KUNST EN LETTEREN UIT DE OMSTREKEN I ^£401 CONCERTGEBOUWORKEST Het ballet VOLKSCONCERT RESIDENTIE-ORKEST Ruwe schrale huid k «on handen en gelaat, A «chrale lippen, gesprongen M honden genezen snel mef Ipurolx Doo*30-60etBi|Apottvgn Drogisteff MIJNHAIDT CONCERT BETHLEHEMKERK Soliste: Annie Hermes, zang H. J. BLOM t EDUARDO DEL PUEYO er „GEVAARLIJKE BOCHT!” van STEUN AAN BEELDHOUWERS CONCERT VOOR HET ALGEMEEN NEDERLANDSCH VERBOND BALLET-AVONDEN VAN HET „DEUTSCHES OPERNHAUS” WAT DOET DANSAVOND HEIGO KOLT EN ANTONIA BRANDA 3 "Febr. 1941 le bl. pag. 3 - kunnen reiken. De klassiciteit in haar waardigheid en voornaamheid „ligt” hem dan ook in het geheel niet. Dat hij bi voorbeeld een Vivaldi-Bach bewerking niet begreep sprak helaas wel zeer duidelijk uit de daarvoor gedane costuumkeuze. De danser diende zich dan ook in de toekomst tot den karakterdans te bepalen. Solisten: Miep Ochse, alt, Chris Taverne, tenor het „Deutsches Opernhaus” TTAAGSCHE COUP A NT Maan da Solisten: Annie Woud Louis van Tulder RIJSWIJK van van Dirigent: Eduard van Beinum Wijzigingen in de programma’s den in na zou zijn ge- DELFT 'S-GRAVENZANDE LEIDSCHENDAM 6898.44 en (Polygoon) Weder-opvoering in den Stads schouwburg leiding van den Generalintendant Wil helm Rode. Foto van het ballet in twee tafreelen van Joseph Bayer „Die Pup- penfee" het weerhuisje, met in het midden de beroemde tweelingzusters Hedi en Margot Höpfn^r. SALARIËERING GEMEENTE- PERSONEEL extal uitin. Cf Gevonden: een rozenkrans en een wollen handschoen. Inlichtingen eiken werkdag van 1012 uur aan het politie bureau te Leidschendam. De heer J. C. van Wedden te Leidschendam is bevorderd tot wachmees- ter bij het wapen der marechaussée. Niet mee blijven deorleepan. Direct bestrijden met bet enevertreffen geneesmiddel bij grient ASPIRIN. Zorg vooral in grieptijd ASPIRIN bij de hand te hebben. Het ballet van het „Deutsches Opern- haus” te Berlijn zal eenige gastvoor- stellingen geven in Amsterdam, den Haag, Utrecht en Arnhem. Mede zullen werken 80 dansers en danseressen en 70 musici en van de balletschool van het Deutsches Opernhaus 30 leden van de kindergroep. Het geheel staat onder PRIJSVRAAG VAN TEYLER’S TWEEDE GENOOTSCHAP de het voor leer Harders zal vertoonen de film „De onbekende misda diger”. Gisteren heeft het bekende danspaar Heigo KoltAntonia Branda een dans avond in een goed bezette Diligentia-zaal gegeven, en daarmede weer eens de bij zondere toewijding voor hun kunst ge toond. Want al wat Heigo Kolt en Antonia Branda ons brachten in de verscheidene malen, dat wij ze hebben zien optreden, getuigde steeds van ijverige studie, van zorgvuldige voorbereiding en van goeden Wil Deze prijzenswaardige factoren heb ben wij ook gisteravond weer kunnen op merken in de vele nummers welke het programma omvatte. Heigo Kolt is in den loop der jaren de leidende figuur van het danspaar gebleven Hij bezit namelijk de sterkste fantasie, de meest verfijnde muzikaliteit e- hoogst ont wikkelde techniek. Zijn rijke fantasie kwam ditmaal weer niet alleen in de be wegingen, doch tevens in zijn zeer karak teristieke costuums en de keuze van zijn onderwerpen in de solo-dansen „Don Juan”, „Idéé fixe” en „de Heks” tot uiting Door een opvallende muzikaliteit geleid, bleek hij opvallende, origineele vondsten in groote verscheidenheid te hebben ge daan. En dit al verwezenlijkt door een uit stekende voettechniek heeft ons vele oogenblikken intens met zijn dansen doen medeleven Waar echter klassieke compo sities aan zijn danskunst ten grondslag la gen, zou Heigo Kolt stellig Antonia Bran da als volkomen gelijke de hand hebben Aankoop porooelon Torenstraat. Aangezien het gewenscht la, dat de ge. meente Rijswijk in verband met haar plan nen tot saneering van den woningtoestand de beschikking krijgt over de perceelen gelegen aan de Torenstraat, plaatselijk ge- merkt nos. 47, 49 53, 69, 61, 63, 65, 67 en ongenummerd, benevens een erf, gezamen lijk groot 448 M2., stellen zij den Raad voor deze perceelen aan te koopen voor den prijs van /6500. Benoeming schatter grondbedrijf. De verordening, regelende de schattingen bedoeld in art. 11 der Verordening op het beheer van het Grondbedrijf der gemeente ■■wijk, bepaalt o.m., dat de schattingen «Lschieden door een commissie, bestaande uit