KUNST EN LETTEREN
UIT DE OMSTREKEN
I
^£401
CONCERTGEBOUWORKEST
Het ballet
VOLKSCONCERT
RESIDENTIE-ORKEST
Ruwe
schrale huid
k «on handen en gelaat,
A «chrale lippen, gesprongen
M honden genezen snel mef
Ipurolx
Doo*30-60etBi|Apottvgn Drogisteff
MIJNHAIDT
CONCERT BETHLEHEMKERK
Soliste: Annie Hermes, zang
H. J. BLOM t
EDUARDO DEL PUEYO
er
„GEVAARLIJKE BOCHT!”
van
STEUN AAN BEELDHOUWERS
CONCERT VOOR HET ALGEMEEN
NEDERLANDSCH VERBOND
BALLET-AVONDEN VAN HET
„DEUTSCHES OPERNHAUS”
WAT DOET
DANSAVOND HEIGO KOLT EN
ANTONIA BRANDA
3 "Febr. 1941 le bl. pag. 3 -
kunnen reiken. De klassiciteit in haar
waardigheid en voornaamheid „ligt” hem
dan ook in het geheel niet. Dat hij bi
voorbeeld een Vivaldi-Bach bewerking niet
begreep sprak helaas wel zeer duidelijk
uit de daarvoor gedane costuumkeuze. De
danser diende zich dan ook in de toekomst
tot den karakterdans te bepalen.
Solisten: Miep Ochse, alt,
Chris Taverne, tenor
het „Deutsches Opernhaus”
TTAAGSCHE COUP A NT Maan da
Solisten: Annie Woud
Louis van Tulder
RIJSWIJK
van
van
Dirigent: Eduard van Beinum
Wijzigingen in de programma’s
den
in
na
zou zijn ge-
DELFT
'S-GRAVENZANDE
LEIDSCHENDAM
6898.44
en
(Polygoon)
Weder-opvoering in den Stads
schouwburg
leiding van den Generalintendant Wil
helm Rode. Foto van het ballet in twee
tafreelen van Joseph Bayer „Die Pup-
penfee" het weerhuisje, met in het
midden de beroemde tweelingzusters
Hedi en Margot Höpfn^r.
SALARIËERING GEMEENTE-
PERSONEEL
extal
uitin.
Cf
Gevonden: een rozenkrans en
een wollen handschoen. Inlichtingen eiken
werkdag van 1012 uur aan het politie
bureau te Leidschendam.
De heer J. C. van Wedden te
Leidschendam is bevorderd tot wachmees-
ter bij het wapen der marechaussée.
Niet mee blijven deorleepan.
Direct bestrijden met bet
enevertreffen geneesmiddel
bij grient ASPIRIN. Zorg
vooral in grieptijd ASPIRIN
bij de hand te hebben.
Het ballet van het „Deutsches Opern-
haus” te Berlijn zal eenige gastvoor-
stellingen geven in Amsterdam, den
Haag, Utrecht en Arnhem. Mede zullen
werken 80 dansers en danseressen en
70 musici en van de balletschool van
het Deutsches Opernhaus 30 leden van
de kindergroep. Het geheel staat onder
PRIJSVRAAG VAN TEYLER’S TWEEDE
GENOOTSCHAP
de
het
voor
leer Harders zal
vertoonen de film „De onbekende misda
diger”.
Gisteren heeft het bekende danspaar
Heigo KoltAntonia Branda een dans
avond in een goed bezette Diligentia-zaal
gegeven, en daarmede weer eens de bij
zondere toewijding voor hun kunst ge
toond. Want al wat Heigo Kolt en Antonia
Branda ons brachten in de verscheidene
malen, dat wij ze hebben zien optreden,
getuigde steeds van ijverige studie, van
zorgvuldige voorbereiding en van goeden
Wil Deze prijzenswaardige factoren heb
ben wij ook gisteravond weer kunnen op
merken in de vele nummers welke het
programma omvatte.
Heigo Kolt is in den loop der jaren de
leidende figuur van het danspaar gebleven
Hij bezit namelijk de sterkste fantasie, de
meest verfijnde muzikaliteit e- hoogst ont
wikkelde techniek. Zijn rijke fantasie
kwam ditmaal weer niet alleen in de be
wegingen, doch tevens in zijn zeer karak
teristieke costuums en de keuze van zijn
onderwerpen in de solo-dansen „Don
Juan”, „Idéé fixe” en „de Heks” tot uiting
Door een opvallende muzikaliteit geleid,
bleek hij opvallende, origineele vondsten
in groote verscheidenheid te hebben ge
daan. En dit al verwezenlijkt door een uit
stekende voettechniek heeft ons vele
oogenblikken intens met zijn dansen doen
medeleven Waar echter klassieke compo
sities aan zijn danskunst ten grondslag la
gen, zou Heigo Kolt stellig Antonia Bran
da als volkomen gelijke de hand hebben
Aankoop porooelon Torenstraat.
