De Gemeentebegrooting 1941 voor Besluit inzake de materieele oorlogs schade Haagsche Courant van Zaterdag 7 December 1940 BINNENLAND antwoord van en van Scheveningsche klanken DERDE BLAD, PAGINA 1. Algemeen Verslag met de B. memorie van W. De rechten van hypo theekhouders en andere zakelijke gerechtigden De Rijksbijdragen en de particuliere molest verzekering De wederopbouw van Brabant en Limburg van Maatschappelijk Hulpbetoon De samenstelling het brood Reinigingsdienst Volkshuisvesting Openbare werken Tegenspraak van hardnekkig gerucht De afzonderlijke hoofdstukken Volkshuisvesting De plannen voor ernstig getroffen gebieden Inlevering van goud Geen bloembollen, geen broodschurft Bevordering woningbouw de zij Men zie ons blad van 4, 5 en 6 dezer. toen CVL Openbare veiligheid Bezoldigingen hooger politie personeel Enkele leden waren van meening, dat de bezoldiging van het hoogere politie personeel te laag is in vergelijking met de belooning van het lagere personeel. Zij zouden gaarne zien, dat B. en W. deze aangelegenheid onderzochten. B. en W. zijn bereid een onderzoek in te stellen. vele waren tot van de in de den ouden voor Men zou gaarne vernemen of het be- een den nieuwe geld- het bedrag eischen, welke voor gemeentedienst zijn gesteld, daarvoor niet in aanmerking Mededeeling van de Neder landsche Bank De strenge vorst gedurende de maanden Januari en Februari van dit jaar en het slechte zomerweer hebben de bezetting van de algemeene markt zeer ongunstig beïnvloed. Uiteraard was de exploitatie dier markt ook gedurende de maand Mei j.l. onbevredigend. Aan marktgeld is ge durende Januari, Februari en Mei in 1939 5.909 en in 1940 slechts 3405 ontvangen. Voorts wordt, als gevolg van de Ver ordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betref fende beperking van het reizende uit oefenen van een bedrijf, van 7 September 1940 no. 129, een groot deel der markt door kooplieden van buitenaf niet bezet. Vervolgens is de bezetting teruggeloo- pen, in verband met de verschillende distributiebepalingen, den geringen aan voer van visch en de verduisteringsmaat- regelen. Gedurende het tijdvak van 1 Januari t.m. Iv November bedroeg het aantal ver huurde kramen in 1939 42.070. in 1940 34.033 en de opbrengst van het merktgeld in 1939 ƒ22.544 en in 1940 ƒ18.811. Intusschen doet het verschijnsel van teruggang zich niet alleen hier ter stede voor. Integendeel gaan alle markten ge bukt onder de huidige moeilijke tijdsom standigheden. Toch mag over het bezoek aan de algemeene markt te dezer stede niet worden geklaagd. Het groot aantal gestalde rijwielen, dat van 1 Januari 1940 tot en met 18 November d.o.v. 276.257 be droeg tegen 256.261 gedurende hetzelfde tijdvak in 1939, toont zulks aan. (Wordt vervolgd.) Wederopbouw boerderijen De spoedige wederopbouw van ver woeste of beschadigde boerderijen was van het grootste belang met het oog op de voedselvoorziening van ons land. Om een spoedige en vlotte behandeling van deze kwestie te verkrijgen kwam een overeenkomst tot stand tusschen de directie van de Wieringermeer in Alk maar en den directeur-generaal voor de voedselvoorziening in den Haag, waarbij de bouwkundige afdeeling van de Wieringermeer, onder leiding van haar hoofd, den heer A. D. van Eek, als „bureau wederopbouw boerderijen” werd ingeschakeld. Het hoofdbureau is in Amersfoort gevestigd en daarnaast zijn er vijf distributiebureaux, n.l. in Amersfoort, Deurne, Dordrecht, Mill en Veenendaal en ten slotte nog een bu reau voor verspreide gevallen, dat eveneens in Amersfoort is gevestigd. In Nederland zijn in totaal 527 boer derijen verwoest. Bij het maken van teekeningen en plannen bleek, dat er in verscheidene gevallen een wanver houding was gegroeid tusschen de grootte van de boerderij en die van het daarbij behoorende bedrijf. Men wil thans van de gelegenheid gebruik ma ken om in dezen toestand zooveel mo gelijk verbetering te brengen en daar om worden als norm voor den her bouw aangenomen de minimum afme tingen en de soberste bouw voor een boerderij, welke in verband met den omvang van het bedrijf noodzakelijk is. Wenscht een eigenaar meer of grooter te bouwen dan voor zijn bedrijf noodig wordt geacht, dan wordt hij daartoe in de gelegenheid gesteld, terwijl de hoo gere kosten daarvan voor zijn rekening komen. om herhaling van de ernstige ongeregeld, heden te voorkomen. Deze herhaling is toen uitgebleven. De vraag