Albanië in GIPSY DOTT ERFT EEN GEHEIM Grieksche krijgsgevangenen in Albanië - De laatste textielpunten worden opgemaakt - Het bijschaven van het ijs - Een oude tol bij Leiden gaat verdwijnen o go o Km TWEEDE BLAD HAAGSCHE COURANT Zaterdag T FeEr. ITO FEUILLETON <11 ©ill i.l F.,;.-' V'-'W I schaafd moet worden. De man op de 'Scherl) te (Nadruk verboden.) naar zyn 13) van een (Wordt vervolgdj ot* DE LAAISTE DAGEN VAN JANUARI was net in aile maga zijnen een groote drukte, omdat iedereen zijn „punten” wilde opmaken. Een kijkje in een der magazijnen, waar de dames elkaar verdrongen om toch maar aan de beurt te komen. (Polygoon) toch Weet den trad een kaartje maar daar; VAN HET ALBANEESCHE FRONT. Een concentratiekamp, waar zoojuist een groot aantal Grieksche gevangenen is binnengebracht. Het uitdeelen van de soep (Holland) DE WEG- EN WATERTOL tegenover den Rijnsburgschen Vliet bij het Leidsche hek, welke gaat verdwijnen, als de overdracht van een stuk Haarlemmertrekvaart door Voorhout aan Leiden een feit is geworden. (Holland) Hunter begreep, dat zijn vriend be paalde redenen had om het meisje door den achteruitgang buiten het gebouw te brengen. Hy legde daarom zijn arm eenvoudig om Gipsy’s schouders en dwong haar zoo hem te volgen. Een oogenblik dacht hij aan inspecteur Bratt, die nu in den foyer wel tever geefs op hen zou wachten. Zij liepen door donkere gangen en langs smalle trappen en bereikten zoo den achteruitgang. Deze kwam uit op een nauwe, door hooge muren omge- Ven binnenplaats. De verlichting was hier slecht er in de hoeken ontwaarde men de spookachtige schaduwen van alle mogelijke gereedschappen en too- deelattributen. Aan de overzijde leid de een lange doorrit door een tweede Pand naar de straat. Voor dezen doorrit stonden eenige auto’s geparkeerd. Daaronder bevond zich een groote, ouderwetsche wagen, bij welks aanblik Jim Fox onwillekeu rig zijn stap inhield. Die wagen kwam hem bekend voor. geet het vooral niet! De man schudde het hoofd. Jim stelde zich in het duister van doorrit verdekt op, want juist Irene Fancy in het licht van de kop lampen. Naast haar schreed Tobias Fox. Jim had voor het uiterlijk van zijn eerbiedwaardigen bloedverwant slechts een medelijdend glimlachje Waar zullen we gaan eten? vroeg Hunter. Ik had gedacht in de „Taverne”, als Gipsy er tenminste niet op tegen heeft, mompelde Fox. O ja, ik vind het best. Daar is het gewoonlijk nogal gezellig, zei Gip sy opgewekt. Hunter keerde zich om vriend. Wat heb je toch, Jim? Ga jij maar vast met Gipsy vooruit, Bob. Ik moet nog even terug naar het theater. f Wat wil je daar dan nog? vroeg Gipsy, die het verzoek had gehoord. Je doet zoo geheimzinnig, Jimmy. Geen sprake van, hoor. Er is niets geheimzinnigs aan. Ik heb' mjjn vulpen bij jou in de kleedkamer laten liggen. Wachten jullie maar niet hier in dien tochtigen doorrit. We zien el kaar wel in het restaurant. Voor ik het vergeet, Bob, hier is het corpus delicti! Dan kan je Gipsy intusschen je avontuur vertellen. Hunter voelde door het papier heen, dat Jim hem het halssnoer in de hand had geduwd. Hij glimlachte, terwijl hij langzaam met Gipsy ver der ging. Jim bleef hen nakijken, tot zij samen in den kleinen wagen van het meisje stapten. Vervolgens liep hy om de zware auto heen, welke zoo zeer zijn aandacht had getrokken. Hij hejkende het nummer en wist, dat hij zich niet had vergist. Het was het waardige vehikel van zijn al even waardigen oom. Maar wat had de wa gen van oom Tobias hier bij den too- over. Zijn oom was met opvallende elegance gekleed. Hjj droeg witte slobkousen, handschoenen van dezelf de kleur, een bloem in het knoopsgat en zwaaide overmoedig een rotting, welke in zijn jeugd wellicht den goed gekleeden heer had gecompleteerd, maar nu een zeldzaam belachelijken indruk maakte. Groote goedheid! steunde Jim in zijn schuilplaats. Oom Tobias ziet er overweldigend uit. Enfin, ik gun hem zijn laat geluk van harte; ’t is alleen maar zoo jammer, dat die on uitstaanbare Irene de uitverkorene is. Als dat maar goed afloopt... Bedenkelijk het hoofd schuddend over zijn oer-degelijken oom, keerde Jim naar het theater terug. Hy zocht evenwel niet Gipsy’s kleedkamer op, want hij had noch daar, noch ergens anders zijn vulpen laten liggen. Hy klampte een min of meer verschrikt uitzienden suppoost aan en noemde zijn naam. De directeur wacht al op u, me neer, zei de man. Is alles in orde? vroeg Fox. De auto van den geneeskundigen dienst is gekomen, luidde het ant woord. De