AKKERTJFS Haagsche Courant van Vrijdag 7 Februari 1941 BERICHT l HAAGSCHE COURANT-; jTEXTIELKAART j i 3 CENT PER STUK i ^*1 Plannen van organisatie der kunsten Sneeuw in den Haagschen Dierentuin STADSNIEUWS TELEGRAMMEN BINNENLAND Dr. Goedewaagen bezoekt Rotterdam HET DUITSCHE WEERMACHTBERICHT HET ITALIAANSCHE WEERMACHTBERICHT i i DE FOTO’S VOOR HET PERSOONSBEWIJS DERDE BLAD, PAGINA 1 Voordracht door dr. 0. Hannema De ganzen krijgen haar voer I Drie Britsche koopvaarders tot zinken gebracht, luchtaanval DE OVERSTROOMINGEN IN TURKIJE Dr, Goedewaagen tijdens den rondgang door het Museum Boymans. Links de wethouder van Onderwijs en Voiksonlwikk pling L. de Groot ifoiwoonj MEN LETTE OP BLANCO ACHTERZIJDE! POGING TOT ONTVOERING VAN DOCHTER VAN KONING FAROEK AFGEZANT VAN ROOSEVELT TE TSJOENGKING Veldslag gaande ten Zuiden van Benghazi op Malta De komende straatcollecte voor Winterhulp (Polt/goon) Nederlandsche Veehonderijcentrale de in KEURING VAN GESLACHTE VARKENS WISCHHOFF is Woensdag i BERLIJN, Opperbevel bekend tegen pijnen, hoofdpijn, "nar» dagen** Doos: 18 stuks - 13 «talvers; 2stuk» - Istuivera. „voor zoover betreft overdracht aan niet- Nederlanders of naar het buitenland”. Daarmede is thans ook overdracht van Nederlandsche zeeschepen aan Nederlan ders verboden zonder vergunning. een een te HET CARILLON VOOR HET LEIOSCHE STADHUIS AANGEBODEN ISTANBOEL, 7 Februari. (Stefani). Om trent de overstroomingen in het gebied rond Smyrna wordt gemeld, dat een op pervlakte van ongeveer 450.000 h.a. onder water staat. Verscheidene dorpen zijn van de buitenwereld afgesloten. De verliezen i vee- zouden groet zjja. Ter uitvoering van de Vleeschkeurings- wet is bepaald, dat de secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken de gemeenten aanwijst, waarin bij de keuring van geslachte varkens het onder zoek op trichinen verplicht is. De var kens worden dan, ten bewijze, dat het trichine-onderzoek heeft plaats gevonden, gemerkt. In de aangewezen gemeenten wordt eveneens het varkensvleesch, dat overeenkomstig art. 8 van de Vleeschkeu- ringswet bij invoer in die gemeenten wordt onderzocht, aan het trichine-onder zoek onderworpen, tenzij uit bovenbe doeld merk blijkt, dat onderzoek reeds is geschied. Een en ander treedt in werking met msang van 1 Met Benoemingen Het Rijksbureau voor de Voedselvoor ziening in Oorlogstijd deelt mede, dat be noemd is tot lid van het dagelijksch be stuur der Nederlandsche Veehouderij- centrale mr. dr. A. van Deth. aan wien tegelijkertijd ontslag is verleend als ad- ministrateur-waarnemend directeur dezer centrale. Als directeur der Veehouderij- centrale is benoemd mr. Chr. Pool, aan wien tegelijkertijd ontslag is verleend als secretaris der Nederlandsche Akkerbouw- centrale. Men vestigt er onze aandacht op, dat sommige fotografen, die foto's afleveren voor de komende persoonsbewijzen, op de achterzijde van één der exemplaren van de gebruikelijke serie van drie hun fir manaam stempelen. Het is. in aanmerking genomen de absolute eisch. dat de ach terzijde der foto’s volkomen vrij moet zijn van elk afschrift, stempel e.d., raad zaam, zulke bestempelde foto's te weige ren. Men voorkomt daarmee moeilijkhe den voor zichzelf. Men schijnt overigens onze me,dedee- ling over de wenschelijkheid om drie foto’s ter beschikking te hebben in plaats van de officieel verlangde twee stuks, nog niet voldoende begrepen te hebben. inderdaad is de eisch 2 foto’s, maar met het oog op de kans, dat bij het aan brengen van een vingerafdruk op elk daarvan een fout of een onzuiverheid ont staat, is een derde exemplaar zeer nuttig. Wie echter nog twee foto’s over heeft van de serie, welke ten behoeve van het voorloopige identiteitsbewijs werden ver langd, kan daarmee, onder de