werd gesteld, of het politie toezicht vooral in de nachtelijke uren wel voldoende is. Als men ziet hoe sommige lieden des nachts gelegenheid blijken te hebben om van de wit- en teerkwast mis. brink te maken, zou men geneigd zijn deze vraag ontkennend te beantwoorden. Hierop luidt het antwoord: Al is al- geheele verhindering van het euvel bij volslagen duisternis uiteraard onmogelijk, de politie tracht met intensieve surveil lance zooveel mogelijk te voorkomen, dat des nachts lieden van de wit- en teer kwast misbruik maken. Reeds werden verscheidene personen aangehouden. Verkeeraanwijzing van voorrangswegen Enkele leden vroegen, hoe het thans staat met de invoering binnen deze Ge meente van voorrangswegen, in aanslui ting aan de reeds bestaande groote ver bindingswegen. Zij vonden het van groot belang, indien daartoe zou worden over gegaan. B. en W. hebben in beginsel besloten tot het aanwijzen van een aantal voor rangswegen binnen de Gemeente. Om trent de uitvoering wordt nog overlegd met het Rijk. •Rijksbijdrage, in het Grootboek voor den Wederopbouw plaats. De hypotheekhou ders en andere zakelijk gerechtigden ma ken dit tusschenstadium op den weg naar de nieuwe eigendomsverhoudingen even eens door. Bij de inschrijving wordt n.l. melding gemaakt van de hypotheken en andere zakelijke rechten, welke, voor het intreden van de schade, op de betrokken goederen rustten, opdat daarbij bij uit gifte van nieuwen grond aan den eige naar, waarop de nieuwbouw zal verrijzen, zal worden rekening gehouden. De rech ten worden alsdan op den nieuwen grond gevestigd ten bate van de oude recht hebbenden, voor wat betreft hypothecaire rechten, eventueel met een verschuiving in de rangorde, zooals hiervoor beschre ven, voor het geval een nieuwe geld schieter toetreedt. Door vroegtijdige bestelling der nog noodige standaard-vuilnisemmers is ge tracht de algeheele invoering daarvan te Ook van andere zijde werd er op aan gedrongen om den woningbouw niet stop te zetten, doch dezen zooveel mogelijk te bevorderen. Er is inderdaad alle aanleiding om, in dien de omstandigheden in het bouwbe drijf zulks eenigszins toelaten, den wo ningbouw voort te zetten, teneinde te voorkomen, dat toestanden ontstaan als na den oorlog van 1914-1918, ver klaren B. en W. Het gering aantal woningen, dat in 1939 en 1940 ge reed is gekomen en het zeer gering aan tal, dat thans in aanbouw is, stemmen weinig hoopvol voor de toekomst ten aanzien van de volkshuisvesting van lage huurwaarde. Verbetering van arbeiderswoningen Hoe staat het met de uitvoering van de premieregeling voor de verbetering van z.g. ongewilde woningen zoo vroegen eenige leden. B. en W. antwoorden hierop Tot dusverre zijn premies toegekend voor de verbetering van 39 woningen, toebehoorende aan 7 verschillende eige naren. De tot dusver aangebrachte verbeterin gen bestaan in hoofdzaak uit het wegbre ken van alkoven en bedsteden, het verbe teren van daken, het aanbrengen van sa nitaire toiletten, het aanbrengen van gas en electrische leidingen, een en ander veelal gecombineerd met het uitvoeren van achterstallig onderhoud. Aan de* premie-regeling is op ruime schaal bekendheid gegeven, terwijl maat regelen zijn getroffen om een vlotte af wikkeling van ingekomen aanvragen te waarborgen. Zeer waarschijnlijk is het feit, dat slechts op bescheiden schaal is gebruik gemaakt van de regeling, te wijten aan de omstandigheid, dat de „ongewilde” woningen grootendeels behooren tot de hofjeswoningen, d.z. in den regel rug- aan-rug-woningen, welke niet met kleine middelen zijn te verbeteren. Ook moet niet uit het oog worden ver loren, dat vooral bij ingrijpende verbete ringen toch in elk geval een belangrijk deel der totaalkosten ten laste van den eigenaar blijft. Ten slotte spelen ook de gestelde huurgrens van 6.per week en de noodzakelijkheid om medewerking te verkrijgen van de hypothecaire credi teuren in dezen een rol. Ook lijkt het zeer waarschijnlijk, dat bij de huidige materiaalschaarste en mate- riaalprijzen, vele eigenaren, die anders wellicht tot verbetering overgegaan zou den zijn, daarvan zijn teruggeschrikt. Enkele leden stelden de vraag, hoe het staat met de herziening van de bouw en woonverordening. B. en W. zijn van oordeel, dat het in de huidige omstandigheden geen aanbeveling verdient de herziening der bouw- en woon verordening aan de orde te stellen. Hoe staat het met de bezetting van