Keuring van pony’s - Geïnterneerde Franschen huis naar GIPSY DOTT ERFT EEN GEHEIM Huldiging van den deelnemer aan den Elfstedentocht Jan Bosman - Zware brand te Boxtel Pi 13 P jm rz Mw few o W r Tz ‘3 gtW W HAAGSCHE COURANT Zaterdag 8 Feb'r 1941 TWEEDE BLAD - FEUILLETON .sftoÉ Bil® K BW, B® -«g J// 1 1 XÈM -J 1 3 K n (Polygoon) (Nadruk verboden.) of oom, TV r» 1*. ÖUXTEL brak door onbekende oorzaak brand uit in de magazijnen van den manufacturen- en meubelhandel „De Ooievaar”, waarbij een negen jarig jongetje in de vlammen omkwam. Het totaal verwoeste gebouw. (Het Zuiden) DUIKBOOT KEERT TERUG. Met vroolijke wijsjes ontvangt een muziekkapel van het leger een van een succesvollen tocht terugkeerende duikbootbemanning. (Hoffmann) DUITSCHE SOLDATEN OP SICILIË. Door middel van de gebarentaal wordt spoedig contact gezocht met de kleine Italiaansche vrienden. (Hoffmann) Ss: VRIJDAGMIDDAG WERD DE TWEEDE AANKOMENDE VAN DEN ELF STEDENTOCHT Bosman feestelijk in zijn woonplaats Breukelen ingehaald. Jan Bosman wordt door zijn dorpsgenooten toegejuicht (Polygoon) OP DE VEEMARKT TE ROTTERDAM had Vrijdag de keuring plaats van hengsten ingeschreven in het Nederlandsche Shetlandpony Stamboek. De maat der paarden is een belangrijke factor en wordt tijdens de keuring nauwkeurig op gemeten met een in een wandelstok ffemonteerde meetlat. Hij stond op straat en overlegde wat hij zou doen. Een blik op zijn hor loge overtuigde hem, dat het al ver na middernacht was. Er had zich heel wat afgespeeld, sinds hij met Bob Hunter en Gipsy Dott in het „Vo- geltnestje” tezamen thee had gedron ken. Wat moest hij nu beginnen? Zich naar de Manhaften Lane laten rijden om daar die oude vrouw Bran der eens aan den tand te voelen? Nee, dat had tijd tot morgen. Plotseling dacht hij aan de verniel de foto op Bob Hunter’s schrijfbureau. Hij kon eenvoudig naar huis gaan om eens met Gipsy Dott te praten. Het was ongetwijfeld een verleidelijk plan, maar Jim Fox verwierp het onmid dellijk. Zeer waarschijnlijk zou het meisje reeds slapen en zoo niet, dan had het toch ook geen zin haar mid den in den nacht daarmee lastig te vallen. Hij moest zeer voorzichtig te werk gaan, als hij er achter wilde ko men, wat Gipsy tot dusver verzwegen had. Het feit, dat zjj bijna flauw was gevallen, gaf hem te denken. Daar zou wel meer achter zitten. Jim’s gedachten maakten plotseling een sprong. Lachend knipte hij met zjjn vingers. Hij zou zijn oom Tobias tot een onderhoud trachten te bewe gen, basta! Niettegenstaande zijn kop pigheid en ondanks het feit, dat hij hem in een booze bui de deur had ge wezen, mocht hij zijn oom graag, maar toch verkneukelde hij zich al bij voorbaat als hij dacht aan de ont steltenis. welke hij bij den ouden heer zou verwekken, wanneer hij hem het doel van zijn bezoek meedeelde. van respect en een slecht geweten. In zijn jeugd was hij steeds in het hei ligdom van den ouden heer ontboden, als hij iets op zijn kerfstok had. He laas was dat nog al eens het geval geweest. Maar nu was het oom Tobias, die iets op zijn kerfstok had, bedacht Jim en deze wetenschap gaf hem moed. Hij klopte. Een brommerig „Ja!” was het ant woord. Jim trad de kamer binnen. Mr. Tobias Fox zat aan zijn schrijf bureau en scheen geheel verdiept in een stapel acten. Het