Stoven zetten in de kerk Transport van een onderzeeboot - Knotwilgen geknot van een GIPSY DOTT ERFT EEN GEHEIM Ir groot beeld in de hoofdstad te Lambertschaag - Thuiskomst o I w Tl s 'T' HAAGSCHE COURANT Zaterdag 25 Jan. 194T TWEEDE BLAD r FEUILLETON I bw» sworn - 'Jr 1 - (Nadruk verboden.) '(.Wordt vervolgd] DUITSCHE ONDERZEEBOOT VAN TOCHT NAAR DEN VUAND TERUG. Na een succesrijken tocht naar den vijand is de boot teruggekeerd en wil aanleggen. (Hoffmann) HET 3.60 M. HOOGE BRONZEN BEELD van den beeldhouwer Hüdo Krop werd Vrijdag in het Stedelijk Museum te Amsterdam binnengebracht, waar het voorloopig tentoongesteld zal worden op de tentoonstelling van beeldhouwwerken, welke 2 Februari a.s. geopend wordt. Het beeld is be stemd voor de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam. Rechts op den wagen de beeldhouwer Hildo Krop. (Polygoon) ze met een geschiedenis u die hooren» GOED EN HUMORISTISCH GECAMOUFLEERD. EEN DUITSCH HULPOORLOGSSCHIP NEEMT ZIJN WEG DOOR HET KANAAL. (Holland) NU OP HET LAND NIET VEEL TE DOEN VALT, KUNNEN DE BOEREN DIE KARWEITJES DOEN, WELKE IN DEN ZOMER NIET GEDAAN KUNNEN WORDEN. DE KNOTWILGEN WORDEN ONDER HANDEN GENOMEN. Polygoon) EVENALS VROEGER worden tegenwoordig in vele kerken de stoven gezet. Een kijkje in de uit de 15de eeuw dateerende kerk te Lambertschaag, waar de stoven van een kooltje vuur worden voorzien. (Polygoon) 7) Bob Hunter interesseerde zich voor antieke dingen, waarvan hij een goed kenner was. Louter uit liefhebberij en mede omdat hij zich de weelde kon veroorloven, snuffelde hij vaak op vei lingen of in de winkels van antiquairs rond, waar hij al menig zeldzaam stuk had ontdekt. Dat hij hier, in deze armoedige omgeving iets van zijn ga ding zou vinden, leek echter wel zeer twijfelachtig. En toch bleef hij onwil lekeurig voor een der étalages staan. Achter de, waarschijnlijk in geen weken gezeemde ruit, lag een mengel moes van waardelooze prullen. Leelij- ke, dik onder het stof zittende porse leinen beeldjes, nagemaakte, bont ge schilderde wandborden, tinnen bekers en kruiken en twijfelachtige sieraden. In een ouden, koperen pot vegeteerde een kwijnende plant. De algeheele uitstalling vermocht Bob Hupter slechts een medelijdend lachje te ontlokken. En toch voelde hij op een of andere manier het ver langen in zich opkomen den winkel binnen te gaan. Toen hij echter de KAPITEIN VAGLIASINDI KEERT VAN EEN SUCCES- RIJKEN TOCHT TEGEN DEN VIJAND TERUG. De thuis komst van Korvettenkapitein Paul Vagliasindi met zijn succes rijke onderzeeboot. De commandant van den onderzeeër heeft zich bijzonder onderscheiden door den geslaagden aanval op een vijandelijk convooi. (Scherl), deur wilde openduwen, bleek deze ge sloten te zijn. Tegelijkertijd hoorde hij binnen een kijvende stem, die plot seling afbrak. Hunter rammelde aan den knop, maar alles bleef stil. Direct daarop evenwel werd de sleutel aan de bin nenzijde omgedraaid en de deur vloog open. Dat alles gebeurde zoo snel, dat Bob Hunter onwillekeurig even terug deinsde. De gestalte, waar tegenover hij zich nu geplaatst zag, was slechts in staat zijn verbazing nog te doen toenemen. In het eerste oogenblik wist hij niet, of hij een man of een vrouw voor zich had, maar eindelijk zag hij toch, dat het een vrouw was. Het bleek een type te zijn, dat een schilder als studie-object zou hebben kunnen dienen. Zij was ongetwijfeld de zeventig reeds gepasseerd en droeg een kleedingstuk, dat eenige gelijke nis vertoonde met een kaftan. Haar haar was zoo dun, dat de gele hoofd huid daaronder duidelijk te zien was. Een neus als de .snavel van een havik raakte bijna haar lippen. Om haar hals droeg ze een lange wollen shawl, die in haar nek was dichtgeknoopt en ver over haar gebogen rug hing. Haar roodomrande oogen geleken die van een hongerigen roofvogel. Hunter had moeite zijn afkeer te bedwingen, vooral toen de Vrouw hem scherp en wantrouwig opnam, maar hij liet niet blijken, wat er in hem omging. Zit u altijd achter een gesloten deur? schertste hij joviaal. Wanneer ik alleen ben, wel, ja, luidde het antwoord. Als vrouw op leeftijd moet ik een beetje voorzichtig zijn. Onzin, dacht Bob, ze was niet al leen, want ze maakte met iemand ruzie. Ik heb het duidelijk gehoord. En bepaald bang ziet ze er ook niet uit integendeel. Wat wenscht u, meneer? onder brak de vrouw zijn gedachtengang. Een eigenaardige vraag! lachte Hunter. Ik kom hier als klant tenminste, als u iets heeft, dat mijn belangstelling kan opwekken. Hij was nu den winkel binnengetre den en liet zijn blik door de flauw verlichte ruimte dwalen, waarvan het achterste gedeelte geheel in het duis ter was gehuld... Daar scheen slechts een groote, oude kast een plaats te hebben gevonden. Bewoog de deur er niet van? Het was net, of zij zachtjes werd dicht ge trokken. Had zich