drie leden, waarvan één benoemd wordt door Gedeputeerde Staten, één door den Gemeenteraad op voordracht van B, en W. en het derde lid door de beide an- deren tezamen allen voor den tijd van vijf jaren. B. en W. dragen als zooading vo -r den heer P. Keijzer, makelaar in onroervn. de goederen te Rijswijk. Antonia Branda bracht op dezen avond als haar beste nummers o.a. twee „Bo lero’s”, een „Jota” en een „LKndler” voor ■het voetlicht. Het was weliswaar alles zeer afgewerkt wat deze kunstenares ons daar mede heeft geschonken, doch het was zop weinig gevarieerd en zoo weinig oorspron kelijk, dat men zich wel eens afvroeg of nu dezQfof gene beweging of ’t glimlachje zus of zoo eigenlijk belangrijk genoeg wa ren om zoo vaak te worden herhaald. En haar „Dame la mode” op muziek van Tschaikowsky kon geen enkele pretentie hebben waar het inhoud betrof, zoodat, aangezien het costuum geheel en al hoofd- zaak was, een vertoonen daarvan op een kleerhanger eenvoudiger en voldoende zou zijn geweest. Waar Antonia Branda echter tezamen met Heigo Kolt optrad, zooals in de Roemeensche dansen, bereikte zij, ge leid door zijn verfijnden smaak een hoog en artistiek plan. Haar goede techniek en gevoel voor élégance en verfijning stelden haar dan in staat zeer lofwaardige presta ties te leveren. Met fraaie bloemen en langdurige ovaties werd de danseres door haar met applaus wel uitzonderlijk gulle toeschouwers gehuldigd. De pianiste Gusta Bruijn-Koch, die het danspaar op slagvaardige wijze begeleidde, bracht eenige soli, waaronder de Polonaise in E gr. t. no. 2 van Fr. Liszt ten gehoore. Haar verdienstelijk spel was zeer verzorgd en getuigde van een goede vinger- en oc- taaftechniek. De kracht bleek echter voor het noodige relief in het klankbeeld onvol doende te zijn. De serieuze kunstenares werd door haar vele naar Diligentia ge togen bewonderaars echter op meer dan uitbundige wijze gehuldigd. SCHOOLVOEDING Uit het verslag, aangaande de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting van Rijswijk voor het afgeloopen jaar toege- stane bedrag voor school voeding is be steed, blijkt o.m. het navolgende: Schoolvoeding werd in 1940 verstrekt over twee tijdvakken, toepende van 2 Ja nuari tot en met 11 Mei en van 16 Sep tember tot en met 31 December. In het eerste tijdvak namen daaraan deel 121 kinderen. In het tweede tijdvak werd aan de voeding deelgenomen door 76 kinde ren, Gedurende de Kerstvacantie bedroeg het aantal deelnemende kinderen pLm. 70. Het benoodigde voedsel, te weten 8436 liters (le tijdvak) plus 3417 liters (3e tijdvak), totaal 11853 liters werd tegen den kostenden prijs betrokken van de Stich ting Schoolkindervoeding (5436 liters) en van de Vereen, van den H. Vincentius van Paulo (6417 liters) beiden te 's-Gravea- hage. De totale kosten hebben bedragen ƒ2080,46, waarvan voor aanschaffing van voedsel 1824,99, aan arbeidsloan ƒ235,84 en aan diversen 19 63. Aanpassing aan de regeling voor het Rijkspersoneel B. en W. van Rijswijk stellen den Raad voor, overeenkomstig de regeling voor Rijkspersoneel te besluiten, dat: te reke nen met ingang van 1 December 1940 aan de gehuwde (of gehuwd geweest zijnde, een gezin te hunnen laste hebbende) amb tenaren, werklieden en dienaren van po litie, in dienst dezer gemeente, voor zoo ver hun betrekking niet als nevenbetrek king wordt uitgeoefend, een tijdelijke toe lage te verleenen van 6 pCt. van de bruto- wedde, voor zoover deze, vermeerderd met die toelage, een van 1900 ’s jaars niet overschrijdt, met dien verstande, dat de toelage niet wordt verleend, voor zoover ingevolge een algemeene toonsverhooging na 31 December 1937 de wedde mocht zijn verhoogd. En voorts te besluiten, dat te rekenen met ingang van 1 Januari 1941 de minimum-kindertoeslag ƒ75 per jaar en per kind bedraagt. WETHOUDER VAN FINANCIËN EN SOCIALE ZAKEN Gisteren is te Rijswijk in den ouder dom van 51 jaar overleden de heer H. J. Blom, wethouder van Financiën en Sociale Zaken. De heer Blom, die van 6 September 1927 lid van den Rijswijkschen gemeenteraad was. werd op 1 September 1931 tot wet houder benoemd Bovendien was de thans ontslapene voorzitter van de afd. Rijswijk van den Vrijz., Dem. Bond, commissaris van de Nutsspaarbank en lid van de kerkelijke commissie der Ned. Hervormde