van den ge
neeskundig hoofdinspecteur van de
volksgezondheid, dr. C. Banning, ge
publiceerd in het tijdschrift van ge
neeskunde van Zaterdag 30 Novem
ber j.l.
Het centraal bureau voor het bak
kersbedrijf doet een dringend beroep
op het publiek om zich door dergelijke
praatjes niet ongerust te laten maken.
De overheid doet, in samenwerking
met het bakkersbedrijf alles wat mo
gelijk is om den consument een gezond
en voedzaam stuk brood voor te zet
ten.
Aantal armlastigen niet gedaald
Van verschillende zijden werd hulde
gebracht aan de leiding en het personeel
van den Dienst voor Maatschappelijk
Hulpbetoon, die zich in dezen buitenge
wonen tijd op zoo’n loffelijke wijze van
hun taak kwijten, bij welke hulde B. en
W zich gaarne aansluiten.
Eenige leden uitten hun verwondering
over het feit, dat het subsidie voor dezen
dienst, ondanks de daling der werkloos
heid, weer met ruim 800.000 is geste
gen.
B. en W. antwoorden hierop: De daling
van het aantal werkloozen is niet ge
paard gegaan met de daling van het aan
tal armlastigen.
Het gemiddeld aantal armlastigen, dat
wekelijksche ondersteuning ontving, be
droeg over het 1ste halfjaar 1939 11.497
en over het 1ste halfjaar 1940 12.078. Bo
vendien wordt thans een duurtebijslag
van 5 pCt. boven de uitgekeerde steun
bedragen verstrekt, welke bijslag
nog niet werd verleend.
In verband met de verwachte daling
van het aantal werkloozen zijn de uitga
ven voor werkloosheidsvoorziening ruim
ƒ1.425.000 lager geraamd dan de desbe
treffende werkelijke uitgaven over 1939.
Een lid wees op de zaak-Giesekam.
Naar de meening van dit lid is deze kwes
tie een bron van beroering en onrust,
omdat iemand onrecht werd aangedaan
en omdat eenvoudig geweigerd wordt dit
onrecht ongedaan te maken, ongeacht de
armoede en de verbittering, welke hier
van het gevolg zijn in een arbeidersgezin.
B. en W. zijn van oordeel, dat Giese-
kam geen onrecht is aangedaan.
Aangezien hij niet voldeed aan één der
„„Ik,. .v„; een benoeming in
Wijken
kon hij
komen.
De strekking van de regeling
De strekking van de regeling is derhal
ve, dat de Rijksbijdragen in de plaats
treden van de uitkeeringen der molesf-
verzekeraars en dat de deelnemers be
vrijd worden van de betaling van pre
mies en omslagen noodig om de som otj-
een te brengen, waarvan het Rijk den
molestverzekeraar ontlast, terwijl voor
het overige de molestverzekering in
stand wordt gehouden. Voor gevallen
waarin boven of naast de Rijksbijdragen
de molestverzekeraars tot het doen van
uitkeeringen verplicht blijven, worden ook
tot ’t daarvoor benoodigde bedrag omslagen
van de aangesloten verzekerden geheven,
doch niet tot een hooger bedrag dan voor
deze schadeuitkeeringen uit de omslagen
beschikbaar zouden zijn geweest, indien
het Rijk de verplichtingen der molest
verzekeraars voor het in het besluit be
paalde gedeelte niet zou hebben overge
nomen.
Deze beperking houdt verband met het
door de meeste molestverzekeraars aan
genomen beginsel, dat de te heffen omslag
een bepaald percentage, b.v. 3 pCt., van
de verzekerde waarde niet zou kunnen
overschrijden.
Om dubbele uitkeeringen te voorkomen,
dienen de verzekeringsinstellingen de
door het besluit genoemde inlichtingen te
verstrekken aan het departement van
Financiën, afdeeling Oorlogsschade,
Groenhovenstraat 1, hier ter stede.
De Nederlandsche Bank N.V. maakt
bekend, dat zij thans de ingezetenen
wier namen beginnen met een der let
ters I, J, K, L en M, voor zoover
nog goud in den zin der deviezenver-
ordening in eigendom hebben of daar
over het beschikkingsrecht hebben als
bedoeld in artikel 9, vijfde lid der
deviezenverordening, oproept dit goud
vóór 20 December 1940 aan de Neder
landsche Bank te verkoopen en over te
dragen.
