HAAGSCHE COURANT KUNST VAN HEDEN £1 M IM lp Ml I H w 1- STADSNIEUWS 1 ft I 1 5 rflr ft Zaterdag 25 Januari 1941 IN EN OM DEN HAAG BINNENLAND L v'. h Oorlogsschade publiek rechtelijke lichamen s ft RA „AANPAKKEN” Geslaagde revue met Tholen en van Lier -VIERDE BLAD CABARET „MONTE CARLO DE LUXE" Griep-stilleven. Winterhulp Nederland 1 <«««««««««««««««««<«<««««<«<- Er wordt een enquête ingesteld Nederlandsche beleggingen in en vorderingen op Duitschland 5 Ir. Mussert sprak te Berlijn Gebrek aan beenderen Regeling betreffende de bijdragen van het Rijk voor den wederopbouw 'ft xj I ft Wl jjiwofrjilriiiinii ir»ur Tn iTm ',i nj,i vtst ~^»-h '«■RW No. 17784 I'. de G. C. Endert. aange- gemiddeld dag A ft ft ft ft ft J\ i „Me- dansen be te helpen, V» In een persconferentie heeft de direc teur van de N.V. Lijm- en Gelatinefabriek te Delft, ir. J. van Stolk, meegedeeld, dat de aanvoer van beenderen zoo miniem is, dat, als daarin geen verandering komt, het bedrijf en aanverwante bedrijven zouden moeten worden stilgelegd. In ver band daarmee wordt een dringend be roep gedaan op huismoeders en schille- boeren in het geheele land, om de been deren zorgvuldig te bewaren en te sor- teeren, opdat zij aan de bedrijven ten goede komen. Ir. van Stolk zal binnenkort over deze kwestie voor de radio spreken. De Staatscourant van gisteren bevat een derde beschikking van den secretaris generaal van het departement van Finan ciën ter uitvoering van de verordening no. 198/1940 betreffende het in Duitsch land belegde Nederlandsche kapitaal. Artikel 1. Ingezetenen in den zin van art. 1 der Deviezenverordening 1940 (Ver- ordeningno. 27/1940), die bij den aanvang van den Isten November 1940 eigenaar of beheerder waren van een of meer beleg gingen of vorderingen in den zin van het geblokkeerde Markenbelastingbesluit 1940, zijn hoofdelijk gehouden vóór 15 Februari 1941 daarvan een aangifte in tweevoud in te dienen bij den inspecteur der geblok keerde Markenbelasting te ’s-Gravenhage. De verplichting van den eigenaar gaat over op zijn erfgenamen. De termijn voor de aangifte kan door den inspecteur worden verlengd. Aan de ver lenging kunnen voorwaarden worden ver bonden. Artikel 2. De aangifte geschiedt naar den toestand bij den aanvang van den Isten November 1940 en dient te worden inge richt overeenkomstig het voorgeschreven model. Door of voor één eigenaar kun nen meer dan één aangifte worden ge daan mits elke aangifte het aantal aan giften vermeldt. Artikel 3. Dit besluit treedt heden in werking. IN DE GEMEENTE NET JAAR 1940 In City viert deze week de lach hoogtij. Tholen en van Lier zijn er namelijk met een aantal artisten neergestreken en voeren er een revue op. welke van het begin tot het einde het talrijke publiek, dat gisteren bij de première aanwezig was, amuseerde. De revue heeft den pakkenden titel „Aanpakken”. Hiermede willen de artisten zeggen Blijf niet bij de pakken neerzitten als je moeilijkheden hebt, maar worstel je er door heen en bouw op de toekomst. Dit kan met recht ook van de medewerkenden gezegd worden. Zij pakken aan in deze revue en overwinnen glans rijk de moeilijkheden. Er gaat een weldadige sfeer van hen uit, het publiek wordt al direct gepakt door deze aanpakkende artisten, men raakt uit de plooi en wordt gaandeweg guller met zijn lach. De medewerkenden zijn Tholen en van Lier, Guus Brox, Kitty van Dongen, Jeanne Laforce, Dries Krijn en een aantal girls. We kunnen kort zijn in de bespreking van de kundigheden van deze artisten. Zij zijn immers bij het Haagsche publiek kind aan huis en er is welhaast geen Hagenaar, die zich niet een avondje geamuseerd heeft met hun aardige lied jes en kostelijke gezegden. Tholen bewonderen we in een romantische cafésketch, spelend in het Parijs, zooals wij niet-Parijzenaars, dat willen kennen, in de sketch van den schrik-zaaienden echtgenoot en in een trouwscène, waarin hij de rol van Habakuk den bruidegom speelt. Meer