gemeente. De begrafenis zal plaats hebben op Woensdag 5 Februari a.s. des namiddags half drie op de Alg. Begraafplaats te Rijswijk. De directeuren van Teyler’s stichting en de leden van Teyler’s tweede genootschap te Haarlem hebben besloten voor het jaar 1941 een prijsvraag uit te schrijven. Ge vraagd wordt een geschiedenis van het nieuwlatijnsche schooldrama in de Noor delijke en Zuidelijke Nederlanden. Bedoeld is een, zooveel mogelijk volledig, kenschetsend overzicht en een historisch aèsthetisch-literaire beschouwing der tooneelstukken, met bespreking van de personen, de taal en den stijl der dichters, van de vertooningen, de vertooners enz. in verband ook zoowel met het schoolonder wijs, de godsdienstig-kerkelijke vraag stukken en stroomingen, de maatschappe lijke en staatkundige toestanden, het ge lijktijdige drama in de landstaal en de overige nieuwlatijnsche literatuur der Nederlanden, als met het latijnsche school, drama elders De antwoorden moeten worden ingezon den vóór of op den len Januari 1942, opdat zij vóór den Isten April 1942 kunnen be oordeeld worden. De prijs voor het beste antwoord bestaat in een gouden eerepen- ning, ter innerlijke waarde van ƒ400 of dit bedrag in geld naar keuze van den bekroonde. Op de prijsvraag voor het jaar 1938 van Teyler’s tweede genootschap„Een onder zoek naar den invloed der Fransche „grands rhetoriqueurs” van de 15e eeuw op de Nederlandsche letterkunde is een in het Fransch gesteld antwoord inge komen, geteekend met„Orethorijcke auctentijcque conste lieflijck (Mariken van Nieumeghen)”. Zaterdagmiddag heeft de bekende orga nist Alex Schellevis tezamen met de bo venvermelde solisten een buitengewoon concert in de Bethlehemkerk onder vrij groote publieke belangstelling gegeven. De opbrengst van deze uitvoering was voor de restauratie van bet orgel van de Groote- of St. Jacobskerk bestemd. Het met groote zorg en verfijnden smaak sa mengestelde programma vermeldde als composities voor orgel-soto eenige mees terwerken uit de literatuur voor dit in strument, t.w. de Chromatische Fantasie van J. P. Sweelinck, een Ciacona in e kl. terts van D. Buxtehude, een Prelude en Fuga in<a. kl. t. van J. 5. Bach en de Fan tasie in C gr. t. van „le père de la mu- sique Franqaise”. C Franck. Het heeft dus den gegevens dezen middag niet aan mu zikale grootschheid ontbroken. En toch heeft het concert niet die onuitwischbare indrukken in ons geheugen gegrifd. welke wij na vele uitvoeringen van Alex Schel levis in vorige jaren huiswaarts konden nemen. Het klonk soms minder bezield en hartstochtelijk dan vroeger; in Bach’s fuga misten wij de enorme spanning en de monumentaliteit, waarom het vertolken van dezen kunstenaar ons juist zoo bij zonder dierbaar werd. Het wezen der ciacona of chaconne, de voortdurende her haling van een ongewijzigd of licht ge varieerd basthema, werd niet sterk naar voren gebracht en was in ieder geval niet overtuigend, terwijl de Fantasie van C. Franck weer zoo weinig verscheidenheid aan tempi bood het Allegretto was bij voorbeeld veel te langzaam dat bijna, alle aanwezigen het slot van deze niet overbekende compositie in het geheel niet opmerkten. De voordracht van de prach tige, irj. de modulaties hun oorsprong vin dende melodische wendingen zou ook zin voller en sterker geschakeerd hebben kunnen zijn. Wij zouden zelfs nog meer factoren kunnen opnoemen, waardoor het spel van Alex Schellevis zijn anders zoo opmerkelijke levenskracht, doelbewustheid en relief in hooge mate miste. Het spreekt echter vanzelf, dat de vele eigenschap pen, welke van het vakmanschap van de zen kunstenaar getuigden hierin toch aan wezig waren. Alex Schellevis is tenslotte een voortreffelijk kenner van het orgel en in het bijzonder van het instrument van de Bethlehemkerk. En zoodoende waren fijnzinnige registratie en algeheele dege lijkheid toch aangename elementen in dit orgelspel. De bekwame tenor Chris Taverne ver tolkte als solist een aria uit de Cantate no. 55 voor tenor van J. S. Bach en teza men met de alt Miep Ochse een Dialogue entre Madeleine et Jésu van M. A Char pentier, „Tu, mio Signor” van B. Marcello en een duet uit een Magnificat voor alt en tenor van J. S. Bach. Dat Chris Ta verne een zanger is met ongewone capa citeiten hebben wij reeds geruimen