HAAGSCHE COURANT
KUNST VAN HEDEN
£1
M
IM
lp
Ml
I
H
w
1-
STADSNIEUWS
1
ft
I
1
5
rflr
ft
Zaterdag 25 Januari 1941
IN EN OM DEN HAAG
BINNENLAND
L v'.
h
Oorlogsschade publiek
rechtelijke lichamen
s
ft
RA
„AANPAKKEN”
Geslaagde revue met Tholen en van Lier
-VIERDE BLAD
CABARET „MONTE CARLO DE LUXE"
Griep-stilleven.
Winterhulp Nederland
1
<«««««««««««««««««<«<««««<«<-
Er wordt een enquête ingesteld
Nederlandsche beleggingen in
en vorderingen op Duitschland
5
Ir. Mussert sprak te Berlijn
Gebrek aan beenderen
Regeling betreffende de bijdragen
van het Rijk voor den wederopbouw
'ft xj
I
ft Wl
jjiwofrjilriiiinii ir»ur Tn iTm ',i nj,i vtst ~^»-h
'«■RW
No. 17784
I'.
de
G. C. Endert.
aange-
gemiddeld
dag
A
ft
ft
ft
ft
ft
J\
i „Me-
dansen
be
te helpen,
V»
In een persconferentie heeft de direc
teur van de N.V. Lijm- en Gelatinefabriek
te Delft, ir. J. van Stolk, meegedeeld, dat
de aanvoer van beenderen zoo miniem is,
dat, als daarin geen verandering komt,
het bedrijf en aanverwante bedrijven
zouden moeten worden stilgelegd. In ver
band daarmee wordt een dringend be
roep gedaan op huismoeders en schille-
boeren in het geheele land, om de been
deren zorgvuldig te bewaren en te sor-
teeren, opdat zij aan de bedrijven ten
goede komen.
Ir. van Stolk zal binnenkort over deze
kwestie voor de radio spreken.
De Staatscourant van gisteren bevat een
derde beschikking van den secretaris
generaal van het departement van Finan
ciën ter uitvoering van de verordening
no. 198/1940 betreffende het in Duitsch
land belegde Nederlandsche kapitaal.
Artikel 1. Ingezetenen in den zin van
art. 1 der Deviezenverordening 1940 (Ver-
ordeningno. 27/1940), die bij den aanvang
van den Isten November 1940 eigenaar of
beheerder waren van een of meer beleg
gingen of vorderingen in den zin van het
geblokkeerde Markenbelastingbesluit 1940,
zijn hoofdelijk gehouden vóór 15 Februari
1941 daarvan een aangifte in tweevoud in
te dienen bij den inspecteur der geblok
keerde Markenbelasting te ’s-Gravenhage.
De verplichting van den eigenaar gaat over
op zijn erfgenamen.
De termijn voor de aangifte kan door den
inspecteur worden verlengd. Aan de ver
lenging kunnen voorwaarden worden ver
bonden.
Artikel 2. De aangifte geschiedt naar den
toestand bij den aanvang van den Isten
November 1940 en dient te worden inge
richt overeenkomstig het voorgeschreven
model. Door of voor één eigenaar kun
nen meer dan één aangifte worden ge
daan mits elke aangifte het aantal aan
giften vermeldt.
Artikel 3. Dit besluit treedt heden in
werking.
IN DE GEMEENTE
NET JAAR 1940
In City viert deze week de lach hoogtij. Tholen
en van Lier zijn er namelijk met een aantal
artisten neergestreken en voeren er een revue
op. welke van het begin tot het einde het talrijke
publiek, dat gisteren bij de première aanwezig
was, amuseerde. De revue heeft den pakkenden
titel „Aanpakken”. Hiermede willen de artisten
zeggen Blijf niet bij de pakken neerzitten als
je moeilijkheden hebt, maar worstel je er door
heen en bouw op de toekomst. Dit kan met recht
ook van de medewerkenden gezegd worden. Zij
pakken aan in deze revue en overwinnen glans
rijk de moeilijkheden. Er gaat een weldadige
sfeer van hen uit, het publiek wordt al direct
gepakt door deze aanpakkende artisten, men
raakt uit de plooi en wordt gaandeweg guller
met zijn lach.
