HAAGSCHE COURANT AAN DEN ARBEID! a f; I I BINNENLAND Zaterdag 15 Februari 1941 IN EN OM DEN HAAG STADSNIEUWS VIERDE BLAD GASTARIEF I Samenwerking van gemeenten van No. 17802 „Geef ons het boek, AANGAAN VAN GELDLEENINGEN GEM. ELECTRISCH BEDRIJF Ontheffing inkomstenbelasting in verband met de loonbelasting OPENBAAR GEWOON EN UIT GEBREID LAGER ONDERWIJS I i y Voorstel tot afschaffing van de omreke ning in megacalorieën Bouw centrale werkplaats en garage met daarboven gelegen verdieping Kerels met vuist en hart, Geef ons de schop, En een frisschen kop”. TERAARDEBESTELLING MEJ. A. H. R. HOOGEZAND J. A. SCHELL OVERLEDEN Aanvullend voorstel aan den Gemeenteraad Mogelijkheid tot vorming doelcorporaties S i overeen- OOM KOOS. van van jaar oud- de de van arti- Ge- het VERVANGING VAN DEN GEMEENTE SECRETARIS Krachtens art. 28 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Xlemeenteraad, hebben B. en W., bij ont stentenis van den Gemeentesecretaris, den heer W. F. Wijthoff, refendaris-chet van de afdeeling Financiën der Gemeen tesecretarie, aangewezen om hem te ver vangen. Genoemd artikel bepaalt o.a,. dat. indien de vervanging van den secre taris langer dan een maand noodig blijkt, deze aan de goedkeurig van den Raad moet worden onderworpen. Daar dit geval zich voordoet, stellen B. en W. den Raad vcor aan deze voorziening, voor zoolang zij noodig blijkt, zijn goedkeuring te hechten. De Staatscourant van gisteren bevat het reeds aangekondigde besluit van den secretaris-gene- raal van het departement van Financiën tot uit voering van het besluit op de loonbelasting. De eerste drie artikelen van dit besluit luiden als volgt Artikel 1. Aan dengene, die in de belastingen naar het inkomen over het belastingjaar 1940/41 is aange slagen uitsluitend ter zake van opbrengst van in dienstbetrekking verrichten arbeid en vóór 1 Mei 1941 inkomsten geniet, welke aan de loonbelas ting zijn onderworpen, wordt op zijn verzoek een ontheffing van zijn aanslag verleend over vier maanden. Artikel 2. Aan dengene, die in de betastingen naar het inkomen over het belastingjaar 1940/41 is aan geslagen mede ter zake van opbrengst van in dienstbetrekking verrichten arbeid en vóór 1 Mei 1941 inkomsten geniet, welke aan de loonbelas ting zijn onderworpen, wordt op zijn verzoek een ontheffing op zijn aanslag verleend ten be drage van de belasting over vier maanden, welke verschuldigd zou zijn geweest, indien hij uit sluitend opbrengst van in dienstbetrekking ver richten arbeid had genoten. De aldus berekende ontheffing mag echter niet het bedrag van een ontheffing van zijn aanslag over vier maanden overtreffen. Artikel 3. Indien wegens een feit, dat zich vóór 1 Januari 1941 heeft voorgedaan, ingevolge artikel 95 der wet op de inkomstenbelasting 1914 ontheffing wordt verleend, wordt de ontheffing ingevolge de vorige artikelen berekend over de opbrengst van in dienstbetrekking verrichten arbeid, welke in het overgebleven belastbaar inkomen, bedoeld in het tweede lid van het genoemde artikel, is begrepen. In afwachting van de totstandkoming van de in artikel 1 van het besluit op de loonbelasting 1940 bedoelde enkele inkomstenbelasting wordt terzake van feiten, welke zich na 31 December 1940 voordoen, geen ontheffing ingevolge hoofd stuk 13 der wet op de inkomstenbelasting 1914 verleend. dienst. De begrafenis zal Maandag a.s. om 3 uur op Oud Eik en Duinen alhier ge schieden. de uitvoering hiervan is eveneens ont vangen. Dit terreingedeelte wordt bestreken