hierboven gegeven restrictie, volstaan. drachtzaal heeft Hannema, voor een een rede gehouden voor onze kunst. De taak der gilden De taak van de gilden is veelzijdig. Ten eerste is er een ethisch-sociale taak, die zich bezig heeft te houden met het brandende vraagstuk van de sociale positie van den kunstenaar, van de ziek- opwerpt. In de toekomstige maatschap pij is alleen kunstenaar hij, die wordt waardig gekeurd om het volk en de volksgemeenschap te dienen, want ook kunst is dienen. Evenals bij de eerste textielkaart besloten wij gevolg te geven aan den wensch van zeer vele abonnes om opnieuw een „Haagsche Courant-Textiel- kaart’ ter beschikking te stellen. Hierop komen voor in de eerste plaats de puntenwaardeering en verder de voornaamste bepalingen en uitzonderingen, J alle ontleend aan de officteele Handleiding. J J Deze „Haagsche Courant-Textielkaart” zal van Zaterdag 8 Februari, 9.30 uur X af, ter beschikking worden gesteld voor de abonnes aan ons Hoofdkantoor, Wagenstraat 35-37. De kaarten kunnen worden afgehaald tegen betaling van ERGENS IN ITALIË, 7 Februari. (Stefani.) Het 245ste weermachtsbericht van het Italiaansche hoofdkwartier luidt „Van het Grieksche front niets ie melden. In Cyrenaica is een verwoede veldslag gaande tusschen onze troepen en vijandelijke formaties in het gebied ten Zuiden van Benghazi. In den sector van Cheren in Oost- Afrika duren de gevechten voort. Aan het Zuidelijke front zijn vijandelijke aanvallen door onze dappere troepen afgeslagen. Onze luchtmachtformaties hebben artillerie-stellingen, troepen en auto’s gebombardeerd en daarbij bran den in munitie- en brandstofvoorraden veroorzaakt. De vijand heeft aanvallen gedaan op Asmara en eenige andere plaatsen, zonder ernstige schade aan te richten. Te Asmara is een Gloster-viieg- tuig neergeschoten door onze jagers, die snel tusschenbeide kwamen. Een onzer vliegtuigen is niet teruggekeerd”. vliegtuigen storingsaanvallen nomen op militaire installaties eiland Malta, De vijand heeft gisteren avonduren en in den nacht gepoogd, met afzonderlijke vliegtuigen het be zette gebied aan de Kanaalkust binnen te dringen. Slechts in één havenstad zijn door het werpen van brandbom men kleine branden ontstaan, welke de burgerbevolking snel kon blusschen. Het luchtdoelgeschut heeft hierbij een gevechtsvliegtuig van het type Arm strong-Whitley neergehaald. Een tweede vliegtuig werd gedwongen te landen en de bemanning werd gevan gen genomen. MILAAN, 7 Februari (D.N.B.). Aan de ,Popoló d’Italia” wordt uit Beiroet een ’nieuwe aanslag van den Britschen geheimen dienst op leden van het Egyp tische koningshuis gemeld. De oudste dochter van koning Faroek zou door een werktuig van de Secret Service ontvoerd worden. De misdadige aanslag kon op het laatste oogenblik verijdeld worden. De .Popolo d’Italië” merkt op, dat deze nieuwe daad van den Britschen geheimen dienst de bedoeling had, druk op den Egyptischen koning uit te oefenen. 7 Februari ,(D.N.B.). Het der Weermacht maakt Gisteren heeft dr. T. Goedewaagen, secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, een bezoek gebracht aan Rotterdam teneinde zich op de hoogte te stellen van het kunstleven. Dr. Goedewaagen was verge zeld van den heer E. Gerdes. Om half elf bezocht dr. Goedewaagen burgemeester Oud in diens kamer op het stadhüis. Vervolgens begaven de heeren zich naar de vergaderzaal van B. en W., waar de heer L. de Groot, wethouder van Onderwijs en Kunsten werd voorgesteld. Dit gebeurde ook met een aantal ver tegenwoordigers van instellingen op kunstgebied. Zij gaven een overzicht van hetgeen in Rotterdam thans op kunstge bied wordt gedaan. Dr. Goedewaagen verklaarde, dat hij veel waardeering heeft voor hetgeen te Rotterdam thans wordt gedaan en dat hij daaraan zijn steun hoopt te geven. Ir. W. G. Witteveen heeft vervolgens een uiteenzetting gegeven van de plannen voor den wederopbouw der binnenstad. Gistermiddag heeft dr. Goedewaagen het museum Boymans bezocht. In de voor de directeur, dr. D. aantal genoodigden Over perspectieven TSJOENGKING. 