bommen Prins Sajonji - Het inladen zware van van Milaan - Champignon-kweekerij Buyen na zijn succes in I De begrafenis Traptaxi’s RV HET LACHJE IN DE GROENE OOGEN TWEEDE BLAD TTAAGSCHE COUBANT Dinsdag T4 -Tan ÏWT FEUILLETON - -v L - I li jT - i -X> i (Holland) die mevrouw Vischer zyn in t snelde naar de in Berlijn, f^Vordt oewolpd.» de commissaris, IN MILAAN ZIJN BUITENGEWOON FRAAIE TRAP-TAXI’S IN GEBRUIK GENOMEN. BIJ HET PUBLIEK VALLEN ZE IN DEN SMAAK. on- viel NU HET IJS NOG STERK GENOEG IS haast men zich om de zg. rietschooten langs de ringvaarten te scheren. Met een scherpen schoffel snijdt men het riet af bij het ijsoppervlak, waarna het gebonden wordt om vervoerd te worden. Dit riet is bij uitstek geschikt voor dakbedekking van villa’s en boerderijen. (Polygoon# BUYEN, DE NIEUWE NATIONALE KAMPIOEN HARDRIJDEN OP DE SCHAATS, IN DEN HUISELIJKEN KRING. BELANG STELLEND WORDT DE WISSELPRIJS BEKEKEN. (Polygoon) (Nadruk verboden.) daarvoor danken. Het spreekt vanzelf, dat tegen mevrouw Degener een ver volging wegens chantage wordt inge steld. Daar kan ik u niet voor behoe den, maar ik denk, dat er wel nie mand zal zijn, die de handelwijze van uw man zal veroordeelen. Zij reikte hem de hand. Breng mij Hilmar terug, verzocht zij- Opeens scheen zij een inval te krij gen. Ik ga met u mee, zei zij, ik zal mijn jongen afhalen, ik zal hem zeggen, waarom hij Ingeborg Degener moet vergeten. En, haar stem werd zachter, ik wil het meisje zien, dat zóó van mijn jongen hield, dat zij niet voor een moord terugschrok. Commissaris Hagemann liep met groote wiegende stappen in zijn kamer heen en weer. U blijft er dus bij, zei hij tot Hil mar Vischer, die in elkaar gedoken naast de ichrijftafel zat, dat juf frouw Larsen de daad niet gedaan heeft. Maar u geeft voor deze bewe ring geen bewijs. Ik... Wij hebben intusschen vastge steld, ging de commissaris voort, dat juffrouw Larsen op den bepaal den tijd niet in Hamburg was. Hilmar Vischer keek hem gekweld aan. Hertha Larsen was gaf hij toe. Aha, knikte dus toch. 28) Een bedelaar, die reeds meer malen bij ons had gebedeld, zonk plot seling, toen hij in de kleine garderobe naast de vestibule op warm eten wachtte, in elkaar, hij had een hart verlamming gekregen. Hij viel een verschrikkelijk gat in zijn hoofd, waaruit het bloed stroomde. Maar ons was het als had de hemel ons dezen man gezonden. Ik weet niet wie van ons beiden het eerst op de ge dachte kwam... Deze doode is de man, die langs werd gevonden, nietwaar Hellwig in. Ja, stemde zij toe. Wij trok ken hem heimelijk een jas van Wer ner aan en droegen hem dan naar de schuur op het stuk land hierachter. Den volgenden dag wilden wij de schuur in brand steken, men zou dan de verkoolde resten hebben gevonden, ik zou in de halfverbrande kleeren die van mijn man hebben herkend, mijn man, die dan al ergens in het buiten land zou zitten. Dan zou ik ,die dan bezitster van het geheele vermogen was geworden, alles verkoopen. Ook De commissaris knikte. De appel valt niet ver van den stam, merkte hij filosofisch op. Hilmar Vischer begreep deze op merking niet. Wat bedoelt u daarmede? Commissaris Hagemann wenkte. Later, nu moet ik u samen bren gen met juffrouw Larsen, u moet uw verklaring in haar tegenwoordigheid afleggen. De jongeman beefde. O neen, dat niet, kreunde hij en zijn lippen waren wit. Hagemann haalde de schouders op. Het spijt mij, zei hij, maar ik kan u deze ontmoeting evenmin be sparen, als ik het juffrouw Larsen kan doen. Hij verliet de kamer en de beambte in de voorkamer kreeg opdracht, doch hij kon deze niet uitvoeren. Commissaris, meldde hjj, dr. Hellwig en i de wachtkamer. De commissaris wachtkamer. Ik dank u mevrouw, begon hij, dat u hier gekomen bent. Mevrouw Vischer ging zitten. DE STAATSBEGRAFENIS VAN DEN JAPANSCHEN PRINS SAJONJI. HET STOFFELIJKE OVERSCHOT WORDT DOOR DE STRATEN VAN TOKIO NAAR HET HIBIYAPARK GEBRACHT. (Holland) HET KWEEKEN VAN CHAMPIGNONS in den Proeftuin te Naaldwijk. De bedden in den