hoeven wij over dit laatste niet te zeggen. Guus Brox bezorgt het publiek lachstuipen door zijn oergeestige bewegingen en zijn onverbeterlijke mimiek. Voorts toont hij zich een virtuoos op de accordeon. Zoo zouden we met de andere artisten door kunnen gaan. We willen echter volstaan met te zeggen, dat alles wat zij leveren af is en volkomen de moeite van het zien en aandachtig luisteren waard is. „Geeft opgewekt aan het Winterhulpwerk” Het departement van Financiën brengt in verband met het bovenstaande het volgende onder de aandacht: Deze beschikking roept voor ingezete nen in den zin van art. 1 der Deviezen verordening 1940 (Verordening no. 27/ 1940), die bij den aanvang van den isten November 1940 eigenaar of beheerder waren van één of meer beleggingen of vorderingen in den zin van het ge blokkeerde Marken-belastingbesluit 1940 (d.w.z. in het algemeen alle tot dat tijd stip in Duitschland geblokkeerde ver- mogensbestanddeelen van ingezetenen) de verplichting in het leven daarvan vóór 15 Februari a.s. schriftelijk aangifte te doen bij den inspecteur der geblokkeerde- Marken-belasting, Elandstraat 42, alhier. De aangifte, welke blijkens het voren staande betrekking heeft op den toestand bij den aanvang van den Isten November 1940 en waartoe zoowel de eigenaar (c.q. diens wettelijke vertegenwoordiger) ais de beheerder gehouden zijn, dient te ge schieden door inzending van een behoor lijk ingevuld en onderteekend aangit formulier, hetwelk binnen enkele dagen 5 V V 5 g V V g „Ons volk is altijd, en terecht, X geprezen om zijn spontane be- reidvaardigheid om t' x waar dit noodig is. De vele noo- g den van den winter vragen thans meer dan ooit om leniging”. Blijkens een V.P.B.-bericht uit Ber. lijn trad voor een driehonderdtal toe hoorders, ir. A. A. Mussert in het restau rant van het Deutsche Opernt.aus aan de Bismarckstrasse te Berlijn-Charlotten- burg, als spreker op. De heer Mussert Werd welkom geheeten door kringleider Weening in dit Nederlandsche nationaal- socialistische gezelschap aan de oorden van de Spree, waarna kringleider Visser er in zijn inleiding de aandacht op ves tigde, dat de Nederlanders in het buitens land veelal de beste vaderlanders zijn. Door de maatregelen der Nederlandsche regeering werden de leden der N.S.B. in het buitenland, in de eerste plaats in Duitschland, van de moederpartij afgesne den. Maar thans, nu het verbod is opge heven, zijn de nationaalsocialistische Ne derlanders in Duitschland in grooteren getale tot de moederpartij teruggekeerd. Ir. Mussert, die met langdurig applaua werd begroet, zeide zich gelukkig te ach ten voor de Berlijhsche partijgenooten weer eens het woord te mogen voeren. Hij gaf een historisch overzicht van het bestaan en den groei der beweging en van de tijden van tegenspoed, waarop ondanks alle verdrukking weer een periode van bloei is gevolgd. Ir. Mussert vertrouwt, dat dank zij de N.S.B. Nederland een schoone toekomst tegemoet gaat. bpr. heeft negen jaar lang in Adolf Hitler ge loofd en gelooft ook thans nog wanneer hij zegt, dat Nederland zijn plaats onder de volkeren zal er ook van overtuigd, dat de Nederland- sche koloniën niet verloren zuHen gaan Adolf Hitler's leer is: Pui^h‘and X? de Duitschers, Nederland voor de Neder landers. Nederland is "in^erh Pufna zaT tien jaar bezet geweest. De bczet“.ngr?‘I* thans geen tien jaar duren,w weet, dat wij geen knachte'? cDr ee- plaus). Wij willen het niet zijn loofde, dat de toekomst de Nederlanden ook weer in een nauw verband met zu Afrika zal brengen (applaus en la g V hou-zeegeroep) Op 1 Januari 1940 waren in de Gemeente ziekenhuizen hier ter stede aanwezig 710 patiën ten. In 1940 zijn opgenomen 9845 patiënten, ont slagen 9106 en overleden 694, zoodat op 31 De cember 1940 in verpleging bleven 755 patiënten. Het totaal aantal verpleegdagen bedroeg in 1940 298.938, tegen 277.515 in 1939. De gemiddelde verpleegduur per patiënt be droeg 28.32 dag, terwijl