7 Februari. (D.N.B.) De persoonlijke afgezant van Roosevelt, Currie, is van Hongkong in gezelschap van een vertegenwoordiger der Federal Re- „erve Bank le Tsx>engkmg aangekomen. De medewerking van politie en brandweer Zooals gemeld zullen bij de komende straatcollecte voor Winterhulp Neder land op 14 en 15 Februari ook politie en brandweer medewerking verleenen. Teneinde deze collecte zoo goed mo gelijk te doen slagen, heeft Winterhulp zich in verbinding gesteld met de heeren A.W.de Koningh. inspecteur-generaal van de Nederlandsche politie, P.L. van Boven, hoofdinspecteur van het brand- weerwezen en A. van Batenburg, rijks- inspecteur voor de bescherming der bur gerbevolking tegen luchtaanvallen. Deze heeren hebben nfiet het plan om politie en brandweer te doen samenwer ken met de Winterhulpactie, hun volle instemming betuigd en hun wensch daartoe doorgegeven aan de plaatselijk bevoegde instanties en reeds thans is J gebleken, dat van alle kanten veel me- dewerking wordt ondervonden. Teneinde de gedachte van deze samenwerking meer ingang bij het publiek te doen vin- den is in verband met de komende col- lecte mede een verkeersweek georgani- seerd, gedurende welke in tal van plaat- sen demonstraties zullen worden gehou den van politie en brandweer. Zoo zal b.v. in Amsterdam een verkeers-instruc- tietentoonstelling worden geopend, ter wijl de politie op drukke verkeerspunten instructies aan het publiek zal geven. Voorts hebben brandweerdemonstraties plaats, waarbij o.a. de Jan van der Hey- den bij het Amstelhotel met zijn spui ten in werking zal worden gesteld. In het kader van deze verkeersweek zullen ook verschillende radioreportages worden gegeven, waarvan gisteren reeds de eerste heeft plaats gehad en wel over de opleiding voor de beroeps brandweer in Rotterdam, terwijl Zater dag 8 Februari om 7.45 uur n.m. voor de radio een vraaggesprek wordt ge houden met den Haagschen hoofdcom missaris mr. Hamer over de samenwer king van politie en Winterhulp, gevolgd door een reportage over het verkeers- onderricht aan de jeugd, hetwelk ge houden is in het schoolmuseum in den Haag. Maandag 10 Februari om 6.45 uur n.m. komt mr. Hamer opnieuw voor de microfoon met een rede over de taak der politie ten dienste van het publiek. Tenslotte heeft op Donderdag 13 Fe bruari, eveneens om 6.45 n.m. een radio interview plaats met de heeren van Bo ven en van Batenburg over de groote lijnen van de nieuwe organisatie van brandweer en luchtbescherming. Het doel van deze reportages is om politie en brandweer zoodanig in het middel punt der belangstelling te plaatsen, dat bij de komende collecte voor Winterhulp een zekere sfeer van contact met het publiek wordt geschapen, waarbij de verwachting mag worden uitgesproken, dat ieder op 14 en 15 Februari, wan neer de politiemannen hun collectebus zullen aanbieden, met milde hand zal offeren ten bate van het noodlijdende deel onzer bevolking. Rede dr. Hannema Dr. Hannema gaf een boeiend exposé van de historische ontwikkeling der kun sten in de Nederlanden. Niemand zal kunnen ontkennen, dat onze kunst, evenals die van Duitschland, de Scandinavische landen en ook Engeland, een Noordelijk karakter draagt In dit complex is onze plaats echter een zeer eigen en aparte: in sommige uitingen neemt onze kunst zelfs de belangrijkste plaats in. Er zijn perioden geweest, dat onZe schilderkunst verre boven die van de omringende landen uitblonk en zich tot wereldreputatie