de algemeene markt Is deze bevredigend of is een belangrijke teruggang merk baar Op deze vragen antwoorden B. en W. Het centraal bureau voor het bak kersbedrijf deelt het volgende mede Het hardnekkige gerucht doet de ronde, dat bloembollen mede ver werkt worden bt) de vermaling van tarwe en rogge tot bloem en meel als grondstof voor de broodbereiding. Het centraal bureau spreekt deze geruch ten tegen en deelt mede, dat de samen stelling van het tegenwoordige brood is als volgt wittebrood 65 pCt. tarwe en 35 pCt. rogge, bruinbrood 75 pCt. tarwe en 25 pCt. rogge, roggebrood 100 pCt. rogge. Ook de klachten, dat het z.g. oor- logsbrood als gevolg zou hebben het optreden van op schurft gelijkende huid-aandoeningen, zijn onjuist, zooals blijkt uit een verklaring van den ge neeskundig hoofdinspecteur van de volksgezondheid, dr. C. Banning, ge publiceerd in het tijdschrift van ge neeskunde van Zaterdag 30 Novem ber j.l. Het centraal bureau voor het bak kersbedrijf doet een dringend beroep op het publiek om zich door dergelijke praatjes niet ongerust te laten maken. De overheid doet, in samenwerking met het bakkersbedrijf alles wat mo gelijk is om den consument een gezond en voedzaam stuk brood voor te zet ten. Aantal armlastigen niet gedaald Van verschillende zijden werd hulde gebracht aan de leiding en het personeel van den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, die zich in dezen buitenge wonen tijd op zoo’n loffelijke wijze van hun taak kwijten, bij welke hulde B. en W zich gaarne aansluiten. Eenige leden uitten hun verwondering over het feit, dat het subsidie voor dezen dienst, ondanks de daling der werkloos heid, weer met ruim 800.000 is geste gen. B. en W. antwoorden hierop: De daling van het aantal werkloozen is niet ge paard gegaan met de daling van het aan tal armlastigen. Het gemiddeld aantal armlastigen, dat wekelijksche ondersteuning ontving, be droeg over het 1ste halfjaar 1939 11.497 en over het 1ste halfjaar 1940 12.078. Bo vendien wordt thans een duurtebijslag van 5 pCt. boven de uitgekeerde steun bedragen verstrekt, welke bijslag nog niet werd verleend. In verband met de verwachte daling van het aantal werkloozen zijn de uitga ven voor werkloosheidsvoorziening ruim ƒ1.425.000 lager geraamd dan de desbe treffende werkelijke uitgaven over 1939. Een lid wees op de zaak-Giesekam. Naar de meening van dit lid is deze kwes tie een bron van beroering en onrust, omdat iemand onrecht werd aangedaan en omdat eenvoudig geweigerd wordt dit onrecht ongedaan te maken, ongeacht de armoede en de verbittering, welke hier van het gevolg zijn in een arbeidersgezin. B. en W. zijn van oordeel, dat Giese- kam geen onrecht is aangedaan. Aangezien hij niet voldeed aan één der „„Ik,. .v„; een benoeming in Wijken kon hij komen. De strekking van de regeling De strekking van de regeling is derhal ve, dat de Rijksbijdragen in de plaats treden van de uitkeeringen der molesf- verzekeraars en dat de deelnemers be vrijd worden van de betaling van pre mies en omslagen noodig om de som otj- een te brengen, waarvan het Rijk den molestverzekeraar ontlast, terwijl voor het overige de molestverzekering in stand wordt gehouden. Voor gevallen waarin boven of naast de Rijksbijdragen de molestverzekeraars tot het doen van uitkeeringen verplicht blijven, worden ook tot ’t daarvoor benoodigde bedrag omslagen van de aangesloten verzekerden geheven, doch niet tot een hooger bedrag dan voor deze schadeuitkeeringen uit de omslagen beschikbaar zouden zijn geweest, indien het Rijk de verplichtingen der molest verzekeraars voor het in het besluit be paalde gedeelte niet zou hebben overge nomen. Deze beperking houdt verband met het door de meeste molestverzekeraars aan genomen beginsel, dat de te heffen omslag een bepaald percentage, b.v. 3 pCt., van de verzekerde waarde niet zou kunnen overschrijden. Om dubbele uitkeeringen te voorkomen, dienen de verzekeringsinstellingen de door het besluit genoemde inlichtingen te verstrekken aan het departement van Financiën, afdeeling Oorlogsschade, Groenhovenstraat 1, hier ter stede. De Nederlandsche Bank N.V. maakt bekend, dat zij thans de ingezetenen wier namen beginnen met een der let ters I, J, K, L en M, voor zoover nog goud in den zin der deviezenver- ordening in eigendom hebben of daar over het beschikkingsrecht hebben als bedoeld in artikel 9, vijfde lid der deviezenverordening, oproept dit