door de Verordening tot regeling van de bebouwing van gronden, gelegen aan de Van-Boecopstraat, den Noord-West-Bui- tensingel en den Loosduinscheweg en vormt een randstrook van deze gronden. In verband met laatstbedoelden bouw zal de Verordening eenige wijziging behoe ven, welke wijziging t.z.t. ware te regelen. De kosten van uitvoering van dit werk worden geraamd op 235 000,In totaal zal dus f 475.00,beschikbaar moeten worden gesteld. B. en W. geven den Raad mitsdien in overweging goed te keuren, dat de bo venomschreven werken worden uitge voerd. heeft nagevolgd, zoodat vergelijking tus- schen de gasprijzen hier en elders daar door bemoeilijkt wordt, terwijl ook het Regeeringsvoorschrift omtrent eventueele prijsverhooging enkel spreekt van kub. meters en niet van megacalorieën. B. en W. geven derhalve den Raad in overweging, de omrekening op mega calorieën af te schaffen. Voor het gas, dat thans per megacalorie tegen 2J, IJ en 1 cent wordt berekend, ware de prijs op 10, 6 en 4 cent per kub. meter vast te stellen, zoodat de prijs gelijk blijft bij een calorische waarde van 4 megacalorieën per kub. meter. Bij be taling van vastbedrag kosten dan de eerste 75 kub. meter per maand 6, de volgende 4 cent per kub. meter, terwijl zij, die geen vastbedrag betalen, 10 ct. per kub. meter hebben te voldoen. De wijziging zou kunnen ingaan per 1 Maart a.s. Indien de Raad zich met dit voor stel zou kunnen vereenigen zijn B. en W. voornemens ten aanzien van de uit het raadsbesluit van 9 De cember 1940 voortvloeiende verdere gasprijsverhoogingen voorloopig nog even den loop van zaken af te wachten. Bij zijn besluit van 23 Mei 1938 heeft de Raad het thans geldende Gastarief vastgesteld en daarbij o.m. voor het over gewone meters geleverde gas de bereke ning per megacalorie ingevoerd. Voor pen- ningmeters (plm. 65.000 van de plm. 140.000) en ook voor de grootverbruikers stuitte dit af op practische bezwaren. De toestand komt dus feitelijk hierop neer,, dat bij een groep van rond 75.000 verbruikers verrekening der gaskwaliteit plaats heeft, terwijl bij een groep van rond 65.000 verbruikers, zulks niet geschiedt. Zoolang de gashoedanigheid weinig schommelt, is dit nog toelaatbaar, hoewel niet geheel juist Thans doet zich echter het feit voor, dat vooral door het ontbreken van gas olie voor de carburatie van watergas de gashoedanigheid sterker verschillen ver toont dan vroeger. Het warmtegevend vermogen is in perioden van groot ver bruik, wanneer veel watergas moet wor den toegevoegd, onvermijdelijk lager dan voorheen. Was dit vroeger 4 tot 4.1 mega calorie per kub. meter, zoo zal thans en ook in de naaste toekomst'een cijfer van 3.8 tot 3,9 nu en dan voorkomen, terwijl in de zomermaanden wellicht weer 4 zal worden bereikt en nu en dan overschre den. Onder deze omstandigheden is het meten met twee maten onbillijk te achten. Daar komt bij. dat geen enkele gemeen te de Haagsche wijze van berekening Vaststelling kosten per leerling Ter vaststelling van de vergoeding aan het bijzonder lager onderwijs krachtens de Lager Onderwijs-wet 1920 legt die wet den Gemeenteraad de verplichting op jaarlijks, tegelijk met het vaststellen van de gemeentebegrooting, te bepalen, welke bedragen in het jaar, waarvoor de be groeting geldt, voor openbare scholen per leerling voor de exploitatie beschik baar gesteld zullen worden. In gemeen ten, waar bijzondere scholen zijn, waar van het schoolgebouw door het bestuur in bruikleen is ontvangen, moet tevens