wist te verheffen. Ook onze bouwkunst heeft momenten van den hoogsten bloei doorgemaakt en een enkele maal was het een beeldhou wer, die naar voren trad. Het overwicht van onze schilderkunst was in sommige tijdperken onwederlegbaar. Van den aanvang af vertoont onze kunst haar eigen karaktertrekken. Het realis me viert hier hoogtij. Onze kunstenaars hielden het vak in hooge eere. In het gildeweZen" Ontstemd' een traditie van vakbekwaamheid, welke den grondslag vaYi huh kuhst' vórmde. Groote geestelijke stroomingen vin den in de kuhst Haat wfeefspfegëlifig. Vooral in onze schilderkunst spreken zij een duidelijke taal. Na de Haagsche school: Breitner en. Vincent van Goch, verdwijnt de zin voor gemeenschapskunst. De buitenlandsche invloed wordt sterker. Internationale ten- denzen dringen het nationale sentiment terug. De kloof tusschen kunstenaar en volk wordt wijder. De vakkennis loopt terug. Verbondenheid met bodem en volk vormen een eerste vertischte. Daaruit zal de kunst moeten groeien, wannéér ze weer wil opbloeien. Wie doordenkt over den huidigen vorm van organisatie der kun stenaars vraagt zich telkens af. of dit de meest logische en eenvoudigste is en of het belang van de kunst en van de kun stenaars daarmede het best gediend is. Ordening, eenheid en saamhoorigheid zullen alleen verkregen kunnen worden indien allen, die hetzelfde vak beoefenen, in één en dezelfde organisatie bijeen zijn. Een dergelijke organisatie, vakbond of corporatie in den geest van de vroegere gilden, die tot de Fransche revolutie be stonden, kan slechts vruchtbaar resultaat opleveren wanneer zij wordt opgetrokken op de basis van vakbekwaamheid onder een doelbewuste, deskundige leiding, die breed de dingen ziet. Eerst dan kunnen de belangen, zoowel van de kunst als van den kunstenaar, op de juiste wijze verdedigd worden: eerst dan kan ook de sociale zorg, welke noodzakelijk een defi nitieve oplossing eischt, ter hand worden genomen. De tentoonstellingen zullen uit sluitend aan het werk van de levende kunstenaars gewijd moeten zijn: voor de musea is de taak weggelegd exposities op meer wetenschappelijk gebied in te richten. Kunst is geen regeeringszaak, heeft het tientallen jaren geklonken. Deze leus is reeds lang begravend De overheid begreep, dat haar medewerking ook op dit gebied noodzakelijk was. Zij begon actief in het kunstleven belang te stel len. Maar thans moet zij ook bezielend optreden Politiek in enger en zin blijve daar buiten. Dr. Goedewaagen daarop het woord verkrijgend, wilde aan de woorden van den heer Hannema nog het een en an der toevoegen. Het heeft spr. getroffen, dpt dr. Hannema reeds op het güde- wezen heeft gewezen, want ook hij wil de dezen tijd nog eens in de herinnering terugroepen. Het gilde beslist over de uitoefening van een bepaald vak, het stelt vast wie OVERDRACHT VAN NEDERLANDSCHE ZEESCHEPEN ZONDER VERGUNNING VERBODEN De secretaris-generaal van het depar tement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart heeft de beschikking van den toenmaligen minister van Economi sche Zaken betreffende verbod van over dracht van zeeschepen in dien zin gewij zigd, dat daarin vervallen de woorden beste behandeling i»i ondar de wol, eens flink n. trantpireeren en drie maal daagt’n "AKKERTJE"nemen. "AKKERTJES“bevorderenten zeerste het zweeten, gaan do koorts tegen, verdrijven het ellendige pijnlijke gevoel en bestrijden de infectie. "AKKERTJES" zijn beroemd om hun snelle, uitstekende werking. Vaak nagemaakt, maar nog nooit geevenaarcL Op elk "AKKERTJE" staat 1 AKKER-merk: Uw garantie I Kunst en Regeering Direct houdt in, dat de staat niet al leen met subsidies moet werken, maar ook richtlijnen moet aangeven, sugges ties in positieven zin moet geven. De kunstenaar