Gewichtheffen Bloemen m voor HET LACHJE IN DE GROENE OOGEN pe schaatsen onder de Kerstdagen Opening viaduct te Utrecht Minister dr. Göbbels in Noorwegen IJ I l ,.<n V f BI SBB HAAGSCHE COURANT Maandag 23 Dee 1940 - TWEEDE BLAD FEUILLETON VJ fe' 'x - ■ijl 0 'u IN DEN HAAG werd in het Volksgebouw aan de Prinsegracht het KONING WINTER heeft de vorstperiode ingeluid en het ziet er voor de schaats-enthousiasten kampioenschap gewichtheffen gehouden. Deze wedstrijd was georgani- voor het publiek. Jong geleerd, oud gedaan. vroeg, weg £Wordt vervolgAJl veelbelovend uit. Diverse ijsclubs openden dan ook reeds Zaterdagmiddag weer haar banen (Polygoon) (Nadrus verboden seerd door de Haagsche Gewichtheffersvereeniging. B. Charité in actie. (Polygoon) 'L-w* HET VALT NIET TE VERWONDEREN dat Piet Keijzer uit de Lier, de winnaar van den Elfstedentocht 1940, reeds langen tijd naar de vorst Beeft gehunkerd. Nu het zoo ver is, heeft Keijzer zijn Noren te voorschijn gehaald, om ze bij te slijpen. 'Polygoon) DLTTSCHE GENEESMIDDELEN VOOR DE SPAANSCHE SOCIALE ZORG. De Duitsche gezant in Madrid, von Stohrer, droeg voor het gebouw van de sociale zorg ,,Auxilio Social” voor het hulpwerk twee vrachtwagens vol geneesmiddelen over. (Hoffmann) MET DE KERSTDAGEN zijn de roode en witte tulpjes en ae witte nyacinten zeer ge vraagde bloemsoort. De kweekers hebben in hun kassen druk werk om aan de vele aanvragen te voldoen. De bloemen worden met bol en al uit de kweekbakken gehaald en zorgvuldig van den overtolligen grond ontdaan Ik heb u met opzet in mijn wa gen gebracht, zei hij nu, omdat ik daarna dadelijk weer naar de stad moet terugkeeren. Waarom? vroeg Hilmar Vischer. U moet immers uw verklaringen bij den commissaris afleggen. De jonge man boog zich voorover en greep den bovenkant van het half neergelaten raam. De commissaris? Iets als angst lag in dit woord. Wat kan ik voor verklaringen geven? Ik weet immers niets? Dr. Hellwig bleef naar den weg kij ken. Het is toch heel gewoon, dat alle familieleden in zulk een geval een ver klaring afleggen. Interesseert het u dan niet, iets naders omtrent den dood van uw vader te hooren? Hilmar Vischer liet zich langzaam achteruit zakken. Ik weet alleen, dat er een moord is gebeurd... Ja, bevestigde Hellwig, maar er ontbreekt voorloopig van den dader elk spoor en daar er ook geen motief voorhanden is, meent de politie, dat de opheldering van den moord alleen te verklaren is uit de privé omstan digheden van het slachtoffer. Daarom hecht zij er groote waarde aan, deze omstandigheden haarfijn te kennen. Dr. Hellwig zag, zonder het hoofd terzijde te keeren, dat de jonge man zijn zakdoek te voorschijn haalde en zijn voorhoofd afveegde. Hilmar keek hem aan en het leek, alsof hij wilde zien, of dr. Hellwig hem bespied had. Moeder voelt zich nog erg zwak, daarom ben ik niet lang bij haar ge bleven, antwoordde hij ontwijkend. Dr. Hellwig lachte. Had Hilmar Vischer zich niet zooeven verontschul digd, dat hij hem zoo lang liet wach ten en nu zei hij, dat hij maar kort bij zijn moeder was gebleven. Zij re den naar de stad terug. Onderweg bood Hilmar Vischer den advocaat een sigaret aan. Dank u, ik rook niet, weerde dr« Hellwig af. Maar hij keek een seconde naar de lange, smalle hand, welke hem de si garet aanbood. Was deze hand een moordenaarshand, had zij het wapen tegen den eigen vader gehanteerd? Dr. Hellwig voelde zich onbehagelijk. De kamer van commissaris Peter Hagemann was met zakelijke nuch terheid ingericht. De actenkast naast de schrijftafel was zwart, een kleur, welke zij na dertigjarigen dienst eer lijk had verdiend. Hagemann liet Hellwig met zijn gast dadelijk binnenkomen. Ik verheug mij, dat u den naar mij hebt gevonden, begroette hij Hilmar Vischer en wierp daarna een vragenden blik op Hellwig. Hagemann verwonderde zich, dat Vischer samen met Hellwig kwam< vader en zoon merkwaardig veel op elkander geleken. Hij kon zich zeer goed voorstellen, dat men hen op straat gemakkelijk kon verwisselen. Zij hadden dezelfde hooge, statige fi guur, denzelfden gang en dezelfde ken merkende bewegingen. Langzaam wandelde hij verder en dacht aan de zonderlinge dingen, welke om Hilmar Vischer waren. Hij vond voorloopig geen verklaring. De mogelijkheid van een vadermoord, welken de commis saris genoemd had, leek hem niet mo gelijk. Hij kon er niet aan gelooven! Plotseling echter werd zijn opmerk zaamheid door iets getrokken. Hij zag, hoe Hilmar Vischer uit het huis kwam en voorzichtig om zich heen keek. Daar dr. Hellwig door struikge was verborgen was, kon men hem niet zien. Hilmar Vischer was precies