directeur heeft het bal let in de finale nog eens laten herha len, zoodat alles achter den rug was, toen het publiek de zaal verliet. Jim knikte en begaf zich naar het directiekantoor. Goed, dat u komt, mr. Fox. Dat is een ellendige geschiedenis voor myn theater. En voor jullie, persmen- schen, beteekent het natuurlijk een BIJ DE GROOTE OEFENINGEN var* hetinfanterie-regiment „Gross- Deutschland” kon men zien hoe de stukken geschut tegen waarneming uit de lucht worden gecamoufleerd witte doeken worden over de kanonnen gelegd. Dat kan ik beter aan jofi vragen, waarde heer. Waar is mijn oom? De neger krabde bedenkelijk zjjn wolligen schedel en liet zyn oogen rol len, zoodat nog slechts het wit te zien was. Daarop wees hij met een veelbe- teekenend gebaar in de richting het theater. Daar binnen, master Jim! Wat?! Bezoekt oom Tobias revue? Tjonge, Ben, dan moet de oude heer wel veranderd zijn! Er is heel wat veranderd, sinds u van ons weg bent, master Jim! Fox gaf een klap op den radiateur van de auto. Dat schijnt wel zoo, Ben. In ieder geval is deze ouwe slee niet gewend voor tooneeluitgangen te staan. Wat voert oom Tobias uit? Stommiteiten, master Jim, ea ik moet ze meemaken. We maken een dame van het theater het hof, gaan met haar in dure restaurants soupee- ren en dineeren en gedragen ons daar bij als een kwajongen. Zei p iets? Jim zei niets, maar floot slechts even tusschen zyn tanden. VOOR HET UITVAREN. De bemanningen van twee Duitsche duikbooten zijn aangetreden en worden door den flottielje-leidep toegesproken, vóór een nieuwe, gevaarlijke tocht begint (Hoffmannf) neeluitgang van een revuetheater zoeken? Hij tikte den negerchauffeur, die in gedut bleek te zijn, op den schouder. Goeden avond, Ben! De man wreef verbaasd zijn oogen uit en stak zyn grijzend hoofd buiten het portierraampje. Daarbij grijnsde hy, zooals slechts een neger dat ver mag. Hè, master Jim! Wat een ver rassing! Waar komt u vandaan? U moest maar weer bij ons terug komen, master Jim, bromde de chauffeur, nog steeds in het meer voud voortgaande. Dat zal ik ook stellig bij gelegen heid wel eens doen, beste Ben. Maar voorloopig wil ik oom Tobias nog een betje laten sappelen, je ook, hoe die dame heet? Nee, haar naam ken ik niet, bromde de neger, maar het is geen fijne dame. Ze is lang en heeft rood haar... Irene Fancy! riep Jim verge noegd. Wat zeg je daarvan? Ik kan u alleen maar zeggen, dat ik in de twintig jaar, dat ik nu by uw oom in dienst ben, zooiets nog nooit heb meegemaakt. En... wacht, ik geloof, dat ze daar aan komen! Van de binnenplaats klonk de schelle lach van Irene Fancy, bege leid door een zware mannenstem. Ik zou maar verdwijnen, master Jim, adviseerde de chauffeur. Moet ik nog een boodschap aan uw oom overbrengen? Doe hem mijn groeten en zeg hem, dat... dat het halssnoer in myn bezit is. Hij weet dan wel, wat ik be doel en zal zich danig ergeren. Ver- USSCHAVERS AAN DEN ARBEID. De ijsbond „Medemblik” organiseert in de komende dagen hardrij— wedstrijden. De dooi en de sneeuw hebben het ijs in een slechten toestand gebracht, zoodat dit eerst afge—j slede, welke men omgebouwd heeft tot ijsschaaf, dient voor „ballast”,*, daar de schaaf anders te licht is. (Polygoon)^. sensatie! Ik zie al de koppen op da frontpagina van de „Fanfare”: Moord in Greymans Revue Theater. Onbe kende man in loge 8 van het leven be roofd. Een geluk, dat het publiek eg niets van heeft gemerkt. Maar zejJ dan toch eens wat! Tot dusver hebt u me nog niet, aan het woord laten komen, lachte da reporter. Maar dat neem ik u niefc kwalijk, na dit sensationeele inter* mezzo. Wie kan die gruwelijke misdaad nu toch gepleegd hebben, meneeg Fox? Inspecteur Bratt is naarstig bezig om dat aan het licht te brengen* Hebt u al iets omtrent de identiteit van het slachtoffer kunnen vast» stellen? Niet veel. Hij had voor een parketplaats, heeft hij geen gebruik van gemaakt* De man schynt trouwens pas tijdens het laatste bedrijf te zyn binnengeko men en gaf den suppoost een brief voor miss Dott, waarvoor weer de be middeling van Gipsy’s kleedster werd ingeroepen. Sara bracht den man naar loge 8, zooals ze dat steeds met kei> nissen van miss Dott pleegt te doen. Dit is alles, wat we te weten hebben Het is niet veel, zei Jim peio zend. Maar wat ik vragen wou, hebt u vanavond een verschil van meening gehad mei Irene Fancy, mr* Greyman? a X. 4 ofe Ik Hl* Kf - - I ■i «vil ■RmaS'S ‘.Bw* sis .1 y''-'

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5