het echtpaar Speenhoff m van Huldiging van het echtpaar Speenhoff in Diligentia - Voetbalwedstrijd H.B.S.-BlauwWit op Houtrust - Vakschool voor vlasbewerking te Steenbergen o 1 EEN GEHEIM GIPSY DOTT ERFT Md TTAAGSCHE COURANT MaanHag 3 Maart 194T TWEEDE BLAD FEUILLETON 1 IpVordt - - ’4 i s»; - - EEN DUITSCH GEVECHTSVLIEGTUIG VAN HET TYPE FOCKE WULF (Holland) „CONDOR” BOVEN VIJANDELIJK GEBIED. niet was, tot dienst, onbekende O OP HOUTRUST IN DEN HAAG werd Zondag in den stroo menden regen de voetbalwedstrijd H.B.S.Blauw Wit (21) gespeeld. Tijdens een aanval van H.B.S. op het Blauw Wit-doel. (Polygoon) DR. TH, GOEDEWAAGEN, secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, heeft Zaterdag in het Stedelijk Mu seum te Amsterdam de tentoonstelling van beeldhouwwerk bezocht V.Ln.r. de heeren Dirk Wolbers, Eduard Gerdes en Dr. Goedewaagen. (Polygoon) (Nadruk verboden.) DE VOETBALWEDSTRIJD H.B.S—BLAUW WIT. Een tweetal per sonen had den moed den geheelen middag den regen te trotseeren. Een kijkje op de staantribune, waar de man van het scoringbord aanwezig was, benevens één toeschouwer. (Polygoon) die ge- drong Daisy ongeduldig aan. In geen geval wilde ze laten blijken, dat dit lid van de bemanning in zjjn keurige uni- EEN GROOT GEZELSCHAP VRIENDEN EN BEWONDERAARS was in Diligentia in den Haag bijeengekomen om Koos Speen hoff te huldigen in verband met het feit, dat hij veertig jaar ge leden voor het eerst op de planken kwam. Een ontroerend oogen- blik tijdens de huldiging van Koos en Caesarina Speenhoff. De bejaarde actrice Mevr, van Eysden-Vink (in het midden) biedt het echtpaar haar gelukwenschen aan. (Schimmelpenningh) haar al te zeer scheen te missen. „Mijn liefste Daisy!” stond daar duidelijk boven de weinige regels, welke het epistel bevatte, waar haal de hij de brutaliteit vandaan? Zijn liefste Daisy was ze nog lang niet, ook al had ze zich dan dagenlang ver heugd op dit oogenblik, waarop hjj haar weer zoo zou noemen en al had ze het dan als een smartelijke teleur stelling gevoeld, dat hij op deze reis, waarvan ze zich zooveel had voorge steld, niet bij haar zou zijn... „Je aanwezigheid op het perron in San Francisco, in gezelschap van oom Tobias, Gipsy Dott, Cresson en de anderen, gaf mij reden te veron derstellen, dat je de reis met de „Zeezwaluw" naar Honoloeloe zult meemaken. Hoe ik je daar kon zien, terwijl ik eigenlijk gewond in het Bethlehemgasthuis in New York be hoorde te liggen, vertel ik je later. Ik heb op het oogenblik geen gelegenheid voor uitvoerige explicaties. Voorloo- pig met een beroep op onze oude, onvergankelijke vriendschap slechts een vriendelijk verzoek: be waar bijgaand halssnoer, dat je als het eigendom van Gipsy Dott zult herkennen, zorgvuldig tot ik, of een ander, dien je kunt vertrouwen, je er in Honoloeloe om zal vragen, maflt spreek er met niemand overt DE BEKENDE ZUID-HOLLANDSCHE SCHAATSENRIJDER PIET KEYZER uit de Lier, de feitelijke winnaar van den Elfstedentocht 1940, werd Zondag in den Haag door het bestuur van den Zuid-Holland- schen Ijsbond gehuldigd. Niet alleen voor zijn prachtige prestatie in den vorigen Elfstedentocht, doch ook voor zijn overwinning op de 5000 meter tijdens de nat. kampioenschappen te Bergen in Januari j.l. De heer H. Veth, voorz. Z.H.IJ.B., speldt hem een medaille op. (Schimmelpenningh) u het het be- DE VLASSERSOPLEIDING TE STEENBERGEN. Onlangs werd te Steen bergen een vlasschool geopend. De leerlingen aan de „bookmachine” (beuk- machine) onder leiding van Adr. Vanderputten. (Het Zuiden) den die twee elkaar niet eens... Met koortsachtige haast begon ze de touwtjes los te peuteren, maar toen dat te veel tijd bleek te vorderen, sprong ze op en greep een schaartje van de toilettafel. Touw en papier vie len naast haar op den grond en het volgende oogenblik staarde ze gefasci neerd naar het exotische sieraad in haar hand. Zonder dat ze het ooit had gezien, begreep ze, dat dit het halssnoer moest zijn, dat deel uitmaakte van Gipsy Dott’s zonderlinge erfenis en waarvan kapitein Cross had verteld, dat het een kapitaal aan paarlen in zich borg. Ze liet de houten kralen even vluch tig door haar vingers glijden, nog steeds onder den indruk van het ver rassende oogenblik, maar dat duurde niet lang. Meer dan de ketting, welke voor een modern Amerikaansch meisje slechts weinig aantrekkelijks ..ad, interesseerde haar de brief van