kan er alleen wel bij varen wanneer een staatsman met wijs beleid op de meest tactische wijze probeert aan het kunstleven vorm te geven. Indirecte gebondenheid is nog veel be- langrijker dan de directe, omdat het misschien minder de kunst zelf dan wel den kunstenaar betreft: het betreft na melijk de sociale zijde. In de nieuwe orde, zooals spr. zich die heeft gedacht, zal er weer moeten komen een gilden- ordening, waarbij een aantal* kunstgil- den de plaats zullen innemen van de vereenigingen. De kunstgilden moeten I echter niet als de vereenigingen, op toe-1 vallige wijze worden gevormd, als er een muziekgilde komt, moet dat het éénige orgaan zijn, als er een architec- tegelden, van den ouden dag. Deze laat- tengilde komt, moet dat de éénige ar-1 ste kan niet alleen drijven op een aal- chitectenorganisatie zijn, die er bestaat, moes of op bedelen. Hier heeft de staat Het moet voor eiken kunstvorm worden tegenover de reeds opgesomde rechten, de éénige corporatieve organisatie met evenzeer de verplichting iets voor zijn bepaalde publiekrechterlijke bevoegd- kunstenaars te doen, mits ook deze hun heid. De president van zoo’n gilde zou plicht kennen en erkennen. bevoegd moeten zijn tot op zekere hoog- Een tweede taak is het bepalen van te verordeningen uit te vaardigen, waar-1 de juridische positie: de titels, welke aan de gildegenooten zich hebben te I een kunstenaar mag voeren: schilder, houden. De kunstgilden moeten recht- beeldhouwer e.d. mogen niet zijn een scheppend zijn; betrekkelijk autonome etiket, dat een ieder zich naar goeddun- organisaties in het staatsgeheel. Wat de ken kan opplakken. Het moeten be staat van bovenaf regelt (op autoritai- schermde titels zijn, welke een eer be ren grondslag zoo men wil) dat zullen teekenen en een plicht opleggen. de kunstenaars in de kunstgilden van De opleiding v.an den kunstenaar beneden af moeten doen in democra- vormt een vierde taak. Men komt vaak tischen zin dus. Maar of men nu van aandragen, dat kunstenaars niet worden boven naar beneden regelt, of van bene-1 gemaakt, maar hun kwaliteiten aan ge ien naar boven toe opbouwt, de weg is dezelfde. Wie kunnen behooren tot een bepaald kunstgilde? Alleen zij, die waardig wor den gekeurd door den president. Na tuurlijk voert men daartegen direct aan, dat er dan „vriendjespolitiek” zal wor den bedreven. Inderdaad zou een zekere willekeur niet uitgesloten kunnen wor den, ware het niet, dat anderzijds de president een buitengewoon verantwoor delijke taak heeft, die hem oplegt alles heel zuiver en heel zorgvuldig te beoor- deelen. Een president is niet alwetend: hij zal dan ook omringd worden door een aantal competente raadgevers. Voorop staat echter, dat hij uiteindelijk verantwoordelijk is voor alle besluiten en daarbij zal hij wel moeten beseffen, dat, indien hij niet zeer consciëntieus te werk gaat, hij van bovenaf op de vinger wordt getikt. Als maatstaf dient het artistieke kunnen, het aesthetische scheppende vermogen. Doch dat niet al leen, want in bepaalde gevallen zal men wel degelijk rekening moeten houden met een kunst, die hoe aestetisch verant woord ook, toch als volksgevaarlijk moet worden gekwalificeerd. Een volksgemeenschap kan geen kunst in haar midden dulden, die in strijd is met de belangen er van. Elke kunst, die naar haar inhoud een negativistische le vensbeschouwing huldigt, kan niet wor-1 den geduld. In de tegenwoordige maatschappij is 'iedereen kunstenaar, die ziel) daartoe Een duikboot heeft twee gewapende vijandelijke koopvaardijschepen van in totaal 12.000 br.t. tot zinken gebracht. Aan de Engelsche Oostkust is motortorpedoboot erin geslaagd, Britsch kustvaartuig tot zinken brengen. De luchtmacht heeft ondanks het slechte weer gewapende verkennings