goud vóór 20 December 1940 aan de Neder landsche Bank te verkoopen en over te dragen. Het goud kan op iederen werkdag, behalve des Zaterdags, tusschen 10 en 12 worden ingeleverd bij de hoofdbank van de Nederlandsche Bank te Amster dam. Gangbare Nederlandsche gouden tien- en vijfguldenstukken kunnen, be halve bij de hoofdbank van de Neder landsche Bank, ook worden ingeleverd bij haar bijbank te Rotterdam of bij een harer agentschappen. De betaling van den koopprijs zal behalve bij aankoop van gangbare Nederlandsche gouden tien- en vijfguldenstukken over het algemeen eerst kunnen ge schieden nadat het goud bij de hoofd bank van de Nederlandsche Bank is nagezien en gewogen. Desgewenscht kan de inlevering ook geschieden door bemiddeling van een particuliere bank instelling of een commissionnair deze brengen hiervoor een kleine provisie in rekening. Ingezetenen, wier namen met een der letters N en volgende van het alphabet beginnen, kunnen nadere be kendmakingen afwachten. Indien zij de voorkeur er aan geven hun goud reeds thans aan de Nederlandsche Bank te verkoopen, bestaat daartegen geen be zwaar. Verzamelingen van gouden munten behoeven voorloopig niet te worden ingeleverd. Als verzamelingen kunnen slechts worden beschouwd collecties die uit ten minste tien verschillende stukken bestaan, en die een handels waarde hebben, hooger dan met de goudwaarde der gezamenlijke stukken overeenkomt. Verzamelstukken behoe ven eveneens voorloopig niet te worden ingeleverd. Als verzamelstukken kunnen slechts gouden munten worden be schouwd, waaraan een belangrijk hoo gere handelswaarde kan worden toe gekend dan met de goudwaarde over eenkomt. In twijfelgevallen vrage men onder de vermelding van het jaartal van de desbetreffende munt (en) bij de Nederlandsche Bank een beslissing. Op grond van het enkele feit, dat In beginsel worden de met de parti culiere molestverzekeraars gesloten molestpolissen in stand gehouden. Het bepaalde in artikel 18 brengt echter een belangrijke verlichting in de na koming der verplichtingen, die de aangeslotenen met de molestverzeke ring op zich hebben genomen. Het gevolg van het artikel is immers, dat de van Rijkswege te verleenen bij dragen in mindering komen van de omslagen, die zonder uitkeeringen van Rijkswege den aangeslotenen zouden zijn opgelegd. Het Rijk neemt der halve een deel, zoo niet het geheel, van de verplichtingen van de verzeke ringsinstellingen en daarmede van de aangeslotenen over en wel voorzoover de van Rijkswege uit te keeren bij dragen zouden samenvallen met de uitkeeringen, waartoe de verzeke ringsinstellingen overeenkomstig haar statuten, reglementen en polissen zijn gehouden. Voor zoover krachtens verzekering uit keeringen moeten worden gedaan naast of boven de bijdragen van het Rijk, blijft de instelling tot nakoming harer verplich tingen op den overeengekomen voet ge houden, terwijl zij daarvoor den bedon gen omslag van de aangeslotenen kan vragen. sluit tot algeheele invoering van de stan daard-vuilnisemmers in de tegenwoordige omstandigheden nog in de daarvoor ge stelde vijf jaren zal kunnen worden uit gevoerd. Om non op dat verschèinsel zelf brom te komme as er zoaveul visch tegelik anspoelt, datte der verscheie strangjutters ’n knappe zooi van in de wacht sleepe kenne, dan mot dat toch vast en zeker z’n beteekenis ebbe. ’tBe- wèist iet allien, dat de visch al bezonder dicht onder de wal mot zitte. maar voor al oak. dat er ’n machte visch anwezig weze mot. En dat die gevolgtrekking ’n grond van waar-èid bevat, wordt ook be- weze deur ’t feit, datte de loggers van de week dicht teuge de wal an veul visch evange-n-ebbe. En dan nog ’n aare ge volgtrekking: as er dicht onder de kust en midde-n-op den dag zoa’n mennigte visch zit, wat mot er dan op 't oagen- blik gien groate rikdom van visch in die per waeter anwezig weze! Wat mot zoa’n vischje z’n èige toch onnoemelik gaauw kenne-n-ontwikkele. Gaet allien maar ’s nae welke korte spanne tèis de mèiste vischgronde nog maar braek elege-n-ebbe. En oe duiède- lik de gunstige invloed daervan op de vischstand merkbaer is. Datzelfe ver schèinsel ebbe we oak al ’n paer keire met de aèringvisscherij mee-emaekt. Ge- loaf maar zeker, dat we de eirste jaere, as alles achter de rug mag weze, om gien aèrinkje en vischje verlege zelle zitte! Over ’t algemien benne der van de week weer aerdige besomminkies uièt- egaen. Verlede week liep 