Jim, welken ze bij haar nadere be schouwing van het halssnoer op de waschtafel had gelegd. Ze scheurde de enveloppe open en ja, dat was het haar bekende handschrift van Jim, alleen nog wat slordiger en onlees baarder dan in de weinige brieven, welke ze vroeger wel eens van hem had ontvangen, wanneer ze voor eeni- ge weken elders logeerde en hij nacht aan boord den slaap te vinden, toen een bescheiden klopje op de deur haar verbaasd deed opzien. Ja! Het was de steward, die ietwat be dremmeld zijn hoofd om den hoek stak. Neemt u me niet kwalijk, miss, verzocht de man beleefd, maar ik heb hier een pakje, dat iemand voor u heeft afgegeven en waarbij nogal haast scheen te zijn... Daisy’s verbazing nam nog toe. Een pakje, van wien? De steward trok een geheimzinnig gezicht. Als u permitteert, miss, dat ik even binnen kom... Op het toestemmend knikje van het meisje deed de man de deur behoed zaam achter zich dicht. In zijn han den draaide hij verlegen een voor werp, dat in bruin pakpapier was ge wikkeld en waaraan eenige zware, roode lakzegels een gewichtig cachet gaven, om en om. Het is aan boord nogal gehoorig, ziet u en mij is opgedragen pakje, zonder dat iemand merkte, te overhandigen... Ja, maar wie was dan heimzinnige boodschapper? ten, omdat ik u geen oogenblik alleen kon treffen. Daisy nam het pakje aan en de ste ward verdween even geheimzinnig als hij gekomen was. Besluiteloos ging ze op den rand van het bed zitten en be keek het adres. „Miss Daisy Parker, a.b. van de „Zeezwaluw” Persoon lijk” stond er in flinke blokletters. Anders niets. Het touw, waarmee het keurige pakje was dichtgebonden, was op wel zes verschillende plaatsen ver zegeld. In het roode lak overal even duidelijk, een monogram afgedrukt, maar de ineen gevlochten letters waren toch wel te onderschei den: J.F. Jim Fox, zei ze op hetzelfde oogenblik hardop. Maar hoe was dat mogelijk? Jim lag immers gewond in een ziekenhuis in New York, hoe kon hjj dan eergisteren, zooals de steward beweerde, het pakje in Frisco voor haar hebben af gegeven? Of had hjj misschien iemand anders opgedragen het pakje aan boord van de „Zeezwa luw” te brengen? Maar hoe kon hjj dan weten, dat ze zich hier zou bevin den? Ze had hem immers al maan denlang niet meer gezien! Of was het een doorgestoken kaart? Zou Cresson met medeweten van Jim hebben ge handeld, toen hjj haar voor deze reis inviteerde? Maar ook dat was ondenk baar, want voor zoover zjj wist, ken- 38) Ook een paar menschen van de „Zeezwaluw’ zijn het slachtoffer van gewetenlooze agitators geworden en hebben zich bij de stakers aangeslo ten Hoeveel man hebben we eigenlijk noodig, kapitein? Twee matrozen, een machinist en een kok, antwoordde Cross. Mijn stuurman is op zoek naar geschikte menschen. Zoodra hij ze heeft gevon den. kunnen we zee kiezen. Er verliepen echter nog twee dagen, alvorens het bericht kwam, dat het arbeidsconflict was bijgelegd en de bemanning van de „Zeezwaluw” weer voltallig was. Nog dienzelfden avond voer het jacht de haven uit, nieuwe, onbekende avonturen tege moet... HOOFDSTUK 11 Daisy Parker had zich nauwelijks in haar hut teruggetrokken om te trachten dezen eersten ongewonen form, dien ze dezen avond reeds een paar maal had gezien, maar aan wien ze toen geen bijzondere aandacht had geschonken, lichtelijk op haar zenu wen werkte. Ik zal het u in het kort vertellen, miss, antwoordde de steward, wien de ongerustheid van het meisje niet ont ging. Eergisteren, toen de stuur man aan wal was om naar aanvullen de leden van de bemanning te zoeken, vervoegde zich een jongeman aan boord, die mij verzocht u'dit pakje, zoodra u zich op de „Zeezwaluw” zou inschepen, onder vier oogen te over handigen. Hij drukte me, zooals ik al zei, vooral op het hart, er voor te zorgen, dat niemand er iets van zou zien. Het was van zeer groot belang en dat bewees ook de ruime beloo- ning, welke hij mjj gaf en welke veel te groot was in verhouding tot den kleinen dienst, welken hjj van mjj vroeg. En heeft die man niet gezegd, wie hjj was? vroeg Daisy, nu voor de derde maal. Nee, ik heb hem zijn naam ge vraagd, maar hij beweerde, dat het voldoende was, als u dien wist. Er zat n.l. een brief in het pakje, waaruit u een en ander wel duidelijk zou worden. Ik had vanavond nog geen gelegen heid mjj van mijn opdracht te kwjj- ia».—i *1 r t

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5