tijd geleden kunnen vaststellen. Zijn kunnen en zijn bewonderenswaardige muzikaliteit blijken zich echter nog voortdurend te ontwikkelen. De phenomenale beheer- sching der techniek en een plaatsing der stem, waarop slechts heel weinig zangers zich kunnen beroemen, geven aan zijn kunst een weldadige natuurlijkheid. Bo vendien bezit het geluid een zeer bijzon der en fraai timbre. Op dezen -.middag is ons dan ook wederom gebleken, dat Chris Taverne een zanger is, waarop Nederland trotsch kan zijn. Miep Ochse, die de altpartijen uit de bovengenoemde duetten vertolkte, droeg als soliste een Agnus Deï en een Crucifixus van J. A Hasse voor. Haar stem is welis waar niet van zoo’n enorm volume als het geluid van Chris Taverne, maar is toch van zoo’n edel karakter, dat haar zang niet alleen door buitengewoon muzikale voordracht, doch tevens door klankschoon heid boeide. Haar partijen uit de duetten had de kunstenares wat minder onderge schikt mogen doen zijn, maar ook hierin verdiende zij den hoógsten tof. Het is al met al een hoogst interessante middag ge weest. Leerlingenmiddag Mimi Mur. Gistermiddag werd in de bovenzaal van Hotel Leeuwendaal te Rijswijk door de leerlingen van Mimi Mur opgevoerd de kinder operette „Sneeuwwitje” Deze uit voering, waarvoor Mimi Mur tekst en mu ziek schreef en ook alle costumes en dé cors zelf vervaardigde, is een groot succes geworden en bewees wel de groote toe wijding, welke zij aan haar leerlingen be steedt en den kunstzin, waarover zij be schikt. Werden Sneeuwwitje en de trotsche Ko ningin bijzonder goed uitgebeeld door Erica Sprengers en Loek Vissers, wier beide stemmen zich goed voor soto-zang leenden ook de elfen, kabouters en andere medespelenden hebben hun best gedaan en gaven daarbij allen blijk van de goede le - ding, welke zij bij hun muziekonderricht krijgen. Ook de verschillende dansen kwa. men uitstekend tot hun recht. Onder warm applaus werden aan Mimi Mur, alsook Sneeuwwitje en de Koningin bloemen aangeboden, waarna een der aan. wezigen op spontane wijze eenige woorden van nulde bracht en de hoop uitsprak, dat spoedig nogmaals zulk een uitvoering zal worden gegeven. Op Zondagmiddag 23 Februari zal deza kinderoperette nogmaals worden opge. voerd. De uitreiking van extra kaar- ten voor zwaren en zeer zwaren arbeid zal plaats hebben morgen van 25 uur op het distributiekantoor voor hen, wier naam aanvangt met een van de letters A tot en met M en op Woensdag 5 Februari op dezelfde uren en dezelfde plaats voor de letters N tot en met Z. De afd ’s-G ravenzande van den Ned. Tuindersbond zal Donderdag a.s. haar jaarvergadering houden. Behalve de jaarverslagen en bestuursverkiezing zal het nieuwe looncontract worden bespro ken. JOHANNES SCHLAF OVERLEDEN De ook in het buitenland bekende Duit- sche schrijver Johannes Schlaf is op 78- jarigen leeftijd in zijn geboorteplaats Querfurt overleden. Met Gerhard Haupt mann, Arno Ho’.z en de Scandinavische schrijvers Ibsen en Strindberg was Schlaf de pionier van het naturalisme in de Euro. liinroiii tic Gemeente Amsterdam stelt percentage bouwkosten beschikbaar In het college van B. en W. te Amster dam is dezer dagen volgens „Het Handels- blad” besloten, voortaan, bij aanbesteding van openbare gemeentewerken, van de aanbestedingssom een bedrag beschikbaar te stellen voor het aanbrengen van beeld houwwerk. Dirigent: Frits Schuurman Ook het Residentie-orkest heeft thans onder de griep te lijden. Op het zevende volksconcert, dat gistermiddag onder leiding van den dirigent Frits Schuur man in een zeer goed bezet Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen werd gegeven, bleken zooveel leden van het orkest niet aanwezig te zijn, aangezien ■zij wegens ongesteldheid hun kamer moesten houden en waren zooveel plaat sen door andere krachten bezet, dat het ensemble een nogal gewijzigd aanzien had gekregen. De teerste hoornist, de eerste hoboïst, de beide fagottisten, de tweede fluitist, de derde trompetist en verscheidene strijkers bleken slachtoffer van de heerschende ziekte te zijn ge worden, zoodat het dus een daad van durf en energie genoemd kon worden, dat dit zevende volksconcert toch door gang vond. Men bleek echter eenige ge- pensionneerde oud-leden om hun mede werking te hebben verzocht, zoodat wi. bij