Aangezien het gewenscht la, dat de ge.
meente Rijswijk in verband met haar plan
nen tot saneering van den woningtoestand
de beschikking krijgt over de perceelen
gelegen aan de Torenstraat, plaatselijk ge-
merkt nos. 47, 49 53, 69, 61, 63, 65, 67 en
ongenummerd, benevens een erf, gezamen
lijk groot 448 M2., stellen zij den Raad
voor deze perceelen aan te koopen voor
den prijs van /6500.
Benoeming schatter grondbedrijf.
De verordening, regelende de schattingen
bedoeld in art. 11 der Verordening op het
beheer van het Grondbedrijf der gemeente
■■wijk, bepaalt o.m., dat de schattingen
«Lschieden door een commissie, bestaande
uit drie leden, waarvan één benoemd
wordt door Gedeputeerde Staten, één door
den Gemeenteraad op voordracht van B,
en W. en het derde lid door de beide an-
deren tezamen allen voor den tijd van vijf
jaren. B. en W. dragen als zooading vo -r
den heer P. Keijzer, makelaar in onroervn.
de goederen te Rijswijk.
Antonia Branda bracht op dezen avond
als haar beste nummers o.a. twee „Bo
lero’s”, een „Jota” en een „LKndler” voor
■het voetlicht. Het was weliswaar alles zeer
afgewerkt wat deze kunstenares ons daar
mede heeft geschonken, doch het was zop
weinig gevarieerd en zoo weinig oorspron
kelijk, dat men zich wel eens afvroeg of
nu dezQfof gene beweging of ’t glimlachje
zus of zoo eigenlijk belangrijk genoeg wa
ren om zoo vaak te worden herhaald. En
haar „Dame la mode” op muziek van
Tschaikowsky kon geen enkele pretentie
hebben waar het inhoud betrof, zoodat,
aangezien het costuum geheel en al hoofd-
zaak was, een vertoonen daarvan op een
kleerhanger eenvoudiger en voldoende zou
zijn geweest. Waar Antonia Branda echter
tezamen met Heigo Kolt optrad, zooals in
de Roemeensche dansen, bereikte zij, ge
leid door zijn verfijnden smaak een hoog
en artistiek plan. Haar goede techniek en
gevoel voor élégance en verfijning stelden
haar dan in staat zeer lofwaardige presta
ties te leveren. Met fraaie bloemen en
langdurige ovaties werd de danseres door
haar met applaus wel uitzonderlijk gulle
toeschouwers gehuldigd.
De pianiste Gusta Bruijn-Koch, die het
danspaar op slagvaardige wijze begeleidde,
bracht eenige soli, waaronder de Polonaise
in E gr. t. no. 2 van Fr. Liszt ten gehoore.
Haar verdienstelijk spel was zeer verzorgd
en getuigde van een goede vinger- en oc-
taaftechniek. De kracht bleek echter voor
het noodige relief in het klankbeeld onvol
doende te zijn. De serieuze kunstenares
werd door haar vele naar Diligentia ge
togen bewonderaars echter op meer dan
uitbundige wijze gehuldigd.
SCHOOLVOEDING
Uit het verslag, aangaande de wijze,
waarop het op de gemeentebegrooting van
Rijswijk voor het afgeloopen jaar toege-
stane bedrag voor school voeding is be
steed, blijkt o.m. het navolgende:
Schoolvoeding werd in 1940 verstrekt
over twee tijdvakken, toepende van 2 Ja
nuari tot en met 11 Mei en van 16 Sep
tember tot en met 31 December. In het
eerste tijdvak namen daaraan deel 121
kinderen. In het tweede tijdvak werd aan
de voeding deelgenomen door 76 kinde
ren, Gedurende de Kerstvacantie bedroeg
het aantal deelnemende kinderen pLm. 70.
Het benoodigde voedsel, te weten 8436
liters (le tijdvak) plus 3417 liters (3e
tijdvak), totaal 11853 liters werd tegen den
kostenden prijs betrokken van de Stich
ting Schoolkindervoeding (5436 liters) en
van de Vereen, van den H. Vincentius van
Paulo (6417 liters) beiden te 's-Gravea-
hage.
De totale kosten hebben bedragen
ƒ2080,46, waarvan voor aanschaffing van
voedsel 1824,99, aan arbeidsloan ƒ235,84
en aan diversen 19 63.
Aanpassing aan de regeling voor
het Rijkspersoneel
B. en W. van Rijswijk stellen den Raad
voor, overeenkomstig de regeling voor
Rijkspersoneel te besluiten, dat: te reke
nen met ingang van 1 December 1940 aan
de gehuwde (of gehuwd geweest zijnde,
een gezin te hunnen laste hebbende) amb
tenaren, werklieden en dienaren van po
litie, in dienst dezer gemeente, voor zoo
ver hun betrekking niet als nevenbetrek
king wordt uitgeoefend, een tijdelijke toe
lage te verleenen van 6 pCt. van de bruto-
wedde, voor zoover deze, vermeerderd met
die toelage, een van 1900 ’s jaars niet
overschrijdt, met dien verstande, dat de
toelage niet wordt verleend, voor zoover
ingevolge een algemeene toonsverhooging
na 31 December 1937 de wedde mocht zijn
verhoogd. En voorts te besluiten, dat te
rekenen met ingang van 1 Januari 1941 de
minimum-kindertoeslag ƒ75 per jaar en
per kind bedraagt.
