De scholen
weer
in
GIPSY DOTT ERFT
EEN GEHEIM
Spakenburg weer geopend - Italiaansche kustbescherming
Een adelaar voor het monument van Fokker - Een drieling onder de kalveren
I
I
tl!
feil
o
HAAGSCHE COURANT Woensdag 5 Feb'r. 1941 TWEEDE BLAD
DE DUITSCHE WEERMACHT IN SKI-TERREIN.
EEN PATROUILLE VERTREKT.
(Holland)
FEUILLETON
(Nadruk verboden.)
welk
elke
HOOFDSTUK 5
door
ONDER SPAKENBURG is een groote boerderij afgebrand, waarbij 11
koeien en <3 paarden om het leven kwamen. Tevens ging een groote hoe-
veelheid hooi en stroo verloren. Het hooi bleef hardnekkig doorbranden.
Tijdens de blussching (Polygoon)
van
„Fanfare”
16)
Gipsy Dott stak haar hand uit naar
de telefoon. Ze wilde Bob Hunter op
bellen en hem verzoeken onmiddellijk
elkaar ergens te ontmoeten. Ze moest
hem iets vragen, dat haar als een last
op haar schouders drukte. Maar dan
vervloog de stemming, welke haar
dit voornemen ingaf. Zuchtend schoof
ze het toestel van zich af.
Ze ging naar het raam en keek
naar buiten. De kleine tuin lag in vol-
slageh duisternis. Aan den hemel flon
kerde even een ster, welke echter wel
dra achter zware wolken schuil ging.
Wederom welden tranen in Gipsy’s
oogen.
te hebben behoord tot de eigendom
men van haar grootvader.
En wat heeft de man uit loge 8
met die heele geschiedenis te maken,
Fox?
Dat weet ik voorloopig zelf nog
niet. Toen Bob Hunter en ik vanavond
Gipsy in haar kleedkamer bezochten,
liet ze ons het briefje van dien onbe
kende zien. Ik heb het aan jou gege
ven. Nu heb je dus evenveel draden
van het geval in handen als wij,
Bratt!
Maar zouden jullie me nu einde
lijk niet eens willen vertellen, wat er
met dien onbekende is gebeurd? vroeg
Bob Hunter.
Npg even geduld, Bob, je zult di
rect alles hooren. Luister eens, Bratt,
ik heb een idee. Onderzoek toch eens,
of de, in het slot van het snoer ver
borgen waarschuwing en het ano
nieme briefje van den onbekende uit
loge 8 door dezelfde hand zijn ge
schreven.
Bratt legde de beide epistels naast
elkaar op tafel. Drie hoofden bogen
zich er over heen.
Het schrift lijkt niets op elkaar,
vond Bob Hunter.
Maar de brief is met een ver
draaide hand geschreven, concludeer
de Fox.
Dat kan zijn, gaf Bratt toe,
maar het schrift vertoont toch geen
enkele overeenkomst met het karakter
van de letters van de waarschuwing.
Beide stukken zijn niet door denzelf-
den persoon geschreven. Wat is het
bewijs voor die bewering, mijne hee-
ren? LWordt vervolgd^
zien? Ongetwijfeld was het een emo-
tioneele dag voor haar geweest. De
tijding omtrent den dood van haar
eenigen bloedverwant, de merkwaar
dige erfenis, welke daaruit voortvloei
de, de herinneringen aan een tragisch
verleden, het opduiken van den exoti-
schen ketting en de in het briefje ver
vatte waarschuwing, welke als een
dreigement klonk, dat alles watf zeker
wel in staat geweest het meisje uit
haar evenwicht te brengen.
Daarbij kwam dan nog de onbeken-
nacht een behoorlijken maaltijd krij
gen. Hier was Jim Fox stamgast.
Toen Bob Hunter de conversatie-
zaal van de club betrad, was zijn
vriend nog niet aanwezig. Ook inspec
teur Bratt had zich nog niet laten
zien.