Het goud kan op iederen werkdag,
behalve des Zaterdags, tusschen 10 en
12 worden ingeleverd bij de hoofdbank
van de Nederlandsche Bank te Amster
dam. Gangbare Nederlandsche gouden
tien- en vijfguldenstukken kunnen, be
halve bij de hoofdbank van de Neder
landsche Bank, ook worden ingeleverd
bij haar bijbank te Rotterdam of bij
een harer agentschappen. De betaling
van den koopprijs zal behalve bij
aankoop van gangbare Nederlandsche
gouden tien- en vijfguldenstukken
over het algemeen eerst kunnen ge
schieden nadat het goud bij de hoofd
bank van de Nederlandsche Bank is
nagezien en gewogen. Desgewenscht
kan de inlevering ook geschieden door
bemiddeling van een particuliere bank
instelling of een commissionnair deze
brengen hiervoor een kleine provisie in
rekening.
Ingezetenen, wier namen met een
der letters N en volgende van het
alphabet beginnen, kunnen nadere be
kendmakingen afwachten. Indien zij de
voorkeur er aan geven hun goud reeds
thans aan de Nederlandsche Bank te
verkoopen, bestaat daartegen geen be
zwaar.
Verzamelingen van gouden munten
behoeven voorloopig niet te worden
ingeleverd. Als verzamelingen kunnen
slechts worden beschouwd collecties
die uit ten minste tien verschillende
stukken bestaan, en die een handels
waarde hebben, hooger dan met de
goudwaarde der gezamenlijke stukken
overeenkomt. Verzamelstukken behoe
ven eveneens voorloopig niet te worden
ingeleverd. Als verzamelstukken kunnen
slechts gouden munten worden be
schouwd, waaraan een belangrijk hoo
gere handelswaarde kan worden toe
gekend dan met de goudwaarde over
eenkomt. In twijfelgevallen vrage men
onder de vermelding van het jaartal
van de desbetreffende munt (en) bij de
Nederlandsche Bank een beslissing.
Op grond van het enkele feit, dat
In beginsel worden de met de parti
culiere molestverzekeraars gesloten
molestpolissen in stand gehouden. Het
bepaalde in artikel 18 brengt echter
een belangrijke verlichting in de na
koming der verplichtingen, die de
aangeslotenen met de molestverzeke
ring op zich hebben genomen. Het
gevolg van het artikel is immers, dat
de van Rijkswege te verleenen bij
dragen in mindering komen van de
omslagen, die zonder uitkeeringen van
Rijkswege den aangeslotenen zouden
zijn opgelegd. Het Rijk neemt der
halve een deel, zoo niet het geheel,
van de verplichtingen van de verzeke
ringsinstellingen en daarmede van de
aangeslotenen over en wel voorzoover
de van Rijkswege uit te keeren bij
dragen zouden samenvallen met de
uitkeeringen, waartoe de verzeke
ringsinstellingen overeenkomstig haar
statuten, reglementen en polissen zijn
gehouden.
Voor zoover krachtens verzekering uit
keeringen moeten worden gedaan naast
of boven de bijdragen van het Rijk, blijft
de instelling tot nakoming harer verplich
tingen op den overeengekomen voet ge
houden, terwijl zij daarvoor den bedon
gen omslag van de aangeslotenen kan
vragen.
sluit tot algeheele invoering van de stan
daard-vuilnisemmers in de tegenwoordige
omstandigheden nog in de daarvoor ge
stelde vijf jaren zal kunnen worden uit
gevoerd.
Om non op dat verschèinsel zelf
brom te komme as er zoaveul visch
tegelik anspoelt, datte der verscheie
strangjutters ’n knappe zooi van in de
wacht sleepe kenne, dan mot dat toch
vast en zeker z’n beteekenis ebbe. ’tBe-
wèist iet allien, dat de visch al bezonder
dicht onder de wal mot zitte. maar voor
al oak. dat er ’n machte visch anwezig
weze mot. En dat die gevolgtrekking ’n
grond van waar-èid bevat, wordt ook be-
weze deur ’t feit, datte de loggers van de
week dicht teuge de wal an veul visch
evange-n-ebbe. En dan nog ’n aare ge
volgtrekking: as er dicht onder de kust
en midde-n-op den dag zoa’n mennigte
visch zit, wat mot er dan op 't oagen-
blik gien groate rikdom van visch in die
per waeter anwezig weze!
