een
andere bestemming - Een Duitsch slagschip
de Fransche hoofdstad - Een oude windmolen
Een historisch gebouw krijgt
huiswaarts - Trolleybussen in
o
r
IfSII
i
■gl
FEUILLETON
HAAGSCTTE COURANT ninsHaff T7 Dor TOTfi TWEEDE BT7AT>
M
:,e
diep
ver-
aankjjken. Hij
per-
lachte.
verder
goed
Van de familie.
woor-
Ingeborg. Wij weten immers
F
van haar ge-
van wantrou-
mag
groote
heugen.
DE KUNSTENAARS VAN DE ST. JAN TE ’s-HERTOGENBOSCH zijn bezig
aan een grootsch werk. Diverse levensgroote beelden van de Hertogen van Brabant
staan in de werkplaatsen aan den voet van de St. Jans-Basiliek gereed om in den
loop van het nieuwe jaar op de stoelen van de luchtbogen te worden geplaatst.
De beeldhouwer J. Goossens legt de laatste hand aan Godevaart I
op den voor grond het gips-model. (Het Zuiden)
(Nadruk verboden
HET LACHJE IN DE
GROENE OOGEN
Hellwig en
staan. Doch
we zaten ’s avonds ook wel eens bij
elkaar.
Dr. Hellwig’s gezicht drukte
medelijden uit.
Dan moet het vreeseljjk voor u
zijn te bedenken, dat uw buurman on
der zulke afschuwelijke omstandighe
den gestorven is.
Mevrouw Degener antwoordde niet
dadelijk, haar gezicht zag er opeens
moe en vervallen uit.
Het is verschrikkelijk, zei zy na
een poosje en zuchtte diep en nu kreeg
Hellwig den indruk, dat Vischer’s
dood diepen indruk op haar had ge
maakt.
Misschien zal nu de jonge
mijnheer Vischer hier voorgoed ko
men, denkt u niet, mijnheer Hellwig?
vroeg Ingeborg.
Daar had Hellwig nog heelemaal
niet ae.i gedacht. Het was in ieder
geval heel gewoon als Hilmar Vischer
nu voorgoed bij zijn moeder zou blij
ven. Aan een anderen kant waren l.?n»
feiten bekend, welke deze mogelijk
heid nog onzeker maakten.
Ik weet het niet, antwoordde hij,
mijnheer Vischer junior is direct
gewaarschuwd, hij zal zelf wel de be
slissing over zyn toekomst moeten ne
men.
Ingeborg Degener boog zich een wei
nig naar voren.
Hij was erg rijk, niet waar?
Maar Ingeborg!
Mevrouw Degener riep deze
den op een bestraffenden toon.
(Wordt vervolgd.)
DE UIT HET JAAR 1600
DATEERENDE WAAG TE
MONNIKENDAM zal
een andere bestemming
krijgen en worden inge
richt als politiebureau.
(Holland)
gelijkheid wees, dat de moordenaar
zich nog hier in de omgeving kon op
houden, werd zij opeens erg verward.
Hoe bedoelt u dat? vroeg zij ver
schrikt.
Nu, antwoordde hij, misschien
waren het landloopers, die wilden ste
len en daarbij gestoord werden en wie
kan zeggen, welk volgend slachtoffer
zij hebben uitgezocht?
Hij had, hoewel hij Ingeborg ant
woordde, mevrouw Degener daarbij
niet uit het oog verloren, die dit ech
ter niet scheen te merken, zij maakte
een volkomen onverschilligen indruk.
Ingeborg Degener trok een angstig
gezicht. z
Meent u, dat de moordenaars ook
bij ons zouden kunnen komen, o, moe
der, als ik daaraan denk.
Mevrouw Degener keek geërgerd
op.
Wat praat je toch voor een onzin,
denk je, dat moordenaars zulke huizen
uitzoeken, waar nauwelijks iets voor
hen te vinden is. Bij Vischer was het
iets,geheel anders. Vischer was rijk
en had vaak genoeg groote sommen
geld in huis...
Zij zweeg plotseling, alsof zij zich
iets bedacht, maar voordat zij verder
kon spreken, had Hellwig het woord
genomen.
Hebt u mijnheer Vischer
gekend? vroeg hij.
Het kopje, dat mevrouw Degener
neerzette, rinkelde licht.
Goed gekend? Wij waren buren.
Dan praat men spoedig met elkaar en
Persoonlijk heb ik hem niet ge
kend, antwoordde zij hem nu op zijn
vraag. Hij was echter onze buur
man, niet waar, en dan, mijh moeder
kende hem goed.
Dit zei zij zoo onbevangen, dat Hell
wig niet dadelijk een antwoord wist.
Ingeborg maakte er dus geen geheim
van, dat haar moeder den overledene
goed had gekend.
Zoo, zei hij en deed alsof deze
mededeeling hem buitengewoon
raste. Ik wist heelemaa. niet, dat
er tusschen u en de familie Vischer
vriendschap bestond?
Hij bleef Ingeborg
zag duidelijk, dat zij opnieuw lachte.
Maar ditmaal was het geen angstig
lachje, doch een spottend.
Zooals men het noemen wil, ant
woordde zij. Ik zag u in ieder ge
val uit de villa komen, misschien
weet u iets meer.
Hij wist niet wat hij op deze vraag
zou antwoorden.
De politie volgt natuurlijk enkele
sporen, zei hij, maar u meet
heusch niet denken, dat zij mjj op de
hoogte heeft gebracht.