worden bepaald, welk bedrag per leerling beschikbaar zou worden gesteld, indien de kosten van instandhouding van de ge bouwen der openbare scholen, met uit zondering van de geringe en dagelijksche reparaties, niet ten laste van de Gemeen te zouden komen. Aangezien ten tijde van de behandeling van de ontwerp-gemeentebegrooting voor 1941 nog niet bekend was. wat het Rijk zou doen ter verbetering van de leerlin- genschaal, welke verbetering zou leiden tot opheffing of althans inkrimping van het instituut der zelfstandige kweekelin- gen, waarvan de kosten in bovengenoem de bedragen verwerkt moeten worden, heeft de Gemeenteraad in zijn vergade ring van 9 December 1940 besloten, met de vaststelling van bovenbedoelde be dragen te wachten tot het tijdstip, waar- op het Rijk zijn standpunt zou hebben bepaald, doch uiterlijk tot 1 Maart 194L Nu de verlaging van de leerlingen- schaal nog niet tot stand is gekomen, meenen B. en W. niet langer met de vaststelling van die bedragen te moeten wachten. Hierin zijn de geraamde koste» van het instituut der zelfstandige kwee- kelingen mede verwerkt. Uit de gemaakte berekeningen blijkt, dat in 1941 voor de scholen voor gewoon en uitgebreid lager onderwijs onderschei denlijk ƒ15,81 en 23,09 per leerling be schikbaar behoort te worden gesteld, welke bedragen voor scholen, waarvan het gebouw in bruikleen is ontvangen, kun nen worden gesteld op ƒ15,81 min /0.54 is 15.27 voor de scholen voor gewoon lager onderwijs, 23.09 1.59 is /21.5O voor de scholen voor uitgebreid lager onderwijs. B. en W doen den Gemeenteraad «M voorstel in dezen zin. De centrale werkplaats, alsmede de wasch-, kleed- en schaftlokalen van het Gemeentelijk Electrisch Bedrijf zijn sinds tal van jaren bij wijze van voorloopigen maatregel ondergebracht in een plaat ijzeren loods aan de De-Constant-Re- becquestraat. Het is niet wenschelijk dezen toestand, welke verschillende bezwaren oplevert, langer te bestendigen. Weliswaar kon aan het euvel van zeer hooge temperaturen in den zomer en lage in den winter ten deele worden tegemoetgekomen door be- kleeding van de wanden, doch het ernstige bezwaar van den betrekkelijk grooten afstand tusschen de Centrale, het ketelhuis en de loods wordt nog steeds gevoeld. Niet alleen wordt ten gevolge hiervan veel tijd verloren, maar boven dien is, doordat de loods aan de overzijde van de straat is gelegen, het toezicht op personeel en op materiaal moeilijk. Nu doet zich bovendien de omstandig heid voor, dat de Plaatselijke Telefoon dienst dringend behoefte heeft aan het terrein, dat thans gedeeltelijk door de loods wordt ingenomen. B en W. vinden in een en ander aanlei ding om den Raad voor te stellen thans tot den bouw van een centrale werkplaats op het terrein van het G.E.B. over te gaan. De voor de uitvoering vereischte vergunning van den Algemeen-Gemach- tigde voor den Wederopbouw is bereids verkregen. De kosten van uitvoering wor den geraamd op 240.000, In de loods aan de De-Constant-Re- becquestraat worden thans ook verschil lende auto’s van het G.E.B. ondergebracht, terwijl weer andere auto’s een plaats moeten vinden in de verspreid gelegen, te kleine en weinig doelmatige ruimten op het terrein van het G.E.B. Verande ring hiervan is mede dringend noodig. B, en W. leggen daarom tevens aan den Raad een ontwerp over voor den bouw van een garage met 12 boven en daar boven gelegen werkplaatsen, benevens een portiersruimte op een terrein aan de Bautersemstraat, /enzende aan dat van *>»t