Wat mot zoa’n vischje z’n èige toch
onnoemelik gaauw kenne-n-ontwikkele.
Gaet allien maar ’s nae welke korte
spanne tèis de mèiste vischgronde nog
maar braek elege-n-ebbe. En oe duiède-
lik de gunstige invloed daervan op de
vischstand merkbaer is. Datzelfe ver
schèinsel ebbe we oak al ’n paer keire
met de aèringvisscherij mee-emaekt. Ge-
loaf maar zeker, dat we de eirste jaere,
as alles achter de rug mag weze, om gien
aèrinkje en vischje verlege zelle zitte!
Over ’t algemien benne der van de
week weer aerdige besomminkies uièt-
egaen. Verlede week liep 't weertje erg
teuge. Maar van de week tot midde-n-in
de week toe teminste, was 't best visch-
weer. En dan zie je. dat er nog wel wat
evange ken worde, al zitte we zoawat in
de winter. De èile trawlvisscherij, vooral
op de kust, is vernaemelik van’t weer
of-ankelik.
Wat was ’tvan de week 'n levend
draedje in de vischloos. Je ken deg van
zegge wat je wul, maar ’t was 'n smul
om die drukke beweging an te zien. Op
iene dag, dat was Weunsdag, wier der
voor 10.500 besomd. Dat was ’n rekord-
dag. Nog nooit was dat met vorsche
visch vóór-ekomme. Maar de aare dag al
wier dat oagtepunt weer overschreeje.
Verloape Donderdag liep de omzet over
de elf duièzend guide. En dan wazze der
nog enkelde loggers en kotters, die der
visch tot de aare dag toe an boord iele,
't Omzetcèifer zou aars nog belangrik
oager eloape-n-ebbe.
KEES DE KLINKER.
de plannen ontworpen door den streek
plannendienst in Noord-Brabant, voor
Roosendaal en Nispen door ir. P. Ver
hagen uit Rotterdam en voor Wychen
door den architect F. Schutz uit 's Her-
togenbosch.
Inschrijvingen niet overdraagbaar
In overeenstemming met de gebonden
heid aan het doel, waarvoor zij zijn be
stemd, nl. om te worden besteed voor
wederopbouw zijn de inschrijvingen niet
overdraagbaar dan met toestemming va’n
den Algemeen Gemachtigde voor den we
deropbouw. In verband daarmede moet
ook de bepaling worden gezien, dat de
hypotheekhouders niet gerechtigd zijn op
de hoofdsom der inschrijvingen verhaal
uit te oefenen. Op de rente kunnen zij
zich voor ten hoogste drievierde verha
len. Dit zal kunnen geschieden door aan
den directeur van de Grootboeken te
Amsterdam, die met het houden van dit
Grootboek zal worden belast, een eenvou
dige mededeeling te doen, dat hypotheek
houders uitbetaling van het hun toeko
mend gedeelte van de rente tegemoet
zien door overschrijving op hun girore
kening. Hiervoor zullen nog nadere rege
len worden gesteld. Vindt uitbetaling der
bijdragen in contanten plaats, dan wordt
daarbij met de rechten van hypotheekhou
ders en andere zakelijk gerechtigden reke
ning gehouden.a
Op de vraag: Hebben B. en W. de over
tuiging, dat de politie op het oogenblik
,n staat is. haar taak volkomen naar be
hooren te vervullen? wordt geantwoord:
Zooals de Raad bekend is, werd in de
latere jaren om financieele redenen, zij
h®t noode het politiecorps tot het uiterste
“ePerkt. Het werd weder versterkt door
"e Uitbreiding met 310 man uit de voor-
toalige Nederlandsche weermacht, waar
door de mogelijkheid van doeltreffend
^treden aanmerkelijk is toegenomen.
"Ovendien kan in bijzondere gevallen de
hulp van de marechaussee worden in-
Seroepen
^ntusschen blijft de aandacht van B en
op deze aangelegenheid gevestigd.
Zeer vele leden bespraken de ernstige
“geregeldheden, welke in den laatsten
“ld op verschillende plaatsen in de stad
ontstaan, vooral bij het colporteeren van
“laden. Zij drongen aan op het treffen
an afdoende maatregelen, opdat vecht-
partijen e.d. worden voorkomen.