vluchten ondernomen in het zeegebied rondom Engeland en mijnen gelegd voor Britsche havens. In het Middel- landsche Zeegebied hebben gevechts- onder- op het naars, zooals opgemerkt, een heuglijk feit, maar het betreft hier toch slechts werk, dat van zeer voorloopigen aard is. Men dient te komen, niet tot een ver- eeniging van de vereenigingen, maar er moet in de gilden komen een nieuwe geest een totaal nieuw soort mensch, die de politieke en geestelijke ontwikke ling van zijn tijd niet alleen begrijpt, maar ook aanvoelt en beseft. Met de overheid aan den éénen kant en de gil den aan de andere zijde moet die nieuwe gedachte worden doorgevoerd. Men is nog wat achterdochtig, men vreest voor een beknotten van de vrij heid in de kunst. Spr. vroeg zich echter af, of de kunstenaar wel ooit vrij is ge weest in een tijd, welke, zooals het toch immer is geweest, geen levenszekerheid en geen levensideaal bood. Een gegaran deerd uiterlijk en innerlijk bestaan, zal dat niet juist den kunstenaars aanleiding geven weer te komen tot een „grooten’ stijl? Men zal voorbeelden uit de 17e eeuw willen aanvoeren. Die tijden komen niet meer terug. Er helpt geen moeder- tjelief meer aan: men zal of blijmoedig moeten medewerken of zich noodge dwongen moeten schikken in de priori teit van de volksche gedachte in de cul tuur. De mensch als deel van het volk, dat is wat spr. dezen middag onder de loupe heeft willen nemen. Het zijn niet de perspectieven van de aesthetiek ge weest, die aan de orde zijn gesteld. Spr. wilde niet uitmaken wat de ware of de onware richting in de kunst was. Bo vendien, dat is ook niet noodig, want dat komt vanzelf wel terecht. Waarover hij echter heeft willen spreken zijn de staatkundige en de sociale zijden van de kunst. Spr. geeft zijn vertrouwen aan de Nederlandsche kunstenaars; hij sprak den wensch uit, dat de kunste naars op hun beurt het volste vertrour wen zullen hebben in de pogingen van zijn departement. Hij zelf als leider daarvan voelt in de allereerste plaats als Nederlander en wanneer degenen, die bij de staatsbemoeienis betrokken zijn als eene partij en de kunstwereld als andere partij, afgezien van de aes thetische zijde, elkaar wederzijds willen vertrouwen, dan kon spr. minstens de verzekering geven, dat zoowel de juri dische als de economische positie van den kunstenaar in de toekomst beter zal worden dan die tot dusver is geweest. Het vrij talrijke gehoor zegde den spr. met een hartelijk applaus dank voor zijn duidelijke en vlotte redevoe ring. Hierna werd een rondgang ge maakt door het museum Boymans. Dr. Goedewaagen bezocht daarbij de kerst- tentoonstelling, waarop o.m. de Titus van Rembrandt te zien is. In de hal van het museum werd de thee geserveerd en bleven de genoodigden nog geruimen tijd samen. nialiteit ontleenen. Spr. meent, dat dit een verkeerde meening is. Ook de oplei ding is belangrijk en hij wil dan ook ko men tot het weer invoeren van de afleg ging van een meesterproef. Een andere taak van de gilden is voorts, dat er een nieuwen levensstijl voor den kunstenaar moet worden ge schapen, zooals er ook voor den arbei der en den geleerde een nieuwe volksche levensstijl is ontstaan. Er moet komen een nieuw kunstenaarstype, een nieuwe kunstenaarsideologie, een nieuwe kun stenaarsmythe. Het tijdperk van den bohémien is voorbij. Men moet zich weer bewust worden deel uit te maken van een eigen, Nederlandsch volk, men moet er weer toe komen om het typisch Nederlandsche tot uiting te brengen, zoowel in den levensstijl, als in den scheppingsstijl. Men is gevlucht in allerlei „ismen”, maar heeft den eigen lijken volksaard vergeten. Het doel van de gilden is een komen tot een samenvattende regeling van alle belangen van hen, die in de kunst zijn