de Jaarbeurs nadert van GIPSY DOTT ERFT EEN GEHEIM De tijd van de Jaarbeurs nadert weer - Een nieuw gymnasium te Arnhem Verkeersrijmpjes in Utrecht - Een bom menkamp - Verschenen postzegels w O MM L HAAGSCHE COURANT Vrijdag 14 Febr. 1941’ TWEEDE BLAD FEUILLETON Wartal SF (Stapf) D1CHT”-ADER DER New York (Nadruk verboden.) 24) ÏWordt vervolgd.), HET NIEUWE STEDE LIJKE GYMNASIUM AAN DE STATENLAAN TE ARNHEM, - dat onlangs in gebruik genomen is, nadert de algeheele voltooiing. Het fraaie gebouw. (Polygoon) HU DE DUITSCHE VLIEGERS IN ITALIË. Bommen van het zwaarste kaliber dienen den vliegers tot zitplaatsen, terwijl ze hun kameraden in de lucht, die terugkeeren van een vlucht, gadeslaan. (Holland) DE „D1CHT”-ADER DER UTRECHTSCHE VERKEERSPOLITIE. Men is te Utrecht aangevangen met op verschillende plaatsen op rijm gestelde verkeersvoorschriften op te stellen. Eén der borden wordt geplaatst. (Polygoon) 11 MAART A.S. WORDT TE UTRECHT DE VOORJAARSBEURS GE OPEND. Men is thans druk bezig met den opbouw van de bijgebouwen. r Polygoon) het havenkwartier van kind in huis was. Fox had ditmaal geen tijd om naar zijn breedvoerige uiteenzettingen te luisteren en sneed hem eenvoudig het woord af. Waar heb je Irene Fancy gezien, Briand? De schilder trok een bedenkelijk ge zicht. In een tamelijk obscuur café- tje, dat veel door zeelieden uit de ge- heele wereld wordt bezocht. Het heet „In de zeven sterren”, als de naam je tenminste iets zegt. Ja, ja, ik ken dat ding, antwoord de Fox. Berj je er zeker van, dat' Irene jou niet heeft gezien? De schilder grinnikte. O nee, stellig niet, want Ik heb dekking gezocht achter den rug van een stoeren Noorschen matroos. Zoo kon ik juffrouw Fancy, zoowel als de man, die zich in haar gezelschap be vond, ongestoord opnemen... Briand, je moet je vergist heb ben, mengde Gipsy zich in het ge sprek. Hoe zou Irene nu in zoo’n gelegenheid verzeild kunnen raken? Een vergissing is uitgesloten! Ik heb zelfs een vluchtige schets van hen beiden gemaakt. Een moment, dan zal ik haar even halen. Briand sprong op en haastte zich naar de deur, waar hij bijna tegen den inspecteur opbotste, die juist de kamer binnenkwam. Bratt begroette de drie vrienden kort en stak Gipsy zijn hand toe. U bent dus die jongedame van de hem kleinen blik van zoo kan zijn, ik sta geheel tot je beschik king. Je bent heel lief voor me, Bob, Ik zou graag hebben, dat je meeging naar het ziekenhuis. Ik... ik... Heb je haar dan gehoord? vroeg Fox haastig. Hoe laat ze is thuisgekomen, heb ik niet gehoord, antwoordde Briand, terwijl hij omstandig zijn ei onthoofd de, maar ik heb haar vannacht in de benedenstad gezien. Geluk kig heeft ze mij niet gezien, want dat zou ze misschien niet prettig hebben gevonden... Waar heb je haar gezien? riep Fox, niet in staat zijn nieuwsgierig heid nog langer te bedwingen. In een bekend établissement voor matrozen, mon cher ami, antwoordde de schilder. Je weet, dat ik vaak ’s nachts de matrozenkroegjes in het havenkwartier bezoek om studie te maken. Eh bien, ik verzamel types en vereeuwig ze in mijn schetsboek. Ik heb je m’n teekeningen al eens la ten zien en je hebt me bij die gele genheid nog een compliment gemaakt dat ze zoo goed waren. Raoul Briand was trotsch op zijn inderdaad opmerkelijk talent en zij, die hem kenden, wisten, dat hij in EEN BOMMEN-KAMP ACHTER HET FRONT. ITALIAANSCHE TROEPEN BEZIG MET HET MONTEEREN EN CAMOUFLEEREN VAN DE BOMMEN. Op dit oogenblik wees Gipsy Dott naar de glazen deuren, welke toegang gaven tot den tuin. Daar staat een agent, die uw aan dacht probeert te trekken, inspecteur! Aha, dat is sergeant Smith. Hij heeft zeker een boodschap voor me. Misschien nieuws over Gipsy’s verdwenen auto, veronderstelde Fox. Van zoo heel veel belang kan dat niet meer zijn, nu we Briands schets hebben gezien en het doel van Irene Fancy’s nachtelijken rit te weten zijn gekomen. Dat was inderdaad een sen sationeel nieuwtje! Maar daarin vergiste Jim Fox zich. Sergeant Smith bracht een nog sensa- tioneeler. Een bericht uit de benedenstad, inspecteur, zei hij. Het bureau in Manhatten Lane deelt mee, dat de oude vrouw Brander vermoord is. Ik heb een wagen voor de deur; als u er soms direct heen wilt gaan... Dit bericht