Veldloop
de
Rotterdam
van
in
GIPSY DOTT ERFT
EEN GEHEIM
omgeving van itotteraam - De ambtsaanvaarding
commissaris Backer - De groote Donau-brug - Lentebloemen - V.U.C.-Xerxes
o
ft..
11
r
Tweede blad
BB
lil
X
I
i
ia
1
I
Ij
k
t
HAAGSCHE COURANT Maandag lü Maarf 194T
i
FEUILLETON
r
A .- I
-11“
1 11M11
'1H
Al.
It
A
(Holland)
LENTEBODEN
Waar de ondernemende reporter
(Nadruk verboden.)
de
(■Wordt vervolgd.1
1
I
I
DE VOETBALWEDSTRIJD V.Ü.C.—XERXES IN DEN
HAAG (43). De doelman van Xerxes onderschept
een aanvat (Polygoon)
DE LANGSTE OORLOGSBRÜG TER WERELD OVER DEN DONAU. Luchtopname
van de machtige Donaubrug, een meesterwerk van de Duitsche pioniers, welke den
Roemeenschen met den Boelgaarschen oever verbindt Op breede Donauschepen rusten
de zware bruggedeelten, waarover de Duitsche kolonnes rollen. (Holland)
OP DE TERREINEN van de Rotterdamsche Sportstichting in Laag
Zestienhoven bij Overschie zijn de wedstrijden om het veldloopkam-
pioenschap van Zuid-Holland en van Rotterdam gehouden.
Het nemen van een hindernis. (Polygoon)
zag,
ik Harris
ge
bruik maakte, liever niet onder de
oogen kwam. In Honoloeloe ben ik
vanavaid met de mailboot aangeko
men. Het was een heerlijke reis, maar
helaas heb ik er niet ten volle van
kunnen genieten.
U bent zeker zeeziek geweest?
veronderstelde Briand schamper.
Gelukkig niet, waarde Rem
brandt, maar ik moest me een beetje
gedekt houden, omdat ik twee dames,
die eveneens aan boord waren, niet al
te zeer wilde verontrusten.
Wie waren dat dan? vroeg mr.
Fox nieuwsgierig.
U zult het misschien niet willen
gelooven, maar het is toch heusch
44)
Hunter’s wensch ging in vervulling,
toen hij even later met Gipsy de ve
randa betrad, waar de anderen zich
inmiddels hadden geïnstalleerd. Nau
welijks hadden zij een stoel bijgescho
ven, toen van de straatzijde een knaap
op bloote voeten naderde, die met zyn
slimme oogen het gezelschap even op
nam en vervolgens een brief op tafel
wierp. Daarna verdween hij weer flui
tend en zonder eenige haast.
De brief was aan Daisy Parker ge
adresseerd en bevatte slechts één zin:
„Zorg er voor, dat allen in het huis
van Cranenburg hun intrek nemen.
Een kus van Jim”.
Die kus is eenvoudig een brutali
teit! vond Daisy, maar niemand nam
ook maar eenige notitie van haar ge
huichelde verontwaardiging. Er lag
spanning in de lucht. Elkeen voelde,
dat de gebeurtenissen ziqh tot een dra
matisch einde toespitsten.
HOOFDSTUK 12
De rest van den dag was er nog
allerlei te doen. Dank zy den goeden
zorgen van Maria was het huis in
ieder geval bewoonbaar. De bagage
werd van de „Zeezwaluw” gehaald en
met behulp van Sara en een gediensti
ge van de familie Santos was de wo
ning al spoedig zoodanig ingericht,
dat men er zijn intrek kon nemen.
Toen de dag na een korte schemering
plaats maakte voor den avond was
alles in orde.
Op voorstel van José Santos werd
de avondmaaltijd in zijn huis ge
bruikt. Daarna zaten allen nog een
uurtje op de veranda bijeen, genietend
van de sterrenpracht aan het nachte
lijk firmament. Het Zuiderkruis stond
als een fonkelende diamant aan den
hemel.
Ik geloof, dat het langzamerhand
tijd wordt om te gaan, zei Bob Hunter
eindelijk.
De anderen stemden toe en Maria
Santos voorzag allen van de noodige
kaarsen, omdat het electrische licht
nog niet functioneerde.
Zwijgend liepen zij langs den korten
strandweg, welke naar het huis van
Gipsy Dott leidde. Plotseling echter
greep Briand Hunters arm.
Heb je dat gezien? fluisterde hij.
Achter de ramen van de veranda
flikkerde een licht.
Dat zul je je wel verbeeld heb
ben, antwoordde Hunter ongeloovig.
Er is immers geen mensch in huis.
Misschien was het de maan.
Nee, nee, daar is het weer, viel
Fox den Franschman by. Kijk, nu
is het weer uit!
Daisy Parker en Gipsy hadden het
blik ophoudt, zou ik u niet kunnen
zeggen, meneer Fox. Ik weet alleen,
dat hij over een half uur hier zal zyn
en wel in gezelschap van Harris
Frank. Het illustere tweetal is van
plan zich in dit nachtelyk uur op de
pareljacht te begeven...
Dat is toch niet waar? riep Dai
sy Parker ontsteld.
