Honden als wolleveranciers
HET LACHJE IN DE
GROENE OOGEN
Tuinders van den Langedijk aan het werk - Locomotief uit de rails te Amsterdam
Duitsche vliegers worden onderscheiden
o
I
I
- w
tel
HAAGSCHE COURANT Woensdag 15 Jan. 1941 TWEEDE BL'AD
FEUILLETON
F S W
I
ik a
Alt!
j
ril
B
s
I
B' r
■HM
s-
IP
-
r
pr*"“1
(Holland)
op
en
£WonU vervolgd^
WINTERZON OVER HET WORDENFELSER LAND.
DIEP ONDER DE SNEEUW LIGT HET LANDSCHAP BIJ GARMISCH PARTEN-
KIRCHEN, HET PARADIJS DER WINTERSPORT. (Holland)
DE TUINDERS VAN DEN LANGEDIJK HELPEN a^LExn MEDE AAN
HET IJSVRIJ MAKEN VAN DE SLOOTEN 3N VAARTEN.
EEN PLOEG AAN HET WERK. (Polygoon)
(Nadruk verboden.)
LUITEN ANT-KOLONEL MÖLDERS speldt succesvollen
jachtvliegers van zijn eskader het Ijzeren Kruis
eerste klas op de borst. (Hoffmann)
DOOR DE DUISTERNIS MISLEID is een rangeer-locomotief in de
Diemenstraat te Amsterdam verder gereden dan de rails reiken
en op straat terecht gekomen. (Polygoon)
IN AMSTERDAM is de eerste hondenwol-centrale opgericht, welke
hondenwol verzamelt en er practische dingen uit weet te vervaardigen.
Deze hond leverde in één keer 150 gram ofwel knot wol.
(Polygoon)
i
zij zich daarom tot den commissaris,
waarom construeert u nog bewij
zen als de jonge dame alles heeft be
kend?
Hagemann wierp een blik op zijn
armbandhorloge.
Ik kan u over een kwartier daar
antwoord op geven, zei hij.
Buiten in de gang weerklonken
schreden. Een krachtige mannenstap
naast de lichte passen van een vrouw.
Heb je Ulla opgebeld? vroeg de
advocaat nog haastig.
Zeker, ik heb haar gezegd een
koffer te pakken. Morgenvroeg begint
je vacantie, want de moordenares is
gevat.
Ik weet niet, meende de advo
caat, maar het wil er bij mij niet
in, dat dit meisje een moordenares is.
Bij mij ook niet, antwoordde de
commissaris.
De deur werd geopend en in gezel
schap van een politiebeambte trad
Hertha Larsen binnen. Zij was erg
bleek, maar volkomen rustig, haar
oogen gingen door het vertrek, totdat
zij op mevrouw Vischer bleven rusten.
Hagemann, die haar nauwkeurig in
het oog had gehouden, zag, dat zij
licht beefde.
Kom? noodigde hij.
Hij opende de deur van de naaste
kamer en ging zelf zoo staan, dat
Hellwig noch mevrouw Vischer, een
blik in de kamer konden werpen. Na
een korte aarzeling ging Hertha Lar
sen hem voorbij.
Bij het openen en weer sluiten van
u hebt een .uur geleden hetzelfde
bekend, daaruit concludeer ik, dat er
óf twee moordenaars aan het werk
zijn geweest, óf dat uw bekentenis
valse!) is geweest.
Hij keek van Hertha naar Hilmar
als wachtte hij een verklaring. Maar
Vischer staarde verbitterd voor zich
uit. De commissaris keek nu naar
Hertha, f
Ik... heb niets te zeggen, fluister
de zij, ik heb alles bekend, Hilmar
is onschuldig, ik zelf...
Hilmar Vischer sprong op.
Dat is niet waar, schreeuwde hij,
zeg, dat het niet waar is, waarom
doe je dat?
Haar oogen keken treurig.
Hagemann schudde het hoofd.
Zoo komen wij niet verder, als
geen van u beiden zijn bekentenis in
trekt, moeten wij opnieuw overgaan
tot een verhoor, wat een verschrikke
lijke zenuwspanning beteekent, of...
Of? riepen Hertha en Hilmar als
uit één mond.
Of wij moeten besluiten aan te
nemen, dat uw beider bekentenis
valsch is.
Hertha Larsen en Hilmar Vischer
keken elkaar grenzenloos verbaasd
aan. Mgar dadelijk daarop boog het
meisje het hoofd.
Ik heb het gedaan, zei zij met
toonlooze stem.
Weer wilde Hilmar opspringen. Ha
gemann hield hem met een handbe
weging tegen.
U moet nog heel veel leeren.
de deur, hief Hilmar Vischer het hoofd
op. Hij zag den commissaris heele-
maal niet, hij zag alleen Hertha, die
vlak naast de deur was blijven staan.
Hilmar opende den mond alsof hij
iets wilde vragen, maar hij bracht
geen geluid voort. De commissaris liep
intusschen bewegelijk rond en haal
de nog een anderen stoel, dien hij
eveneens naast de schrijftafel neerzet
te.
Zoo, zeide hij, met een handbewe
ging, wilt u plaats nemen?
