IJszeilen Nieuwjaar in Japan Zilveren jubileum Lou Bandy - Schaatswedstrijden te Sneek en Warmenhuizen In de woestijn neergeschoten vliegtuig HET LACHJE IN DE GROENE OOGEN 11 ‘ij JÉ ra I I A L I I B 4 ■P KB KV SÉ K o I1 HAAGSCHE COnRANT Maandag 6 .Tan 194T. TWEEDE BLAD o FEUILLETON •-.... i a Ma - S S WW f Ik. - I Jl i (Polygoon) DE EERSTE IJSZEILER IN ACTIE. (Polygoon) be denk e- 21) heid maken. zeer HOOFDSTUK 9 na- dus u wilt naar het buiten- I s« «8 xN DE WOESTIJN NEEKoEblOHi. DII ENGELSCHE VLIEGTUIG WERD BIJ DE GEVECHTEN IN NOORD-AFRIKA DOOR DF. ITALIANEN NEERGESCHOTEN. (HoUand) (Nadruis verboden.) MET DE STRENGE KOUDE, welke momenteel heer sent, hebben de visschers op zee het verre van gemak kelijk. Een. schokker, welke na de vangst in de Scheveningsche haven terugkeerde, was gedeeltelijk met zwaar ijs bedekt. TER GELEGENHEID VAN ZIJN 25-JARIG TOONEEL-JUBILEUM heeft de bekende revue-artist Lou Bandy* Zaterdagmiddag een receptie in hotel „De Twee Steden” in den Haag gehouden. Van links naar rechts de heer Reese, Lou Bandy en Buziau. (Polygoon), DE IJSCLUB „FRISO” TE SNEEK hield op de ijsbaan Leeuwarderweg een hard rijderij voor vrouwen. Sytske Pasveer, de Friesche kampioene, die dit jaar voor het eerst op Noren rijdt, aan den start in haar strijd tegen Ina Keulen (op achter grond). Wachtend op het startsein. (Polygoon) KLEINE MEISJES SCHILDEREN GROOTE NIEUWJAARSWEN- SCHEN ZOO IS HET IN JAPAN NU EENMAAL GEBRUIK. (Holland) alsof hij bijzonderen druk wilde geven. Dan boog hij zich iets naar voren. Hilmar Vischer beweert op dien dag getuige van een bijzonder voorval te zijn geweest... Heel duidelijk zag hij nu der schrik in haar oogen. Maar hij was op dien dag heele- maal niet in Berlijn, viel zij hem in de rede. ling, naar een zijstraat. Een wit nuch ter bord op een muur Politiepost. Enkele minuten later zat de com missaris in de kamer van den inspec teur van dezen post, die opmerkzaam knikte en dan enkele dingen opschreef. Hij nam den hoorn van de telefoon en vroeg het nummer van het hoofd bureau voor den commissaris. Het gesprek duurde niet lang. Zoo, dank u, zei hij tot den in specteur, over* een kwartier haalt de dienstwagen mij af, tot zoolang moet ik nog gebruik van uw gastvrij- - - Weet u dat zoo zeker? vroeg hij snel. Zij werd een beetje verlegen. Zeker weet ik het niet! Maar ik vermoed het. Ik was in den morgen veel in den tuin. Als Hilmar Vischer thuis was geweest, zou ik hem zeker hebben moeten zien. De commissaris trok een Hjk gezicht. Deze verklaring juffrouw, zei hy, is zeer belangrijk. Hilmar Vischer beweert namelijk iets te hebben ge zien, wat voor de opheldering van den moord beslissend is. Als hy nu wer kelijk op dien dag niet in Berlijn was, dan blijkt het, dat zijn verklaring valsch was. Waarom hy deze valsche verklaring heeft afgelegd, moet dan natuurlijk weer worden opgehelderd. Het is uitgesloten, dat hij hier was, viel zij hem in de rede, heele- maal uitgesloten. De commissaris stond op. Dank u zeer, zei hij, vergeeft u de storing. Ik hoop, dat ik u niet meer lastig zal behoeven te vallen. Zij lachte haar kinderlijk, lieftallig lachje. Als mijn verklaring nuttig voor u is geweest, antwoordde zjj be scheiden. Hy bevestigde dit. Zeer nuttig zelfs, u hebt my een groot stuk verder geholpen. Peinzend ging hij de trap af en wan delde, langzaam over den Kurfürsten- damm. Maar tenslotte liep hy sneller en sneller en keerde, na korte aarze- Commissaris Hagemann keerde pas in den middag naar het hoofdbureau terug. Hij wilde juist order geven, dat Hilmar Vischer opnieuw bij hem zou worden gebracht, toen men het ver rassende bezoek van dr. Hellwig meldde. Ik kom regelrecht van het sta tion naar je toe, begroette hij den commissaris. Of, om het nog duidelijker' te zeggen, je komt regelrecht uit Hanno ver naar mij toe, antwoordde de com missaris lachend. Niet bang zijn, ik heb je niet geschaduwd, maar je vrouw was zoo vriéndelijk my op de hoogte te brengen. Ach juist, lachte Hellwig verle gen, terwijl hij zich in een stoel liet vallen. Ja, je hebt gelijk, ik was in Hannover, maar voor ik ve»der ver tel, moet ik je iets biechten. Met een verontschuldigend lachje ruimde zij verschillende kleedingstuk- ken, welke in het rond lagen, op. In een hoek van de kamer stond een half vol gepakte koffer. Wilt u op reis gaan? vroeg de commissaris, of hebt u