voorbeeld den bekenden cellist Charles Van Isterdael te midden zijner vroegere collega’s opmerkten, terwijl de heeren Heyer, Broer, van Dijk, Broekhuizen, Spiering, en Wegerif resp. de le hoorn-, le hobo-, le en 2e fagot- en 2e fluitpartijen vertolkten. Als eerste prkestnummer van het programma hoorden wij het voorspel en „liefdesdood” uit R. Wagners mu ziek drama „Tristan en Isolde” voordra gen. De uitvoering van dit werk heeft de diepste bewondering voor het aan passingsvermogen van het Residentie orkest en de groote bekwaamheid van Frits Schuurman afgedwongen. Niet al leen naar de letter, doch tevens naar De afdeeling Delft van Blauwe N.V. biedt a.s. Dinsdag In Patronaatsgebouw een flbnavond aan de geëvacueerden. De nee. Een talrijk en enthousiast publiek was gistermiddag in den Stadsschouwburg bij de wederopvoering van J. B. Priestley’s spannend spel in drie bedrijven „Gevaar lijke bocht.'” door het Residentie Tooneel. Niet zoo zeer de handeling dan wel de knappe dialogen, geven aan dit tooneelspel een bijzondere bekoring. Het is een tee- kening van het werkelijke leven, de ver borgen tragedies in den engen familie kring. De muziek makende sigarettendoos is de simpele aanleiding tot een aaneen schakeling van bekentenissen. Een ieder heeft op zijn manier in zekeren zin aan deel gehad in den tragischen dood van Martin Chatfiell. Hoe fantastisch heeft Priestley zijn stuk met den zoo verrassend climax opgebouwd: het is een spel van vraag en antwoord, dat van begin tot het einde boeit Door de uitstekende regie van mevr. Bets Ranucci-Beckman is het tot een levendig geheel geworden Knap zijn de typeeringen van Piet Bron, als de waar heid eischende pater familiaris, van Vera Bondam, als de teleurgestelde echtgenoote, en van Fie Carelsen als de vrouw, die het doodende schot op Martin Chatfield loste Eveneens goed in de uitbeeldingen waren Paul Steenbergen, Enny Meunier en Bets Ranucci-Beckman En toch berust de geheele reeks be kentenissen op fantasie: werkelijke waar heid is niet gesproken; die blijft als een „slapende hond, dien men niet wakker moet maken”. Er was veel en verdiend applaus. De statlons-assiatenten, C. Havenaar, W. H. J. Ligtenbelt en J. Klasen en de arbelder-telegraflst W. v. d. Kemp, werkzaam op het station Leid schendam- Voorburg, zijn allen geslaagd voor het examen statlonsambtenaar. lang- auditorium de De programma’s voor de groote ballet- avonden te dezer stede, Donderdag 6 Fe bruari a.s. in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, Utrecht, Dinsdag 4 Februari in den Stadsschouwburg en Vrijdag 7 Februari in den Stadsschouw burg te Arnhem, te geven door het ballet van het „Deutsches Opernhaus” te Ber lijn, moeten om technische redenen een wijziging ondergaan. Voor wat den Haag betreft, zal opgevoerd worden ,J)ie Pup- penfee”. Voorts komt een groot divertis sement ter opvoering, met medewerking van alle solisten en het corps de ballet (50 personen). Het divertissement omvat o.a. Weensche wals van Johann Strauss, Boheemsche dans van Dvorak, Napoli- taansche dans-suite van v. Flotow, Zi geunerdans van Johann Strauss, Studen- ten-dans uit ,;Boccaccio” van F von Stfppe, „Marsch van Schubert”, Galop van Johann Strauss en Step-Rhapsodie (Schlagermelodieën). De costuumontwerpen zijn van prof. Benno van Arent. De gastvoorstellingen van het Deutsches Opernhaus te Berlijn staan onder per soonlijke leiding van den General- intendant, Wilhelm Rode. men zoowel den spelers als componist Zagwijn, die op het podium kwam om het ensemble te bedanken, hulde betuigd. Ook bloemen zijn aangeboden. Een middag die veel waardevols in de Nederlandsche toonkunst weer eens naar voren heeft gebracht. Aan het postkantoor te Leld- schendam werd gedurende de maand Januari 1941 op de Rijksspaarbankboekjes ingelegd 6898.44 en terugbetaald 10962.34. M.V.K.V. De tooneelvereeniging „Met Vereende Krachten Voorwaarts” zal Zondagmiddag 9 Februari a.s. te 3 uur een nieuw too- neelstuk voor het voetlicht brengen. Op gevoerd wordt in de groote zaal van hotel Leeuwendaal te Rijswijk de comedie In drie bedrijven van Thierry Martinet getiteld „Hoogmoedswaanzin". Spelleiding van J. W. M. Trouwborst Na afloop zal tot 10.30 uur gelegenheid bestaan om aan het bal deel te nemen. Twee nieuwe composities van