WETHOUDER VAN FINANCIËN EN
SOCIALE ZAKEN
Gisteren is te Rijswijk in den ouder
dom van 51 jaar overleden de heer H. J.
Blom, wethouder van Financiën en Sociale
Zaken.
De heer Blom, die van 6 September 1927
lid van den Rijswijkschen gemeenteraad
was. werd op 1 September 1931 tot wet
houder benoemd Bovendien was de thans
ontslapene voorzitter van de afd. Rijswijk
van den Vrijz., Dem. Bond, commissaris
van de Nutsspaarbank en lid van de
kerkelijke commissie der Ned. Hervormde
gemeente.
De begrafenis zal plaats hebben op
Woensdag 5 Februari a.s. des namiddags
half drie op de Alg. Begraafplaats te
Rijswijk.
De directeuren van Teyler’s stichting en
de leden van Teyler’s tweede genootschap
te Haarlem hebben besloten voor het jaar
1941 een prijsvraag uit te schrijven. Ge
vraagd wordt een geschiedenis van het
nieuwlatijnsche schooldrama in de Noor
delijke en Zuidelijke Nederlanden.
Bedoeld is een, zooveel mogelijk volledig,
kenschetsend overzicht en een historisch
aèsthetisch-literaire beschouwing der
tooneelstukken, met bespreking van de
personen, de taal en den stijl der dichters,
van de vertooningen, de vertooners enz. in
verband ook zoowel met het schoolonder
wijs, de godsdienstig-kerkelijke vraag
stukken en stroomingen, de maatschappe
lijke en staatkundige toestanden, het ge
lijktijdige drama in de landstaal en de
overige nieuwlatijnsche literatuur der
Nederlanden, als met het latijnsche school,
drama elders
De antwoorden moeten worden ingezon
den vóór of op den len Januari 1942, opdat
zij vóór den Isten April 1942 kunnen be
oordeeld worden. De prijs voor het beste
antwoord bestaat in een gouden eerepen-
ning, ter innerlijke waarde van ƒ400 of
dit bedrag in geld naar keuze van den
bekroonde.
Op de prijsvraag voor het jaar 1938 van
Teyler’s tweede genootschap„Een onder
zoek naar den invloed der Fransche
„grands rhetoriqueurs” van de 15e eeuw
op de Nederlandsche letterkunde is een
in het Fransch gesteld antwoord inge
komen, geteekend met„Orethorijcke
auctentijcque conste lieflijck (Mariken van
Nieumeghen)”.
Zaterdagmiddag heeft de bekende orga
nist Alex Schellevis tezamen met de bo
venvermelde solisten een buitengewoon
concert in de Bethlehemkerk onder vrij
groote publieke belangstelling gegeven.
De opbrengst van deze uitvoering was
voor de restauratie van bet orgel van de
Groote- of St. Jacobskerk bestemd. Het
met groote zorg en verfijnden smaak sa
mengestelde programma vermeldde als
composities voor orgel-soto eenige mees
terwerken uit de literatuur voor dit in
strument, t.w. de Chromatische Fantasie
van J. P. Sweelinck, een Ciacona in e kl.
terts van D. Buxtehude, een Prelude en
Fuga in<a. kl. t. van J. 5. Bach en de Fan
tasie in C gr. t. van „le père de la mu-
sique Franqaise”. C Franck. Het heeft dus
den gegevens dezen middag niet aan mu
zikale grootschheid ontbroken. En toch
heeft het concert niet die onuitwischbare
indrukken in ons geheugen gegrifd. welke
wij na vele uitvoeringen van Alex Schel
levis in vorige jaren huiswaarts konden
nemen. Het klonk soms minder bezield en
hartstochtelijk dan vroeger; in Bach’s
fuga misten wij de enorme spanning en de
monumentaliteit, waarom het vertolken
van dezen kunstenaar ons juist zoo bij
zonder dierbaar werd. Het wezen der
ciacona of chaconne, de voortdurende her
haling van een ongewijzigd of licht ge
varieerd basthema, werd niet sterk naar
voren gebracht en was in ieder geval niet
overtuigend, terwijl de Fantasie van C.
Franck weer zoo weinig verscheidenheid
aan tempi bood het Allegretto was bij
voorbeeld veel te langzaam dat bijna,
alle aanwezigen het slot van deze niet
overbekende compositie in het geheel niet
opmerkten. De voordracht van de prach
tige, irj. de modulaties hun oorsprong vin
dende melodische wendingen zou ook zin
voller en sterker geschakeerd hebben
kunnen zijn. Wij zouden zelfs nog meer
factoren kunnen opnoemen, waardoor het
spel van Alex Schellevis zijn anders zoo
opmerkelijke levenskracht, doelbewustheid
en relief in hooge mate miste. Het spreekt
echter vanzelf, dat de vele eigenschap
pen, welke van het vakmanschap van de
zen kunstenaar getuigden hierin toch aan
wezig waren. Alex Schellevis is tenslotte
een voortreffelijk kenner van het orgel
en in het bijzonder van het instrument van
de Bethlehemkerk. En zoodoende waren
fijnzinnige registratie en algeheele dege
lijkheid toch aangename elementen in dit
orgelspel.