Hertha Larsen zuchtte en nam
den stoel plaats.
Plotseling sprong Vischer op
sloeg met de vuist op de schrijftafel,
zijn gezicht was vertrokken van
woede.
Ik verlang van u, schreeuwde hij
den commissaris toe, dat u deze
dame vrijlaat. U hebt mijn bekente
nis en dat moet voldoende voor u zijn.
Het is onverantwoordelijk van u...
Kalm, kalm aan, vermaande de
commissaris en keerde zich zonder
verder van Hilmar Vischer notitie te
nemen, naar Hertha Larsen. U hebt
gehoord, wat mijnheer Vischer zoo
even heeft verklaard. Een bekentenis
en wel de bekentenis, dat hij zelf den
moord heeft begaan. Wat zegt u daar
van?
Hertha Larsen keek met groote ver
schrikte oogen naar Hilmar, die
langzaam op zijn stoel terugviel.
Dat is onmogelijk commissaris,
ik heb...
- Juist, viel de commissaris in,.
begon hij, u moet bijvoorbeeld lee
ren niet dadelijk aan iedere impul
sieve ingeving te gehoorzamen. Daar
door zult u zich ook in de toekomst
het beste tegen... onzalige hartstoch
ten beschermen en menige teleur
stelling zou u bespaard blijven.
De telefoon schelde. De commissa
ris nam den hoorn op, hij luisterde
enkele oogenblikken vol spanning, dan
gaf hij een kort bevel en legde den
hoorn weer neer.
Er heerschte zwijgen in de kamer,
het scheen, dat de commissaris heel
ergens anders met zijn gedachten
was.
Er werd geklopt en wel op de deur,
die onmiddellijk verbinding met de
gang had. Op het „binnen” van den
commissaris trad een groote, stram
me man binnen, vergezeld van een
vrouw, wier van angst vertrokken ge
zicht door het lachje, dat zij trachtte
te voorschijn te brengen, iets afschu
welijks had. Hilmar Vischer keek in
dit gezicht en een kreet slakend
sprong hij op, hij week voor deze
vrouw terug. Hertha, die onwillekeu
rig was opgestaan, keek verrast naar
het jonge meisje, wier blikken hulpe
loos door de kamer dwaalden om ten
slotte op den commissaris te bhjven
rusten.
Ingeborg Degener, beval deze
scherp, ga zitten.
Hij droeg den beambte op nog een
stoel te brengen.
Mevrouw Vischer maakte een be
weging.
Hilmar, zei zij zacht, hoe is
het met Hilmar?
De commissaris kalmeerde haar.
U hebt van dr. Hellwig gehoord,
dat zich intusschen een dame, Hertha
Larsen, als daderes heeft aangemeld,
uw zoon zal nog vanavond vrij zijn,
mevrouw.
De advocaat zag er erg dom uit.
Ik begrijp niet, zei hij, waar
om Hilmar Vischer niet onmiddellijk
vrij wordt gelaten, juffrouw Larsen
heeft immers haar bekentenis afge
legd? In dat oogenblik was de on
schuld van Hilmar Vischer toch bewe
zen? De formaliteiten, nu als men wil,
gaat zooiets vlug.
Dus wilde ik dat niet, lachte de
commissaris, je hebt den spijker
op den kop geslagen. Misschien be
weer je ook nog, dat ik gek ben.
Onwillekeurig moest Hellwig lachen.
Men zou het bijna gaan denken,
antwoordde hij, vooral als men al
lerlei dingen hoort. Bijvoorbeeld, dat
je Hedwig Ahlemann in den tuin laat
rondloopen, steeds maar door domme
dingen zeggend.
De commissaris werd ernstig.
Heeft zij je dat verteld? Nu, dan
wil ik je wel zeggen, dat ik daarmede
mijn tweede bewijs in de keten had
gekregen.
Mevrouw Hermine Vischer keek van
den een naar den ander, zij begreep
niet, waar de mannen over spraken.
Neemt u mij niet kwalijk, keerde
29)
U kunt er van verzekerd zijn, zei
hij, dat wjj alles zullen dóen om een
schandaal te vermijden. Overigens,
als uw man nog leefde, zou hem niets
gebeuren, de z^ak van zijn broer is al
lang verjaard.
Hij keerde zich tot den beambte,
die discreet bij het raam stond.
Zal ik nu... vroeg deze.
Ja, stemde de commissaris toe.
Brengt u juffrouw Larsen hier.
Hij bezon zich een oogenblik.
Verbind u mij dadelijk met den
dienstdoenden commissaris.
De beambte belde en gaf den hoorn
aan Hagemann.
Waarde collega, hoorden de aan
wezigen hem zeggen, er moet een
transportwagen naar 287 politiepost
gestuurd worden om daar twee gear
resteerde personen af te halen. De
twee moeten mij dan de een na de
ander voorgebracht wo’rden, ja, ik
blijf voorloopig nog hier.
Hij legde den hoorn neer en de be
ambte verwijderde zich om zjjn op
dracht uit te voeren.
EEN DER EERSTE VOORJAARS-COMPLETS VAN DE
DUITSCHE MODE-INDUSTRIE.
8
1