De medewerkenden zijn Tholen en van Lier,
Guus Brox, Kitty van Dongen, Jeanne Laforce,
Dries Krijn en een aantal girls.
We kunnen kort zijn in de bespreking van de
kundigheden van deze artisten. Zij zijn immers
bij het Haagsche publiek kind aan huis en er is
welhaast geen Hagenaar, die zich niet een
avondje geamuseerd heeft met hun aardige lied
jes en kostelijke gezegden. Tholen bewonderen
we in een romantische cafésketch, spelend in het
Parijs, zooals wij niet-Parijzenaars, dat willen
kennen, in de sketch van den schrik-zaaienden
echtgenoot en in een trouwscène, waarin hij de
rol van Habakuk den bruidegom speelt. Meer
hoeven wij over dit laatste niet te zeggen. Guus
Brox bezorgt het publiek lachstuipen door zijn
oergeestige bewegingen en zijn onverbeterlijke
mimiek. Voorts toont hij zich een virtuoos op de
accordeon. Zoo zouden we met de andere artisten
door kunnen gaan. We willen echter volstaan
met te zeggen, dat alles wat zij leveren af is en
volkomen de moeite van het zien en aandachtig
luisteren waard is.
„Geeft opgewekt aan het
Winterhulpwerk”
Het departement van Financiën brengt
in verband met het bovenstaande het
volgende onder de aandacht:
Deze beschikking roept voor ingezete
nen in den zin van art. 1 der Deviezen
verordening 1940 (Verordening no. 27/
1940), die bij den aanvang van den isten
November 1940 eigenaar of beheerder
waren van één of meer beleggingen of
vorderingen in den zin van het ge
blokkeerde Marken-belastingbesluit 1940
(d.w.z. in het algemeen alle tot dat tijd
stip in Duitschland geblokkeerde ver-
mogensbestanddeelen van ingezetenen) de
verplichting in het leven daarvan vóór
15 Februari a.s. schriftelijk aangifte te
doen bij den inspecteur der geblokkeerde-
Marken-belasting, Elandstraat 42, alhier.
De aangifte, welke blijkens het voren
staande betrekking heeft op den toestand
bij den aanvang van den Isten November
1940 en waartoe zoowel de eigenaar (c.q.
diens wettelijke vertegenwoordiger) ais
de beheerder gehouden zijn, dient te ge
schieden door inzending van een behoor
lijk ingevuld en onderteekend aangit
formulier, hetwelk binnen enkele dagen
5
V
V
5
g
V
V
g
„Ons volk is altijd, en terecht, X
geprezen om zijn spontane be-
reidvaardigheid om t' x
waar dit noodig is. De vele noo- g
den van den winter vragen thans
meer dan ooit om leniging”.
Blijkens een V.P.B.-bericht uit Ber.
lijn trad voor een driehonderdtal toe
hoorders, ir. A. A. Mussert in het restau
rant van het Deutsche Opernt.aus aan de
Bismarckstrasse te Berlijn-Charlotten-
burg, als spreker op. De heer Mussert
Werd welkom geheeten door kringleider
Weening in dit Nederlandsche nationaal-
socialistische gezelschap aan de oorden
van de Spree, waarna kringleider Visser
er in zijn inleiding de aandacht op ves
tigde, dat de Nederlanders in het buitens
land veelal de beste vaderlanders zijn.
Door de maatregelen der Nederlandsche
regeering werden de leden der N.S.B. in
het buitenland, in de eerste plaats in
Duitschland, van de moederpartij afgesne
den. Maar thans, nu het verbod is opge
heven, zijn de nationaalsocialistische Ne
derlanders in Duitschland in grooteren
getale tot de moederpartij teruggekeerd.
Ir. Mussert, die met langdurig applaua
werd begroet, zeide zich gelukkig te ach
ten voor de Berlijhsche partijgenooten
weer eens het woord te mogen voeren.