Hierop antwoorden B. en W_: Overleg
"i^schen de onderscheidene hooge politie.
t°riteiten heeft geleid tot maatregelen
Onteigening
Een andere complicatie biedt het geval,
dat de ondergrond onteigend wordt. De
hypothecaire inschrijvingen en andere
zakelijke rechten worden dan in de open
bare registers doorgehaald. Voorzoover
de betaling van de vergoeding voor
onteigening wordt uitgesteld, vindt
schrijving daarvan, alsmede van
verzekeren. Behoudens onvoorziene stag
natie in de aflevering zal dit „vijfjaren
plan” aan het eind van 1941 zijn voltooid.
Sneeuwruimen.
Is er nu een behoorlijke regeling voor
het sneeuwruimen getroffen? Zoo ja, dan
zou men daarvan gaarne kennis willen rie
men. Is daarbij ook rekening gehouden
met de omstandigheid, dat de motortrac-
tie is verdwenen?
De wintercampagne is elk najaar een
punt van ernstige overweging. Inderdaad
is er dit najaar rekening gehouden met
de moeilijkheid, dat er eventueel geen
benzine toegewezen zal worden voor het
automaterieel, dat gewoohlijk wordt ge
bruikt bij de bestrijding der gladheid van
het wegdek en het ruimen van sneeuw.
Vele leden vroegen wederom naar de
uitvoering van de bouwplannen van de
vereenigingen „Beter Wonen”, „Luctoret
Emergo” en „Ons Huis”. Kunnen B. en
W. mededeelen, waarom nog niet tot aan
besteding van die woningcomplexen is
overgegaan? Met het oog op het dreigende
woningtekort zal met den bouw spoed moe
ten worden betracht.
De aanbesteding van de bedoelde wo
ningcomplexen heeft nog niet plaats ge
had, hoewel de bestekken van twee der
drie bouwplannen reeds vóór het uitbre
ken van den oorlog gereed waren. Dé
goedkeuring op de desbetreffende raadsbe-
sluiten van 4 Maart 1940 hebben de Ge-
dep. Staten op 6 Augustus 1940 verleend.
B. en W. zetten vervolgens uiteen, dat
de vereischte goedkeuring van den Alge
meen Gemachtigde van voor den Weder
opbouw niet is verkregen.
Niettemin wordt thans overwogen, of
het mogelijk is deze plannen alsnog tot
uitvoering te brengen met uitschakeling
van die materialen, waaraan een uitge
sproken tekort bestaat. Echter zal deze
vervanging van materialen een verhoo-
ging der bouwkosten tengevolge hebben,
boven en behalve die, welke rechtstreeks
uit de prijsstijging der bouwmaterialen
voortvloeit.
Vervolg en slot
Het besluit gaat ervan uit, dat voor
hypotheekhouders en andere zakelijk ge
rechtigden, die mede betrokken zijn in
de schade door den eigenaar geleden,
geen afzonderlijke vergoeding wordt ver
leend. In de vergoeding aan den eigenaar
van het onroerend goed toe te kennen,
dienen ook de hypotheekhouders en an
dere zakelijk gerechtigden het herstel
van hun beschadigde rechten te vinden.
Het eenvoudigste geval, dat de eigenaar
uit de Rijksbijdrage en verder met eigen
middelen of met geld van den eersten
hypotheekhouder den wederopbouw finan
ciert, levert geen moeilijkheden op.
Minder eenvoudig ligt het geval, in ien
een derde het boven de Rijksbijdrage
eventueel voor den herbouw benoodigd
bedrag moet verschaffen en daarvoor
hypotheek verlangt. Alsdan dient de
rangorde te worden bepaald van bestaan
de hypotheken ten opzichte van nieuwe
geldschieters, daar de laatsten wel geen
genoegen zullen nemen met een rang
naar den datum van inschrijving, der
halve achter alle bestaande inschrij-
vingen Worden partijen het daarb.j met der zoo sober te zijn dat deze geldschie.
ters binnen het kader der hiervoor te trek
ken richtlijnen bereid kunnen worden ge
vonden om hun gelden in den wederop
bouw van Nederland uit te zetten. Bui
ten het terrein van de volkshuisvesting,
waarop Rijkshulp hier te lande traditio
neel is, is hierbij in beginsel voor de
Overheid geen taak weggelegd. Slechts
in gevallen, waarin, zooals bij de volks
huisvesting, een sociale taak zulks tot
plicht maakt, zullen van Rijkswege ver
dere middelen bij wijze van voorschotten
in den regel onder eerste hypothecair
verband kunnen worden beschikbaar ge
steld, waarbij dan de kosten van den her
bouw tot het uiterste zullen moeten wor
den teruggebracht. Overigens dient het
particuliere kapitaal bij den wederop
bouw in Nederland zij normale risico
dragende functie uit te oefenen Naar
mag worden aangenomen, zullen de Ne
derlanders voldoende vertrouwen, in de
toekomst van eigen land stellen, om deze
taak te volbrengen.