De bekwame tenor Chris Taverne ver
tolkte als solist een aria uit de Cantate
no. 55 voor tenor van J. S. Bach en teza
men met de alt Miep Ochse een Dialogue
entre Madeleine et Jésu van M. A Char
pentier, „Tu, mio Signor” van B. Marcello
en een duet uit een Magnificat voor alt
en tenor van J. S. Bach. Dat Chris Ta
verne een zanger is met ongewone capa
citeiten hebben wij reeds geruimen tijd
geleden kunnen vaststellen. Zijn kunnen
en zijn bewonderenswaardige muzikaliteit
blijken zich echter nog voortdurend te
ontwikkelen. De phenomenale beheer-
sching der techniek en een plaatsing der
stem, waarop slechts heel weinig zangers
zich kunnen beroemen, geven aan zijn
kunst een weldadige natuurlijkheid. Bo
vendien bezit het geluid een zeer bijzon
der en fraai timbre. Op dezen -.middag is
ons dan ook wederom gebleken, dat Chris
Taverne een zanger is, waarop Nederland
trotsch kan zijn.
Miep Ochse, die de altpartijen uit de
bovengenoemde duetten vertolkte, droeg
als soliste een Agnus Deï en een Crucifixus
van J. A Hasse voor. Haar stem is welis
waar niet van zoo’n enorm volume als
het geluid van Chris Taverne, maar is
toch van zoo’n edel karakter, dat haar zang
niet alleen door buitengewoon muzikale
voordracht, doch tevens door klankschoon
heid boeide. Haar partijen uit de duetten
had de kunstenares wat minder onderge
schikt mogen doen zijn, maar ook hierin
verdiende zij den hoógsten tof. Het is al
met al een hoogst interessante middag ge
weest.
Leerlingenmiddag Mimi Mur.
Gistermiddag werd in de bovenzaal van
Hotel Leeuwendaal te Rijswijk door de
leerlingen van Mimi Mur opgevoerd de
kinder operette „Sneeuwwitje” Deze uit
voering, waarvoor Mimi Mur tekst en mu
ziek schreef en ook alle costumes en dé
cors zelf vervaardigde, is een groot succes
geworden en bewees wel de groote toe
wijding, welke zij aan haar leerlingen be
steedt en den kunstzin, waarover zij be
schikt.
Werden Sneeuwwitje en de trotsche Ko
ningin bijzonder goed uitgebeeld door
Erica Sprengers en Loek Vissers, wier
beide stemmen zich goed voor soto-zang
leenden ook de elfen, kabouters en andere
medespelenden hebben hun best gedaan en
gaven daarbij allen blijk van de goede le -
ding, welke zij bij hun muziekonderricht
krijgen. Ook de verschillende dansen kwa.
men uitstekend tot hun recht.
Onder warm applaus werden aan Mimi
Mur, alsook Sneeuwwitje en de Koningin
bloemen aangeboden, waarna een der aan.
wezigen op spontane wijze eenige woorden
van nulde bracht en de hoop uitsprak, dat
spoedig nogmaals zulk een uitvoering zal
worden gegeven.
Op Zondagmiddag 23 Februari zal deza
kinderoperette nogmaals worden opge.
voerd.
De uitreiking van extra kaar-
ten voor zwaren en zeer zwaren arbeid
zal plaats hebben morgen van 25 uur
op het distributiekantoor voor hen, wier
naam aanvangt met een van de letters A
tot en met M en op Woensdag 5 Februari
op dezelfde uren en dezelfde plaats voor
de letters N tot en met Z.
De afd ’s-G ravenzande van
den Ned. Tuindersbond zal Donderdag a.s.
haar jaarvergadering houden. Behalve de
jaarverslagen en bestuursverkiezing zal
het nieuwe looncontract worden bespro
ken.
JOHANNES SCHLAF OVERLEDEN
De ook in het buitenland bekende Duit-
sche schrijver Johannes Schlaf is op 78-
jarigen leeftijd in zijn geboorteplaats
Querfurt overleden. Met Gerhard Haupt
mann, Arno Ho’.z en de Scandinavische
schrijvers Ibsen en Strindberg was Schlaf
de pionier van het naturalisme in de Euro.
liinroiii tic
Gemeente Amsterdam stelt percentage
bouwkosten beschikbaar
In het college van B. en W. te Amster
dam is dezer dagen volgens „Het Handels-
blad” besloten, voortaan, bij aanbesteding
van openbare gemeentewerken, van de
aanbestedingssom een bedrag beschikbaar
te stellen voor het aanbrengen van beeld
houwwerk.