het gemiddeld aantal verpleegdagen in 1940 817 per dag heeft be dragen. Het grootste aantal patiënten werd verpleegd op 30 October 1940, n.l. 941het kleinste aantal patiënten op 12 Mei 1940, n.l. 572. Het totaal aantal beschikbare bedden bedroeg op 31 December 1940 1050. PATIëNTEN-BEWEGING ZIEKENHUIZEN IN Nadeelig voor de lijm- en gelatine-industrie VAKGROEP VAN DÉTAILHANDELA REN IN HUISHOUDELIJKE ARTIKELEN Dezer dagen is te Utrecht de eerste al- gemeene vergadering gehouden van de onlangs opgerichte vakgroep van détail handelaren in porselein, glas en aarde werk, luxe- en huishoudelijke artikelen, galanterieën en speelgoederen, genaamd Minerva”. Na goedkeuring van statuten en reglement werd een bestuur gekozen. In een hierop volgende gedachtenwisse ling werden voorts de richtlijnen bepaald om te komen tot de in deze branche ge- wenschte ordening. Het secretariaat is gevestigd te Utrecht Amsterdamsche Straatweg 391. telijke of administratieve regelen in geleden schade voorzien. Art. 4. (1) Op de bijdrage wordt in mindering gebracht, hetgeen uit anderen hoofde zonder verplichting tot terugbe taling of verrekening wegens de geleden schade reeds is of nog zal worden ont vangen, voor zoover dat door den secre- taris-generaal van het departement van Financiën voor zoodanigen aftrek in aan merking wordt gebracht. Een dergelijke aftrek vindt niet plaats voor hetgeen uit hoofd van verzekering tegen oorlogs- rr.olest reeds is of nog zal worden ont vangen boven het totaalbedrag der bij drage. (2) Voor de uitkeering uit hoofde van verzekering tegen oorlogsmolest geldt het beoaalde in artikel 18 van het besluit op de materieele oorlogsschaden. Art. 5. De bijdrage, vastgesteld over eenkomstig het bepaalde in de artikelen 2 en 4 wordt verminderd 1) indien de schade door een gemeente is geleden, met een bedrag, gelijk aan vijf ten honderd van de som van a) de belastingcapaciteit der gemeente, bedoeld in artikel 7 van de verordening van 28 October 1940 (Ned. Staatscourant no. 215), over het boekingstijdvak 1938/39, b) de uitkeering uit het gemeente fonds, bedoeld in artikel 3, letter C, der wet van 15 Juli 1929 (Staatsblad no. 388), sedert gewijzigd, over het uitkee- ringsjaar 1938/1939 en c) de gemiddelde winstuitkeeringen van de gemeentelijke electriciteits-, gas en waterleidingsbedrijven over de jaren 1936, 1937, 1938 vermeerderd met de winstvervangende uitkeeringen en ver minderd met de nadeelige saldi, vastge steld overeenkomstig de door het cen traal bureau voor de statistiek verstrekte cijfers (2) Indien de schade door een provin cie is geleden, met een bedrag, gelijk aan vijf ten honderd van de som van a) de opbrengst van de opcenten op ’s Rijks directe belastingen, zooals de pro vincie deze ten hoogste kan heffen krachtens het bepaalde in de artikelen 126 ter en 126 quinquies der Provinciale wet, over het boekingstijdvak 1938/1939 en b) de uitkeering over het jaar 1939 van het Rijk ingevolge artikel 72 der Wet van 17 Juni 1905 (Staatsblad no. 210). Artikel 6. (1) In bijzondere gevallen kan de bijdrage, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 2, 4 en 5, met toepassing van andere maatstaven wor den vastgesteld. (2) Met name kan aan een provincie of gemeente, welke als gevolg van de uitgaven tot wederopbouw, welke te haren laste blijven, in bijzondere finan- cieele moeilijkheden zou geraken, een buitengewone bijdrage worden toegekend. Art. 7. Aan de toekenning der bijdra gen kunnen voorwaarden worden verbon den, in het bijzonder met betrekking tot de besteding der bijdragen ten behoeve van den wederopbouw. t Art. 8. (1) Aan andere publiekrechte lijke lichamen en aan lichamen, welke daarmede ingevolge het bepaalde in ar tikel 1, lid 4, onder 2 van het besluit op Het Verordeningenblad bevat een besluit van den secretaris-generaal van het departement van Financiën betreffende de bijdragen van het Rijk ten behoeve van den wederopbouw en het herstel