Zware fabrieksbrand te Tilburg hersteld het eere m Luchtgaten HET LACHJE IN DE GROENE OOGEN Neergeschoten Engelsch vliegtuig Een oud Hollandsch spel in P I f iliillsss® s HAAGSCHE COURANT Donderdag 9 Jan. 1941 TWEEDE BLAD FEUILLETON s si j i Ui —gr foto naar de wilde Hellwig nog be- 24) hem verstrooid Lar- HOOFDSTUK 10 bleef (Wordt veroolpdj, dus? i EEN VERBINDINGS-COMPAGNIE BIJ HEI AANLEGGEN VAN EEN TELEFOONLIJN. De draadspoelen zijn opgesteldnu wordt met het uitleggen van den draad begonnen. (Polygoon) HET GANZENBORD heeft momenteel in alle soorten en vindingen Nederland veroverd. In Amsterdam kan men op straat nog de allereerste uitgave koopen. (Polygoon) oogen stem de die Hertha Hellwig, Voorloopig bekentenis. (Nadruk verboden.) OP EEN VLUCHT NAAR BERLIJN DOOR LUCHTAFWEERGESCHUT NEERGESCHOTEN. Onze toont de overblijfselen van een neergeschoten Britschen Whitley-bommenwerper, welke op de vlucht Berlijn door het geconcentreerde vuur van het. Duitsche afweergeschut getroffen en neergeschoten werd. (Polygoon) AANVAL VAN EEN HE1NKEL-GEVECHTSVLIEGTUIG HE 111 OP EEN CON- VOOI. EEN VRACHTSCHIP IS REEDS GETROFFEN, BIJ DEN VOLGENDEN AANVAL ZAL HET VERNIELD ZIJN. (Polygoon) BIJ DE fl.V. J. BROUWER’S LAKENFABRIEKEN te Tilburg brak Dinsdagavond brand uit. De brand had zoo’n omvang, dat van blusschen geen sprake meer was. Alle opslag en machinerieën werden een prooi der vlammen. Detail van de verwoesting. (Polygoon) U wilde Werner Vischer niet dooden, doch een ander... wie? Weer een korte stilte en dan: Hilmar. De commissaris was verrast. Hilmar Vischer? En waarom? Ditmaal kwam het antwoord vlug ger. Ik was jaloersch, ik had daar alle reden toe, want toen ik zag, dat ik hem niet meer kon terugwinnen... Een oogenblik, viel de commissa ris in, vertelt u nu eens netjes op de rij af. Sedert wanneer kent u Hilmar Vischer? Zijn rustige manier om haar te on dervragen, had een goede uitwerking op Hertha Larsen. Niet alleen, dat zij zelf kalm werd, maar zij herkreeg langzamerhand de zekerheid om te praten en het leek alsof zij buiten de verschrikkelijke dingen stond, die zij vertelde. Ik leerde Hilmar Vischer kennen, toen hij een jaar geleden als volon tair bij myn vader in dienst kwam. Daar onze vaders bevriend met el kaar waren, kreeg Hilmar dikwijls een uitnoodiging om bij ons aan huis te komen. Wij speelden samen tennis, wy brachten de Zondagen met elkaar door en... en op een dag vroeg hij mij ten huwelijk. Wat deed u? Hoe lang kende u elkaar op dien tyd? Ongeveer een half jaar. De commissaris keek peinzend voor ich uit. Voor zoover ik Hilmar Vischer OM TE VOORKOMEN dat de visch wegens luchtgebrek zou sterven, heeft de hengelsportvereeniging T.O.P, te Spanbroek haar leden aangezegd, er voor zorg te dragen, dat in ’t in hun domein gepachte vischwater voldoende gaten in het ijs worden gehakt en opengehouden, zoodat er voor de visch lucht onder het ijs kan komen. Ieder lid van deze vereeniging heeft een aantal slooten en vaarten te verzorgen hij moet steeds de dichtgevroren gaten open houden. Een der leden bezig met het hakken van een „luchtgat” in het ijs. (Polygoon) De commissaris krabbelde enkele notities op een blad papier. En kent u mijnheer Vischer? Ja, antwoordde zij weer en haal de haar zakdoek tevoorschijn, waar mede zij voor een oogenblik haar ge zicht bedekte. Maar de commissaris zag, dat zij bij het „ja” bloosde. Zoo, zei hij, u kent Hilmar Vischer dus, nu dan hebt u mij zeker wel iets te vertellen, dat van belang is. Zooals ik zie weer een knikje naar de krant weet u reeds, dat Hilmar Vischer onder zware verden king gearresteerd is. Zij klemde zich met beide handen aan den rand van de schrijftafel vast. En hij zelf? Dringende jagende angst was in haar stem. Hij zelf, heeft hij de daad bekend? Een koele, verwonderde blik uit de oogen van den commissaris gleed over haar heen. U vraagt meer dan ik kan be antwoorden. In het belang van het onderzoek... Dank u, zei zij, ik weet genoeg. Mag ik u misschien om een glas water vragen. Dr. Hellwig meende in dit oogenblik dat hij niet goed bij zinnen was, of dat hij in een zonderlingen droomtoe stand verkeerde. Maar de stem van den commissaris bracht hem in de werkelijkheid