G.E.B. De verèischte vergunning voor Gistermiddag is op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen het stoffelijke over schot teraardebesteld van mej. A. H. R. Hoogezand, in leven onderwijzeres aan de openbare school voor slechthoorenden aan de Nieuwe Schoolstraat alhier. Tal rijke collega’s van de overledene, leer lingen met hun ouders, oud-leerlingen en belangstellenden waren op het kerkhof tezamen gekomen om de zeer geliefde onderwijzeres, die na een kort ziekbed van hen was heengegaan, voor het laatst een groet te brengen. Ook gaven van hun belangstelling blijk de heeren W. P. Blokpoel, gemeentelijk inspecteur van het Onderwijs, en P. A. Sparenburg. se cretaris van de propaganda-commissie van de Haagsche afdeeling van de Ver. van Slechthoorenden. In den stoet kwam mee de heer W. Goedegebuure, hoofd der school voor slechthoorenden. De kinderen uit de klas van mej. Hoo gezand stonden ter weerszijden van de Donderdag is hier ter stede, 83 oud. overleden de heer J. A. Schell. «««- hoofdofficier van den Marinestoomvaart- Het oude probleem van de overgeplaatste markt is nog altijd een probleem. Sinds de ver huizing naar de Herman Costerstraat is het sukkelen geworden en sukkelen gebleven. Ik weet wel, dat de omstandigheden daar ook het hunne toe hebben bijgedragen, doch niettemin ligt het feit er toe en de gemeente moet thans aan den exploitant een helpende hand reiken. De algemeene kas zal er een veer voor moeten laten en in aanmerking genomen, dat deze ex ploitant tegen zijn wil in moeilijkheden is ge komen, lijkt dit niet onbillijk. Trouwens zoodra de toestanden zich hersteld hebben, zal ook hier een opleving den verderen steun van de ge meente overbodig maken en een verandering ten goede te weeg brengen. We nemen dus maar aan, dat dit de laatste tegenslag voor de aloude markt is geweest. Dezer dagen het hoofdpostkantoor eens be zoekende, nam ik mijn weg door de Prinsestraat en ik kwam toen tot de ontdekking, dat het trottoir in die straat aan de zijde van het post kantoor in niet al te besten staat verkeert. De tegels liggen ongelijk en zijn voor een deel be schadigd, waardoor putjes zij., ontstaan en vooral bij duisternis ongelukken zeer gemakke lijk kunnen voorkomen. Zou Gemeentewerken er niet eens een oogje aan willen wagen en in dien men met mij van meening is, dat herstel noodig is en indien er gelden voor beschikbaar zijn, kan men dan, nu de vorst afgeloopen is, deze zaak ter hand nemen Trouwens, er zijn meer van die gedeelten in onze stad waar het noodig zou zijn voor de heeren van Gemeentewerken om hun wakend oog eens over te laten gaan. Vooral onze dames met hooge hakken zullen er hun hoogst dank baar voor zijn. Ik heb me namelijk door Wies laten vertellen hoe die hooge hakken in de on gelijke trottoirs reeds menigmaal vrouwen tranen tengevolge hadden. Onze centrale keuken zal nu toch binnen niet al te langen tijd in werking worden gesteld. Gehoord de uiteenzettingen van de autoriteiten mag wel verwacht worden, dat de keuken aan de gestelde verwachtingen zal beantwoorden en haar nut afwerpen. Het is een instelling, welke aller belangstelling en steun verdient om het gevraagde doel te bereiken. Het is ook daarom, dat ik van de aanstaande ingebruikneming met vreugde gewag maak en er hier even de aan dacht op vestig. Dat zelfde doe ik ook gaarne ten opzichte van de V.V.V., d.i. zooals men weet de vereeniging, welke het vreemdelingen verkeer naar Den Haag in goede en goed be zette banen wil