van door oorlogsgeweld beschadigde goederen, toebehoorende aan publiekrechtelijke en daarmede gelijkgestelde lichamen. Het besluit luidt: Art. 1. (1) Van Rijkswege worden aan provinciën en gemeenten, met inacht neming van de volgende bepalingen, bij dragen verleend in de uitgaven tot wederopbouw en herstel van in Neder land aanwezige, aan deze lichamen toe behoorende goederen, welke door oorlogs geweld, hetzij van Nederlandschen hetzij van Vreemden oorsprong, zijn beschadigd. (2) Ingeval de goederen niet toebehoo- ren aan een provincie of gemeente, doch aan een lichaam, hetwelk ingevolge het bepaalde in artikel 1, lid 4, onder 2, van het besluit no. 221/1940 (besluit op de materieele oorlogsschaden) door den secretaris-generaal van het departement van Financiën met een publiekrechtelijk lichaam is gelijkgesteld, terwijl de goede ren geheel of voor een overwegend deel met middelen van een enkele provincie of gemeente zijn vervaardigd of gesticht, dan kan aan deze provincie of gemeente met inachtneming van de volgende be palingen een bijdrage worden verleend. Art. 2. (1) De bijdrage wordt gesteld op het bedrag van het schuldrestant, dat op het oogenblik, dat de schade werd toegebracht, ten laste van de provincie of de gemeente drukte op de geheel vernietigde of waardeloos geworden goe deren. (2) Voor zoover een goed gedeeltelijk is vernietigd of waardeloos geworden, wordt de bijdrage gesteld op een even redig deel van het schuldrestant. (3) Onder schuldrestant wordt ver staan het niet afgeloste gedeelte van ter zake van de beschadigde goederen ge sloten vaste leeningen. (4) Met schuldrestant kunnen worden gelijkgesteld ten laste van den kapitaal- dienst gedane uitgaven, waarvoor nog vaste leeningen moeten worden gesloten. (5) Voor goederen, behoorende tot de takken van dienst, bedoeld in artikel 252 der Gemeentewet en artikel 116 der provinciale wet, op welker waarde vol gens daarvoor bij verordening gestelde regelen wordt afgeschreven, wordt het schuldrestant gesteld op de niet afge schreven boekwaarde. Art. 3. Geen bijdrage wordt verleend, indien en voorzoover afzonderlijke wet- Gek is dat, zei Wies, na Zondag, den dag van den zwaren sneeuwval worden er bijna uitslui tend witte honden en hondjes als vermist aan gegeven! Waar zou ’m dat in zitten? Hebben de eigenaren hun witte dieren tegen het witte sneeuwvlak uit het oog verloren of wel zijn de witte honden in de war geraakt door al het witte rondom hen. Jodocus noch ik wisten op deze zotte vraag een antwoord te geven, Jodocus wenschte zich zelfs niet in het vraagstuk te verdiepen als zijnde zulks louter toeval. Ik ben geneigd tot zijn meening over te hellen, hoewel de kwestie eenigs- zins curieus is. Gelukkig maar dat, dank zij Moe der Natuur en de gemeentereiniging de witte last, welke maar al te gauw tot een zwarte, natte massa werd, weer verdween. Hoeveel Hagenaars er in die dagen in letterlijken zin ijskoude voeten gehaald hebben is niet te vertellen. De sneeuwval en de daarmee gepaard gaande overbevolkte trams geven me echter aanleiding om een paar brief schrijvers die wilden mopperen over de tram even iets op te helderen. Zij klaagden er over, dat er bijna geen plaats meer te verkrijgen was in de wagens der H. T. M. op de spitsuren. Zij ver gaten daarbij, dat zij dagelijks per fiets gingen vóór de sneeuwdagen ons kwamen plagen. Toen de straten voor de wielrijders onbegaanbaar wa ren, gingen ze ook van de tram gebruik maken, welke dus eensklaps een toename van reizigers kreeg als nooit op andere dagen. Voeg daarbij de technische moeilijkheden voor de wagens om door deze pekelmassa’s te rijden en men kan be grijpen, dat elke exploitatie te kort schiet om dien overvloed van eendags-klanten naar alle regelen der kunst te bedienen. Vandaar, dat de mopperbrieven mij onrechtvaardig voorkomen en ik er prijs op stel om ten deze een blaam van onze tram af te wentelen. Zij verdient veeleer een pluimpje