Neder landsche toondichters beiden van 1940 dateerend stonden op ’t programma van dit zevende abonnementsconcert der serie A omlijst door Schuberts „Onvoltooide” en Debussy’s symphonische klankschetsen „La Mer” waarmee de concertmiddag respectievelijk geopend en besloten werd. Van de beide noviteiten, een Stabat ma ter van Rudolf Mengelberg en de liederen van dood en leven van Henk B a d i n g s gold het hier een eerste uit voering. De Middel-Latijnsche, in de der tiende eeuw ontstane tekst van het „Stabat mater dolorosa”, door de Katholieke Kerk officieel in haar liturgie opgenomen, heeft in den loop der tijden vele componisten ge ïnspireerd. Astorga. Pergolesi, Rossini, Dvorak, om slechts enkele namen te noe men, hebben ieder in de hun eigen muzi kale tonenspraak aan het tot elk menschen- hart sprekende, van diep menschelijke ge voelens van deernis met de onder het kruis weenende Moeder vervulde Latijnsche ge dicht de voor hen hoogst mogelijke muzi kale uitdrukking trachten te geven. Zoo heeft dat ook onze tijd- en landgenoot Ru dolf Mengelberg gedaan in zijn voor ge mengd koor, alt- en tenorsolo met orkest geschreven werk, dat op ons bij eerste auditie den indruk heeft gemaakt te zijn gaboren uit warme inspiratie, welke den weg tot den hoorder vindt door een in hooge mate expressief gebruik van in strumentale en vocale middelen. Vooral de instrumentatie is bij alle soberheid der or kestbezetting (twee fluiten, twee hobo’s, Engelsche hoorn, twee klarinetten, bas klarinet. twee fagotten, twee hoorns, twee trompetten, twee bazuinen, pauken, bekken en srijkkwlntet) boeiend en sfeerwekkend. De componist volgt de tekstwoorden op den voet en gaat zich terecht niet te buiten aan scandeering der tekstwoorden met de daarmee zoo menigmaal gepaard gaande storende herhalingen van zinnen en zins- onderdeelen. Ook koren en solostemmen zijn met groote kennis van zaken behan deld. De uitvoering was van voortreffe lijk gehalte. Het Amsterdamsche a cap- pella koor „Bel Canto” (directeur Alphons Vranken) is een elite vocaal ensemble, dat aan letter en gest der compositie niets is schuldig gebleven, terwijl Annie Woud en Louis van Tulder, solistisch en duetteerend hun niet geringe talenten met muzikale toewijding in dienst van het ge heel hebben gesteld. Van Beinum, aan wien de partituur is opgedragen, leidde het geheel met autoriteit. Met hem had aan het slot ook de componist den dank van het publiek in ontvangst te nemen. Henk Badings vond bezieling en n spiratie bij het lezen van een viertal ge dichten uit „Vergeten liedjes” van P C. Boutens. Het eerste heeft de bespiegelin gen van den dichter bij een doode tot onderwerp, het tweede bezingt den „mor- genlijken luister” van het leven, gedach ten aan het boven dood en leven uitgaan de beheerschen het derde, terwijl in het vierde lied „Eindeloos” het leven wordt bezongen als een enideloos groeien, bloeien, beminnen. De componist noemt, van een muzikaal standpunt bezien, het eerste lied een adagio, het tweede een snel en licht het derde een liedvormig intermezzi en het vierde een finale met een verwerking van twee gegevens, het geheel een symphonische cyclus van lie deren. De bij deze verheven poëzie met haar diepen zielsachtergrond gecomponeerde muziek is van een genialiteit, waarvoor wij slechts gevoelens van de grootste bewonde ring kunnen hebben. Zoo ergens dan is hier een eenheid van de hoogste orde tus- seften woord en toon bereikt, die den ont- vankelijken musisch aangelegden hoorder meesleept en in verrukking brengt, lede ren zin van Boutens hooggestemd dich terlijk werk vindt in deze partituur de sterkst mogelijke muzikale expressie eh psychologische verinnerlijking .Een en kele maal wordt men bij het aanhooren even aan Mahler herinnerd, maar dat doet toch aan de oorspronkelijke vinding voor ons niets af Zoowel de behandeling van het orkest als die van de solostem is mees terlijk, al heeft de tenorsolist een vooral muzikaal moeilijke taak te vervullen. Van Tulder, aan wien de cyclus is opgedragen, stond daar echter geheel bo ven. Hij heeft de liederen in één woord prachtig gezongen. Geen beteren vertolker had de componist zich voor dit werk, waarvan wij spoedig herhaling hopen te beleven, kunnen kiezen. De bijvalsbetui gingen in de zaal hadden