’t waere zelf vroege-n-om oppepakt en
in de pan egoaid te worde, neen, dat
ging ons begrip te bove. We adde wei
meir èigenaerdige dinge In ons leve
mee-emaekt, maar zoa-iets aane we nog
noait beleefd. Onze Jochem was al
buiètegeweun in z’n sas. As die visch
ziet 't mag dan èilbot. tarbot of wij
ting weze dan lacht z’n èile tronie.
En geloaf maar zeker, dat ie in den
regel sekuur an z’n porsje weet te kom
me. Maar ier was er gien netje, gien
saai-inkje, gien vischlijntje in zèi eweest
en kwamme de levende vischies der èige
zelf anbieje, om mee-enome te worde,
’t Leek wel of we in Luilekkerland
terecht ekomme wazze.
In tèid van ’n snuf aane onze
Jochem en ik onze zakdooke vol met de
moaiste wijting. We konne de beste
vischies uiètzooke. „Dat gaet èil wat
makkeliker as braem zooke, Jochem!”
maar Jochem aa gien tèid om antwoord
te geve. In de eirste opwelling wou die
't reisje nae Kattek deurzette. In Kattek
èit ie kennisse bij de vleet en dan was
’t z’n bedoeling om daer te laete koke-n-
en bakke. Maar toe die an Jaenekee-e
doch en in z’n verbeelding dat verge
noegde gezicht al voor dem zag, dat ze
gemiendelik opzette ken as ie met visch
thuiès komt, toe was er gien ouwe
meir an.
We namme groate stappe, om maar
gaauw thuiès te weze. Onze Jochem was
de koning te groas. De würreld was te
kléin voor dem, ij praette onderd uièt.
„Aane we non maar zoa’n ouwerwesse
opdregerspunt mee-enome, dan aa der
nog ’n dubbeld daggeld voor ons over-
eschote-n-oak. En non magge Baert-out
en Ment nóg zoa jeloersch op ons weze,
maar ze krèige der gien vischje van.
’tls alles voor Jaenekee-e. Azze zuièlie
visch machtig worde!, dan kenne ze
Jocheme niet. De aare dag vertelle ze
dan in geure-n-en kleure, oe-e ze der
van esmuld ebbe. Wat ebbe we arj die
klante?”
Zoa onder ’t gezellige bromme van
onze Jocheme deur, aane we z’n uiès
weer berèikt en toe Jaenekee al die
visch gewaer wier, vloog ze Jocheme om
z’n nek In vordere bezonder-eedes ken
ik iet treeje, maar dat wul ik er nog wel
van zegge: ’t leek wel of ’teen pas ge
trouwd spannetje was!
Vanwege het regeeringscommissa-
riaat voor den Wederopbouw is thans in
's-Hertogenbosch een bijeenkomst voor
de vertegenwoordigers van de dagbla
den gehouden, waarin het hoofd van den
persdienst van het commissariaat, de
heer H. Kroon, bijzonderheden heeft
verstrekt over wat in de provincies
Noord-Brabant en Limburg zal geschie
den. In deze beide provincies draagt de
verwoesting een verspreid karakter. De
gevallen van vernielingen en schade
worden aangetroffen van de Maas
aan de uiterste Zuidwestpunt
Noord-Brabant. Vele van deze verwoes
tingen vonden haar oorzaak in het laten
springen van bruggen over de groote
rivieren. Daarbij werd vooral schade
aangericht in Maastricht, Blerick,
Weer, St. Oedenrode èn Vegchel. Ook
zijn er, vooral in Noord-Brabant, geval
len van verwoestingen, welke zijn ont
staan door min of meer toevallige oor
zaken, of tengevolge van maatregelen
door onze eigen defensie.