sedert u uit Kladow kwam, nog niet alles uitge pakt? Z’j noodigde hem in een gemakke- lijk jr. stoel plaats te nemen. Heiden, antwoordde zij onver- scnillig. Wij zijn pas eergisteren nier komen wonen, doch blijven hier maar een paar dagen. Mijn moeder voelt zich niet heel goed en wilue daarom een paar weken weg. Zij is juist'Uitgegaan om alles te re gelen Een zucht volgde. U weet hoe lastig het tegenwoor dig is om op reis te gaan, pas, de viezen, enz. O, dus u wilt naar het buiten land? Mijn moeder wil graag naar Zwitserland en in aansluiting daarop naar Italië. De commissaris merkte heel goed, hoe Ingeborg’s lachende oogen hem met slecht verborgen onrust bekeken. Hij deed alsof hij dit niet bemerkte. Dan betreur ik het, dat ik u bij uw voorbereidingen voor deze interes sante reis kom storen. Ach, wel neen, weerde zy met een lachje af. U doet uw plicht, welke zeker niet altijd gemakkelyk is. Als ik u daarbij kan helpen...? Het ontging hem niet, dat hem hierbij een blik van bewondering uit haar oogen trof. Hij wist, dat hij op vrouwen vaak een verrassenden indruk maakte. Izijn elegante verschijning, zijn bij de slapen licht grijzend haar, en zijn frisch, jong gezicht lieten nooit na indruk te maken. Desondanks had hij op dit oogenblik een licht gevoel van wantrouwen, dat hem niet wilde verlaten. Het kwam hem voor, dat er in haar oogen niet alleen bewondering lag, maar nog iets anders, iets dat hij niet herkende. Ik heb alleen een opheldering van u noodig, begon hij, voor zoover mij bekend is, bent u met Hilmar Vischer bevriend, nietwaar? Hilmar Vischer? Ik ken hem. zijn ouders woonden naast de villa, welke wij hadden gehuurd, antwoord de zij ontwijkend. De commissaris verwonderde zich in stilte over dit ontwijkende voorzich tige antwoord. U kent hem dus slechts vluchtig? zei hij, hoe lammer en ik had al gehoopt, dat u bijzonder goed met hem bevriend waart en mij daarom TE WARMENHUIZEN werden Zondag groote schaatswedstrijden gehouden, over de afstanden 500 m„ 1500 m. en 5000 m. Jan Langedijk tijdens den wedstrijd over 500 m., welken hij won in den goeden tijd van 49.5 sec. Achter hem mr. A. Jochems. (Polygoon) de inlichting kon geven, welke ik zoo zeer noodig heb. Een zilverhelder lachje was het ant woord. Maar mijnheer Hilmar Vischer woonde, voor zoover ik ‘weet, heele- maal niet in Berlijn. De commissaris deed alsof hy zich dit nu pas herinnerde. Maar zjjn ver wondering over de wijze, waarop zy zijn vragen beantwoordde, groeide steeds meer. Natuurlijk, daaraan had ik moe ten denken, toen de geruchten my ter oore kwamen. Intusschen, u kende Hil mar Vischer en dat is voor mij belangrijk. Mag ik vragen waarom? Hij kuchte. U herinnert zich nog goed den dag, waarop de misdaad in uw huur villa werd gepleegd, nietwaar? Een lichte schaduw vloog over haar gezicht. Nu ja, de herinnering aan een moord is niet erg prettig. Ik hoorde ervan, toen ik uit de stad thuis kwam. Hij zweeg een oogenblik, zijn volgende vraag Is heelemaal niet noodig, onder brak hem de commissaris, je had weer eens je crinainalistjsche instinc ten gevoeld. Juist, knikte Hellwig, maar ik moet je toch vertellen wat my er toe bracht, zulk een geheimzinnig waas aan te nemen. Ik had namelijk een idee gekregen, dat mij eerst fantas tisch leek. Als ik het jou zou hebben verteld, zou je mij uitgelachen heb ben. Daarom wilde ik eerst zekerheid hebben. Niet iedereen kan het verdra gen uitgelachen te worden. De commissaris lachte vroolyk. Als dit je geheele biecht is, lach- te hij pathetisch, dan krijg je hier mede absolutie. Dr. Hellwig scheen verlicht, dat hy geen reprimande voor zijn eigenmach tig optreden van zjjn vriend kreeg. Je hebt my zelf verteld, begon hy, dat Werner Vischer een broer had, die in Amerika heeft gewoond. Dat was niet moeilyk te vinden, viel de commissaris in. De Vischers woonden vroeger in Ham burg en een informatie op het bevol- kingsregister bracht deze verklaring. Je hebt my verder verteld, ging dr. Hellwig voort, dat er geruchten gingen van diefstal, gepleegd door dezen Paul Vischer, deze geruchten bleken echter ongegrond. Helaas wa ren deze geruchten niet zonder grond. Hij vertelde nu wat hy van jne- vrouw Vischer had gehoord. De com missaris was zichtbaar onder den in druk. Hy keek peinzend voor zich uit, (Wordt vervolgd.). J

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5