Dirigent: Frits Schuurman
Ook het Residentie-orkest heeft thans
onder de griep te lijden. Op het zevende
volksconcert, dat gistermiddag onder
leiding van den dirigent Frits Schuur
man in een zeer goed bezet Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen werd
gegeven, bleken zooveel leden van het
orkest niet aanwezig te zijn, aangezien
■zij wegens ongesteldheid hun kamer
moesten houden en waren zooveel plaat
sen door andere krachten bezet, dat het
ensemble een nogal gewijzigd aanzien
had gekregen. De teerste hoornist, de
eerste hoboïst, de beide fagottisten, de
tweede fluitist, de derde trompetist en
verscheidene strijkers bleken slachtoffer
van de heerschende ziekte te zijn ge
worden, zoodat het dus een daad van
durf en energie genoemd kon worden,
dat dit zevende volksconcert toch door
gang vond. Men bleek echter eenige ge-
pensionneerde oud-leden om hun mede
werking te hebben verzocht, zoodat wi.
bij voorbeeld den bekenden cellist
Charles Van Isterdael te midden zijner
vroegere collega’s opmerkten, terwijl
de heeren Heyer, Broer, van Dijk,
Broekhuizen, Spiering, en Wegerif resp.
de le hoorn-, le hobo-, le en 2e fagot-
en 2e fluitpartijen vertolkten.
Als eerste prkestnummer van het
programma hoorden wij het voorspel
en „liefdesdood” uit R. Wagners mu
ziek drama „Tristan en Isolde” voordra
gen. De uitvoering van dit werk heeft
de diepste bewondering voor het aan
passingsvermogen van het Residentie
orkest en de groote bekwaamheid van
Frits Schuurman afgedwongen. Niet al
leen naar de letter, doch tevens naar
De afdeeling Delft van
Blauwe N.V. biedt a.s. Dinsdag In
Patronaatsgebouw een flbnavond aan
de geëvacueerden. De nee.
Een talrijk en enthousiast publiek was
gistermiddag in den Stadsschouwburg bij
de wederopvoering van J. B. Priestley’s
spannend spel in drie bedrijven „Gevaar
lijke bocht.'” door het Residentie Tooneel.
Niet zoo zeer de handeling dan wel de
knappe dialogen, geven aan dit tooneelspel
een bijzondere bekoring. Het is een tee-
kening van het werkelijke leven, de ver
borgen tragedies in den engen familie
kring. De muziek makende sigarettendoos
is de simpele aanleiding tot een aaneen
schakeling van bekentenissen. Een ieder
heeft op zijn manier in zekeren zin aan
deel gehad in den tragischen dood van
Martin Chatfiell. Hoe fantastisch heeft
Priestley zijn stuk met den zoo verrassend
climax opgebouwd: het is een spel van
vraag en antwoord, dat van begin tot het
einde boeit Door de uitstekende regie van
mevr. Bets Ranucci-Beckman is het tot
een levendig geheel geworden Knap zijn
de typeeringen van Piet Bron, als de waar
heid eischende pater familiaris, van Vera
Bondam, als de teleurgestelde echtgenoote,
en van Fie Carelsen als de vrouw, die het
doodende schot op Martin Chatfield loste
Eveneens goed in de uitbeeldingen waren
Paul Steenbergen, Enny Meunier en Bets
Ranucci-Beckman
En toch berust de geheele reeks be
kentenissen op fantasie: werkelijke waar
heid is niet gesproken; die blijft als een
„slapende hond, dien men niet wakker
moet maken”.
Er was veel en verdiend applaus.
De statlons-assiatenten, C.
Havenaar, W. H. J. Ligtenbelt en J.
Klasen en de arbelder-telegraflst W. v. d.
Kemp, werkzaam op het station Leid
schendam- Voorburg, zijn allen geslaagd
voor het examen statlonsambtenaar.
lang-
auditorium de
De programma’s voor de groote ballet-
avonden te dezer stede, Donderdag 6 Fe
bruari a.s. in het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen, Utrecht, Dinsdag 4
Februari in den Stadsschouwburg en
Vrijdag 7 Februari in den Stadsschouw
burg te Arnhem, te geven door het ballet
van het „Deutsches Opernhaus” te Ber
lijn, moeten om technische redenen een
wijziging ondergaan. Voor wat den Haag
betreft, zal opgevoerd worden ,J)ie Pup-
penfee”. Voorts komt een groot divertis
sement ter opvoering, met medewerking
van alle solisten en het corps de ballet
(50 personen). Het divertissement omvat
o.a. Weensche wals van Johann Strauss,
Boheemsche dans van Dvorak, Napoli-
taansche dans-suite van v. Flotow, Zi
geunerdans van Johann Strauss, Studen-
ten-dans uit ,;Boccaccio” van F von
Stfppe, „Marsch van Schubert”, Galop
van Johann Strauss en Step-Rhapsodie
(Schlagermelodieën).
De costuumontwerpen zijn van prof.
Benno van Arent.
De gastvoorstellingen van het Deutsches
Opernhaus te Berlijn staan onder per
soonlijke leiding van den General-
intendant, Wilhelm Rode.
men zoowel den spelers als componist
Zagwijn, die op het podium kwam om
het ensemble te bedanken, hulde betuigd.
Ook bloemen zijn aangeboden.
Een middag die veel waardevols in de
Nederlandsche toonkunst weer eens naar
voren heeft gebracht.
Aan het postkantoor te Leld-
schendam werd gedurende de maand
Januari 1941 op de Rijksspaarbankboekjes
ingelegd 6898.44 en terugbetaald
10962.34.
M.V.K.V.