Hij gaf een historisch overzicht van het
bestaan en den groei der beweging en van
de tijden van tegenspoed, waarop ondanks
alle verdrukking weer een periode van
bloei is gevolgd. Ir. Mussert vertrouwt,
dat dank zij de N.S.B. Nederland een
schoone toekomst tegemoet gaat. bpr.
heeft negen jaar lang in Adolf Hitler ge
loofd en gelooft ook thans nog
wanneer hij zegt, dat Nederland zijn plaats
onder de volkeren zal
er ook van overtuigd, dat de Nederland-
sche koloniën niet verloren zuHen gaan
Adolf Hitler's leer is: Pui^h‘and X?
de Duitschers, Nederland voor de Neder
landers. Nederland is "in^erh Pufna zaT
tien jaar bezet geweest. De bczet“.ngr?‘I*
thans geen tien jaar duren,w
weet, dat wij geen knachte'? cDr ee-
plaus). Wij willen het niet zijn
loofde, dat de toekomst de Nederlanden
ook weer in een nauw verband met zu
Afrika zal brengen (applaus en la g V
hou-zeegeroep)
Op 1 Januari 1940 waren in de Gemeente
ziekenhuizen hier ter stede aanwezig 710 patiën
ten. In 1940 zijn opgenomen 9845 patiënten, ont
slagen 9106 en overleden 694, zoodat op 31 De
cember 1940 in verpleging bleven 755 patiënten.
Het totaal aantal verpleegdagen bedroeg in
1940 298.938, tegen 277.515 in 1939.
De gemiddelde verpleegduur per patiënt be
droeg 28.32 dag, terwijl het gemiddeld aantal
verpleegdagen in 1940 817 per dag heeft be
dragen.
Het grootste aantal patiënten werd verpleegd
op 30 October 1940, n.l. 941het kleinste aantal
patiënten op 12 Mei 1940, n.l. 572.
Het totaal aantal beschikbare bedden bedroeg
op 31 December 1940 1050.
PATIëNTEN-BEWEGING
ZIEKENHUIZEN IN
Nadeelig voor de lijm- en
gelatine-industrie
VAKGROEP VAN DÉTAILHANDELA
REN IN HUISHOUDELIJKE
ARTIKELEN
Dezer dagen is te Utrecht de eerste al-
gemeene vergadering gehouden van de
onlangs opgerichte vakgroep van détail
handelaren in porselein, glas en aarde
werk, luxe- en huishoudelijke artikelen,
galanterieën en speelgoederen, genaamd
Minerva”. Na goedkeuring van statuten
en reglement werd een bestuur gekozen.
In een hierop volgende gedachtenwisse
ling werden voorts de richtlijnen bepaald
om te komen tot de in deze branche ge-
wenschte ordening.
Het secretariaat is gevestigd te Utrecht
Amsterdamsche Straatweg 391.
telijke of administratieve regelen in
geleden schade voorzien.
Art. 4. (1) Op de bijdrage wordt in
mindering gebracht, hetgeen uit anderen
hoofde zonder verplichting tot terugbe
taling of verrekening wegens de geleden
schade reeds is of nog zal worden ont
vangen, voor zoover dat door den secre-
taris-generaal van het departement van
Financiën voor zoodanigen aftrek in aan
merking wordt gebracht. Een dergelijke
aftrek vindt niet plaats voor hetgeen uit
hoofd van verzekering tegen oorlogs-
rr.olest reeds is of nog zal worden ont
vangen boven het totaalbedrag der bij
drage.
(2) Voor de uitkeering uit hoofde van
verzekering tegen oorlogsmolest geldt het
beoaalde in artikel 18 van het besluit
op de materieele oorlogsschaden.