witte, stijve overhemd van zijn groot avondtoilet glansde onder een gemakkelijk huis jasje. Nu wendde hij het hoofd met de scherpe gelaatstrekken naar den binnenkomende. Zijn gezicht werd star van verbazing en het dient gezegd, dat op dit oogenblik de anders zoo welbespraakte jurist geen woord over zijn lippen vermocht te brengen. Zoo kreeg Jim althans gelegenheid een groet te uiten: Goeden avond, beste eigenlijk: goeden morgen! Tobias Fox snakte naar adem. Ein delijk slaagde hij er in aan zijn ver ontwaardiging lucht te geven. De duvel is je beste oom! schreeuwde hij, iet of wat onlogisch. Wie heeft je permissie gegeven om hier binnen te dringen? Mijn plicht, oom! Je plicht! Dat is de bluf van zoo’n windbuil van een krantenschrij» ver. Waar is Ben? Roep hem, dat M je er uitgooit! (Wordt vervolgd.) goed met hem gemeend. Maar hij, Jim, was er nu eenmaal niet voor ge schapen zijn hoofd in stoffige dossiers en notarieele acten te begraven. Hij wilde in het volle leven staan en liefst daar, waar dit den mensch het hevigst beroerde. Over een huwelijk met Daisy Par ker zou te praten zijn geweest. Daisy was werkelijk een lief kind en het had hem dan ook diep getroffen, dat zij zonder afscheid van hem te nemen, was vertrokken. Maar tenslotte kon je toch ook maar niet hals over kop op hoog bevel met iemand trouwen! Daar heeft een mensch wat tijd voor noodig en... en... nou ja, dat genoege- lijke voorspel, dat den weg naar het stadhuis min of meer in de lengte trekt en tot één der gelukkigste perio den in het leven maakt, wil je toch ook niet graag missen. De voorberei ding tot het huwelijk is tenslotte geen zuiver zakelijke onderneming. Er be hoort toch ook een beetje liefde bij te komen en... romantiek! Oom Tobias heeft ten opzichte van Daisy precies het tegenovergestelde bereikt van hetgeen hij zich had voor genomen, dacht Jim geërgerd. Maar nu is het uur der wrake gekomen! Wacht maar, ouwe heer, je zult er nog eeuwig spijt van hebben, dat je mij opzij hebt geschoven en je met zulk twijfelachtig gezelschap schade loos hebt gesteld! Jim stond voor de zware, eikenhou ten deur van de kamer van zijn oom en haalde eens diep adem. Hij had nu hetzelfde gevoel, als toen hij nog maar een jongen was: een mengsel VELDLOOP IN DE SNEEUW. In de opleidingskampen van den Arbeids dienst op de Veluwe neemt de lichamelijke opvoeding een belangrijke plaats in. Dagelijks wordt het lichaam gehard en het uithoudingsvermogen geoefend. Een groep toekomstige leiders tijdens een veldloop in het fraaie Veluwsche winterlandschap. (Polygoon) 30.000 GEÏNTERNEERDE FRANSCHE SOLDATEN KEERDEN UIT ZWITSERLAND TERUG. Met toestemming van de Duitsche Rijksregeering keerden dezer dagen 30.000 geïnterneerde Fransche officieren en manschappen naar hun vaderland terug. Onze foto toont kleurlingen-troepen bij het overschrijden van de grens bij Veyrier. (Scher l) 19) Zoover ik het kan overzien, is er niets van waarde gestolen, zei Hun ter. Wat me in ’t geheel niet verwon dert, want het was den inbreker alleen maar om het halssnoer te doen. Ik zal onmiddellijk Bratt van een en ander in kennis stellen. Ach, waarom? vond Hun ter. Dan komt hij natuurlijk direct hierheen en begint een langdurig on derzoek, dat tenslotte toch niets bij zonders aan het licht