leiden. Nu er echter minder vreemdelingen komen, heeft de vereeniging ge meend ook goed werk te verrichten door haar eigen stadgenooten aan te sporen eens wat meer uit te gaan. Een smakelijke folder, o.a. in de trams hangend, vertelt hoe door de later rijdende trams iedereen zijn huis nog kan bereiken na afloop van de verschillende tingen. In haar campagne om weer uit te doen gaan, heeft meer pijlen op haar boog en B. en W. hebben den 24en Januari aan den Gemeenteraad het voorstel gedaan tot het aangaan van een aantal onder- handsche 4j pCt. geldleeningen, tot een totaal bedrag van 3.900.000, met welk voorstel de raad zich heeft vereenigd. Er waren destijds nog twee aanbiedin gen loopende, waaromtrent thans in be ginsel overeenstemming is verkregen. Het betreft twee 4J pCt. geldleeningen, elk groot ƒ50.000, met eeh looptijd van 30 jaren, die op eenvoudige schuldbeken-, tenis kunnen worden gesloten. De overige voorwaarden komen overeen met die, genoemd in bovenbedoeld voorstel. B en W zouden ook deze beide aanbie dingen willen aanvaarden en doen een voorstel in dien zin aan den Raad. Dit betreft het aangaan met de stichting „Beambtenfonds van de Maatschappij tot Exploitatie van Limburgsche Steen kolenmijnen”, gevestigd te Heerlen, van een geldleening groot 50.000, en een leening tot hetzelfde bedrag, aan te gaan met de stichting Beambtenfonds Werkspoor N.V. te Amsterdam. baar opgesteld. Het eerst sprak de heer A. J. van Haaften namens de familie van de overledene. Hij dankte zijn schoonzus ter voor wat zij hem en de familie had gegeven. Zij was altijd vol vroolijkheid en blijdschap en iemand van stil gelooven en zwijgend handelen. De nagedachtenis zal bij ons steeds in eere gehouden wor den. De heer W. P. Blokpoel zeide onder meer, dat mej. Hoogezand in haar leven het openbaar onderwijs gediend had op een wijze, die boven allen lof verheven was. Meer dan 14 jaren heeft zij aan de Schoolstraat gewerkt. In die hoedanig heid zullen ouders en onderwijzers haar zeer missen. Het hoofd van de school, de heer Goedegebuure, schetste de overle dene als iemand, die de moeilijke kunst verstond, met slechthoorenden om te gaan en hun bij te brengen, wat voor hen na derhand van waarde was. Nog onlangs verliet een slechthoorende jongen de am bachtsschool met de hoogste onderschei ding, die door de school wordt verleend, dank zij de grondslagen van mej. Hooge zand. Vervolgens getuigde de heer J. Ver niers, hoofd der openbare lagere school aan de Stortebekerstraat, waar mej. Hoo gezand vroeger onderwijzeres geweest was, van den eerbied voor haar bijzon dere persoonlijkheid, gekenmerkt door bescheidenheid, liefde en vriendschap. Ze dacht nooit aan zichzelf en hielp steeds anderen eerst. De heer R. A. van Pelt, collega van de overledene, zeide, hoe mej. Hoogezand altijd de goede sfeer wist te scheppen in de school. Hij besloot met het zingen van een lied „Levensvoor waarden”, op muziek van hem zelf, met Woorden van mevrouw K. A. Bakker- Schwitters, een vriendin van de overle dene. De organist, de heer J. R. Gravelotte, speelde bij het binnenkomen het Largo van Handel en de gezangen 94 en 280 uit den Nieuwen Bundel, bij het verlaten der aula het Choral uit de Mattheus Passion, >,Wenn Ich einmal soil scheiden”, J. S. Bach. In het Verordeningenblad komt voor een be sluit van den secretaris-generaal van het depar tement van Binnenlandsche Zaken in zake uit breiding van de in de artikelen 129 tot en met 146 van de Gemeentewet geregelde