't weertje erg teuge. Maar van de week tot midde-n-in de week toe teminste, was 't best visch- weer. En dan zie je. dat er nog wel wat evange ken worde, al zitte we zoawat in de winter. De èile trawlvisscherij, vooral op de kust, is vernaemelik van’t weer of-ankelik. Wat was ’tvan de week 'n levend draedje in de vischloos. Je ken deg van zegge wat je wul, maar ’t was 'n smul om die drukke beweging an te zien. Op iene dag, dat was Weunsdag, wier der voor 10.500 besomd. Dat was ’n rekord- dag. Nog nooit was dat met vorsche visch vóór-ekomme. Maar de aare dag al wier dat oagtepunt weer overschreeje. Verloape Donderdag liep de omzet over de elf duièzend guide. En dan wazze der nog enkelde loggers en kotters, die der visch tot de aare dag toe an boord iele, 't Omzetcèifer zou aars nog belangrik oager eloape-n-ebbe. KEES DE KLINKER. de plannen ontworpen door den streek plannendienst in Noord-Brabant, voor Roosendaal en Nispen door ir. P. Ver hagen uit Rotterdam en voor Wychen door den architect F. Schutz uit 's Her- togenbosch. Inschrijvingen niet overdraagbaar In overeenstemming met de gebonden heid aan het doel, waarvoor zij zijn be stemd, nl. om te worden besteed voor wederopbouw zijn de inschrijvingen niet overdraagbaar dan met toestemming va’n den Algemeen Gemachtigde voor den we deropbouw. In verband daarmede moet ook de bepaling worden gezien, dat de hypotheekhouders niet gerechtigd zijn op de hoofdsom der inschrijvingen verhaal uit te oefenen. Op de rente kunnen zij zich voor ten hoogste drievierde verha len. Dit zal kunnen geschieden door aan den directeur van de Grootboeken te Amsterdam, die met het houden van dit Grootboek zal worden belast, een eenvou dige mededeeling te doen, dat hypotheek houders uitbetaling van het hun toeko mend gedeelte van de rente tegemoet zien door overschrijving op hun girore kening. Hiervoor zullen nog nadere rege len worden gesteld. Vindt uitbetaling der bijdragen in contanten plaats, dan wordt daarbij met de rechten van hypotheekhou ders en andere zakelijk gerechtigden reke ning gehouden.a Op de vraag: Hebben B. en W. de over tuiging, dat de politie op het oogenblik ,n staat is. haar taak volkomen naar be hooren te vervullen? wordt geantwoord: Zooals de Raad bekend is, werd in de latere jaren om financieele redenen, zij h®t noode het politiecorps tot het uiterste “ePerkt. Het werd weder versterkt door "e Uitbreiding met 310 man uit de voor- toalige Nederlandsche weermacht, waar door de mogelijkheid van doeltreffend ^treden aanmerkelijk is toegenomen. "Ovendien kan in bijzondere gevallen de hulp van de marechaussee worden in- Seroepen ^ntusschen blijft de aandacht van B en op deze aangelegenheid gevestigd. Zeer vele leden bespraken de ernstige “geregeldheden, welke in den laatsten “ld op verschillende plaatsen in de stad ontstaan, vooral bij het colporteeren van “laden. Zij drongen aan op het treffen an afdoende maatregelen, opdat vecht- partijen e.d. worden voorkomen. Hierop antwoorden B. en W_: Overleg "i^schen de onderscheidene hooge politie. t°riteiten heeft geleid tot maatregelen Onteigening Een andere complicatie biedt het geval, dat de ondergrond onteigend wordt. De hypothecaire inschrijvingen en andere zakelijke rechten worden dan in de open bare registers doorgehaald. Voorzoover de betaling van de vergoeding voor onteigening wordt uitgesteld, vindt schrijving daarvan, alsmede van verzekeren. Behoudens onvoorziene stag natie in de aflevering zal dit „vijfjaren plan” aan het eind van 1941 zijn voltooid. Sneeuwruimen. Is er nu een behoorlijke regeling voor het sneeuwruimen getroffen? Zoo ja, dan zou men daarvan gaarne kennis willen rie men. Is daarbij ook rekening gehouden met de omstandigheid, dat de motortrac- tie is verdwenen? De wintercampagne is elk najaar een punt van ernstige overweging. Inderdaad is er dit najaar rekening gehouden met de moeilijkheid, dat er eventueel geen benzine toegewezen zal worden voor het automaterieel, dat gewoohlijk wordt ge bruikt bij de bestrijding der gladheid van het wegdek en het ruimen van sneeuw. Vele leden vroegen wederom naar de uitvoering van de bouwplannen van de vereenigingen „Beter Wonen”, „Luctoret Emergo” en „Ons Huis”. Kunnen B. en W. mededeelen, waarom nog niet tot aan besteding van die woningcomplexen is overgegaan? Met het oog op het dreigende woningtekort zal met den bouw spoed moe ten worden betracht. De aanbesteding