Ingeborg was met dit antwoord niet
tevreden. Zij trok haar voorhoofd in
rimpels en dit gaf haar gezicht iets
merkwaardig vriendelijks. Maar op
dit oogenblik weerklonk een roepende
stem
Ingeborg, waar zit je toch?
Tegelijkertijd verscheen aan het
tuinhek van de buurviha mevrouw
Degener. Toen zy Ingeborg in gesprek
7)
Dr. Hellwig voelde zich bij het zoo
oppervlakkig praten over een moord,
zonderling te moede. Hij streelde het
stuur van zijn wagen en waagde het
flauwe lijks op te kijken, toen hij dit
eindelijk deed, schrok hij, want Inge
borg Degener lachte nog steeds, maar
bet lachje in haar groene oogen
^heen hem plotseling onecht toe.
Achter dit lachje was angst, meer
D°g, een verschrikkelijke vrees.
Kende u mijnheer Vischer
soonlijk? vroeg hij voorzichtig.
Het lachje verdween
zicht om voor een treW
^en plaats te maken.
Bent u van de politie? vroeg zy.
Dr. Hellwig was door deze vraag
°Pnieuw verwonderd. Het leek, alsof
Ingeborg er zich van te voren van
J'ilde overtuigen of hij tot de politie
behoorde. Had zij iets te verbergen?
*ets dat niet voor de politie bestemd
Was?
Neen, zei hy, ik ben een kennis
Het ontging hem niet, dat Ingeborg
eer tevreden met dit antwoord was.
EEN DUITSCH SLAGSCHIP OP WEG NAAR HUIS. Na langen tijd buiten
tegen den vijand gestreden te hebben, keert het slagschip met de begeleidende
schepen naar huis terug. Maar ook nu nog bedreigen de kanonnen ieder
vijandelijk schip,,dat het zou wagen naderbij te komen. (Polygoon)
met den vreemden rhan zag, aarzelde
zij een oogenblik, maar kwam toen
toch dichterbij. Ingeborg ging haar
enkele stappen tegemoet.
Neem mij niet kwalijk moeder,
ik heb dezen mijnheer hier geholpen
om zijn wagen op gang te krijgen.
Mevrouw Degener schudde half, be
zorgd, half lachend het hoofd.
Dr. Hellwig had plotseling het ge
voel, alsof deze ontmoeting heelemaal
niet toevallig was. Zou Ingeborg met
opzet uit zijn gegaan om kennis met
hem te maken? Was het er haar om
te doen geweest door een gesprek met
hem de moeder in de gelegenheid te
stellen ook te komen?
Hij zette den motor af en stapte uit.
Toen mevrouw Degener nader kwam,
ging hy haar eenige schreden tege
moet. In hetzelfde oogenblik kwam op
haar gezicht een trek van herkenning.
Bent u niet dr. Hellwig? vroeg
zf en gaf hem een hand. Wij heb
ben een oogenblik met elkaar gespro
ken, het was daarginds op de plek,
waar mijn tuin aan dien van hier
naast grenst.
Zeker, bevestigde
bleef toen besluiteloos
Ingeborg werd vroolijk.
U kent mijn moeder? riep zij
verheugd uit. Nu moet u een kopje
thee bij ons komen drinken. Niet waar
moes, wij wilden immers weten, wat
hiernaast gebeurd is.
Mevrouw Degener deed erg boos.
Je bent een verschrikkelijk kind, i vont alles
heele-1 sant' maar toen Hellwig op de mo-
DEN EEUWENOUDEN WINDMOLEN ,J)E LINDE” TE
STEIN (L.), welke sedert 20 jaar niet meer in gebruik
is geweest en in een vervallen toestand verkeerde, is
men bezig te restaureeren. (Het Zuiden)
maal niet of mijnheer Hellwig tijd en
lust heeft om bij ons te komen...
Zij keek hem daarbij vragend aan
en dr. Hellwig, die een klimmende be
langstelling gevoelde voor deze dame,
maakte een toestemmende buiging.
Hoe kunt u vragen of ik lust heb,
als een mooie vrouw iets vraagt.
Hij keek hierbij even naar Ingeborg
om dan lang naar mevrouw Degener
te kijken.
Zij was inderdaad een zeer mooie
vrouw, hoewel haar forsche gestalte
niet aan het huidige schoonheids
ideaal beantwoordde, doch zij was
niet voor het huidige schoonheids
ideaal geschapen met haar vijf en
veertig jaren, Hellwig schatte haar op
dezen leeftijd te zijn. Haar gezicht
had een eigenaardige pikante aantrek
king, dat de concurrentie met de
jeugd gemakkelijk kon doorstaan en
de donkere oogen gloeiden van een in
wendig vuur.
Zij zaten met elkaar op het over
dekte terras en dronken thee, welke
mevrouw Degener met elegante bewe
gingen inschonk. Het was een genot
daarbij naar haar te kijken^ Dr. Hell-
wi> verwonderde zich over de vroo-
lijke ongedwongen manier, waarmede
mevrouw Degener praatte en
Zy verried met geen woord, dat zij
den man, die enkele meters
vermoord was, kende.
Ingeborg Degener wilde elke bijzon
derheid omtrent den moord weten, zij
vond alles „verschrikkelijk interes-
IN PARIJS IS MEN SE
DERT KORT OVERGE
GAAN tot het laten
rijden van trolleybussen.
Het nieuwe vervoermiddel
zich reeds in een
populariteit ver-
(Holland)
'ft-
.x.:
I
r
7 w
K
e-"'.
X»
I il
1
l
- |ë|||K g
z- - 1
X
i i
E.