vereenigd. Spr. wil in de nabije toekomst komen tot vier gilden: een muziekgilde, een too- neelgilde, een gilde voor de beeldende kunst en een literatuurgilde. Het gilde voor de beeldende kunst zou dan weer kunnen worden onder verdeeld in drieën: Bouwkunst, Beeldende kunst en Kunst nijverheid. Het geheele kunstenaars wezen dient te worden geordend en daar bij dient een scherpe onderscheiding te worden gemaakt wie kunstenaar is en wie niet. Het is in het belang van de kunst en den kunstenaar zelf, dat de beunhazen worden geweerd uit de gil den: zij hebben geen enkel recht op een plaats in de kunstenaarswereld en zij zullen moeten worden ingedeeld bij de dilettanten. Wanneer spr. de samenwerking van den staat van bovenaf en van de gilden van onderaf beziet, dan is de reeds ge noemde concentratie van de kunste- CREMATIE J. TH. In grooten eenvoud is Woensdag in het crematorium op Westerveld te Velsen de verassching geschied van het stoffe lijke overschot van den heer J. Th. A. Wischhoff, oud-directeur van de Haagsche Assurantie Compagnie voor brand enz„ alhier overleden. Aanwezig waren de heeren F. J. G. Voorduyn, directeur en W. F. Masten broek, adj -directeur van de Haagsche Assurantie Compagnie, J. Hes, procuratie houder dezer maatschappij en J. G. H. Sauveplanne, hoofddirecteur van De Ne derlanden van 1845. Er werd niet gesproken. De organist speelde Ases’ Tod uit de Peergyntsuite van Edv. Grieg, het Adagio uit de Sonate Pathétique van Beethoven en bij het dalen van de kist het Largo van Handel. Een zoon van den overledene dankte voor de belangstelling. toegelaten kan worden tot de kunstbe- roepen, de beroemde trits leerling- gezel-meester garandeert aan het kunst product een bepaalde kwaliteit en daar naast zorgen de gilden ook voor de soci ale belangen van den kunstenaar: pen sioenen, ziektegelden: het gilde bestrijdt de deloyale concurrentie, stimuleert het initiatief. De kunstenaar was een vak man. Allen werden door één ideaal ge dreven: dienaar te zijn, zoowel van de geestelijke cultuur als van de samen leving. Ook de nieuwe ordening zal moeten inhouden, dat de kunstenaar weer deel gaat uitmaken van het volk, ook wat zijn gevoelens betreft. De kunstenaars zijn reeds gekomen tot concentratie. De ze poging is een heuglijk verschijnsel. Deze nieuwe ordening zal niet moge lijk zijn zonder den staat: Het wordt een openbare aangelegenheid, die rechten en verplichtingen meebrengt. De staat moet het recht van een zekere controle i op de kunst hebben. Dat beteekent geen inbreuk op de vrijheid van den kunste naar, het beteekent alleen, dat vrijheid in den zin van willekeur van het indi vidu uit den booze is. Er moet een zeke re samenhang bestaan tusschen de kunst eenerzijds en een hoogere idee, samen met een hechte binding van volks- en staatsgemeenschapsbesef aan de andere zijde. De komende kunst moet mede zijn waarde ontleenen aan deze gebondenheid aan de staatsleiding. Die gebondenheid kan tweeërlei zijn direct en indirect. Ten stadhuize te Leiden vond gister middag op eenvoudige wijze een voor de Sleutelstad belangrijke gebeurtenis plaats. Het geschenk van de burgerij, studenten en reünisten voor het nieuwe stadhuis, bestaande uit een carillon met toebehooren in den toren van het stad huis, is n.l. door het comité tot aanbie ding van het geschenk aan de gemeente aangeboden en door het gemeentebestuur aanvaard. Na de plechtigheid werd het carillon door een bespeling ingewijd Het carillon zal, evenals vroeger in den ouden toren, eiken Woensdag en Zater dag van 1112 uur worden bespeeld? Ook het speelwerk bij heel-, half- en kwartslag is in werking gesteld. De be speling van het carillon is opgedragen aan den heer R. Heering.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 9