van de bedoelde wo ningcomplexen heeft nog niet plaats ge had, hoewel de bestekken van twee der drie bouwplannen reeds vóór het uitbre ken van den oorlog gereed waren. Dé goedkeuring op de desbetreffende raadsbe- sluiten van 4 Maart 1940 hebben de Ge- dep. Staten op 6 Augustus 1940 verleend. B. en W. zetten vervolgens uiteen, dat de vereischte goedkeuring van den Alge meen Gemachtigde van voor den Weder opbouw niet is verkregen. Niettemin wordt thans overwogen, of het mogelijk is deze plannen alsnog tot uitvoering te brengen met uitschakeling van die materialen, waaraan een uitge sproken tekort bestaat. Echter zal deze vervanging van materialen een verhoo- ging der bouwkosten tengevolge hebben, boven en behalve die, welke rechtstreeks uit de prijsstijging der bouwmaterialen voortvloeit. Vervolg en slot Het besluit gaat ervan uit, dat voor hypotheekhouders en andere zakelijk ge rechtigden, die mede betrokken zijn in de schade door den eigenaar geleden, geen afzonderlijke vergoeding wordt ver leend. In de vergoeding aan den eigenaar van het onroerend goed toe te kennen, dienen ook de hypotheekhouders en an dere zakelijk gerechtigden het herstel van hun beschadigde rechten te vinden. Het eenvoudigste geval, dat de eigenaar uit de Rijksbijdrage en verder met eigen middelen of met geld van den eersten hypotheekhouder den wederopbouw finan ciert, levert geen moeilijkheden op. Minder eenvoudig ligt het geval, in ien een derde het boven de Rijksbijdrage eventueel voor den herbouw benoodigd bedrag moet verschaffen en daarvoor hypotheek verlangt. Alsdan dient de rangorde te worden bepaald van bestaan de hypotheken ten opzichte van nieuwe geldschieters, daar de laatsten wel geen genoegen zullen nemen met een rang naar den datum van inschrijving, der halve achter alle bestaande inschrij- vingen Worden partijen het daarb.j met der zoo sober te zijn dat deze geldschie. ters binnen het kader der hiervoor te trek ken richtlijnen bereid kunnen worden ge vonden om hun gelden in den wederop bouw van Nederland uit te zetten. Bui ten het terrein van de volkshuisvesting, waarop Rijkshulp hier te lande traditio neel is, is hierbij in beginsel voor de Overheid geen taak weggelegd. Slechts in gevallen, waarin, zooals bij de volks huisvesting, een sociale taak zulks tot plicht maakt, zullen van Rijkswege ver dere middelen bij wijze van voorschotten in den regel onder eerste hypothecair verband kunnen worden beschikbaar ge steld, waarbij dan de kosten van den her bouw tot het uiterste zullen moeten wor den teruggebracht. Overigens dient het particuliere kapitaal bij den wederop bouw in Nederland zij normale risico dragende functie uit te oefenen Naar mag worden aangenomen, zullen de Ne derlanders voldoende vertrouwen, in de toekomst van eigen land stellen, om deze taak te volbrengen. ’t waere zelf vroege-n-om oppepakt en in de pan egoaid te worde, neen, dat ging ons begrip te bove. We adde wei meir èigenaerdige dinge In ons leve mee-emaekt, maar zoa-iets aane we nog noait beleefd. Onze Jochem was al buiètegeweun in z’n sas. As die visch ziet 't mag dan èilbot. tarbot of wij ting weze dan lacht z’n èile tronie. En geloaf maar zeker, dat ie in den regel sekuur an z’n porsje weet te kom me. Maar ier was er gien netje, gien saai-inkje, gien vischlijntje in zèi eweest en kwamme de levende vischies der èige zelf anbieje, om mee-enome te worde, ’t Leek wel of we in Luilekkerland terecht ekomme wazze. In tèid van ’n snuf aane onze Jochem en ik onze zakdooke vol met de moaiste wijting. We konne de beste vischies uiètzooke. „Dat gaet èil wat makkeliker as braem zooke, Jochem!” maar Jochem aa gien tèid om antwoord te geve. In de eirste opwelling wou die 't reisje nae Kattek deurzette. In Kattek èit ie kennisse bij de vleet en dan was ’t z’n bedoeling om daer te laete koke-n- en bakke. Maar toe die an Jaenekee-e doch en in z’n verbeelding dat verge noegde gezicht al voor dem zag, dat ze gemiendelik opzette ken as ie met visch thuiès komt, toe was er gien ouwe meir an. We namme groate stappe, om maar gaauw thuiès te weze. Onze Jochem was de koning te groas. De würreld was te kléin voor dem, ij praette onderd uièt. „Aane we non maar zoa’n ouwerwesse opdregerspunt mee-enome, dan aa der nog ’n dubbeld daggeld voor ons over- eschote-n-oak. En non magge Baert-out en Ment nóg zoa jeloersch op ons weze, maar ze krèige der gien vischje van. ’tls alles