Art. 5. De bijdrage, vastgesteld over
eenkomstig het bepaalde in de artikelen
2 en 4 wordt verminderd
1) indien de schade door een gemeente
is geleden, met een bedrag, gelijk aan
vijf ten honderd van de som van
a) de belastingcapaciteit der gemeente,
bedoeld in artikel 7 van de verordening
van 28 October 1940 (Ned. Staatscourant
no. 215), over het boekingstijdvak 1938/39,
b) de uitkeering uit het gemeente
fonds, bedoeld in artikel 3, letter C, der
wet van 15 Juli 1929 (Staatsblad no.
388), sedert gewijzigd, over het uitkee-
ringsjaar 1938/1939 en
c) de gemiddelde winstuitkeeringen
van de gemeentelijke electriciteits-, gas
en waterleidingsbedrijven over de jaren
1936, 1937, 1938 vermeerderd met de
winstvervangende uitkeeringen en ver
minderd met de nadeelige saldi, vastge
steld overeenkomstig de door het cen
traal bureau voor de statistiek verstrekte
cijfers
(2) Indien de schade door een provin
cie is geleden, met een bedrag, gelijk
aan vijf ten honderd van de som van
a) de opbrengst van de opcenten op
’s Rijks directe belastingen, zooals de pro
vincie deze ten hoogste kan heffen
krachtens het bepaalde in de artikelen
126 ter en 126 quinquies der Provinciale
wet, over het boekingstijdvak 1938/1939
en b) de uitkeering over het jaar 1939
van het Rijk ingevolge artikel 72 der Wet
van 17 Juni 1905 (Staatsblad no. 210).
Artikel 6. (1) In bijzondere gevallen
kan de bijdrage, in afwijking van het
bepaalde in de artikelen 2, 4 en 5, met
toepassing van andere maatstaven wor
den vastgesteld.
(2) Met name kan aan een provincie
of gemeente, welke als gevolg van de
uitgaven tot wederopbouw, welke te
haren laste blijven, in bijzondere finan-
cieele moeilijkheden zou geraken, een
buitengewone bijdrage worden toegekend.
Art. 7. Aan de toekenning der bijdra
gen kunnen voorwaarden worden verbon
den, in het bijzonder met betrekking tot
de besteding der bijdragen ten behoeve
van den wederopbouw. t
Art. 8. (1) Aan andere publiekrechte
lijke lichamen en aan lichamen, welke
daarmede ingevolge het bepaalde in ar
tikel 1, lid 4, onder 2 van het besluit op
Het Verordeningenblad bevat een
besluit van den secretaris-generaal
van het departement van Financiën
betreffende de bijdragen van het Rijk
ten behoeve van den wederopbouw en
het herstel van door oorlogsgeweld
beschadigde goederen, toebehoorende
aan publiekrechtelijke en daarmede
gelijkgestelde lichamen. Het besluit
luidt:
Art. 1. (1) Van Rijkswege worden aan
provinciën en gemeenten, met inacht
neming van de volgende bepalingen, bij
dragen verleend in de uitgaven tot
wederopbouw en herstel van in Neder
land aanwezige, aan deze lichamen toe
behoorende goederen, welke door oorlogs
geweld, hetzij van Nederlandschen hetzij
van Vreemden oorsprong, zijn beschadigd.
(2) Ingeval de goederen niet toebehoo-
ren aan een provincie of gemeente, doch
aan een lichaam, hetwelk ingevolge het
bepaalde in artikel 1, lid 4, onder 2, van
het besluit no. 221/1940 (besluit op de
materieele oorlogsschaden) door den
secretaris-generaal van het departement
van Financiën met een publiekrechtelijk
lichaam is gelijkgesteld, terwijl de goede
ren geheel of voor een overwegend deel
met middelen van een enkele provincie
of gemeente zijn vervaardigd of gesticht,
dan kan aan deze provincie of gemeente
met inachtneming van de volgende be
palingen een bijdrage worden verleend.
Art. 2. (1) De bijdrage wordt gesteld
op het bedrag van het schuldrestant, dat
op het oogenblik, dat de schade werd
toegebracht, ten laste van de provincie
of de gemeente drukte op de geheel
vernietigde of waardeloos geworden goe
deren.