terug. Bent u zich bewust van de draag- ken, zeide hy dan, meen ik, dat hij tamelijk onevenwichtig is. Een on bestendig mensch. De commissaris lachte een beetje, als ik een vrouw was, zou ik hem niet zonder meer gelooven, als hij mjj zijn liefde bekende. U hebt gelijk, antwoordde Her tha Larsen, en toch heb ik er niet lang over nagedacht. Ik hoopte, dat het hem ernst was. Ik voelde, dat hij streed. Ik wist ook, dat onze vaders deze verbintenis graag zouden zien en... zij zweeg. En? vroeg Hagemann. Zij werd een beetje verlegen. Ik hield van hem. Een korte stilte ontstond. Hield u van hem? vroeg de com missaris. Ja, antwoordde zij bijna onhoor baar. De commissaris knikte. Vertelt u verder, juffrouw sen. Zij zuchtte. Het ging allemaal goed, wij waren erg gelukkig met el kaar. Wij hadden thuis nog niets ver teld, maar Hilmar, die dikwijls de weekeinden naar huis ging, had mjj beloofd, dat hij spoedig met zijn va der over ons engagement zou praten. Ik vermoed, onderbrak de com missaris haar, dat hy het niet heeft gedaan. Zy knikte. Alles opgehelderd? hebben wy slechts een Vergeet niet, dat hier nog andere dingen op te helderen zijn. Het tweede geval van moord en dan nog de chan tage. Hij schoof den tegenstribbelenden ad vocaat met zacht geweld naar gang. Maar. ginnen. Neem een taxi! riep hij, haast je en probeer zoo gauw mogelijk hier terug te zijn. Als je wilt, bel ik je vrouw op, zoodat zy niet onnoodig wacht. Hij bleef een oogenbljk besluiteloos voor de deur van zijn kamer staan. De dienstdoende beambte keek hem vragend aan. Nog een verhoor? waagde deze eindelijk te vragen. Hagemann keek aan. Hertha Larsen zat nog steeds zoo als hij haar had verlaten. Zij richtte zich nu moeizaam op. De commissa ris ging zonder naar haar te kijken naar zijn schrijftafel. Zoo, zeide hij, en nu zullen wy eens uitvoerig praten, juffrouw Larsen. U beschuldigt uzelf dus van moord op Werner Vischer. U zult mij zeker ook wel uw redenen kunnen verklaren en de omstandigheden? Zij keek hem aan. Het was een verwisseling, ant woordde zij na een korte stilte. Zoo zoo, een verwisseling Nog voordat de commissaris kon opstaan, was dr. Hellwig bij de kraan die zich in een hoek van de kamer bevond. Hij vulde een glas en gaf het de bezoekster. Met een dankbaren blik gaf zij den advocaat het gele digde glas terug. Zij scheen haar zwakte te hebben overwonnen. De commissaris speelde met zijn monocle. U bent een beetje opgewonden, merkte hij luchtig op. Ik kwam regelrecht van het sta tion naar u toe, legde zij uit. De commissaris veranderde plotse ling van tactiek. Hij ging rechtop zit ten en zijn stem werd staalhard. U wilde een verklaring afleggen, mag ik u nu verzoeken? Zij schrok, sloeg de handen voor de oogen, maar liet ze dadelijk weer zakken. Haar gezicht was doodsbleek en op haar voorhoofd stonden zweet druppels, de wijdgeopende staarden in de verte. Haar klonk zonderling gedempt in het stille vertrek, toen zij zeide: U hebt een onschuldige gearres teerd, de moordenaar van Werner Vischer... ben ik. wydte van uw bekentenis? vroeg deze rustig. Het scheen als was hij over de onverwachte bekentenis in het ge heel niet verwonderd. Ook Hertha Larsen was ontnuchterd door dezen drogen zakelijken toon. Zij keek ver ward naar den commissaris op. U hebt uzelf zooeven van zwaarste misdaad beschuldigd, bestaat, van moord, zei hij. Larsen’s blik ging naar dr. die nog bij de deur stond. Zij zocht hulp. Doch dan zonk haar hoofd voor over. Ik heb alles bedacht, antwoord de zij haastig en zacht, ik weet, wat ik gedaan en gezegd heb. De commissaris bleef een oogenblik onbewegelijk zitten, maar dan stond hy op. Nu goed, antwoordde hy, wij zullen zien. Hij keek naar dr. Hellwig, nam dezen bij den arm en trok hem mede de kamer uit, de bezoekster alleen achter latend. Pas in de voorkamer waagde de advocaat het adem te ha len. Dat is niet te gelooven, meen de hij. Zeker, antwoordde de commissa ris en dan: Je gaat dadelijk naar Kladow en bericht mjj zoo gauw mo gelijk. Dr Hellwig keek hem ontnuchterd aan. Nu moet ik naar Kladow, nu al les opgehelderd is? Het gezicht van Hagemann ondoordringbaar. F" W -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5