voor het vele goede werk, dat zij ver richtte. Ik ben maar blij, dat de griep, die thans onder het personeel schijnt te heerschen en waar de overvolle trams zeker ook schuld aan zullen hebben, niet van kwaadaardig soort is. De griep (ik mag het niet zeggen, doch ik geloof, dat wij die regelmatig terugkeerende plaag vroeger influenza plachten te noemen) heeft overigens weer aardig de klauwen uitgeslagen. Jodocus kan wel door z’n kantoorruimte schieten vanwege de vele zieken en deswege pleitte hij voor een of ander desinfecteerend middel op groote kantoren. Hij zou in zulke dagen het liefst iedere Hagenaar met een of andere pil in den mond zien loopen uit overwegingen van desinfecteerenden aard. De dagen beginnen al weer aardig te lengen en al zitten we op het oogenblik in een duistere periode, gedurende welke onze nieuwe blauwe voetgangerslampjes goede diensten bewijzen, toch zien we de langere dagen al in het verschiet. We hebben de ijsperiode vermoedelijk achter den rug en via de sneeuwklokjes en de crocussen gaan we de Lente tegemoet. Van de komende tentoonstelling der bollen in het Zuiderpark ver wacht ik veel, waarbij ik overtuigd ben. dat de genen, die een en ander opzetten, ons niet zullen teleurstellen. Ik heb er zoo iets over gehoord en dat doet mijn verwachtingen tot het hoogste spannen. Het publiek, dat voor het welslagen van dergelijke exposities een onontbeerlijke factor is, zal bovendien zeker niet ontbreken. Als dan bovendien de H.T.M. tegen dien tijd snel achter- i een volgende trams in die richting laat loopen, kan het zelfs een massa-bezoek worden. Bloemen tentoonstellingen hebben in de laatste jaren wel blijk gegeven veel publiek te trekken. Wies heeft er al een paar maal op drongen bij mij om eens een woordje te zeggen i over stukjes grond, welke ter bebouwing aan de gemeentenaren zouden worden gesteld. Volgens I haar zou de liefhebberij voor dergelijke gronden (om het nu maar eens flink uit te drukken) zoo groot zijn, dat er practisch niets meer te vergeven 1 zou zijn. Zij knoopte daaraan vast de vraag of er bij nadere overweging geen aanleiding zou zijn om nog meer terrein beschikbaar te stellen, aan genomen dan, dat er nog meer aanwezig is. Daarna zou men dan nog eens ernstig moeten zoeken. Wellicht werd er nog wat gevonden. Ik vind het denkbeeld zeker de overweging waard en geef het dus gaarne aan de lieden over tot wier taak het behoort deze zaak te regelen. Moge zij er in slagen nog een weg te vinden om- aan die verlangens te voldoen. Men zal er vast en zeker velen een genoegen mee doen. OOM KOOS. Het nieuwe programma Ook nu biedt het programma van het cabaret „Monte Carlo de Luxe” die verpoozing, waaraan een zeer groote behoefte bestaat. In een gezel lige sfeer kan men genieten van muziek, zang, dans en een balance act, alles uitstekend verzorgd en in een vlot tempo gepresenteerd. Miriam en Marian, de populaire verschijningen in dit mi lieu, voeren een plastischen dans uit op de tonen van een Engelschen wals. Van veel smaak getuigen ook de costumes van dit tweetal, dat voor zijn dansen een compliment verdient. Lou Sandry toont zijn groote behendigheid in een balance act. Hetgeen hij presteert is zeer ver dienstelijk. Hongaarsche sfeer schept het tropole dans-trio”. Met veel Schwung c deze meisjes in Hongaarsche kleedtj gestoken. Jack Davis met een saxofoon-solo, t.w. Melodie van Rubinstein, toont ook nu weer zijn bijzon dere talentenhij bevestigt zijn faam van veel- zijdig en perfect musicus. De xylofonist Mikkie Caspari oogst verdiend succes met zijn solo „Hopsassa”. Ook het gerenommeerde orkest on der leiding van Ferry Marischka voert weer tal van nummers uit, waarbij de dirigent als solo- violist zich niet onbetuigd laat. En natuurlijk ontbreekt ook nu weer niet Jean Roem, de con- ferencier-zanger. O.a. zingt hij „Isola bella”, „Grüss mir mein Wien” en „Melodia”. Vooral in dit laatste lied, dat zulke bijzondere