kelder worden afgedekt. (Polygoon) Neen, neen! schreeuwde de an der, het is allemaal onzin, zij is de moordenares niet... Hij brak af. De commissaris scheen verrast. Maar u hebt zooeven toegegeven, dat... De jonge man steunde, hij zonk op zijn stoel terug. Zij was in Berlijn, gaf hij toe, zij was in Berlijn en wij spraken elkaar buiten, in Kladow. Het was een laatste poging van haar om mij van mijn onzaligen hartstocht voor Inge borg Degener af te brengen. Maar ik was verhard, ik lachte haar uit en zij liep weg. De commissaris ging naar zijn schrijftafel, hij wierp een blik op den in elkaar gedoken Hilmar Vischer en nam plaats. Dat zegt juffrouw Larsen ook, begon hij opnieuw, welk bewijs hebt u om haar onschuld aan het licht te brengen, wij hebben haar bekente nis. Het is er niet mede uit, mijnheer Vischer, dat u enkel beweert, dat juf frouw Larsen onschuldig is. Noemt u ons de redenen, waarom u dit vol houdt. Noemt u mij voor mijn part den werkelijken dader als u dien kent. Hilmar Vischer keek op, hij staarde den commissaris lang aan, dan stond hij van zijn stoel op en zei langzaam met nadruk: U hebt gelijk, de werkelijke da der, die ben ik! Commissaris Hagemann scheen niet verrast, Mevrouw Vischer ging zitten. In korte woorden vertelde Hellwig den commissaris wat h'! zelf pas had ge hoord. Het gezicht van den commissa ris bleef donker. Hij knikte nu en dan en gaf mevrouw Vischer een hand. hiervoor hadden wij alles geregeld. Met de rest van ons vermogen hadden wij zorgeloos kunnen leven tot aan het einde van onze dagen en wij zouden wel een middel hebben gevonden weer met onzen jongen samen te komen, die niet in deze plannen was ingewijd. Het kwam echter anders. Zij brak af en streek met haar zak doek over haar vermoeide oogen. Den volgenden dag, zoo ging zij voort, kwamen twee mannen, voor den valschen pas hadden ge zorgd. Het was Dinsdag, Werner ge raakte in een strijd met hen om den prijs. Zij gingen naar den tuin, omdat Werner hoopte, dat men hen daar niet kon hooren. Zij moeten toen wel tot overeenstemming zijn gekomen, want een kwartier later zag ik Werner de twee twijfelachtige gentlemen naar het tuinhek brengen. Werner ging te rug naar den tuin en keerde niet te rug... Dr. Hellwig zweeg buitengewoon verbaasd. Pas na langen tijd vielen hem eenige kleinigheden in, welke hij niet duidelijk vond. Wij hebben een bekentenis van de daderes, zei hij, maar desondanks kunnen ook de beide mannen, van wie u sprak, de daders zijn. Volkomen uitgesloten, antwoord de zjj, ik zag hen van hier uit naar den straatweg gaan, waar de autobus voorbij komt. Dr. Hellwig stond op. U hebt mijn opdracht aanmerke lijk verlicht, zei hij, en ik moet w Gaat u toch zitten, verzocht hij. Hilmar Vischer werd door deze nuchtere woorden in de werkelijkheid teruggebracht. Ga zitten en vertel alles achter elkaar. Hilmar Vischer maakte een volko men verwarden indruk. Ik... ik kan niet, stamelde hij. De commissaris wierp hem een wei felenden blik toe. Nu goed, stemde hij toe. Ik zal u pen en papier laten brengen, zoo- dat u uw bekentenis schriftelijk kunt doen. Maar eerst heb ik nog enkele vragen. Hilmar Vischer keek hem vol ver wachting aan. Alstublieft, zei hij. U sprak van een onzaligen harts tocht, welke u voor juffrouw Degener had opgevat, waarom noemt u die hartstocht opeens onzalig? Hilmar Vischer werd donkerrood van verlegenheid. Ik... omdat... mijn vader had ge lijk, Ingeborg Degener was mijn lief de niet waard. Zeer interessant, stelde de com missaris vast, en waarop grondt u deze meening? Ik vertelde juffrouw Degener en kele dagen geleden, dat ik tengevolge van de testamentaire beschikking van mijn vader, over veel minder geld kon beschikken dan ik gedacht had, waarop zij zei, dat zij zich de luxe niet kon permitteeren om een armen man te trouwen. VOOR DEN START NAAR ENGELAND. HET INLADEN VAN ZWARE BOMMEN OP EEN VLIEGVELD ERGENS IN FRANKRIJK. (Associated Press) -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5