drie minuten bij zijn moeder geweest. Hoogst vreemd, meende de advocaat. Hilmar Vischer ging met haastige schreden naar het lage hek, dat tus- schen dezen en den buurtuin lag. En daar bewoog zich plotseling iets. Een gestalte trad naar voren en liep enkele stappen naar Hilmar Vischer toe. Ingeborg Degener! Nu stonden zij tegenover elkaar en dr. Hellwig kon duidelijk zien, dat In geborg den jongen man om den hals viel. Zij hielden elkaar lang omvat. Tenslotte sloeg Hilmar Vischer zijn arm om het jonge meisje heen en liep eenige stappen met haar voort. Nu kon dr. Hellwig hen niet meer zien. Dat wat hij zooeven had gezien, was ongetwijfeld het hoogtepunt van alle merkwaardigheden, welke hij totnutoe bij Hilmar Vischer had vastgesteld. Hilmar Vischer en Ingeborg Degener hielden van elkaar! Dr. Hellwig ging langzaam naar het huis terug. Op deze verrassing was hij niet voorbereid geweest. Hij herinnerde zich, dat mevrouw Vischer gesproken had van betrekkin gen van Hilmar tot een meisje, waar van haar man niets wilde weten. Of Werner Vischer daarbij aan Ingeborg Degener had gedacht? Hij liep door het huis en dacht er een oogenblik aan, naar boven, naar mevrouw Vischer te gaan. Maar me vrouw Vischer had voorheen gezegd, dat zjj niet wist om welk meisje het ging en Hilmar had haar er ook nooit over gesproken. Dit was in de gege ven omstandigheden misschien ook maar het beste. Dr. Hellwig begaf zich naar zijn auto, stapte in en bleef op Hilmar Vischer wachten. Er ging meer dan een kwartier voorbij, eer Hilmar verscheen. Neemt u mij niet kwalijk, dat ik u zoo lang liet wachten, zei hij en maakte een beweging, alsof hij er nog iets aan wilde toevoegen. De advocaat keek hem aan. De ze nuwachtige onrust, welke Hilmar Vischer eerst had getoond, was vol komen verdwenen, hjj was kalm en leek bijna vrooljjk. Uw moeder heeft er zich zeker over verheugd, dat u nu bij haar zult blyven? vroeg hjj. 12) Opnieuw was dr. Hellwig hoogst verwonderd. Deze jonge man had op eens een groote haast om bij zijn moe der te komen, terwijl hij toch eerst veel tijd verknoeid had om over het testament te praten. Wanneer hebt u eigenlijk het te legram van den commissaris ontvan gen? vroeg hij. Ik vond het vanmorgen antwoordde hij mechanisch. Onwillekeurig nam dr. Hellwig den voet van het gaspedaal en trapte op de rem. Vanmorgen pas? En het tele gram werd gistermiddag al aan u ge zonden. De ander keek verward op. Gistermiddag, natuurlijk, neemt U mjj niet kwalijk. Ik vergat u te zeg gen, dat ik gisteren met een paar Vrienden uit was en vanmorgen vroeg Pas terug kwam. Het telegram heeft Urenlang in mijn kamer gelegen. Dr. Hellwig reed door. Maar steeds kerker kwam de zekerheid bij hem °P. dat er vreemde dingen met Hil- ^r Vischer gaande waren. Natuurlijk, mompelde hij daarbij halfluid. Natuurlijk! De begroeting tusschen Hilmar Vischer en Hedwig Ahlemann was van beide zijden koel en haastig. Het dienstmeisje verwonderde er zich al leen maar over dr. Hellwig opnieuw te zien, die immers een uur geleden samen met den commissaris de villa verlaten had. Mevrouw is heelemaal van streek, vertelde zij, zjj is boven op haar kamer en huilt. Merkwaardig genoeg stormde Hil mar Vischer niet onmiddelljjk naar boven, zooals Hellwig verwacht had. De jonge man wierp een blik op zijn armbandhorloge en zei aarzelend: Ik blijf niet al te lang, waarna hij langzaam naar boven ging. Dr. Hellwig was opeens alleen. Het dienstmeisje was zwijgend wegge gaan. Waarschijnlijk had zij van me vrouw Vischer gehoord, welke vragen de commissaris haar had gedaan en vermoedde natuurlijk hoe de commis saris daarop was gekomen. Zij zag daar vanzelfsprekend een woordbreuk van dr. Hellwig in, dien zjj nu eenvou dig alleen liet staan. De advocaat wist niet wat hij beginnen moest. Hij wilde de ontmoeting tusschen moeder en zoon niet storen, dus ging hjj naar het park. Hij bleef een oogen blik nadenkend staan op de plek, waar den vorigen dag het Ijjk van Vischer had gelegen. Hij zag nog eens het vreeselijke voor zich en tegelijkertijd kwam de gedachte bij hem op, dat ZATERDAG naa te Utrecnt by den Cathrijnensingel de opening plaats van een voor het verkeer uiterst belangrijk viaduct. Achter het Politie- muziekcorps. burgemeester en wethouders van Utrecht Links met bolhoed, de burgemeester van Utrecht, mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk. Polygoon RIJKSMINISTER DR. GÖBBELS IN NOOR WEGEN. Rijksminister dr. Göbbels in gesprek met den stadscommandant in Oslo. Hoffmann) HM h I w ■- - - j X 4 jt a X ■S S s Mm

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5