brengt. Ik heb meer dan genoeg van al die soesah en zou nu eindelijk wel eens naar bed willen. Jim Fox legde zich tegen zijn zin bij deze opvatting neer. Hunter vergezel de hem naar de voordeur en deed deze achter hem op den knip. Het slot had de inbreker vernield. HOOFDSTUK 6 Jim Fox was er de man niet naar om ergens gras over te laten groeien Wanneer een of andere zaak in een kritiek stadium was gekomen, kende hij geen vermoeidheid. En de zaak „Gipsy Dott” vertoonde zelfs ver scheidene kritieke punten. Een paar minuten later stond Jim al in de dichtstbij gelegen publieke telefooncel en draaide het nummer. De zwarte chauffeur Ben kwam aan het toestel. Ik moet direct mijn oom spreken, Ben. Het is een zeer belangrijke zaak. Als hij al naar bed is, wek hem dan maar, zei de journalist. Meneer slaapt nog niet. Hij is in zijn studeerkamer. Dat treft dan uitstekend. Ik kom direct en jij wilt me dan zeker wel binnen laten? Dat durf ik niet, master Jim. Als uw oom daarachter komt, gooit hij mij er ook uit. U weet toch wel, dat... ...Oom Tobias me verboden heeft, ooit ook maar een voet over zijn drempel te zetten, ja. Maar dat zullen we maar met een korreltje zout nemen, ouwe jongen. Ik kom in het belang van mijn oom zelf. Het gaat om een halssnoer, dat bij hem gesto len is. Aan het andere eind van den kabel klonk een diepe zucht. Goed, ik zal het er dan maar op wagen. Tot straks, master Jim... Fox wierp de telefoon op den haak, riep een passeerende taxi aan en liet zich daarmee naar Washington Square brengen. Het grijze, wollige hoofd van den neger gluurde reeds om een kier van de deur, nog voor Jim gebeld had. Blijkbaar had de oude bediende op hem gewacht. Hij is boven, fluisterde hij. Ik ben bang, dat ik straks een geweldigen uitbrander zal krijgen, master Jim. Maak je maar niet ongerust, ouwe jongen. De eerste donderbui ont last zich natuurlijk boven mijn ramp zalige hoofd en de tweede wordt dan lang zoo erg niet meer. Heb je mijn oom verteld, dat de gestolen ketting terecht is? Ik heb het meneer gezegd, toen we thuis kwamen. En was hij blij? Aanvankelijk wel, ja, maar toen ik hem vertelde, dat het ding in uw handen was geraakt, ging hij ver schrikkelijk te keer. Fox lachte stil en ging de trap op, welke naar de studeerkamer van zijn oom leidde. Zijn hand gleed liefkoo- zend langs de gebeeldhouwde leuning en de schilderijen, welke in het trap penhuis hingen, begroette hij als oude vrienden. Hij kreeg het gevoel weer thuis te zijn. Hier had hij als jongen gespeeld; honderden malen was hij, tot groote verontwaardiging van den ouden Ben, langs de prachtige leuning omlaag gegleden. De schilderstukken, welke generaals uit den Amerikaan- schen vrijheidsoorlog voorstelden, hadden in zijn kinderlijk brein fantas tische voorstellingen van heldendaden en veldslagen gewekt. Hij was altijd trotsch op die beroemde vechtjassen geweest, alsof hij zelf onder hun va nen had gestreden. Het was het para dijs van zijn jeugd geweest, dit oude Newyorksche huis, een paradijs, waar oom Tobias hem botweg had uitgestooten, toen hij zijn leven naar zijn eigen inzicht wilde vormen, zooals dat het recht van eiken jongeman is. Natuurlijk had de oude heer het x. «K v... - -Cs "c*’ s c I $0

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5