nog wel wat geestdriftiger mogen zijn. Van Schuberts symphonie en van Debus sy's symphonisch klankpoëem „La Mer”, gat van Beinum een vertolking, die de mu zikale schoonheden van beide meesterwer ken tot volle uitdrukking bracht. B, en W. van Rijawijk stellen den Raad voor, te rekenen met in gang van 1 Januari j.l. voor den tijd van één jaar aan den heer G. J. Wubben te verhuren het aan den Kleiweg gelegen weiland, groot ongeveer 6500 M2, tegen een huurprijs van ƒ225 De afdeeling ‘s-G ravenhage van de Ned. Chr. Relsvereeniglng houdt Woensdag a. s.te half acht in het gebouw v. Christelijke Belangen, Oranjeteam te Rijswijk, een samenkomst. Vertoond zal worden de film „Het Zout- bedrijf te Boekelo", terwijl de heer A. G W. Akkerhuis uit Voorburg den avond mét declamatie zal oplulstercn, muntend. Door een meesterlijke reserve werd dè, zeker in deze compositie on- vermijaelijke Wagnersensualiteit binnen zekere grenzen gehouden. Het was fasci- neerend door sfeer en technische gaaf heid. Na de pauze bracht net Residentie orkest de vijfde Symphonie in e kl.t. op. 64 van P. I. Tschaikowsky ten gehoore. Het spel was niet bepaald vlekkeloos en in het bijzonder in het laatste gedeelte, de Finale: Andante maestoso - Allegro vivace viel zoo nu en dan eens een steekje. Doch Tschaikowsky’s composi tie is van een openhartigheid, welke wi in geen enkel werk, dat voordien ont stond, zullen aantreffen. Nimmer tevo ren werden leed en vreugde zoo onom wonden medegedeeld aan hen, die het willen verstaan. Deze factoren verleenen de „vijfde” die bijzonder meesleepende bekoorlijkheid, Welke ook gistermiddag het auditorium weer in zijn ban heeft getrokken. Men huldigde ten minste het orkest en den eminenten dirigent, on danks het feit, dat deze uitvoering het geheel niet smetteloos was. op een wijze, welke passender na Wagner’s Voorspel en Liefdesdood uit het muziek drama „Tristan en Isolde” weest. De soliste van dezen middag, de zan geres Annie Hermes, vertolkte de twee geestelijke liederen voor alt en orkest: „Bij een Madonna” en „Franciscus van Assisi” van L. Ruygrok, welke voor de eerste maal onder leiding van den com ponist werden uitgevoerd, en „Magna res est amor” van H. Andriessen. De liederen van L. Ruygrok hebben het bui tengewone vakmanschap van dezen voortreffelijken musicus weer eens naar voren gebracht. Zij zijn in hun harmoni sche schoonheid met meesterhand ge schreven, vol piëteit en gelouterde stem ming. Annie Hermes heeft deze prach tige werken en Andriessen’s „Magna res est amor” met haar fraaie stem op ont roerende wijze voorgedragen. Een abso lute beheersching van de techniek, vol maakte phraseering en sublieme dictie kenmerkten dit alles als vertolkingen van een ras-artiste vah zeldzame arti stieke beschaving. Een spontane, durige hulde heeft het c’-tditcrk kunstenares gebracht. Piano-matinée in Diligentia Het zeer gevarieerde programma den grooten Spaanschen pianist opende met Beethoven’s Cis-moll Sonate opus 27 no. 2 „quasi una fantasia”, het wonder- schoone, betrekkelijk vroege werk, waar omheen zoovele romantische veronder stellingen ontstaan zijn. En wel slaat dit piano-poëem aan bij de dichterlijke ziel van zijn Romaanschen vertolker. Sfeer en stemming ontwikkelen zich als uit een vreemd maar onzegbaar bekorend sentiment. Welk een verscheidenheid van de heerlijkste, donzig-zachte tinten, hoe zinnelijk vol en tevens verfijnd de klank en hoe gelouterd en ideaal de innerlijke reactie. Zeldzaam zooals deze kunste naar zich in verscheidenheid van stem ming telkens ten volle inleven kan, zoo als de Noveletten van Schumann wel zeer treffend aantoonden. Het rhythme. fel of week en de dynamiek werden heel in dringend gegeven. Steeds karakter en wel bij alle scherpte zonder overdrijving. ^en S®est was deze vertolking zelfs uit- Trouwens de pieteit, bet dienaarschap tegenover het kunstwerk kenmerkt het spel heel sterk. Het is een onmiddellijk streven naar de innerlijkheid, de kern der compositie. Hoe nadrukkelijk -ge tuigde de weergave van de Rhapsodie in G-moll van Brahms daarvan evenals zijn Intermezzo in Bes-moll. Is dit zwaarmoedige, van 'diepen inkeer ver vulde stuk zuiverder en indringender naar den geest te spelen En dan Cho pin. Betooverend in al zijn kleurigheden en expressiviteiten, in