Bob ging naar de bibliotheek om
daar op het tweetal te wachten. In de
boekenkasten stonden tallooze werken,
welke men kon naslaan. Hij nam er
dat deel van een encyclopaedic uit,
dat de letter H behandelde, om te
trachten iets meer van Hönoloeloe te
weten te komen. Wat hij daar las,
was echter niets nieuws. Honoloeloe
was de hoofdstad en tevens de haven
van de Hawaii-eilanden, een op de hel
lingen van vulcanische bergen gele
gen, mooie tuinstad. De haven, Pearl
Harbour, was een aanlegplaats voor
alle scheepvaartlijnen op den Stillen
Oceaan. En Waikiki met het beroem
de strand en niet minder bekende
badleven, behoorde eveneens tot Hono
loeloe. Dat alles had hij al op school
geleerd.
In Waikiki stond het huis, dat Gip
sy Dott van haar grootvader had ge
ërfd.
Bob Hunter zette het boek eenigs-
zins teleurgesteld weer op zijn plaats
en verviel in een pessimistisch ge
peins. Hij maakte zich ongerust over
het meisje, dat hij lief had.
Gipsy had gewoonlijk, niettegen
staande haar tenger uiterlijk, in het
geheel geen last van aanvallen van
zwakte. Wat mocht dan wel de oor
zaak zijn geweest, dat ze er vanavond
plotseling zoo bleek en ziek had uitge-
EEN DEZER DAGEN HEEFT BIJ EEN LANDBOUWER TE BOBELDIJK GEM. BERKHOUT EEN KOE
DRIE LEVENDE KALVEREN TER WERELD GEBRACHT. HETGEEN EEN GROOTE BIJZONDERHEID IS.
DE ZOON VAN DEN LANDBOUWER MET HET JEUGDIGE DRIETAL. (Polygoon)
In de nabijheid van den wolken
krabber, waarin de „Fanfare” was
gehuisvest, bevond zich een kleine
club, welke bijna uitsluitend
persmenschen werd bezocht. Er waren
slechts enkele, maar keurig gestof
feerde vertrekken, een goede biblio
theek en wat van niet te onder
schatten beteekenis was men kon
er op elk uur van den dag en den
de briefschrijver, die zoo plotseling
uit loge 8 verdwenen bleek te zijn.
Maar was die onbekende werkelijk
alleen maar verdwenen?
Neen, er moest iets met hem ge
beurd zijn.
Jim Fox kon wel raden, welk lot
hem getroffen had. Als Jim nu maar
eindelijk kwam!
Op dit oogenblik trad Bratt de bi
bliotheek binnen. Hunter liep op hem
toe, maar de inspecteur sneed
vraag bij voorbaat af.
Fox zal direct wel komen en u
alles vertellen, mr. Hunter. Dat was
een akelige geschiedenis in het Moni-
co Theater. Ik ben blij, dat miss Dott
er niets v«n heeft bemerkt. Hebt u de
jonge dame naar huis gebracht?
Bob knikte.
Fox vertelde me, dat u dat ge
stolen halssnoer vanavond van een op-
koopster hebt gekocht, vervolgde
Bratt. Een Zonderlinge geschiede
nis, waar ik werkelijk geen touw aan
kan vastknoopen. Doet u mij een ge
noegen en vertelt u mij het gebeurde
nog eens.
bewoordingen berichtte
de
den
het
IN DE BRONSGIETERIJ VAN DE Fa. BINDER Te HAARLEM heeft men. een bronzen adelaar gegoten
naar het ontwerp van den Haarlemschen beeldhouwer Theo van Reyn. De adelaar is bestemd voor het monu
ment van wijlen A. H. G. Fokker op de begraafplaats Westerveld. De beeldhouwer bij het ciseleeren
van den bronzen adelaar. (Polygoon#
HET VISSCHERSPLAATSJE SPAKENBURG heeft veel van de
griep te lijden gehad. Op een gegeven oogenblik waren niet minder
dan 3000 menschen door deze ziekte aangetast. Het griepmonster
heeft het dorp thans weer verlaten en het gewone leven vindt weer
•voortgang. De scholen, welke eenigen tijd gesloten waren, zijn weer
geopend en er zijn zoo goed als geen onbezette banken meer.
