Brauchitsch in het Westen
Generaal-veldmaarschalk
Iet
von
van
De Tower getroffen
verloofd
Feggelen
Een succesvolle duikboot-kapitein
HET LACHJE IN DE
GROENE OOGEN
ff
I
I
o
f
TTAAGSCHE COURANT Donderdag 2 Jan
1941 TWEEDE BLAD
Q
DUITSCHE OORLOGSSCHEPEN OP ZEE.
FRAAIE OPNAME VAN HET ACHTERSCHIP VAN ÉÉN DER SCHEPEN AF.
EEU1LLE1UN
UTV
t
MF i
fel
(Holland)
ZOO ZIET DE TOWER ER ND Uil. Ook net Noordelijke deel van den
bekenden Tower in Londen werd tijdens een Duitschen
luchtaanval zwaar beschadigd. Hoffmann)
Kladow achter zich
naar den stoeprand,
af, nam een sigaret
denken.
(NadruK verboden
DE BEKENDE ZWEMSTER IET VAN FKC«ELEN HEEFT ZICH VER
LOOFD MET DEN HEER K. KOSTER. GELUKKIGE PAAR BEKIJKT
DE ONTVANGEN CADEAUX. 'Polygoon)
DE ONDERZEEBOOT VAN KAPITEIN-LUITENANT SCHEPPEE
bracht het 40ste handelsschip tot zinken en overschreed daar
mede als derde de 200.000 ton-grens- De kapitein op zijn boot
na een succesvollen tocht (Holland.)
den moord in Begijn was, scheen
hem geweldig te 'nteresseeren. De
mijnheer was bepaald opgewonden
toen hij weg reed. Nu, en als zulk een
bericht een ingewijde zoo opwindt,
moet het zeker interessant zijn! Dit
was de reden waarom hij steeds aan
het gesprek moest denken. En nu
wilde hij naar dg politie om zijn ken
nis daar kwijt te raken, misschien
vond men het daar al even interes
sant als de vreemde heer het had
gevonden.
Toen hij langs de zijstraat kwam,
waar de villa van Vischer gelegen
was, zag hij een grooten donkeren
wagen voorstaan en enkele heeren
stonden er bij. Hij herinnerde zich,
dat hij een dezer heeren in precies
zulk een wagen op den dag van den
moord langs zijn tankstation had zien
rijden en zijn cdllega had hem huive
rend verteld, dat dat het parket
was. Met haastige schreden ging de
man naar den commissaris. Hage-
mann zag den man aankomen.
Verlangt u iets van mij?
De man nam zijn pet af.
Ja mijnheer, u bent immers van
de politie, u bent hier voor den moord
nietwaar?
Zeker, hebt u een verklaring af
te leggen?
De eigenaar van het tankstation
wist niet precies hoe hij moest be
ginnen.
De kwestie is deze... zei hij,
dat op den dag van den moord... nu
ja op dien dag heeft de jonge mijn
heer Vischer benzine bij mij ingeno
men.
De commissaris keek hem verwon
derd aan.
Vertel toch geen onzin, mijnheer
Vischer, Hilmar Vischer op den dag
van den moord in Berlijn? Met een
auto?
Jawel, bevestigde de man, het
was een wagen met een Hamburgsch
nummer en ik ken mijnheer Vischer
heel goed. Ik heb de tank hier al zes
jaar en ik woon in het dorp, dan
kent men de menschen, ook als zij
geen klanten zijn.
Wanneer was dat? vroeg de com
missaris spelend met zijn monocle.
Op Dinsdag, commissaris, op
Dinsdag tegen twaalf uur...
En hoe komt het, dat u dit pas
nu vertelt?
Ik heb niet geweten, dat deze
verklaring voor de politie van belang
kon zijn.
En hoe bent u dan nu op het idee
gekomen?
De man vertelde nu van zijn erva
ring met den vreemden heer, in wien
de commissaris onmiddellijk dr. Hell
wig herkende.
Een beambte, die intusschen uit
den wagen was gestapt en mee had
geluisterd, vroeg: Zal ik proces
verbaal opmaken?
Ja, haal de schrijfmachine.
Het proces werd opgemaakt en de
man onderteekende, waarbij men
hem een pluimpje gaf. Eindelijk was
ook dit voorbij en kon de wagen weg-
rijden. (Wordt vervolgd.)
18
Eenvoudig prachtig, antwoordde
hij, maar mij viel nog iets anders
op. Een paar dagen geleden heeft
mijnheer Vischer hier ook getankt en
die reed eenzelfden wagen met net
zoo’n carrosserie.
Dr. Hellwig kon het zich niet her
inneren.
Bedoelt u mynheer Vischer, die
Dinsdag werd vermoord? vroeg hij.
Neen, zei de man en schroefde
den dop dicht, de jonge mijnheer
Vischer en hij reed net zulk een wa
gen, waarop een Hamburgsch num-
DE OPPERBEVELHEBBER VAN HET DUITSCHE LEGER. GENERAAL-
VELDMAARSCHALK VON BRAUCHITSCH bracht den Kerstavond door
bij de soldaten van een batterij verdragend geschut aan het Kanaal
De Generaal-Veldmaarschalk bezichtigt de batterij. (Scherl
Enkele honderden meters voor het
huis stopte hij en ging de rest te
voet. Toen hij aan het tuinhek schel
de, moest hij geruimen tijd wachten.
