voor GIPSY DOTT ERFT EEN GEHEIM Oud betonijzer is waardevol - De geweldige brand te Santander - Het nieuwe uniform voor de Nederlandsche politie - Een verhuizing per vaartuig S i MM l 11 i i FEUILLETON 1 1 HAAGSCHE COURANT ZalerHag T Maarf Ï9TT TWEEDE BLAD 1 II ■- o i mr. of ver- zoo dat ft Wordt vervolgd^ ZUINIGHEID MET MATERIALEN. Het bij het puinruimen te Rotterdam gevonden betonijzer wordt op een terrein aan de Merwedehaven op geïmprovi seerde aambeelden recht geslagen, daarna naar dikte en lengte gesorteerd, om bij den wegenbouw gebruikt te worden. (Polygoon) 9 beteekenis, -1 woord men noe- een (Nadruk verboden.) HET GOEDGEKEURDE UNIFORM VOOR DE NEDERLANDSCHE POLITIE. Het nieuwe uniform, dat in de toekomst door de Nederlandsche pointe zal worden gedragen, is vervaardigd van blauw laken of blauw whipcord. Op de platte pet zal het gemeentewapen aangebracht worden, terwijl .daar op een blauwe cocarde met de kleuren rood, wit en blauw zal komen. Eenige agenten met het nieuwe uniform, anderen met lange overjassen. (Polygoon) IN DE WATERRIJKE STREEK IN DE OMGEVING VAN LOENERSLOOT verhuist men niet, zooals in de groote steden, per as, doch per schuit Het laden van een „verhuisschuit” in den Amstel (Polygoon) TROUWE HELPERS. Onvermoeid zorgt het grondpersoneel voor zijn beschermelingen een foto gemaakt op een vliegveld in Italië. (Hoffmann]) Wat is er? vroeg Harris Frank Wantrouwend. Maar Jim Fox liet zich niet heel gauw uit het veld slaan. Zie je dien politieagent daar, ka pitein? fluisterde hjj. Die heeft me eens te pakken gehad, maar toen heb ik hem een unner cut onder ziin kin 37) Waar is Jim? Je hebt me toch getelegrafeerd, dat hij zou meeko men, Bob! Deze woorden bereikten het oor van een slanken jongeman, die in gezel schap van een somber voor zich uit starenden heer met een zwarten baard en een breedgeranden hoed, het groep je passeerde. Het was Jim, die het wel had kunnen uitjubelen, maar in plaats daarvan haastig den kraag van zijn jas opzette en zijn hoed wat die per over het voorhoofd trok. Een nau welijks verstaanbaar „Ai” ontsnapte aan zijn lippen. DE REUSACHTIGE BRAND IN SANTANDER, welke gedurende den laatsten storm woedde, verwoestte een derde gedeelte van de stad. Meer dan 30.000 personen zijn dakloos geworden. De Mendez Nunezstraat na den brand. de neef op dit zelfde oogenblik in de havenwijk van Frisco vertoefde en dat nog wel in gezelschap van Harris Frank! Behalve Cresson, Bob Hunter en de rest van diens gezelschap nam nog een ander aan den maaltijd deel. Het was een weliswaar niet meer jonge, maar stevig gebouwde man met grij zend haar, dien John Cresson als Abel Cross, kapitein van zijn jacht „Zee zwaluw” had voorgesteld. Cross zou het gezelschap naar Honoloeloe bren gen. De stoere zeeman had tot dusver ge zwegen, maar het verhaal van Bob Hunter had hij met groote aandacht gevolgd. Ook had hij Gipsy Dott een paar maal belangstellend opgenomen. Toen Hunter aan het eind was van zijn relaas, schraapte hij een paar maal bedachtzaam zijn keel. Cresson wist, dat dit gewoonlijk de ir.eiding vormde tot een of andere opmerking van den zwijgzamen Cross<en om hem op gang te helpen, vroeg hij lachend: Wel, wat heb je op je hart, ka pitein? Hm, tja, ik wilde alleen maar zeggen, dat ik uw grootvader goed heb gekend, miss Dott, zei Cross op een toon, alsof het de gewoonste zaak van de wereld betrof. En over dat houten halssnoer heb ik ook allerlei gehoord. zeer vluchtige. Later heb ik wel eens gehoord, dat die ketting van den in boorlingenhoofdman in zijn bezit is gekomen. En daarmee is mr. Cranen- burg natuurlijk een gefortuneerd man geworden. Onzin, lachte de notaris, dat ding zag er heelemaal niet naar uit, of het eenige waarde vertegenwoor digde... Nee, maar de waarde zat er in, viel de kapitein hem in de rede. In de geheele Zuidzee wist men immers, dat de ketting de schatkamer vormde van den ouden hoofdman Kaurakéh en dat er een vermogen in was verbor gen. Hoe moet ik dat opvatten. Cross? Wel, heel eenvoudig! De dikke, houten kralen zjjn hol en kunnen met een of ander