sloeg in als een bom. Hunter ondersteunde Gipsy, die plot seling doodsbleek was geworden, Briand stond er met groote oogen van ontzetting bij en Fox greep Bratts arm en riep: We moeten er direct heen, in specteur. Je moet me meenemen! Wanneer is de moord gepleegd, Smith? vroeg Bratt. Dat weet ik niet, inspecteur. De misdaad werd ontdekt, toen de werk ster zich om acht uur vanmorgen aan den winkel vervoegde. Kom mee, Fox, zei Bratt, terwijl hij haastig de kamer verliet. Jim nam Gipsy’s handen in de zjjne. Wees maar niet bang, zei hij hartelijk, en zorg er voor om twee uur bij mijn oom te zijn. Je zult mij daar ook vinden. Ga intusschen naar het Bethlehemgasthuis, dan heb je dat tenminste achter den rug. Bob zal je wel willen vergezellen. Daarmee liep hij de kamer uit. Het komt me voor, dat we allen tezamen in een misdadigersaffaire verwikkeld zijn, zei Briand, toen het drietal all^n was achter gebleven. Het spijt me, dat deze ochtend zoo opwindend voor u begonnen is, miss Dott. Misschien is het 't beste, dat u nu eerst maar eens een flinke wande ling gaat maken, in... Bob Hunters ge zelschap, ja? Voor het eerst, zoolang hij kende, wierp Hunter den kunstschilder een vriendeljjken toe. Zachtjes trok hij den arm het meisje door den zijne, haar dwingend hem te volgen. Gipsy, zei hij hartelijk, ik vind het verschrikkelijk, dat je dit alles moet meemaken. Het zou me een lief ding waard zijn, als ik het je kon besparen, maar dat ligt he laas niet in mijn macht. Wanneer ik je met het een of ander behulpzaam erfenis? zei hij. Die zaak kost de politie heel wat hoofdbrekens, miss Dott. Bratt, Irene Fancy heeft zich uit de voeten gemaakt! riep Fox op gewonden. Ja, ja, dat weet ik. Ik ben al boven geweest. Ze heeft een kleinen handkoffer meegenomen, maar al haar overige bezittingen staan en lig gen er nog net zoo. Heb je miss Dott a’ gezegd, dat ze me even moet ver gezellen naar het Bethlehem-gasthuis Fox? Nog vóór de journalist gelegenheid hda te antwoorden, zei Gipsy: Ja inspecteur, maar ik ben er van overtuigd, dat het een vergeef- sche reis lal zijn. Ik ken dien vreem deling stellig niet. En... en dat Irene gevlucht zou zijn, kan ik ook niet ge- looven. Het is toch werkelijk zoo, jonge dame, zie Bratt grimmig. Van nacht is ze er tusschen uit getrokken en dat nog wel in uw wagen! Wat?! riepen Gipsy en Bob Hun ter, als uit één mond. Fox zal u die geschiedenis later wel eens vertellen. Hij heeft gezien, hoe miss Fancy zich uit de voeten maakte. Hebben ze het nummer nog er gens kunnen ontdekken, Bratt? vroeg de journalist. Nee, er is niets gemeld. Dat is wel heel jammer, want dan had ik tenminste een spoor gehad. Dat heeft het toeval ons geschon ken, lachte Jim. De kunstschilder IN JOEGO'SLA Vit nv.i.Air. SLK1L 1'UblZEGELS VER SCHENEN, waarvan de kleuren zijn 0.50 in groen, 1 Din. in bruin, 1.50 in blauw-groen, 2 in paars-blauw. (Stapf) Briand, één van onze huisgenooten, heeft Irene den afgeloopen nacht in een matrozenkroeg gesignaleerd en zelfs een schets gemaakt van haar, zoowel als van den man, die zich in haar gezelschap bevond. Waar is die meneer Briand? riep de inspecteur, hevig geïnteresseerd. Daar komt hij al! Briand huppelde, uitgelaten een schetsboek zwaaiend, de kamer bin nen. Hier heb ik het! riep hij, op zijn gewone, levendige manier. Ik vlei me, la belle Irene zeer natuurgetrouw te hebben weergegeven. Inspecteur Bratt nam den schilder het opengeslagen boek uit de hand. Ook de anderen bogen zich over de teekening. Wat?riep Bob Hunter plotseling verbaasd. Was Irene Fancy met die... die persoon samen? Met die en met niemand anders, antwoordde Briand. En ik kan jul lie verzekeren, dat het tweetal een zeer opgewonden gesprek voerde, waarvan ik helahs geen woord kon verstaan. Is die cavalier van miss Fancy geen buitengewoon interessant type met zijn gierengezicht? Dat klopt, zei Hunter droog. Alleen is hij geen man! Het is de oude vrouw Brander, van wie ik het halssnoer heb gekocht. Ik herkende haar onmiddellijk, niettegenstaande ze hier mannenkleeding draagt. Nee, maar dat is toch ongeloof lijk! riep Fox. Wat zeg jij daarvan, Bratt? - “UUGOSLAVNA BW Ui f '.S .7- -- - L s W V -T- h 3’ j 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5