(2) Voor zoover een goed gedeeltelijk
is vernietigd of waardeloos geworden,
wordt de bijdrage gesteld op een even
redig deel van het schuldrestant.
(3) Onder schuldrestant wordt ver
staan het niet afgeloste gedeelte van ter
zake van de beschadigde goederen ge
sloten vaste leeningen.
(4) Met schuldrestant kunnen worden
gelijkgesteld ten laste van den kapitaal-
dienst gedane uitgaven, waarvoor nog
vaste leeningen moeten worden gesloten.
(5) Voor goederen, behoorende tot de
takken van dienst, bedoeld in artikel
252 der Gemeentewet en artikel 116 der
provinciale wet, op welker waarde vol
gens daarvoor bij verordening gestelde
regelen wordt afgeschreven, wordt het
schuldrestant gesteld op de niet afge
schreven boekwaarde.
Art. 3. Geen bijdrage wordt verleend,
indien en voorzoover afzonderlijke wet-
Gek is dat, zei Wies, na Zondag, den dag van
den zwaren sneeuwval worden er bijna uitslui
tend witte honden en hondjes als vermist aan
gegeven! Waar zou ’m dat in zitten? Hebben de
eigenaren hun witte dieren tegen het witte
sneeuwvlak uit het oog verloren of wel zijn de
witte honden in de war geraakt door al het witte
rondom hen. Jodocus noch ik wisten op deze zotte
vraag een antwoord te geven, Jodocus wenschte
zich zelfs niet in het vraagstuk te verdiepen als
zijnde zulks louter toeval. Ik ben geneigd tot zijn
meening over te hellen, hoewel de kwestie eenigs-
zins curieus is. Gelukkig maar dat, dank zij Moe
der Natuur en de gemeentereiniging de witte last,
welke maar al te gauw tot een zwarte, natte
massa werd, weer verdween. Hoeveel Hagenaars
er in die dagen in letterlijken zin ijskoude voeten
gehaald hebben is niet te vertellen. De sneeuwval
en de daarmee gepaard gaande overbevolkte trams
geven me echter aanleiding om een paar brief
schrijvers die wilden mopperen over de tram even
iets op te helderen. Zij klaagden er over, dat er
bijna geen plaats meer te verkrijgen was in de
wagens der H. T. M. op de spitsuren. Zij ver
gaten daarbij, dat zij dagelijks per fiets gingen
vóór de sneeuwdagen ons kwamen plagen. Toen
de straten voor de wielrijders onbegaanbaar wa
ren, gingen ze ook van de tram gebruik maken,
welke dus eensklaps een toename van reizigers
kreeg als nooit op andere dagen. Voeg daarbij
de technische moeilijkheden voor de wagens om
door deze pekelmassa’s te rijden en men kan be
grijpen, dat elke exploitatie te kort schiet om
dien overvloed van eendags-klanten naar alle
regelen der kunst te bedienen. Vandaar, dat de
mopperbrieven mij onrechtvaardig voorkomen en
ik er prijs op stel om ten deze een blaam van onze
tram af te wentelen. Zij verdient veeleer een
pluimpje voor het vele goede werk, dat zij ver
richtte. Ik ben maar blij, dat de griep, die thans
onder het personeel schijnt te heerschen en waar
de overvolle trams zeker ook schuld aan zullen
hebben, niet van kwaadaardig soort is. De griep
(ik mag het niet zeggen, doch ik geloof, dat wij
die regelmatig terugkeerende plaag vroeger
influenza plachten te noemen) heeft overigens
weer aardig de klauwen uitgeslagen. Jodocus kan
wel door z’n kantoorruimte schieten vanwege de
vele zieken en deswege pleitte hij voor een of
ander desinfecteerend middel op groote kantoren.
Hij zou in zulke dagen het liefst iedere Hagenaar
met een of andere pil in den mond zien loopen uit
overwegingen van desinfecteerenden aard.