instrument worden losge schroefd. Elk van de kralen bevat een zeer grooten echten patel en dat is op zichzelf toch al een vrjj kostbaar be zit, dunkt me. Zijn toehoorders staarden hem met open mond aan. Tobias Fox was de eerste, die woorden vond. Het waren dertig groote kralen, steunde hij, ik heb ze geteld. Dat is je reinste schatkamer... Ja, maar ze zjjn weg, verdwenen, gestolen! riep Hunter. Gipsy, zeg jij toch ook eens watl Van alle kanten klonken uitroepen van verbazing. Kapitein Cross zag zich plotseling in het middelpunt der belangstelling geplaatst en werd er zoowaar verlegen van. Wilt u ons daar niet wat meer van vertellen, kapitein? vroeg Gipsy. Vertel alstublieft direct alles, wat u weet! viel Bob Hunter haar nieuwsgierig bij. Waar hebt u miss Dotts grootvader leeren kennen? In de Zuidzee, waar hij met zijn boot „Avontuur” ter parelvisscherjj ging. Hij had gewoonlijk twee andere mannen bij zich: José Santos en Tom Wendt... De beide getuigen, die Cranen- burgs testament hebben onderteekend, riep Bob verrast. José Santos is miss Dott bekend. Maar wie is Tom Wendt? Wendt is de stiefzoon van Santos, antwoordde de kapitein. Hunter keek Gipsy vragend aan, maar deze haalde haar schouders op. Ik wist niet, dat José Santos een zoon had, zei ze. Ik ken alleen zjjn dochten Vertelt u verder, kapitein, zocht Hunter. Heeft mr. Cranen- burg succes gehad op de parel- visscherij? Heeft hij daarmee een ka pitaal bijeen gegaard? Dat weet ik niet, want onze ken nismaking was tenslotte mair een welke gewoonljjk wordt gegeven niet, het eigenlijk wel z men. In de haven staking onder de .5 Ik kan het verdwijnen van dien ketting heusch niet zoo tragisch op vatten, Bob. Het ding heeft me al ek lende genoeg bezorgd! Er bestaat nog altjjd een kans, dat uw grootvader de parels uit het snoer heeft verwijderd, miss Dott» meende de kapitein haar te moeten troosten. Dat geloof ik niet, antwoordde de notaris. Daarvoor zijn die schel men al te fel op het ding geweest» Maar het ware zullen we natuurlijk pas in Honoloeloe van notaris Tomp son hooren. Wanneer kunnen we vertrekken. John? vroeg Bob Hunter, die zijn geduld nauwelijks kon bedwingen er7«Dae Vra?g m°et ik aan kaP«ein Cross doorgeven, antwoordde John Cresson. Ik heb het jacht direct na ontvangst van het telegram reisvaar dig laten maken, zoodat we desize- wenscht direct aan boord zouden ki£ 2! gaa"’.maar intusschen is er weer een kink m den kabel gekomen... Een misdaad in de aan nee, hoewel zoo zou kunnen .1 van Frisco is zeelieden uitgebro. gegeven en ben ik er vandoor gegaan. Vlug, hier uit! siste Harris Frank. Anders herkent hij je! Grijnzend slofte Jim achter zijn metgezel aan. John Cresson bracht zijn vriend en diens gezelschap naar zijn villa, waar kamers voor de gasten in gereedheid waren gebracht. Bij den gemeen- schappelijken maaltijd vertelde Bob Hunter van Gipsy’s erfenis en de daaruit voortgevloeide geheimzinnige gebeurtenissen. Ook Jim’s aandeel in de zaak kwam daarbij ter sprake. Toen Bob van den overval in het thea ter vertelde, toonde Daisy Parker zich ernstig ongerust, maar Tobias Fox’ verzekering, dat de ijverige re porter reeds vrijwel geheel hersteld was, bleek voldoende om haar weer op haar gemak te stellen. Dan zullen we het maar als zjjn gerechte straf beschouwen, omdat die nare jongen zich zoo onhebbelijk te genover me heeft gedragen, lachte ze overmoedig. Heb ik gelijk of niet, oom Tobias? De notaris was dezelfde meening toegedaan en overwoog in stilte, Daisy en Jim toch nog niet een paar zouden kunnen worden. Het was toch werkelijk jammer, dat Jim de reis niet had kunnen meemaken. De oude heer had er nu eenmaal geen flauw vermoeden van. dat zi’n ondernemen- (Polygoon) EXTRA NAG^IEN WORDEN. NU HET IJSSELMEER VOOR HET GROOTSTE GEDEELTE IJSVRIJ IS, TREKKEN DE VOLENDAMMER-VISSCHERS ER WEER OP UIT. DAAR DE NETTEN DOOR HET IJS NOGAL SCHADE HEBBEN OPGELOOPEN, MOETEN ZIJ EENS L&4? A H L.< W i o w» i OI> (Scherl) ik? vr Weer geen misdaad. hoop ik? vroeg mr. Fox. p - w Bl UI

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5