voor Jaenekee-e. Azze zuièlie visch machtig worde!, dan kenne ze Jocheme niet. De aare dag vertelle ze dan in geure-n-en kleure, oe-e ze der van esmuld ebbe. Wat ebbe we arj die klante?” Zoa onder ’t gezellige bromme van onze Jocheme deur, aane we z’n uiès weer berèikt en toe Jaenekee al die visch gewaer wier, vloog ze Jocheme om z’n nek In vordere bezonder-eedes ken ik iet treeje, maar dat wul ik er nog wel van zegge: ’t leek wel of ’teen pas ge trouwd spannetje was! Vanwege het regeeringscommissa- riaat voor den Wederopbouw is thans in 's-Hertogenbosch een bijeenkomst voor de vertegenwoordigers van de dagbla den gehouden, waarin het hoofd van den persdienst van het commissariaat, de heer H. Kroon, bijzonderheden heeft verstrekt over wat in de provincies Noord-Brabant en Limburg zal geschie den. In deze beide provincies draagt de verwoesting een verspreid karakter. De gevallen van vernielingen en schade worden aangetroffen van de Maas aan de uiterste Zuidwestpunt Noord-Brabant. Vele van deze verwoes tingen vonden haar oorzaak in het laten springen van bruggen over de groote rivieren. Daarbij werd vooral schade aangericht in Maastricht, Blerick, Weer, St. Oedenrode èn Vegchel. Ook zijn er, vooral in Noord-Brabant, geval len van verwoestingen, welke zijn ont staan door min of meer toevallige oor zaken, of tengevolge van maatregelen door onze eigen defensie. De vernielingen en schadegevallen lig gen dus in beide provincies zeer ver spreid. Waar echter gevechtshandelin gen hebben plaats gehad, zijn de sporen daarvan in een meer geconcentreerde vernieling achter gebleven. Deze vindt men vooral in Eijsden, Katwijk a.d. Maas, Mill. Zevenbergen en Zevenberg- schenhoek, Etten en Roozendaal. Daar naast zijn er vele plaatsen, waar aan zienlijke schade is veroorzaakt, zij het in mindere mate dan in de eerst ge noemde. Hiertoe behooren onder meer de gemeenten Escharen, Zeeland, Cuyk, Deurne, Boxtel, Tilburg. Gilze-Rijen, Mierlo, Breda, Ginneken, Princenhage en Putte. Voor den wederopbouw van de ver woeste plaatsen en voor het herstel van de aangerichte schade moest allereerst worden gezorgd, dat de stedebouwkun- dig noodzakelijke verbeteringen werden aangebracht. Hoe karakteristiek van de genoemde plaatsjes ook en hoe zeer het behoud van eigen ka rakter zal worden bevorderd, de toe stand in al deze plaatsjes was nergens zoo ideaal, dat verbetering niet moge lijk zou zijn. In de eerste plaats moest gestreefd worden naar aanpassing aan de eischen van het moderne verkeer, terwijl voorts ook de volkshuisvesting in sommige gevallen dringend verbete ring behoefde. Bij den opbouw is dus zeer in het bijzonder rekening gehouden, niet in de fouten te vervallen, welke aan den vroe- geren toestand kleefden. Het nieuwe, dat zal verrijzen, moet in alle opzichten verantwoord zijn en ook ons nageslacht bevrediging kunnen schenken. Nu was het niet noodzakelijk om voor al deze gemeenten een wederopbouw- plan in den eigenlijken zin van het woord op te stellen. In vele gevallen kon wor den volstaan met herbouw op de oude plaats en het aanbrengen van eenige verbeteringen. In enkele gemeenten, was reeds een uitbreidingsplan, waarvan de uitvoering nu tengevolge van de aange richte vernielingen kon worden bespoe digd, onder meer is dit in Maastricht het geval. Ook in Blerick, Weert, Etten en Leur, Mill en Putte werd meer of minder ernstige schade toegebracht. In al deze gevallen wordt van de gelegen heid gebruik gemaakt, technische vér. beteringen aan te brengen en verschillen de fouten te corrigeeren. Zoo wordt in Mierlo een nieuwe brug gebouwd, in Mill een bermsloot gedempt en tevens een nieuwe en betere afwatering gegra ven. In Putte worden enkele verkeers- verbeteringen tot stand gebracht. Ook te Katwijk a.d. Maas zijn na veel voorbereidend werk thans alle schaden geregeld, de teekening bijna gereed en staan van verschillende bouwen de aan bestedingen voor de deur. Herbouwplannen in den eigenlijken zin van het woord zijn opgestelde voor de ge meenten Roosendaal. Zevenbergen, Ze- venbergschenhoek, Boxtel, St. Oeden rode en Wychen. Voor de gemeenten Boxtel, St. Oeden rode. Zevenbergen en Zevenbergschen Hoek, Putte en Katwijk a.d.Maas zijn De wondere benne de würreld nog iet uièt, zegt ’t ouwe spreekwoord. Dat ebb-n-onze Jochem en ik saeme verlede week op gien ongezellige menier weer ondervonne. We zoue’n kuier-endje gaen doen langs strang nae