De dagen beginnen al weer aardig te lengen en
al zitten we op het oogenblik in een duistere
periode, gedurende welke onze nieuwe blauwe
voetgangerslampjes goede diensten bewijzen, toch
zien we de langere dagen al in het verschiet. We
hebben de ijsperiode vermoedelijk achter den
rug en via de sneeuwklokjes en de crocussen
gaan we de Lente tegemoet. Van de komende
tentoonstelling der bollen in het Zuiderpark ver
wacht ik veel, waarbij ik overtuigd ben. dat de
genen, die een en ander opzetten, ons niet zullen
teleurstellen. Ik heb er zoo iets over gehoord en
dat doet mijn verwachtingen tot het hoogste
spannen. Het publiek, dat voor het welslagen van
dergelijke exposities een onontbeerlijke factor is,
zal bovendien zeker niet ontbreken. Als dan
bovendien de H.T.M. tegen dien tijd snel achter- i
een volgende trams in die richting laat loopen,
kan het zelfs een massa-bezoek worden. Bloemen
tentoonstellingen hebben in de laatste jaren wel
blijk gegeven veel publiek te trekken.
Wies heeft er al een paar maal op
drongen bij mij om eens een woordje te zeggen i
over stukjes grond, welke ter bebouwing aan de
gemeentenaren zouden worden gesteld. Volgens I
haar zou de liefhebberij voor dergelijke gronden
(om het nu maar eens flink uit te drukken) zoo
groot zijn, dat er practisch niets meer te vergeven 1
zou zijn. Zij knoopte daaraan vast de vraag of er
bij nadere overweging geen aanleiding zou zijn
om nog meer terrein beschikbaar te stellen, aan
genomen dan, dat er nog meer aanwezig is.
Daarna zou men dan nog eens ernstig moeten
zoeken. Wellicht werd er nog wat gevonden. Ik
vind het denkbeeld zeker de overweging waard
en geef het dus gaarne aan de lieden over tot
wier taak het behoort deze zaak te regelen. Moge
zij er in slagen nog een weg te vinden om- aan
die verlangens te voldoen. Men zal er vast en
zeker velen een genoegen mee doen.
OOM KOOS.
Het nieuwe programma
Ook nu biedt het programma van het cabaret
„Monte Carlo de Luxe” die verpoozing, waaraan
een zeer groote behoefte bestaat. In een gezel
lige sfeer kan men genieten van muziek, zang,
dans en een balance act, alles uitstekend verzorgd
en in een vlot tempo gepresenteerd. Miriam en
Marian, de populaire verschijningen in dit mi
lieu, voeren een plastischen dans uit op de
tonen van een Engelschen wals. Van veel smaak
getuigen ook de costumes van dit tweetal, dat
voor zijn dansen een compliment verdient. Lou
Sandry toont zijn groote behendigheid in een
balance act. Hetgeen hij presteert is zeer ver
dienstelijk. Hongaarsche sfeer schept het
tropole dans-trio”. Met veel Schwung c
deze meisjes in Hongaarsche kleedtj gestoken.
Jack Davis met een saxofoon-solo, t.w. Melodie
van Rubinstein, toont ook nu weer zijn bijzon
dere talentenhij bevestigt zijn faam van veel-
zijdig en perfect musicus. De xylofonist Mikkie
Caspari oogst verdiend succes met zijn solo
„Hopsassa”. Ook het gerenommeerde orkest on
der leiding van Ferry Marischka voert weer tal
van nummers uit, waarbij de dirigent als solo-
violist zich niet onbetuigd laat. En natuurlijk
ontbreekt ook nu weer niet Jean Roem, de con-
ferencier-zanger. O.a. zingt hij „Isola bella”,
„Grüss mir mein Wien” en „Melodia”. Vooral
in dit laatste lied, dat zulke bijzondere eischen
stelt, geeft Jean Roem blijk, een zanger van bij
zondere klasse te zijn.
de materieele oorlogsschaden zijn gelijk
gesteld, doch voor welke ten behoeve
van den wederopbouw en het herstel
hunner goederen geen bijdrage ingevolge
het bepaalde in artikel 1, lid 2, wordt
verleend, kan door den secretaris-gene
raal van het departement van Financiën
bij voor ieder geval afzonderlijk te ne
men beschikking een bijdrage worden
verleend in de in artikel 1 bedoelde uit
gaven.
