HET LACHJE IN DE GROENE OOGEN Scheepsmodellen-tentoonstelling te Rotterdam - Verduisteringsmaatregele in de kerk te Huizum (Fr.) - Een verdwijnende molen - Vischleder voor de mode I 1 Hitste- w F i r K - X gak 1 1 ■b J - w Bot fc. B .ol 1 IR pijp MH HL F x X HAAGSCHE COURANT Woensdag 18 Dec. 1940 TWEEDE BLAD 0 nu i FEUILLETON ■i - teneinde de godsdienstoefeningen op gewone tuden te laten doorgaan, thans bezig de kerk te Huizum (nabij Leeuwarden) te verduisteren. De bovenste ramen worden met zwart papier beplakt, terwijl de ramen op den beganen grond van luiken F L k w J fOS? W - s- Bé worden opgetuigd, welke binnenkort te bewonderen zijn op de zeer interessante tentoonstelling, betrekking hebbend op de Nederlandsche binnenscheepvaart. Een fraai model wordt opgetuigd. (Polygoon) GESCHOVEN. 8) reis HOOFDSTUK 4 'LWordt vervolg^ MENIGE HOLLANDSCHE JONGEN zal het personeel benijden van het Scheepvaartkundig Museum te Rotterdam, waar de schepen de ge samen i en 11 (Nadruk verboden.) is men bij de gewelven worden voorzien. (Polygoon) DE BEKENDE MOLEN „DE EER STELING” TE HOOFDDORP wordt met slooping bedreigd. (Holland) EEN AARDIG MODENIEUWTJEEEN VEST VAN VISCH- LEDER, BESTEMD VOOR KOUDE DAGEN. (HollanOf, ^enkele beleefde woorden, betreurde i nu moest gaan en beloofde te Waarom bent u eigenlijk niet ge trouwd? vroeg mevrouw UUa aan den commissaris, die zich behagelijk in den sofahoek liet zakken en een vroo- Deze moord kwam mij zeer ge legen. Omdat ik je anders niet meege nomen zou hebben, riep hij vroolijk uit. Maar je had toch maar behoe ven te zeggen, dat je graag wilde. Mevrouw Ulla werd verlegen. Dan had ik je toch moeten be kennen, dat ik zoo naar je heb ver langd. Nu nam de advocaat zijn vrouw in zijn armen en kuste haar, waartegen zij niets in te brengen had. Op dit oogenblik schelde de tele foon. Verwonderd pam Hellwig den hoorn op, maar zijn gezicht ontspan de zich dadelijk. Natuurlijk, hoorde mevrouw Ulla hem zeggen, graag en je krijgt al lerlei lekkers. Zij keek haar man vragend aan. Peter heeft zichzelf bij ons uit- genoodigd, vertelde hij en toen zij ver baasd opkeek, lichtte hij in: Peter Hagemann natuurlijk, commissaris. Ik heb je immers zegd, dat hij het onderzoek in de zaak Vischer in handen heeft. Eigenlijk wil de hij morgen komen, maar het komt hem beter uit om vanavond hier te zijn. De arme kerel heeft totnutoe in zijn kantoor over de processen zitten blokken, het is hoog tijd, dat jij iets lekkers voor hem klaarmaakt. Ik denk morgen, antwoordde hij. Ingeborg keek langs hem heen en in haar groene oogen kwam een vreemde glans. Morgen, herhaalde zij fluisterend. Ditmaal maakte de wagen geen moeilijkheden, dadelijk na het starten sprong de motor aan en dr. Hellwig reed in rustig tempo naar de stad terug. Onderweg dacht hij nog eens na over de gebeurtenissen van dezen dag. Een onbestemd gevoel zei hem, dat hetgeen Hedwig Ahlemann hem ver teld had, niet zonder beteekenis was voor de volkomen duistere aangele genheid. Maar hij kon geen verklaring vinden. Eensklaps viel hem de opmer king van mevrouw Degener in over de groote sommen geld, welke Vischer vaak in huis bewaarde. Hoe wist zij dat? Als het waar was, dat zij vaak bij Vischer op bezoek kwam, was het toch niet mogelijk, dat zij tijdens deze bezoeken uitsluitend over Vischer’s geldzaken zouden hebben gesproken. Of zou geld toch een groote rol gespeeld hebben? Wie was eigenlijk mevrouw Degener. Waar leefde zij van? Dit waren ongetwijfeld vragen, van welker beantwoording zeer veel af hing. Mevrouw Ulla wachtte thuis al met het avondeten, zij zag er moe en over spannen uit en toen haar man binnen kwam, viel zij hem met een zucht van verlichting om den hals. Ik heb zoo in angst gezeten! be kende zij, DUITSCH LUCHTAFWEERGESCHUT AAN DE KUST. DE EERSTE GRANAAT WORDT IN DEN LOOP (tioffmann) eenige interessante bijzonderheden van den commissaris zou hooren. Cynisme op grond van beroeps ervaringen en dan juist cynisme in zake liefde. De commissaris keek peinzend voor zich uit. Ja, zei hij dan, juist in de liefde. Ik kan de gevallen niet meer tellen, waar zoogenaamde of werke lijke liefde