Kattek. As Jochem enkelde daege gien Kattekers ezien eb. dan èit ie gien rust, maar toch aane we moeielik van tevore kenne den- ke, wat de rede weze zou, waerom owe we de lengte van Kattek iet aele zoue. Datte we zoa ongedocht weg nog met ’n flinke zooi visch thuiès zoue komme, ken je wel overkomme as je nae de vischloos gaet, maar iet van de richting van strang vandaen. ’tls al dürtig, veir- tig jaer eleeje, datte de bommeties met der visch op strang landede. En 'twon- derlikste van alles was nog wel, datte de vischies geweunweg nae ons toe kwamme zwemme, zonder datte we der ’n voet voor verzet aane. De lezers van de Klanke zelle wel denke, dat ik bezig ben om ze ’n sprook je wèis te maeke. En toch èit ’n derge- lik taffereeltje z’n èige letterlik zoa ovve- speuld We aane 't Wassenaersche Slag nog iet te pakke-n-of we zagge-n-op ’n zeker oagenblik an de naed van 't waeter enkelde vischies spartele. „Wul je wel geloave," zèit onze Jochem, „dat er daer levende visch anspoelt?” We stonge mekaar an te kikke owe we waeter zag- ge brande. Zoa oud azze we wazze. maar zoa’n gevalletje aane we van z’n leve nog iet bij-eweund. Dat er ’n paer keire in je leve wel der is ’n potvisch anspoelt, die z’n stier kwèit eraekt is. daer benne we wel meir getuiège van eweest. En dan ken 't een enkelde keir in ’n jaer wel er is gebeure. dat er ’n levend visch je op de strang egoaid wordt, ’t Interes santste geval kwam ’n paer jaer eleeje voor, dat er ’n groate, levende kawwe- laauw lag te spartele. ’n Gelukkige strangjutter ma.ekte der nog züs guide voor. De man wis iet. wat 'm overkwam. Maar onderde levende wijtinkies met enkelde gulle der tussche, die as De voornaamste der slotbepalingen, opgenomen in afdeeling III van het be sluit, is artikel 18, waarin wordt gere geld welke de invloed is van de van Rijkswege te verleenen bijdragen op de particuliere molestverzekeringen. Bijzondere voorziening Een bijzondere voorziening ten bate van den eersten hypotheekhouder is nog ge troffen, voor het geval degene op wiens naam de inschrijving staat niet tot her bouw binnen 5 of 3 jaar overgaat. De rechten van de hypotheekhouders zouden alsdan kunnen worden gelaedeerd in ver band met het ophouden der rentevergoe ding, terwijl, zoolang de besteding voor herbouw niet verzekerd is, de inschrij ving niet wordt uitgekeerd.Zij kunnen bereiken, dat de inschrijving toch voor de volle honderd procent tot uitkeering komt, doordat met goedkeuring van den Algemeen Gemachtigde voor den Weder opbouw de inschrijving op hun naam kan worden overgeschreven ten beloope van het bedrag hunner hypothecaire vordering, zij moeten dan zelf tot herbouw overgaan. Overigens kunnen de ingeschrevenen met toestemming van den Algemeen Ge machtigde hun inschrijvingen overdragen aan een derde, mits deze ook den her- bouwplicht overneemt en een door den Al gemeen Gemachtgde goed te keuren bouw plan bij dezen heeft ingediend. De toe stemming wordt slechts verleend als vol doende zekerheid bestaat dat die plannen tot uitvoering zullen komen. Tevens moet een regeling getroffen zijn inzake de aan spraken van hypotheekhouders en andere zakelijk gerechtigden, ten aanzien van het nieuw te stichten onroerend goed. Het particuliere kapitaal In het voorgaande is tevens naar voren gekomen, dat de financiering van den we deropbouw, voorzoover deze niet uit de Rijksbijdragen kan geschieden, wordt be schouwd als een taak van het partculiere kapitaal. De bouwplannen dienen derhal ve zoo te worden ingericht, in het bijzon- eens, dan beslist de Algemeen Gemach- i tigde voor den Wederopbouw, met inacht neming van nader te stellen richtlijnen ter waarborging van de rechten van oude hypotheekhouders. In den regel zal daarbij eersten hypotheekhouders voor de waarde van den ondergrond plus voor een deel van de schadevergoeding voor het betreffende goed te verleenen, bij executie voorrang op de opbrengst van het goed worden gelaten. Voor het restant verkrijgt de oude eerste hypotheekhouder eventueel hypotheek van lateren rang achter nieuwen geldschieter; de r1- schieter zou derhalve voor van zijn vordering tweede hypotheek verkrijgen, tenzij hem bijzondere rechten van eerste hypotheekhouders, zooals dat tot eigenmachtigen verkoop ingevolge ar tikel 1223 B.W.zouden kunnen worden toegekend. Dit zou bij afzonderlijk besluit moeten worden geregeld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9