Sch aats wedstri j den van naar HET LACHJE IN DE GROENE OOGEN - Dr. Göbbels in Hamburg - Een bijeenkomst postzegelliefhebbers - De Steen wedstrijden - Vliegmachines naar Engeland w EH I TWEEDE BLAD RAAGSCHE COURANT Vrijdag 27 Deo. FEUILLETON |L 1940 EDDY NAUJOKS, 4' jaar oud, kan behalve zwem- schaatsenrijden. Hij krijgt op het oogenblik in de Apollohal te Amsterdam les in het schoontijden. Eddy met zijn Jeugdige medeleerlinge, de 7-jarige Rietje van Erkel, maken een moeilijk figuur. „Maxie Herbet en Ernst Baier in den dop (Polygoon) HOOFDSTUK 6 korten Ik (iWordt vervolgd.^ Ik zou u niet laten gaan, als ik er van overtuigd was, dat mijn theoretische verdenking gegrond was. Op de theo rie komt het echter niet zoo zeer aan, maar op de bewijzen. Wat denkt u? ONDER ZEER GROOTE BELANGSTELLING von den te Amsterdam de jaarlijksche steenwedstrijden in de Turnhal plaats. De winnares der dames, mevr. Ter Heiden-Pieters in actie. (Polygoon), (Nadruk verboden.) RIJKSMINISTER DR. GÖBBELS SPRAK IN HAMBURG. RIJKSMINISTER DR. GÖBBELS VERTOEFDE DEN 17EN DECEMBER J.L. IN HAMBURG OM IN EEN GROOTE FABRIEKSHAL VAN DE WERVEN VAN BLOHM EN VOSS TOT DE ARBEIDERS TE SPREKEN. (Polygoon) telde Vischer hem in het kort den samenhang. Hij voegde er aan toe, dat hij plotseling besloten was, tegen zijn oorspronkelijk plan in, om de reis te maken. x Maar is het niet onrechtvaardig, begon dr. Hellwig, met de bedoeling iets naders te weten te komen, om uw moeder nu opeens alleen te laten? Hilmar liet eindelijk dr. Hellwig’s arm los. Hij streek nerveus over zijn haar. Zij ?al niet alleen zijn, zij wil naar familie in Bremen gaan en daarom wil zij het huis hier verkoo- pen. Dr. Hellwig probeerde eenige orde in zijn gedachten te brengen. Vertelt u mij eens waarom u uw besluit zoo plotseling hebt genomen, ik zie werkelijk geen dringende re den? Weliswaar heeft uw vader u al leen het kindsgedeelte van zijn nala tenschap toegezegd, maar ik weet, door mijn bemoeienis met de zaken van uw vader, dat dit nog eén be hoorlijke som is om hier een goed bestaan te kunnen leiden. De ander keek hem lang aan en barstte toen in lachen uit. Kunnen, kunnen! riep hij. Na tuurlijk mijnheer, maar ik kan niet hier blijven, ik kan niet, ik kan niet, begrijpt u? Neen, antwoordde dr. Hellwig. Hilmar Vischer stond met een ruk op. lWaar wilt u nu heen? vroeg dr. Hellwig. DE BERGER IJSSPORTVEREENIGING liet Tweeden Kerstdag op haar banen den Kennemer-wisselbeker verrijden. Jan Langedijk (bekerhouder) kreeg door zijn drievoudige overwinning (500 m. 1500 m. 5000 m.) dezen beker officieel in bezit K. Buyen (rechts), die 2e werd in het.algemeen klassement, fèliciteert Langedijk met zijn overwinning, (Polygoon) EEN FORMATIE HEINKEL GEVECHTSVLIEGTUIGEN BIJ EEN VLUCHT NAAR ENGELAND. DICHT AANEENGESLOTEN, NAAR ELKE ZIJDE BESCHUT, MACHINE NAAST MACHINE, ZOO VLIEGT DE FORMATIE NAAR HET BEVOLEN DOEL. (Holland) „DAN VERGETEN ZE ALLES”. Tweeden Kerstdag werd in de Brakke Grond te Amsterdam de tweede nationale postzegel-ruildag gehouden, georganiseerd door de Amsterdamsche Philatelistenver- eeniging. „Hoofden en postzegels”, het eenige, dat de outsider kan ontwaren. (Polygoon) maakte een volkomen wanhopigen, terneergeslagen indruk. Dr. Hellwig noodigde hem in zijn kamer binnen te komen. Mag ik u iets aanbieden, een cognac misschien? Hilmar Vischér maakte een hand beweging, die evengoed „ja” als „neen” kon beteekenen. Hij gooide het glas cognac in één teug naar binnen. Dr. Hellwig trok zijn stoel zoodanig, dat hij recht tegenover den jongen man zat. Hij liet het ook toe, dat Hilmar Vischer plotseling zijn hand uitstak en zijn arm omklemde als zocht hij steun. Ik ben gekomen om u te ver zoeken... mijn moeder bij het verkoo- pen van de villa behulpzaam te zijn, zei hij schor. Dr. Hellwig sprong verrast op. Wil uw moeder de villa verkoo- pen, ik was vanmiddag bij haar en tben zei zij daar geen woord over. De ander schudde het hoofd. Toen heeft zij het nog niet ge weten. Dr. Hellwig keek zijn bezoeker me delijdend aan. Spreekt u toch, mynheer Vi scher, wat heeft uw moeder nog niet geweten? Dat ik van hier wegga. Ik heb mijn firma getelegrafeerd en vertrek vanavond naar Hamburg. Overmor gen gaat de boot naar Azië. De advocaat wist van deze reis hee- lemaal niet af en op zijn vraag, ver- naderen, waarom had hij het dan niet ontweken? Wat hield hem in Kladow vast hoewel hij wist, dat er vreese- lijke mogelijkheden bestonden? Een oogenblik dacht dr. Hellwig erover, dat de reden van Vischer’s blijven in Kladow misschien zijn oor zaak vond in de aanwezigheid van mevrouw Degener. Maar deze ge dachte wees hij onmiddellijk van de hand. Mevrouw Degener was immers weliswaar geschrokken, maar vol strekt niet bedroefd. Hij had haar echter niet meer gezien. Wel had hij bij zijn bezoek aan Kladow den joa- gen Vischer in ernstig gesprek *net Ingeborg Degener, ontmoet. Het leek hem toe alsof de beide jongelui kib belden. Hij had het zoo weten in te richten, dat zij hem niet hadden ge zien. Toen hij op dezen avond thuis kwam, schudde zijn vrouw het hoofd. 