Wees maar niet bang, jonge
dame, trachtte de inspecteur haar:
gerust te stellen. Ik denk dien bel
den heeren dat genoegen grondig te
bederven door hen te arresteeren.
Maar Jim is toch zeker onschul
dig, protesteerde Daisy verontwaar
digd.
Jim krijgt na zijn arrestatie van
mij een order, want op zyn aanwij
zingen ben ik hier, antwoordde de in
specteur lachend. Ik vermoed, dat
u miss Parker ben, hm?
Ja, natuurlijk!
Dan moet ik u van Jim de har-
telijke groeten overbrengen en u
tevens, namens hem, verzoeken my
het halssnoer te willen geven.
Waarom? vroeg Daisy aarzelend.
Omdat die geraffineerde Jim zoo
handig was Harris Frank in „De ze
ven sterren” met een waardelooze
imitatie, welke hy in New York naar
het oorspronkelijke model liet maken,
om den tuin te leiden.
men, schertste hij. De eerste
avond in Honoloeloe en dan al zoo
laat aan den boemel! Goeden avond,
miss Dott. Ha, daar hebben we
mijnheer Fox ook!
De notaris was met de beide dames
naderbij gekomen en zette groote
oogen op, toen hij den politieman ont
waarde.
Hoe komt u in vredesnaam hier,
inspecteur? vroeg hij.
Als u het precies wilt weten: van
New York naar Frisco ben ik gevlo
gen en dat wel op grond van een alar-
meerend bericht, dat uw ondernemen
de neef my nog in New York kon
doen toekomen. In Frisco heb ik den
express-trein afgewacht, waarmee
het gezelschap de reis maakte. Als u
me niet aan het station zag, dan
kwam dat alleen, omdat
Frank, die van denzelfden trein
onder
ben
EEN TELEGRAFISCH OVERGEBRACHTE FOTO VAN HET BEZOEK
VAN GENERAAL ANTONESCU AAN RIJKSMAARSCHALK GÖRING.
(Hoffmann)
ZATERDAG HAD IN HET GOUVERNEMENTSGEBOUW TE HAARLEM
de ambtsaanvaarding plaats van den nieuwen commissaris in de
provincie Noord-Holland, mr. A. J. Backer. De commissaris
tijdens zijn rede. (Polygoon)
snel opvlammende en even zoo spoedig
weer doovende licht eveneens gezien.
Angstig zochten zij bescherming bij de
heeren.
Er is beslist iemand in huis,
bromde Cresson. Had ik myn re
volver maar meegenomen!
Hunter wendde zich tot den notaris.
Mijnheer Fox, blyft u met Cres
son by de dames, dan zullen Briand
en ik eens gaan kijken, wat daar aan
de hand is.
Maar daarvan wilden Cresson en
Tobias Fox niet weten en Daisy had
al haar overredingskracht noodig, om
hen te doen besluiten zich in de hun
toebedeelde passieve rol te schikken.
Daarop slopen Briand en Bob be
hoedzaam naar de veranda. Toen
zij het huis waren genaderd, bleef de
Franschman echter plotseling staan,
snuivend als een hond, die ets ver
dachts ruikt.
Sigaren! fluisterde hij. Een in
breker, die op zijn gemak een sigaar
tje rookt... nou, ik weet het niet...
Wie is daar? klonk op dit oogen-
blik een vervaarlijke bas van de ve
randa.
Bob Hunter herkende de stem on-
middellyk.
Heb je ooit...! Het is inspecteur
Bratt! riep hy verbaasd.
De zware gestalte van een man
boog zich over de balustrade en nu
scheen de maan recht in Bratt’s grijn
zende gezicht.
Nou, het wordt werkelijk hoog
tyd, dat de dames en heeren thuis ko-
waar... de vermoorde Mattia Brander
en miss Irene Fancy. Dat wil zeggen, van de „Fanfare” zich op het oogen-
haar naam is eigenlijk niet miss Fan
cy, maar...
Maar? drong Bob Hunter aan.
Inspecteur Bratt maakte een thea
trale pauze en keek tersluiks naar
Gipsy.
Mrs. Harris Frank en wel de
eenige ware!
Gipsy slaakte een kreet van schrik.
U weet dus, dat...?
Ja, miss Dott. Toen Tom Wendt
in zooverre hersteld was, dat hem
een verhoor kon worden afgenomen,
vertelde hij mij, dat u de vrouw was
van Harris Frank. Jim Fox was daar
echter, dank zij zijn buitengewone
scherpzinnigheid, al eerder achter
gekomen. Intusschen heb ik kunnen
vaststellen, dat uw huwelijk met Har
ris Frank onwettig is, omdat hij
meer dan tien jaar geleden in Frisco
met de dochter van Mattia Brander,
die u allen onder den naam Irene
Fancy kent, in den echt is verbonden.
Ik geloof, dat deze ontdekking niet
van belang ontbloot is.
En is dat allemaal waar? sta
melde Gipsy.
Mijn beste miss Dott, u zult
toch, hoop ik, niet aan het woord van
een politieman twijfelen? was het op
schertsenden toon gegeven antwoord.
En waar hangt die jongen, die
Jim nu eigenlijk uit? wilde Tobias
Fox weten.
Bratt tuurde bij het licht van
maan op zijn polshorloge.
Ki
C
si'1