daar iemand ver stopt Hunters aandacht werd afgeleid door de vrouw, die haastig naar de toonbank liep en daar iets wegruim de. Wat het was, kon hij niet onder scheiden; slechts een zacht gerinkel drong tot hem door. Zoo, waar kan ik u mee van dienst zijn? wendde zij zich daarop tot den jongen millionnair. Deze lachte verlegen. Ik weet het zelf niet, verklaarde hij, geheel overeenkomstig de waar heid. Ik ben toevallig in deze buurt OP HET TERREIN VAN HET LANDGOED „DE WICKENBURGH” in de buurtschap ’t Goy, onder Houten, is een oude vervallen boerderij omge bouwd tot een fruitteeltschool, waar jonge mannen onderricht krijgen in verschillende vakken zooals fruitteelt, plantkunde, plantenziektenkunde, bijenteelt enz. De animo is groot,, immers deze tijd eischt vakmenschen Exterieur van het gebouw, dat in het centrum van een rijk fruitland ligt. (Polygoon) heel had weliswaar iets barbaarsch, maar was in zjjn soort toch een zeer bijzonder sieraad. Alleen de kleuren combinatie had reeds iets zeldzaam aantrekkelijks. De kralen waren ver vaardigd van een diepzwart mate riaal, dat zeldzaam bij het roodach tige goud afstak. Het snijwerk was oorspronkelijk met groene verf over streken geweest, maar deze was nu gedeeltelijk uitgewischt. Bob Hunter vergat de oude vrouw, de uitzonderlijke omgeving en den ge- heimzinnigen winkel, zóózeer nam de ketting hem in beslag. Hij vermocht geen weerstand te bieden aan den vu- rigen wensch dit exotische sieraad te bezitten, ongeacht den prijs, welken hij er voor zou hebben te betalen. Wat is dat voor een eigenaardig •ding? vroeg hij haastig. De vrouw achter de toonbank ant- woordde niet direct. Ze klapte het deksel van de vitrine omhoog en nam greep er SM den ketting er uit. Hunter naar en woog hem op zijn hand. Het is ebbenhout, mompelde hiL De scherpe c~~zz glinsterden. Ze keek tersluiks JS in den achtergrond van ze op het punt stond persoon een verzeild geraakt en daarbij bekroop mij de wensch hier bij u eens wat rond te neuzen. Misschien vind ik iets, dat me bevalt. Ik hoop, dat ik u niet heb gestoord. De oude vrouw nam hem met haar loerende oogen wantrouwend op. Waarom zoudt u me gestoord hebben? Eenzame menschen stoort men zelden. En ik drijf toch tenslotte de zaak om wat te verkoopen, niet waar? U mag zooveel rondneuzen, als u wilt. Dan wilt u misschien wel zoo vriend^Jijk zijn wat meer licht te ma ken. Zonder haar plaats te verlaten draaide de vrouw den schakelaar om. Hunters verzoek was eigenlijk slechts uit nieuwsgierigheid voortge komen. Hij wilde deze merkwaardige winkelruimte wel eens wat nader be kijken maar het licht onthulde niets verdachts. De groote kast op den ach tergrond stond onbeweeglijk op haar plaats. Bob Hunter voelde zich ietwat te leurgesteld. Wat had hij eigenlijk ver wacht hier te zullen vinden? Tenslotte had hij slechts aan een dwazen inval gevolg gegeven, zonder bepaalde reden en nu wist hij eigenlijk'niet goed, wat hij hier moest beginnen. Met een lichten zucht wendde hij zich tot de eigenares van de zaak, die nog steeds achter de toonbank stond. Ik geloof, dat u niets voor me hebt, zei hij, half verontschuldigend. De vrouw tilde een houten plaat van de toonbank, waardoor een vitrine zichtbaar werd. Er lagen allerlei din gen in. Misschien vindt u hier iets? Bob wierp een blik in de glazen kast. Daar lagen inderdaad een paar voorwerpen, welke hem boeiden: schelpen, waarin primitieve beeldjes waren gesneden, maskers, zooals die door de bewoners van exotische lan den worden vervaardigd, snoeren van bonte kralen, welke met cocosvezels aan elkaar verbonden waren en derge lijke snuisterijen. Hunters oogen schitterden en dat scheen de oude niet te ontgaan. Ik koop die dingen van zeelieden, die ze van hun reizen meebrengen, vertelde ze. Antiquiteiten zijn het niet bepaald, maar ik heb onder m’n vaste klanten een paar verzamelaars, die zich voor volkenkundig werk inte- resseeren. Die schelpen bijvoorbeeld... Maar Bob Hunter luisterde niet eens. Zijn aandacht werd geheel in beslag genomen door een zeldzaam sieraad. Het was een ketting van ongewoon dikke kralen. Op het eerste gezicht was het niet te onderscheiden, of deze kralen van hout of van steen waren. Elk afzonderlek echter vertoonde een miniatuur snijwerk. Merkwaardiger wijze waren de kralen niet doorboord. Stuk vóór stuk waren zij voorzien van twee, door ouderdom reeds eenigszins versleten haakjes, waaraan een sterke gouddraad was bevestigd, welke alle kralen met elkaar verbond. Het ge- j.zV, oogen van de vrouw en met i haar -□ den een leelijke iets zeldzaam boosaardig: blik naar c’ winkel, alsof ze f onzichtbaren persoon poets te bakken. i “LEen mooi din«> zei lachje, en er is een aan verbonden ook. Wilt meneer? 'W sr t A -J -^K SK» »5'?- -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5