1 Je moet toch werkelijk om je vacantie A nken, maande zij. Se dert zes dagen ben je nu in Berlijn in plaats met deze kleine vrouw er gens frissche lucht te gaan happen. Maar dr. Hellwig weerde af. Het zou doelloos zijn, Ulla. Zoo lang deze moord niet is opgehelderd vind ik geen rust. Ik blijf dus liever hier en neem later een paar dagen meer vrij. Op dit oogenblik meldde het meisje, dat er bezoek was. Mijnheer Vischer wil u spreken. De advocaat ging zijn laten bezoe ker in de gang tegemoet. Hij schrok van Hilmars uiterlijk. De jongeman 14) Wilt u mij dan een verklaring ▼oor uw weigering geven? Hilmar Vischer streed een strijd. Terwille van mijn vader, zei hij dan zacht. Hagemann wist met dit antwoord niets aan te vangen, hoewel hij pro beerde er den dieperen zin van te be grijpen. Hilmar Vischer zag zijn vra- genden blik en hij beantwoordde dien met een hulpelooze beweging. Tenslotte stond de commissaris op. Voor het geval ik nog ipts wil weten, waar kan ik u dan vinden? Bij mijn moeder natuurlijk, blijf voorloopig in Berlijn. Hagemann stak hem de hand toe. Het is goed, mijnheer Vischer. Maar de jonge man had nog iets op bet hart. Hij aarzelde een poosje, ter wijl de commissaris hem vol ver wachting aankeek. Commissaris, begon hij toen aar dend, u hebt daarstraks de moge- bjkheid van een vreesehjke verden king geuit en nu wilt p van mij weten, boe ik daar nu over+denk, niqtwaar? Neen, hoezeer dr. Hellwig ook na dacht, hjj vond geen redelijken grond voor de aanzienlijke sommen, welke Werner Vischer de laatste maanden voor den moord had opgenomen. De commissaris had hem verzocht hier over na te denken en hoewel dr. Hell wig zijn meening, dat dit van beslis sende beteekenis kon zijn, niet deelde, zoo had hij er zich grondig mee be ziggehouden. Hij had zoowaar vandaag, twee da gen na de begrafenis van Wemer Vischer het stil geworden huis in Kladow opgezocht om met mevrouw Hermine over deze dingen te spreken. Maar het bleek, dat zij inderdaad van niets wist. Nog een andere vraag hield den advocaat bezig. Hij dacht aan het telegram, dat Werner Vischer hem had gestuurd. Hoe wist de man, dat een gevaar hem dreigde? Juist dit telegram scheen de opvatting van den commissaris te bevestigen, dat de moord op Werner Vischer niet door gelegenheidsmisdadigers was gedaan. Want het stond vast, dat Vischer zich bedreigd voelde, dat hij het gevaar vermoedde en dat het hem ook daad werkelijk had achterhaald. Maar als Vischer dit gevaar zag men (hij heeft reeds zijn zwemdiploma) ook heel goed Hilmar Vischer sloot de oogen en trok zijn voorhoofd in rimpels. Het was als moest hij over de vraag van dr. Hellwig nadenken. Ik geloof, zei hij, als uit een droom ontwakend, dat ik rustig naar huis kan gaan. Goeden1 avond, dokter. Hellwig liep, toen zijn bezoeker hem had verlaten, met groote stap pen in zijn kamer heen en weer. Er moest iets gebeurd zijn, dat Hilmar Vischer volkomen van zijn stuk had gebracht. Het lag voor de hand deze gebeurtenis met Ingeborg Degener in verband te brengen. Hij herinnerde zich, dat hij beiden dezen middag had ontmoet. Had het niet geschenen alsof zij ruzie had den? Hij kon zijn gedachten niet ver der voortzetten, want plotseling schel de de telefoon. Toen dr. Hellwig ant woordde, hoorde hij de stem van den commissaris. Hij zuchtte verlicht, hier was misschien iemand, die licht in het geval kon brengen, die ook verdere catastrophen kon verhinde ren. Want dr. Hellwig had opeens het, beklemmende gevoel, dat Hilmar Vischer in zijn tegenwoordigen ge- drukten toestand iets verschrikkelijks zou kunnen doen. Ergens op een flesch wijn? vroeg hij nog eens, natuurlijk en wat mij betreft, dadelijk. Mevrouw Ulla vond het natuurlijk niet erg prettig toen hij haar goeden dag zei. F-O

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 5