(Polygoon)
In korte
Hunter van zijn wandeling door
stad, zijn toevallige bezoek aan
winkel van Mattia Brander en
verhaal dat de oude vrouw hem had
opgedischt.
Die Mattia Brander is een zeer
ongunstig bekend staand type, zei de
inspecteur, toen Bob aan het eind was
van zijn relaas. Ik kan maar niet
begrijpen, waarom ze u dat snoer ver
kocht. Harris Frank heeft het ding
gestolen, dat staat vast. Maar wat
bracht die vrouw er toe zich aan ern
stig gevaat bloot te stellen, door dat
gestolen ding zoo kort na het plegen
van de daad aan u te verkoopen?
Daar heeft Fox zich ook al over
verwonderd. Weet u, welken indruk ik
van de zaak gekregen heb, inspec
teur? Ik had’het gevoel, dat de vrouw
een of anderen persoon, die in den
winkel verborgen was, een loer wilde
draaien.
De scherpe oogen van den politie
man keken Hunter onderzoekend aan.
Hoe komt u aan dat idee?
Daar kan ik geen verklaring voor
geven. Ik had zoo het gevoel. In ieder
geval had die vrouw Brander iets
boosaardigs triomfantelijks over, zich,
toen ze me den ketting overhandigde.
Bratt ging niet verder op deze ver
onderstelling in. Hij nam een stukje
papier uit zijn zak en bekeek het aan
dachtig. Het was het briefje, dat Jim
in het slot van het halssnoer had ge
vonden.
Fox is me nog een verklaring
schuldig, zei hij, meer voor zichzelf
dan tot Hunter. Aha, daar komt hij
eindelijk.
Jim Fox was het zaaltje binnen’ge
komen. Hij liet zich in een fauteuil
vallen en stak den brand in zijn onaf
scheidelijke pijp.
Ziezoo, en vertel nu maar eens
op, Bratt...
De inspecteur maakte een afwerend
gebaar.
Van mij krijg je geen woord te
hooren, voordat je mij alles- verteld
hebt, wat jij weet, beste jongen.
Daarvoor had ik je verzocht
naar het theater te komen, Bratt. Dat
de gebeurtenissen mijn mededeelingen
achterhaald
schuld. Het
trouwens al. Het gestolen halssnoer
heb ik je ter hand gesteld, mitsga
ders het briefje, dat we in dat eigen
aardig samengestelde slot vonden.
Hunter heeft je zeker intusschen al
zijn belevenissen met Mattia Brander
verteld. Ik behoef daar dan alleen
nog maar aan toe te voegen, hoe miss
Dott in de zaak verwikkeld is ge
raakt. Zij heet eigenlijk Maria Hen
riette Dotting en is de kleindochter
van een zekeren Frederik Willem Cra-
nenburg, een Nederlander, die kort
geleden in Honoloeloe is overleden. Hij
heeft Gipsy Dott zijn huis in Waikiki
nagelaten. Deze mededeeling ontving
zij vandaag van het notariskantoor
van mijn oom. De mysterieuze ket
ting, welke bij Tobias Fox is ont
vreemd, maakt eveneens op de een of
andere manier deel uit van de nala
tenschap. Miss Dott herkende hem als
hebben, is niet mijn
voornaamste weet je
KUSTBESCHERMING. Ter bescherming van de
Italiaansche kusten zijn snelle
kleine geruischloos varende booten
ingezet. (Holland)
j
1
B A
V
- ,1 J
FF
9'
BOW
■tók
BK
3|
AUAANSCHF
-
-
BW
-
HU