De tooneelvereeniging „Met Vereende
Krachten Voorwaarts” zal Zondagmiddag
9 Februari a.s. te 3 uur een nieuw too-
neelstuk voor het voetlicht brengen. Op
gevoerd wordt in de groote zaal van
hotel Leeuwendaal te Rijswijk de comedie
In drie bedrijven van Thierry Martinet
getiteld „Hoogmoedswaanzin". Spelleiding
van J. W. M. Trouwborst
Na afloop zal tot 10.30 uur gelegenheid
bestaan om aan het bal deel te nemen.
Twee nieuwe composities van Neder
landsche toondichters beiden van 1940
dateerend stonden op ’t programma van
dit zevende abonnementsconcert der serie
A omlijst door Schuberts „Onvoltooide” en
Debussy’s symphonische klankschetsen
„La Mer” waarmee de concertmiddag
respectievelijk geopend en besloten werd.
Van de beide noviteiten, een Stabat ma
ter van Rudolf Mengelberg en de
liederen van dood en leven van Henk
B a d i n g s gold het hier een eerste uit
voering. De Middel-Latijnsche, in de der
tiende eeuw ontstane tekst van het „Stabat
mater dolorosa”, door de Katholieke Kerk
officieel in haar liturgie opgenomen, heeft
in den loop der tijden vele componisten ge
ïnspireerd. Astorga. Pergolesi, Rossini,
Dvorak, om slechts enkele namen te noe
men, hebben ieder in de hun eigen muzi
kale tonenspraak aan het tot elk menschen-
hart sprekende, van diep menschelijke ge
voelens van deernis met de onder het kruis
weenende Moeder vervulde Latijnsche ge
dicht de voor hen hoogst mogelijke muzi
kale uitdrukking trachten te geven. Zoo
heeft dat ook onze tijd- en landgenoot Ru
dolf Mengelberg gedaan in zijn voor ge
mengd koor, alt- en tenorsolo met orkest
geschreven werk, dat op ons bij eerste
auditie den indruk heeft gemaakt te zijn
gaboren uit warme inspiratie, welke den
weg tot den hoorder vindt door een in
hooge mate expressief gebruik van in
strumentale en vocale middelen. Vooral de
instrumentatie is bij alle soberheid der or
kestbezetting (twee fluiten, twee hobo’s,
Engelsche hoorn, twee klarinetten, bas
klarinet. twee fagotten, twee hoorns, twee
trompetten, twee bazuinen, pauken, bekken
en srijkkwlntet) boeiend en sfeerwekkend.
De componist volgt de tekstwoorden op
den voet en gaat zich terecht niet te buiten
aan scandeering der tekstwoorden met de
daarmee zoo menigmaal gepaard gaande
storende herhalingen van zinnen en zins-
onderdeelen. Ook koren en solostemmen
zijn met groote kennis van zaken behan
deld. De uitvoering was van voortreffe
lijk gehalte. Het Amsterdamsche a cap-
pella koor „Bel Canto” (directeur Alphons
Vranken) is een elite vocaal ensemble, dat
aan letter en gest der compositie niets is
schuldig gebleven, terwijl Annie Woud
en Louis van Tulder, solistisch en
duetteerend hun niet geringe talenten met
muzikale toewijding in dienst van het ge
heel hebben gesteld. Van Beinum, aan
wien de partituur is opgedragen, leidde
het geheel met autoriteit. Met hem had
aan het slot ook de componist den dank
van het publiek in ontvangst te nemen.
Henk Badings vond bezieling en n
spiratie bij het lezen van een viertal ge
dichten uit „Vergeten liedjes” van P C.
Boutens. Het eerste heeft de bespiegelin
gen van den dichter bij een doode tot
onderwerp, het tweede bezingt den „mor-
genlijken luister” van het leven, gedach
ten aan het boven dood en leven uitgaan
de beheerschen het derde, terwijl in het
vierde lied „Eindeloos” het leven wordt
bezongen als een enideloos groeien,
bloeien, beminnen. De componist noemt,
van een muzikaal standpunt bezien, het
eerste lied een adagio, het tweede een snel
en licht het derde een liedvormig
intermezzi en het vierde een finale met
een verwerking van twee gegevens, het
geheel een symphonische cyclus van lie
deren.
De bij deze verheven poëzie met haar
diepen zielsachtergrond gecomponeerde
muziek is van een genialiteit, waarvoor wij
slechts gevoelens van de grootste bewonde
ring kunnen hebben. Zoo ergens dan is
hier een eenheid van de hoogste orde tus-
seften woord en toon bereikt, die den ont-
vankelijken musisch aangelegden hoorder
meesleept en in verrukking brengt, lede
ren zin van Boutens hooggestemd dich
terlijk werk vindt in deze partituur de
sterkst mogelijke muzikale expressie eh
psychologische verinnerlijking .Een en
kele maal wordt men bij het aanhooren
even aan Mahler herinnerd, maar dat doet
toch aan de oorspronkelijke vinding voor
ons niets af Zoowel de behandeling van
het orkest als die van de solostem is mees
terlijk, al heeft de tenorsolist een vooral
muzikaal moeilijke taak te vervullen.