De vernielingen en schadegevallen lig
gen dus in beide provincies zeer ver
spreid. Waar echter gevechtshandelin
gen hebben plaats gehad, zijn de sporen
daarvan in een meer geconcentreerde
vernieling achter gebleven. Deze vindt
men vooral in Eijsden, Katwijk a.d.
Maas, Mill. Zevenbergen en Zevenberg-
schenhoek, Etten en Roozendaal. Daar
naast zijn er vele plaatsen, waar aan
zienlijke schade is veroorzaakt, zij het
in mindere mate dan in de eerst ge
noemde. Hiertoe behooren onder meer
de gemeenten Escharen, Zeeland, Cuyk,
Deurne, Boxtel, Tilburg. Gilze-Rijen,
Mierlo, Breda, Ginneken, Princenhage
en Putte.
Voor den wederopbouw van de ver
woeste plaatsen en voor het herstel van
de aangerichte schade moest allereerst
worden gezorgd, dat de stedebouwkun-
dig noodzakelijke verbeteringen werden
aangebracht. Hoe karakteristiek
van de genoemde plaatsjes ook
en hoe zeer het behoud van eigen ka
rakter zal worden bevorderd, de toe
stand in al deze plaatsjes was nergens
zoo ideaal, dat verbetering niet moge
lijk zou zijn. In de eerste plaats moest
gestreefd worden naar aanpassing aan
de eischen van het moderne verkeer,
terwijl voorts ook de volkshuisvesting
in sommige gevallen dringend verbete
ring behoefde.
Bij den opbouw is dus zeer in het
bijzonder rekening gehouden, niet in de
fouten te vervallen, welke aan den vroe-
geren toestand kleefden. Het nieuwe,
dat zal verrijzen, moet in alle opzichten
verantwoord zijn en ook ons nageslacht
bevrediging kunnen schenken.
Nu was het niet noodzakelijk om voor
al deze gemeenten een wederopbouw-
plan in den eigenlijken zin van het woord
op te stellen. In vele gevallen kon wor
den volstaan met herbouw op de oude
plaats en het aanbrengen van eenige
verbeteringen. In enkele gemeenten, was
reeds een uitbreidingsplan, waarvan de
uitvoering nu tengevolge van de aange
richte vernielingen kon worden bespoe
digd, onder meer is dit in Maastricht
het geval. Ook in Blerick, Weert, Etten
en Leur, Mill en Putte werd meer of
minder ernstige schade toegebracht. In
al deze gevallen wordt van de gelegen
heid gebruik gemaakt, technische vér.
beteringen aan te brengen en verschillen
de fouten te corrigeeren. Zoo wordt in
Mierlo een nieuwe brug gebouwd, in
Mill een bermsloot gedempt en tevens
een nieuwe en betere afwatering gegra
ven. In Putte worden enkele verkeers-
verbeteringen tot stand gebracht.
Ook te Katwijk a.d. Maas zijn na veel
voorbereidend werk thans alle schaden
geregeld, de teekening bijna gereed en
staan van verschillende bouwen de aan
bestedingen voor de deur.
Herbouwplannen in den eigenlijken zin
van het woord zijn opgestelde voor de ge
meenten Roosendaal. Zevenbergen, Ze-
venbergschenhoek, Boxtel, St. Oeden
rode en Wychen.
Voor de gemeenten Boxtel, St. Oeden
rode. Zevenbergen en Zevenbergschen
Hoek, Putte en Katwijk a.d.Maas zijn
De wondere benne de würreld nog
iet uièt, zegt ’t ouwe spreekwoord. Dat
ebb-n-onze Jochem en ik saeme verlede
week op gien ongezellige menier weer
ondervonne. We zoue’n kuier-endje gaen
doen langs strang nae Kattek. As
Jochem enkelde daege gien Kattekers
ezien eb. dan èit ie gien rust, maar toch
aane we moeielik van tevore kenne den-
ke, wat de rede weze zou, waerom owe
we de lengte van Kattek iet aele zoue.
Datte we zoa ongedocht weg nog met
’n flinke zooi visch thuiès zoue komme,
ken je wel overkomme as je nae de
vischloos gaet, maar iet van de richting
van strang vandaen. ’tls al dürtig, veir-
tig jaer eleeje, datte de bommeties met
der visch op strang landede. En 'twon-
derlikste van alles was nog wel, datte
de vischies geweunweg nae ons toe
kwamme zwemme, zonder datte we der
’n voet voor verzet aane.