Eindelijk naderde er een man, die
hem wantrouwend bekeek.
Wat verlangt u? vroeg de oude.
Ik moet mevrouw Degener spre
ken, antwoordde dr. Hellwig ongedul
dig.
De oude wees naar een bord, dat
goed zichtbaar in den tuin was aan
gebracht.
„Deze villa is te huur” stond er op
te lezen. Misschien kwam het door
den verwarden blik, welken dr. Hell
wig op het bord wierp, dat de oude
man zich verplicht gevoelde nog en
kele woorden te zeggen.
Zijn gisteravond allebei vertrok
ken, zei hij kort.
Vertrokken. En Hilmar Vischer wil
de eveneens Berlijn verlaten? Hing
zijn plotseling vertrek met dat van
Ingeborg Degener samen?
Weet u soms, waar de dames
heen zijn gegaan?
Weer keek de oude hem wantrou
wend aan voordat hij antwoord gaf.
Zij zijn en pension gegaan, zei
hij eindelijk, pension Hellersbach
op den Kurfürstendamm.
Dank u, antwoordde Hellwig me
chanisch. Toen hij weer in zijn wa
gen zat en weg reed, zag hij plotse
ling in gedachten het gezicht van-In
geborg Degener. Het lachje in haar
groene oogen, waarachter zich een
vreeselijke angst verborg.
Natuurlijk, nu wist hij ook de
reden van dezen angst. Zij wist, dat
Hilmar op den dag van den moord
in Berlijn was geweest, zij wist in
welk gevaar hij verkeerde, als dit
feit bekend werd. Vandaar haar angst
voor den man dien zij liefhad...
De man van het tankstation had
een poosje staan nadenken. Opeens
keerde hij zich tot zijn collega, die
over een tabel met getallen gebogen
zat.
Zeg luister eens...
Hm, bromde de ander zonder op
te zien.
Ik ga een oogenblik weg.
Best, knikte de collega.
Maar het kan lang duren.
Nu legde de ander het potlood uit
zijn hand.
Wat is er dan aan de hand?
De ander trok een onverschillig ge
zicht.
Niets bijzonders; ik wil alleen
even naar de politie.
Zijn collega keek hem verwonderd
aan.
Naar de politie, wat wil je daar
dan? Heb je iets uitgespookt?
De eigenaar schudde zwijgend het
hoofd en nam zijn pet van den haak.
Ik zal mij haa»‘«t, zei hij, voor
dat hij ging.
Hij haastte zich werkelijk. Sedert
een half uur ging het gesprek, dat
hij met den vreemde had gevoerd,
niet uit zijn gedachten. De vreemde
scheen heel goed op de hoogte te zijn
van de omstandigheden tijdens den
moord op Werner Vischer. En het feit
dat Hilmar Vischar op den dag van
HET ECHTPAAR JOH. W. WESSELS-LAKEMOND TE AMSTERDAM
herdacht het 50-jarig huwelijksfeest. Winterhulp Nederland kwam de ge-
lukwenscher aanbieden en deed h’et bruidspaar een prachttaart en een
enveloppe met waarde-bonnen overhandigen. (Polygoon)
Neen, antwoordde de man, ik
weet het precies, maar waarom...
Dr. Hellwig trapte op den starter.
Laten we daar niet over praten.
Hy gaf den man gepast geld en reed
weg. Toen hij
had, reed hij
rukte zijn hoed
en begon na te
Hilmar Vischer was, zooats ieder
een dacht, tot op Dinsdag, den dag
van Oen moord, in Hamburg geweest.
Als het waar was, wat de man van
de benzinepomp zei, dan was hij ech
ter in Berlijn geweest, meer nog: in
Kladow
Dat beteeKende dus, dat de tegen
hem bestaande lichte verdenking, een
zware verdenking werd. Want hij had
tot dusver van zijn reis naar Berlijn
niets verteld, het beteekende ook, dat
anderen, die er van op de hoogte wa
ren, hun geheim niet hadden prijs ge
geven. Want natuurlijk wisten ook
anderen er van, mevrouw Hermine
Vischer bijvoorbeeld en Ingeborg De
gener, ja, die vooral!
De gedachte aan Ingeborg Degener
gaf hem een nieuw idee. Hij keerde
zijn wagen en reed het korte stuk
haastig terug, waarbij hij het angst
vallig vermeed weer langs de tank-
pomp te rijden. Hij vermeed ook de
straat, waarin de villa van Vischer
lag, omdat hij den commissaris niet
wilde ontmoeten. Het gelukte hem
ongemerkt in de kleine zijstraat te
komen, waar zich de villa bevond, die
door mevrouw Degener en haar doch
ter werd bewoond.
waarop
mer stond.
Dr. Hellwig dacht bliksemsnel na.
De jonge Vischer. Wat zou daar dan
mee geweest zijn?
Wanneer was dat?
De man dacht een oogenblik na.
Nu, dat moet verleden Dinsdag
zyn geweest beslist, ja, nu herinner
ik het my. Ik had tot Dinsdag dienst,
toen kreeg ik een vryen dag en daarna
vier dageh nachtdienst.
Dr. Hellwig, die zijn plaats niet had
verlaten, greep het stuur vaster.
Dinsdag zei u, vergist u zich
niet?
e'
lg:::
j
-