Van Tulder, aan wien de cyclus is
opgedragen, stond daar echter geheel bo
ven. Hij heeft de liederen in één woord
prachtig gezongen. Geen beteren vertolker
had de componist zich voor dit werk,
waarvan wij spoedig herhaling hopen te
beleven, kunnen kiezen. De bijvalsbetui
gingen in de zaal hadden nog wel wat
geestdriftiger mogen zijn.
Van Schuberts symphonie en van Debus
sy's symphonisch klankpoëem „La Mer”,
gat van Beinum een vertolking, die de mu
zikale schoonheden van beide meesterwer
ken tot volle uitdrukking bracht.
B, en W. van Rijawijk stellen
den Raad voor, te rekenen met in
gang van 1 Januari j.l. voor den tijd van
één jaar aan den heer G. J. Wubben te
verhuren het aan den Kleiweg gelegen
weiland, groot ongeveer 6500 M2, tegen een
huurprijs van ƒ225
De afdeeling ‘s-G ravenhage
van de Ned. Chr. Relsvereeniglng houdt
Woensdag a. s.te half acht in het gebouw
v. Christelijke Belangen, Oranjeteam te
Rijswijk, een samenkomst.
Vertoond zal worden de film „Het Zout-
bedrijf te Boekelo", terwijl de heer A.
G W. Akkerhuis uit Voorburg den avond
mét declamatie zal oplulstercn,
muntend. Door een meesterlijke reserve
werd dè, zeker in deze compositie on-
vermijaelijke Wagnersensualiteit binnen
zekere grenzen gehouden. Het was fasci-
neerend door sfeer en technische gaaf
heid.
Na de pauze bracht net Residentie
orkest de vijfde Symphonie in e kl.t. op.
64 van P. I. Tschaikowsky ten gehoore.
Het spel was niet bepaald vlekkeloos en
in het bijzonder in het laatste gedeelte,
de Finale: Andante maestoso - Allegro
vivace viel zoo nu en dan eens een
steekje. Doch Tschaikowsky’s composi
tie is van een openhartigheid, welke wi
in geen enkel werk, dat voordien ont
stond, zullen aantreffen. Nimmer tevo
ren werden leed en vreugde zoo onom
wonden medegedeeld aan hen, die het
willen verstaan. Deze factoren verleenen
de „vijfde” die bijzonder meesleepende
bekoorlijkheid, Welke ook gistermiddag
het auditorium weer in zijn ban heeft
getrokken. Men huldigde ten minste het
orkest en den eminenten dirigent, on
danks het feit, dat deze uitvoering
het geheel niet smetteloos was. op een
wijze, welke passender na Wagner’s
Voorspel en Liefdesdood uit het muziek
drama „Tristan en Isolde”
weest.
De soliste van dezen middag, de zan
geres Annie Hermes, vertolkte de twee
geestelijke liederen voor alt en orkest:
„Bij een Madonna” en „Franciscus van
Assisi” van L. Ruygrok, welke voor de
eerste maal onder leiding van den com
ponist werden uitgevoerd, en „Magna
res est amor” van H. Andriessen. De
liederen van L. Ruygrok hebben het bui
tengewone vakmanschap van dezen
voortreffelijken musicus weer eens naar
voren gebracht. Zij zijn in hun harmoni
sche schoonheid met meesterhand ge
schreven, vol piëteit en gelouterde stem
ming. Annie Hermes heeft deze prach
tige werken en Andriessen’s „Magna res
est amor” met haar fraaie stem op ont
roerende wijze voorgedragen. Een abso
lute beheersching van de techniek, vol
maakte phraseering en sublieme dictie
kenmerkten dit alles als vertolkingen
van een ras-artiste vah zeldzame arti
stieke beschaving. Een spontane,
durige hulde heeft het c’-tditcrk
kunstenares gebracht.
Piano-matinée in Diligentia
Het zeer gevarieerde programma
den grooten Spaanschen pianist opende
met Beethoven’s Cis-moll Sonate opus 27
no. 2 „quasi una fantasia”, het wonder-
schoone, betrekkelijk vroege werk, waar
omheen zoovele romantische veronder
stellingen ontstaan zijn. En wel slaat dit
piano-poëem aan bij de dichterlijke ziel
van zijn Romaanschen vertolker. Sfeer
en stemming ontwikkelen zich als uit
een vreemd maar onzegbaar bekorend
sentiment. Welk een verscheidenheid van
de heerlijkste, donzig-zachte tinten, hoe
zinnelijk vol en tevens verfijnd de klank
en hoe gelouterd en ideaal de innerlijke
reactie. Zeldzaam zooals deze kunste
naar zich in verscheidenheid van stem
ming telkens ten volle inleven kan, zoo
als de Noveletten van Schumann wel zeer
treffend aantoonden. Het rhythme. fel of
week en de dynamiek werden heel in
dringend gegeven. Steeds karakter en
wel bij alle scherpte zonder overdrijving. ^en S®est was deze vertolking zelfs uit-
Trouwens de pieteit, bet dienaarschap
tegenover het kunstwerk kenmerkt het
spel heel sterk. Het is een onmiddellijk
streven naar de innerlijkheid, de kern
der compositie. Hoe nadrukkelijk -ge
tuigde de weergave van de Rhapsodie
in G-moll van Brahms daarvan evenals
zijn Intermezzo in Bes-moll. Is dit
zwaarmoedige, van 'diepen inkeer ver
vulde stuk zuiverder en indringender
naar den geest te spelen En dan Cho
pin. Betooverend in al zijn kleurigheden
en expressiviteiten, in zijn ernst, droom
en teederheid, in zijn gloed, grilligheden
en hartstocht. En dan die prachtige vir
tuositeit waardoor wij juist aan de tech
niek niet denken. Alles klinkt natuurlijk,
evenwichtig en vol uitdrukking. Virtuoos
en kunstenaar zijn in de schoonst moge
lijke harmonie. En de werking is ont
roerend en meesleepend.