de drijfveer tot afschuwe lijke misdaden was en vaak moest het de liefde zijn, om een misdaad te be dekken. Hij maakte een beweging als wilde hij de gedachten van zich afschuiven. Dr. Hellwig voelde zich bij deze woorden onbehagelijk, ook hem was in zijn praktijk de samenhang tus- schen liefde en misdaad niet onbe kend. Hij had plotseling een gevoel van schuld tegenover den commissa ris, omdat hij hem enkele bijzonder heden over den moord op Vischer ont houden had. Heb je die mevrouw Degener, die naast Vischer woont, nader bekeken? vroeg hij plotseling. De commissaris scheen niet bijzo», der verbaasd over deze vraag. Hangt mevrouw Degener can met het geheim, dat tusschen jou Hedwig Ahlemann bestaat? Om zijn mond was een klein lachje. Dr-^Hellwig keek verschrikt. op^aSemann tr°k zijn wenkbrauwen lijken blik op de kruik jenever wierp, die Hellwig juist uit de kast haalde. Ja, waarom ben ik eigenlijk niet getrouwd? herhaalde 'hij en deed als of hij diep over deze vraag moest na denken. Kijkt u eens, mevrouw Ulla, ik zou alleen getrouwd zijn, als ik zeer veel van een vrouw hield en overtuigd was, dat ook ik bemind werd, niet waar? Dat is toch geen reden om niet te trouwen? hield mevrouw Ulla vol, terwijl Hellwig de glazen vol schonk. Bent u misschien bang voor de liefde? Het gezicht van den commissaris droeg een uitdrukking van grappigen ernst en zijn stem leek boos, toen hij eindelijk zei: Ja, ik ben er bang voor, de lief de verandert de menschen altijd, niet waar, de mannen worden gek en de vrouwen normaal... Dr. Hellwig lachte. Je moogt Peter niets kwalijk ne men, zei hij tot zijn vrouw, hij is een oude cynicus. Ik had echter ge hoopt, dat dit met de jaren wel voor bij zou gaan, mijn hoop is echter ver- geefsch geweest. De commissaris bevestigde het vroolijk. Integendeel! riep hij lachend, ik moet, na een nauwkeurige zelf controle, vaststellen, dat deze eigen schap nog is toegenomen. Misschien, en nu werd hij ernstig, is het een gevolg van mijn beroep. Mevrouw Ulla hoopte, dat zij heelemaal niet bang kwam dicht Hij streelde haar lachend over het hoofd. Angst, waarvoor? vroeg hij. Zij gingen naar de eetkamer en dr. Hellwig vertelde zijn vrouw uitvoerig over alles wat er gebeurd was. Zij kwam langzaam tot zichzelf en toen zij tenslotte hun koffie gebruikten, be gon zij vleiend: Het is natuurlijk verschrikkelijk voor mevrouw Vischer, maar nu jij toch niet meer kunt nelpen, ga je zeker weer met vacantie. En laat je je vrouwtje weer alleen, nu er een moord is gebeurd? Hij moest luidop lachen. Maar kind, deze moord, hoe vreéselijk hij ook is, wat hebben wij daar mee te maken? Waarom ben je zoo bang? Ik ben meer, beweerde zij en naast haar man zitten. Nou, nou, twijfelde hij. Maar dan werd'hij ernstig. Of ik nu dadelijk weer op ga, weet ik nog niet. Ik heb het ge voel of mijn tegenwoordigheid hier nog van groot belang kan zijn. Maar ik beloof je, dat ik je in ieder geval zal meenemen als ik weer ga. Ben je nu tevreden? Ja, mevrouw Ulla was volkomen te vreden en gelukkig. Zij gaf tenslotte ook toe, dat zij hem niet meer alleen zou hebben laten vertrekken. Deze hu- welijksvacantie, neen, daar wilde zy niets meer van weten en zij citeerde vrij naar Schiller; ~- Dat zijn dingen, welke ons niet aangaan. Mijnheer Hellwig, neemt u deze domme vraag van mijn dochter niet kwalijk. Dr. Hellwig maakte een kleine bui- ®ing, maar toch ergerde hij zich. Hij nad zich voorgesteld door dit bezoek naders te weten te komen van de verhouding tusschen mevrouw Dege- ?er en Vischer, maar hij moest be nnen, dat hij niets had bereikt. Hij uxcic u dat hij nu inucot $<**u s.** Motte de dames op de hoogte °uden als hij iets naders wist. Ik begrijp hoeveel u daaraan ge- e®en is, zei hy en keek mevrouw De- ®ener scherp aan, doch zy scheen dit let te merken, in ieder geval hoorde y zijn woorden met een beleefden ehmiach aan. Ingeborg bracht hem tot aan het mhek. Hier bleef zij besluiteloos aan, doch eindelijk vroeg zy: anneer zou de jonge mynheer V*ch« komen? r- Hellwig was verrast door deze F j jg i 1 gó? -< i f -!-W

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5