(2) Artikel 4 is van toepassing.
Art. 9. (1) Verzoeken tot toekenning
van bijdragen op grond van dit besluit
worden door tusschenkomst van de
Rijkscommissie van advies inzake bij
dragen wederopbouw publiekrechtelijke
lichamen ingediend bij den secretaris
generaal van het departement van Finan
ciën. Deze stelt voor verzoeken tot toe
kenning van bijdragen, bedoeld in artikel
2, een model vast.
<2)De Rijkscommissie van advies in
zake bijdragen wederopbouw publiek
rechtelijke lichamen brengt zoo spoedig
mogelijk advies uit aan den secretaris
generaal van het departement van Finan
ciën.
(3) . De secretaris-generaal van het
departement van Financiën stelt de bij
dragen en de eventueele daaraan’ te ver
binden voorwaarden vast.
Artikel 10. (1). Een bijdrage wordt
slechts toegekend; indien het verzoek
daartoe binnen twee maanden na het
toebrengen der schade of, indien de scha
de is toegebracht vóór het in werking
treden van dit besluit, binnen twee
maanden na het in werking treden bij de
Rijkscommissie van advies inzake bijdra
gen wederopbouw publiekrechtelijke
lichamen is ingezonden. Het bovenstaan
de is niet van toepassing op de bijdrage
bedoeld in artikel 6, tweede lid.
(2). In bijzondere gevallen kan door
den secretaris-generaal van het departe
ment van Financiën verlenging van deze
termijnen worden toegestaan.
Art. 11. (1). Aan provinciën en ge
meenten, welke een verzoek tot toeken
ning van bijdragen hebben ingezonden,
kunnen op haar aanvrage voorloopige
uitkeeringen worden gedaan. Aan deze
uitkeering kunnen voorwaarden worden
verbonden
(2) . Een zoodanig verzoek wordt door
tusschenkomst van de Rijkscommissie
van advies inzake bijdragen wederop
bouw publiekrechtelijke lichamen, aan
den secretaris-generaal van het departe
ment van Financiën gericht.
(3) . In bijzondere gevallen kan een
voorloopige uitkeering worden gedaan
vóór de inzending van het verzoek tot
toekenning der bijdrage.
(4) . Het bedrag der voorloopige uit
keering wordt bepaald door den secreta
ris-generaal van het departement van
Financiën.
(1) . Dit besluit treedt in werking op
den dag zijner afkondiging.
(2) . Het wordt aangehaald onder den
titel „besluit bijdragen wederopbouw
publiekrechtelijke lichamen’'.
verkrijgbaar zal zijn bij de banken, ban
kiers en commissionairs in effecten, zoo
mede aan bovengenoemd adres tegen
vergoeding van 2 cents per formulier.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
het niet-voldoen aan voormelde verplich
ting (waaronder begrepen onjuiste of
onvolledige invulling van het aangifte
formulier) ingevolge art. 6 van het ge
blokkeerde Marken-belastingbesluit 1940
wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste een jaar en/of geldboete van
ten hoogste vijfhonderdduizend gulden,
dan wel met hechtenis van ten hoogste
zes maanden en/of geldboete van ten
hoogste honderdduizend gulden, al naar
gelang het strafbare feit met opzet dan
wel met schuld is gepleegd. Een ieder
wordt derhalve in zijn eigen belang aan
geraden, aan een voor hem bestaande
aangifte-verplichting met de grootst mo
gelijke nauwkeurigheid te voldoen. Men
raadplege daarbij de bij het aangifte
formulier gevoegde toelichting.
Tenslotte kan reeds thans worden mee
gedeeld, dat van tijd tot tijd opnieuw
soortgelijke aangiften zullen worden ge
vorderd, welke uiteraard op den toestand
op nader te bepalen tijdstippen betrek
king zullen hebben.
:«Sg
'/flT
fK1;
jli 1 JV
C’
1
,'S
kV