zijn ernst, droom en teederheid, in zijn gloed, grilligheden en hartstocht. En dan die prachtige vir tuositeit waardoor wij juist aan de tech niek niet denken. Alles klinkt natuurlijk, evenwichtig en vol uitdrukking. Virtuoos en kunstenaar zijn in de schoonst moge lijke harmonie. En de werking is ont roerend en meesleepend. Na de pauze Liszt. Een heuglijk teeken dat deze soms grof en leeg genoemde meester door kunstenaars van gelouter- den smaak en verdiept begrip als Pueyo wel erkend wordt. De idealistische her vormer en toondichter, die Liszt is, vond in den pianist van dezen middag een schitterend propagandist voor zijn werk, dat met „Première valse oubliée” en Mephisto-walzer vertegenwoordigd was. Juist het geestelijke in deze muziek heeft met suggestieve kracht gesproken. Het programma sloot af met een drie tal composities van 's pianisten landge noot de Falla. Natuurlijk was de speler hier in zijn element. Het rhythme. de grilligheid, gratie en zwier van Anda- louse bewezen het dadelijk. Het hoogte punt vormde de bekende „Danse rituelle du feu”, welke in rijke plastiek en mee sleepende levensvol- en felheid tot uiting kwam evenals de extra, welke een tal rijk publiek door langdurig en geest driftig applaus had uitgelokt. In het Gemeentemuseum Het concert, dat bovengenoemde instel ling zijn leden en genoodigden aanbood, werd gegeven door het trio Theo van der Pas, piano, Herman van der Vegt, viool, en Louis Schuyer, cel, een en semble, dat te goeder naam en faam be kend staat en op welks voortreffelijke hoedanigheden wij hier kort geleden nog hebben kunnen wijzen. Het programma bestond op dezen middag uiteraard uit werken van componisten van Nederland sche nationaliteit. De rij werd geopend door Willem Pijper's Trio no. -2, datee rend van 1921. Het is al een werk in atonalen trant In dit Europeesche ver schijnsel is het Nederlandsche element moeilijk te onderscheiden. Niet moeilijk echter is het deze muziek op te nemen. Diepzinnig is zij niet. Maar min of meer aantrekkelijke effecten en bewegelijK- heden krijgen wij te hooren. die over het algemeen nogal grillig aandoen In de strijkers is van flageoletten en pizzi- cati een ruim gebruik gemaakt Van de oorspronkelijkheid dezer kunst merkt men na zoovele werken in dezen trant niet meer dan in composities waarvan het oorspronkelijke geloochend werd door de schrijvers in atonale richting. Een Trio F kl. terts als „Post tenebras lux” uit 1923 van Julius Röntgen, het tweede nummer van het programma liet men indertijd allerminst geiden. -Maar nu de afstand ten opzichte van dit zoowel als van Pijper’s werk wat grooter is gewor den, verschijnt het waardevolle van net eene en andere wel eenigszins anders Oorspronkelijkheid is als zoodanig ten slotte geen schoonheidsfactor Maar als wij onbevangen naar deze composities luisteren, dan heeft Röntgen toch in den loop van den tijd juist weer veel ge wonnen Hij geett hier een muziek, die harmonisch, melodisch en rhythmlsch weldadig aandoet en. om het ouderwet- sche woord te bezigen, „gevoeld” is. Dat is het wage in-klank-leven en de muziek liefdevol toegedaan zijn. Een schoon ge louterd gemoed, dat de spelers treffend hebben doen beseffen door hun gav®, klankschoone en innig-muzikale vertol king Man heeft onafgebroken met groot behagen geluisterd en zich met lust aan den droom van deze zacht streelende klan- kenpoëzie overgegeven. Het oudste werk van het programma vormde het slotnummer, een trio van Henri Zagwijn uit 1916. Öok ten opzich- te van deze kunst heeft er in de afgeloo pen 25 jaar onderschatting en onver schilligheid bestaan. Welk een heerlijke tische bewogenheid komt er met tol ig in deze muziek, welk ee- innigheid en mysterieuse mkeer. Lictit- heden en subti’iteiten krijgen wij te hooren die niet effecten zonder meer zijn, maar door fijne, dichterlijke bekoorlijk heid gedragen worden. De uitvoerenden hebben ook van dit trio een weergave doen hooren die zich door sterk begrip en zuivere artisticiteit kenmerkte. Zoo wel het stil-lntieme als gloedvol bewo- gene van het nobel kleurige werk is tot zijn recht gebracht De uitvoering Is ten zeerste gewaar deerd en door geestdriftig applaus heeft schrijvers Ibsen peesche literatuur.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 3