De lezers van de Klanke zelle wel
denke, dat ik bezig ben om ze ’n sprook
je wèis te maeke. En toch èit ’n derge-
lik taffereeltje z’n èige letterlik zoa ovve-
speuld We aane 't Wassenaersche Slag
nog iet te pakke-n-of we zagge-n-op ’n
zeker oagenblik an de naed van 't waeter
enkelde vischies spartele. „Wul je wel
geloave," zèit onze Jochem, „dat er daer
levende visch anspoelt?” We stonge
mekaar an te kikke owe we waeter zag-
ge brande. Zoa oud azze we wazze. maar
zoa’n gevalletje aane we van z’n leve
nog iet bij-eweund. Dat er ’n paer keire
in je leve wel der is ’n potvisch anspoelt,
die z’n stier kwèit eraekt is. daer benne
we wel meir getuiège van eweest. En
dan ken 't een enkelde keir in ’n jaer
wel er is gebeure. dat er ’n levend visch
je op de strang egoaid wordt, ’t Interes
santste geval kwam ’n paer jaer eleeje
voor, dat er ’n groate, levende kawwe-
laauw lag te spartele. ’n Gelukkige
strangjutter ma.ekte der nog züs guide
voor. De man wis iet. wat 'm overkwam.
Maar onderde levende wijtinkies
met enkelde gulle der tussche, die as
De voornaamste der slotbepalingen,
opgenomen in afdeeling III van het be
sluit, is artikel 18, waarin wordt gere
geld welke de invloed is van de van
Rijkswege te verleenen bijdragen op de
particuliere molestverzekeringen.
Bijzondere voorziening
Een bijzondere voorziening ten bate van
den eersten hypotheekhouder is nog ge
troffen, voor het geval degene op wiens
naam de inschrijving staat niet tot her
bouw binnen 5 of 3 jaar overgaat. De
rechten van de hypotheekhouders zouden
alsdan kunnen worden gelaedeerd in ver
band met het ophouden der rentevergoe
ding, terwijl, zoolang de besteding voor
herbouw niet verzekerd is, de inschrij
ving niet wordt uitgekeerd.Zij kunnen
bereiken, dat de inschrijving toch voor de
volle honderd procent tot uitkeering
komt, doordat met goedkeuring van den
Algemeen Gemachtigde voor den Weder
opbouw de inschrijving op hun naam kan
worden overgeschreven ten beloope van
het bedrag hunner hypothecaire vordering,
zij moeten dan zelf tot herbouw overgaan.
Overigens kunnen de ingeschrevenen
met toestemming van den Algemeen Ge
machtigde hun inschrijvingen overdragen
aan een derde, mits deze ook den her-
bouwplicht overneemt en een door den Al
gemeen Gemachtgde goed te keuren bouw
plan bij dezen heeft ingediend. De toe
stemming wordt slechts verleend als vol
doende zekerheid bestaat dat die plannen
tot uitvoering zullen komen. Tevens moet
een regeling getroffen zijn inzake de aan
spraken van hypotheekhouders en andere
zakelijk gerechtigden, ten aanzien van het
nieuw te stichten onroerend goed.
Het particuliere kapitaal
In het voorgaande is tevens naar voren
gekomen, dat de financiering van den we
deropbouw, voorzoover deze niet uit de
Rijksbijdragen kan geschieden, wordt be
schouwd als een taak van het partculiere
kapitaal. De bouwplannen dienen derhal
ve zoo te worden ingericht, in het bijzon-
eens, dan beslist de Algemeen Gemach- i
tigde voor den Wederopbouw, met inacht
neming van nader te stellen richtlijnen
ter waarborging van de rechten van oude
hypotheekhouders.
In den regel zal daarbij
eersten hypotheekhouders voor de
waarde van den ondergrond plus voor
een deel van de schadevergoeding voor
het betreffende goed te verleenen, bij
executie voorrang op de opbrengst van
het goed worden gelaten.
Voor het restant verkrijgt de oude
eerste hypotheekhouder eventueel
hypotheek van lateren rang achter
nieuwen geldschieter; de r1-
schieter zou derhalve voor
van zijn vordering tweede hypotheek
verkrijgen, tenzij hem bijzondere rechten
van eerste hypotheekhouders, zooals dat
tot eigenmachtigen verkoop ingevolge ar
tikel 1223 B.W.zouden kunnen worden
toegekend. Dit zou bij afzonderlijk besluit
moeten worden geregeld.