Na de pauze Liszt. Een heuglijk teeken
dat deze soms grof en leeg genoemde
meester door kunstenaars van gelouter-
den smaak en verdiept begrip als Pueyo
wel erkend wordt. De idealistische her
vormer en toondichter, die Liszt is, vond
in den pianist van dezen middag een
schitterend propagandist voor zijn werk,
dat met „Première valse oubliée” en
Mephisto-walzer vertegenwoordigd was.
Juist het geestelijke in deze muziek
heeft met suggestieve kracht gesproken.
Het programma sloot af met een drie
tal composities van 's pianisten landge
noot de Falla. Natuurlijk was de speler
hier in zijn element. Het rhythme. de
grilligheid, gratie en zwier van Anda-
louse bewezen het dadelijk. Het hoogte
punt vormde de bekende „Danse rituelle
du feu”, welke in rijke plastiek en mee
sleepende levensvol- en felheid tot uiting
kwam evenals de extra, welke een tal
rijk publiek door langdurig en geest
driftig applaus had uitgelokt.
In het Gemeentemuseum
Het concert, dat bovengenoemde instel
ling zijn leden en genoodigden aanbood,
werd gegeven door het trio Theo van
der Pas, piano, Herman van der Vegt,
viool, en Louis Schuyer, cel, een en
semble, dat te goeder naam en faam be
kend staat en op welks voortreffelijke
hoedanigheden wij hier kort geleden nog
hebben kunnen wijzen. Het programma
bestond op dezen middag uiteraard uit
werken van componisten van Nederland
sche nationaliteit. De rij werd geopend
door Willem Pijper's Trio no. -2, datee
rend van 1921. Het is al een werk in
atonalen trant In dit Europeesche ver
schijnsel is het Nederlandsche element
moeilijk te onderscheiden. Niet moeilijk
echter is het deze muziek op te nemen.
Diepzinnig is zij niet. Maar min of meer
aantrekkelijke effecten en bewegelijK-
heden krijgen wij te hooren. die over
het algemeen nogal grillig aandoen In
de strijkers is van flageoletten en pizzi-
cati een ruim gebruik gemaakt Van de
oorspronkelijkheid dezer kunst merkt
men na zoovele werken in dezen trant
niet meer dan in composities waarvan
het oorspronkelijke geloochend werd door
de schrijvers in atonale richting. Een
Trio F kl. terts als „Post tenebras lux”
uit 1923 van Julius Röntgen, het tweede
nummer van het programma liet men
indertijd allerminst geiden. -Maar nu de
afstand ten opzichte van dit zoowel als
van Pijper’s werk wat grooter is gewor
den, verschijnt het waardevolle van net
eene en andere wel eenigszins anders
Oorspronkelijkheid is als zoodanig ten
slotte geen schoonheidsfactor Maar als
wij onbevangen naar deze composities
luisteren, dan heeft Röntgen toch in den
loop van den tijd juist weer veel ge
wonnen Hij geett hier een muziek, die
harmonisch, melodisch en rhythmlsch
weldadig aandoet en. om het ouderwet-
sche woord te bezigen, „gevoeld” is. Dat
is het wage in-klank-leven en de muziek
liefdevol toegedaan zijn. Een schoon ge
louterd gemoed, dat de spelers treffend
hebben doen beseffen door hun gav®,
klankschoone en innig-muzikale vertol
king Man heeft onafgebroken met groot
behagen geluisterd en zich met lust aan
den droom van deze zacht streelende klan-
kenpoëzie overgegeven.
Het oudste werk van het programma
vormde het slotnummer, een trio van
Henri Zagwijn uit 1916. Öok ten opzich-
te van deze kunst heeft er in de afgeloo
pen 25 jaar onderschatting en onver
schilligheid bestaan. Welk een heerlijke
tische bewogenheid komt er met tol
ig in deze muziek, welk ee-
innigheid en mysterieuse mkeer. Lictit-
heden en subti’iteiten krijgen wij te
hooren die niet effecten zonder meer zijn,
maar door fijne, dichterlijke bekoorlijk
heid gedragen worden. De uitvoerenden
hebben ook van dit trio een weergave
doen hooren die zich door sterk begrip
en zuivere artisticiteit kenmerkte. Zoo
wel het stil-lntieme als gloedvol bewo-
gene van het nobel kleurige werk is tot
zijn recht gebracht
De uitvoering Is ten zeerste gewaar
deerd en door geestdriftig applaus heeft
schrijvers Ibsen
peesche literatuur.