mogelijkheid tot vorming van doelcorporaties. Dit besluit luidt als volgt Artikel 1. (1) Regelingen ter gemeenschappelijke behar tiging van belangen kunnen door de gemeenten mede met andere publiekrechtelijke lichamen als ook met stichtingen, vereenigingen, maatschap* pijen en natuurlijke personen, worden getroffen. (2) Binnen de grenzen hunner bevoegdheid kunnen mede de burgemeesters voor de ge meenten dergelijke regelingen treffen en wel zoowel met de burgemeesters van andere ge meenten alsook met andere publiekrechtelijke lichamen, met stichtingen, vereenigingen, maat schappijen en natuurlijke personen. (3) De artikelen 129, leden 2 en 3, 130 tot en met 137 van de Gemeentewet vinden komstige toepassing. Artikel 2. (1) Onverminderd het bepaalde in kelen 138 tot en met 145 en 146 van meentewet kan de secretaris-generaal departement van Binnenlandsche Zaken in het algemeen belang bepalen, dat gemeenten, hetzij onderling, hetzij met andere publiekrechtelijke lichamen, met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 1, leden 2 en 3, van dit besluit regelingen ter gemeenschappelijke behar tiging van belangen treffen of bestaande rege lingen wijzigenhij kan de ter zake noodige aanwijzingen geven. (2) Indien binnen een door den secretaris generaal gestelden tijd de regeling of de wijzi ging der regeling niet tot stand is gekomen, treft hij, den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, gehoord, de noodige voorzieningen. Artikel 3. In de gevallen, bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2, en in de gevallen, bedoeld in artikel 2, voor zoover het bij deze laatste gaat om samenwer king tusschen gemeenten en andere publiek rechtelijke lichamen of tusschen burgemeesters onderling, treedt de secretaris-generaal van het departement van Binnenlandsche Zaken in plaats van Gedeputeerde Staten als toezichthoudend or gaan op. Artikel 4. De ter zake van dit besluit noodige uitvoe ringsbepalingen worden door den secretaris generaal van het departement van Binnenland sche Zaken uitgevaardigdzij worden in de Nederlandsche Staatscourant bekend gemaakt. vermaaksinrich- ons Hagenaars de V.V.V. nog indien ieder op zijn eigen wijze medewerkt dan kan de actie zeker slagen. Tot voordeel van iedereen. Dat staat wel vast. Ik vermoed ook of eigenlijk is dat wel zeker, dat ook Maatschappij Zeebad thans zint op de middelen om onze badplaats in het aanstaande seizoen zoo aangenaam mogelijk te maken. Na een strengen winter komt gewoonlijk een mooie zachte zomer en daarop speculeerende zou men dus zeggen, dat men in dat opzicht althans den wind in de zeilen heeft. Onder die omstandig heden zou het ook best kunnen zijn, dat Scheve- ningen een goed seizoen tegemoet gaat. Hoe doen we dat echter met onze badpakken, vroeg Wies dadelijk en zij voegde er bij, dat iedere vrouw gaarne in een nieuw seizoen een nieuw badpak heeft. Me dunkt, dat de baders het dan maar eens een jaartje extra moeten doen met de zwemkleedij, tenzij natuurlijk de motten bij haar, die ze niet mot-vrij wisten op te bergen, een kink in den kabel brachten. Maar die moeten het dan maar op de textiel-kaart zien uit te zuinigen, was Jodocus’ repliek. Ik ga in ieder geval in m’n oude zwempak, want wij vrijgezellen hebben onze textiel-kaart en onzen zeepbon veel te hard noodig, zoodat we geen kromme sprongen kunnen maken. En mode Wat maalt een man om mode Wies kuchte veelbeteekenend en sarcastisch.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 13