eischen stelt, geeft Jean Roem blijk, een zanger van bij zondere klasse te zijn. de materieele oorlogsschaden zijn gelijk gesteld, doch voor welke ten behoeve van den wederopbouw en het herstel hunner goederen geen bijdrage ingevolge het bepaalde in artikel 1, lid 2, wordt verleend, kan door den secretaris-gene raal van het departement van Financiën bij voor ieder geval afzonderlijk te ne men beschikking een bijdrage worden verleend in de in artikel 1 bedoelde uit gaven. (2) Artikel 4 is van toepassing. Art. 9. (1) Verzoeken tot toekenning van bijdragen op grond van dit besluit worden door tusschenkomst van de Rijkscommissie van advies inzake bij dragen wederopbouw publiekrechtelijke lichamen ingediend bij den secretaris generaal van het departement van Finan ciën. Deze stelt voor verzoeken tot toe kenning van bijdragen, bedoeld in artikel 2, een model vast. <2)De Rijkscommissie van advies in zake bijdragen wederopbouw publiek rechtelijke lichamen brengt zoo spoedig mogelijk advies uit aan den secretaris generaal van het departement van Finan ciën. (3) . De secretaris-generaal van het departement van Financiën stelt de bij dragen en de eventueele daaraan’ te ver binden voorwaarden vast. Artikel 10. (1). Een bijdrage wordt slechts toegekend; indien het verzoek daartoe binnen twee maanden na het toebrengen der schade of, indien de scha de is toegebracht vóór het in werking treden van dit besluit, binnen twee maanden na het in werking treden bij de Rijkscommissie van advies inzake bijdra gen wederopbouw publiekrechtelijke lichamen is ingezonden. Het bovenstaan de is niet van toepassing op de bijdrage bedoeld in artikel 6, tweede lid. (2). In bijzondere gevallen kan door den secretaris-generaal van het departe ment van Financiën verlenging van deze termijnen worden toegestaan. Art. 11. (1). Aan provinciën en ge meenten, welke een verzoek tot toeken ning van bijdragen hebben ingezonden, kunnen op haar aanvrage voorloopige uitkeeringen worden gedaan. Aan deze uitkeering kunnen voorwaarden worden verbonden (2) . Een zoodanig verzoek wordt door tusschenkomst van de Rijkscommissie van advies inzake bijdragen wederop bouw publiekrechtelijke lichamen, aan den secretaris-generaal van het departe ment van Financiën gericht. (3) . In bijzondere gevallen kan een voorloopige uitkeering worden gedaan vóór de inzending van het verzoek tot toekenning der bijdrage. (4) . Het bedrag der voorloopige uit keering wordt bepaald door den secreta ris-generaal van het departement van Financiën. (1) . Dit besluit treedt in werking op den dag zijner afkondiging. (2) . Het wordt aangehaald onder den titel „besluit bijdragen wederopbouw publiekrechtelijke lichamen’'. verkrijgbaar zal zijn bij de banken, ban kiers en commissionairs in effecten, zoo mede aan bovengenoemd adres tegen vergoeding van 2 cents per formulier. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het niet-voldoen aan voormelde verplich ting (waaronder begrepen onjuiste of onvolledige invulling van het aangifte formulier) ingevolge art. 6 van het ge blokkeerde Marken-belastingbesluit 1940 wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en/of geldboete van ten hoogste vijfhonderdduizend gulden, dan wel met hechtenis van ten hoogste zes maanden en/of geldboete van ten hoogste honderdduizend gulden, al naar gelang het strafbare feit met opzet dan wel met schuld is gepleegd. Een ieder wordt derhalve in zijn eigen belang aan geraden, aan een voor hem bestaande aangifte-verplichting met de grootst mo gelijke nauwkeurigheid te voldoen. Men raadplege daarbij de bij het aangifte formulier gevoegde toelichting. Tenslotte kan reeds thans worden mee gedeeld, dat van tijd tot tijd opnieuw soortgelijke aangiften zullen worden ge vorderd, welke uiteraard op den toestand op nader te bepalen tijdstippen betrek king zullen hebben. :«Sg '/flT fK1; jli 1 JV C’ 1 ,'S kV

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 13