HAAGSCHE COURANT PLANETARIUM de Joden Het bedrijfsleven en Vrijdag 14 Maart 1941. BINNENLAND OE NIEUWSTE MODE, £ratis-Dljvoegsei <an de „Haagsctie Courant’*- VIERDE BLAD ONDERWIJS EN KERK Nederlandsche Ryksradio- Omroep gesticht Wat met samenwerking bereikt kan worden GEKLEURDE RINGEN OM DE MAAN Het N. V. V. en de Volks gezondheid VERGUNNING VEREISCHT VOOR WIJZIGING, VERKOOP, VERHUUR ENZ. Bij dit nummer ontvangen de ge- abonneerden No. 6 van het Tijd- scnnit „DE NIEUWSTE MOD E”. Figuur 1 in dit nummer is een jon gensblouse van flanel of katoen. De rug heeft van achter een stuk met een weinig ruimte. De das is van hetzelfde materiaal. Alleen van 1012 en 14—16 jaar. Het werk van Winterhulp Nederland in verschil lende gemeenten en kinderen met vacantie naar Duitschland Schuldbrieven aan toonder Kampeermoeilijkheden De vischtüd verlengd BEZOEK AAN DE NEDERLANDSCHE JAARBEURS Maatregelen betreffende het verkeer ter zee No. 17825 goed bewindvoerder in acht te dienen, Vrouwen REGELING VOOR DE OPGEHEVEN OMROEP-ORGANISATIES i i te Harlingen, ex- inen echter vertrouwen, dat in de toe- andere opvatting zich baan maar tegen betaling van de uiterst geringe vergoeding van f 0.75 per volwassene en 0.50 per kind per dag. De uitzending van vrouwen staat los van de uitzending der kinderen. De leeftijd der vrouwen gaat tot ten hoogste vijftig jaar, die der kinde ren over den schoolplichtigen leeftijd, dus van 7 tot 14 jaar Doktersonderzoek voor uitzending is verplicht. Aanmeldingen moeten gedaan worden bij den leider van de districtsdiensten van „Vreugde en Arbeid” of bij het N.V.V., afdeeling volks gezondheid, P. C. Hooftstraat 178/180, Amsterdam-Zuid; waar men ook alle ver dere inlichtingen kan verkrijgen alsook bij de - afdeelingsbesturen van de bij het N.V.V. aangesloten vakorganisaties in het geheele land. in de groote steden, speciale armbezoekers zijn. Zoo ziet men, dat Winterhulp Neder land zoowel in groote als kleinere plaat sen zijn trouwe medewerkers heeft, die alle krachten inspannen om de leuze „door het volk voor het volk” tot ver werkelijking te brengen. zijn in den tijd tusschen 9 Mei 1940 en den dag van het in werking treden dezer verordening, dienen achteraf goedgekeurd te worden Artikel 4. Misbruik van formeele of materieele rechtsvoorschriften van burgerlijk recht kan niet tot gevolg hebben, .dat de ver plichting tot het verkrijgen van goedkeu ring ontdoken wordt. Artikel 5. Bevoegd tot het verleenen der goedkeu ring is de Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied (commissaris- generaal voor Financiën en Economische Zaken) Artikel 6. (1) De goedkeuring moet worden aan gevraagd. 1) In de in de artikelen 1 en 2 bedoelde gevallen vóór het treffen der daar bedoel de maatregelen. 2) In de in artikel 3 bedoelde gevallen binnen een maand ha het inwerking tre den dezer verordening. (2) Wordt de goedkeuring geheel of ten deele geweigerd, dan bepaalt de Rijkscom missaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-generaal voor Finan ciën en Economische Zaken), of en op welke wijze de getroffen maatregelen on gedaan dienen te worden gemaakt dan wel of zij rechtsgeldigheid missen. Daarbij kan hij bindend beslissen omtrent de daardoor ontstaande rechtsverhoudingen; zoodanige beslissingen zijn ook bindend voor orga nen der rechterlijke en uitvoerende macht. Aanstelling van bewindvoerders Artikel 7 (1) De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-gene raal voor Financiën en Economische Zaken) kan in ondernemingen, welke aan gegeven dienen te worden, bewindvoerders aanstellen. (2) De onderneming draagt de kosten der bewindvoering. Artikel 8 (1) Voor zoover bij de aanstelling van den bewindvoerder niet anders wordt be paald, is de bewindvoerder bevoegd tot het verrichten, zoo in als buiten rechte, van alle rechtshandelingen en anderszins, welke de bedrijfsvoering der onderneming met zich brengt. Tijdens den duur van de bewindvoering kan geen voogd, curator of eenig ander beheerder worden benoemd, voor zoover zulks de onderneming aan gaat. Tijdens den duur van de bewindvoering worden de bevoegdheden van den eige naar, van de bestuurders of van de overi gens tot vertegenwoordiging of bestuur bevoegde personen opgeschort. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheden van alle orga- Nu Maandag a.s. de nieuwe lijsten- eollecte van Winterhulp Nederland over het geheele land een aanvang zal nemen is het interessant na te gaan hoe in verschillende gemeenten voor en door de Winterhulp wordt gewerkt. Het hoofd bureau van Winterhulp Nederland heeft van ver» Professor R. Welsohon O.P. t Te Amsterdam is in den ouderdom van 63 jaar overleden prof. R. Welschen O.P., kerkelijk hoogleeraar in de Thomistische wijsbegeerte vanwege het episcopaat der R. K. Kerk aan de universiteiten van I Amsterdam en Leiden. zegt, dat geen schepeling r van een Nederlandsch schip zich in neutrale landen in verbin ding mag stellen met de diplomatieke De commissaris van het N.V.V., de heer Woudenberg, heeft onlangs opgericht een afdeeling volksgezondheid, waarin het T.B.C.-fonds van het N.V.V. is onderge bracht. In een dezer dagen gehouden pers conferentie heeft de leider van deze nieuwe afdeeling, de heer W. Kaub, een uiteen- 1 zetting .gegeven van de taak, welke op deze afdeeling komt te rusten, waarna hij mede- deelingen deed over een bijzondere actie, die het N.V.V. in samenwerking met de Duitsche organisatie „National Sozialisti- sche Vorsorge” (N.S.V.) onderneemt en 1 welke betreft het uitzenden van arbeiders vrouwen en kinderen naar Duitschland. De volksgezondheid zoo zeide de heer - Kaub is van het grootste belang niet alleen voor het voortbestaan, maar ook voor het arbeidsvermogen van een volk. Hoewel de volksgezondheid al jaren in het midden van de belangstelling van de over heid stond, is het toch opmerkelijk, dat de zorg voor den ongezonden mensch en den invalide, dus diegenen wier arbeidsver mogen reeds is verkort, meer ter hand was genomen dan de bescherming en ver zorging van den gezonden mensch en de bewaring van dat gedeelte van de volks kracht, dat in gevaar zou kunnen komen. De nieuwe tijd stelt in de allereerste plaats voorop de gezondhouding van de werkkrachtige volksgenooten in het belang van die volksgenooten, maar ook in het belang van de gemeenschap, die bij het ontbreken van deze krachten schade zou lijden. In de nieuwe Nederlandsche samen leving zal de zorg voor het gezonde wer kende deel vooropstaan en genezing, waar dit mogelijk is, in het belang van volks genoot en gemeenschap krachtdadig wor den ter hand genomen. Voorloopig ligt op dit terrein een taak voor het N.V.V. De commissaris van het N.V.V., heeft daartoe opgericht de afdeeling „volksge zondheid” waarin, zooals reeds medege deeld, het T.B.C.-fonds van het N.V.V. is ©ndergebracht. Deze afdeeling volksge zondheid zoo ging de heer Kaub verder ziet een groot arbeidsterrein voor zich, dat natuurlijk in samenwerking met de overheid zal moeten worden bewerkt. Ge dacht wordt daarbij aan massadoorlichting in fabrieken, prophylaxe, tandverzorging en al die hygiënische en sanitaire maat regelen, die voor het gezond blijven van den arbeider noodzakelijk zijn. Met vacantie naar Duitschland. De heer Kaub deed verder mededeeling van een bijzondere actie, die het N.V.V. in samenwerking met de N.S.V. onderneemt. Deze actie wordt ondernomen, omdat in dezen tijd nog geen andere organisatie zich met het bijzondere deel van de volks gezondheid bezig houdt zooals Duitschland dat kent in de stichting „Mutter und Kind”. De talrijke vrouwen, die door het zenuw- sloopende werk in hun gezinnen een nood zakelijke rust noodig hebben, doch geen gelegenheid hebben deze rust buiten het gezin te vinden, wil het N.V.V. door deze actie in de gelegenheid stellen nieuwe levenskracht op te doen in een andere om geving. Hetzelfde geldt voor bleekneusjes, kinderen van den schoolgaanden leertijd, die in vele opzichten in hun zoo ontvanke lijke jaren misschien een voor het leven beslissende gezondheidsverbetering kunnen krijgen. Het gaat hier niet om zieke moeders en altijd weer nijpende zorgen dreigen ziek te worden of hun vitaliteit voor gezin en samenleving dreigen te verliezen. De uitzending is als volgt gedacht: Zij begint voor moeders op 2 April a.s. en voor kinderen 4 April a s. Het ligt in de bedoeling met het uitzenden door te gaan tot October van dit jaar. Het is voor de in aanmerking komende vrouwen en kinderen van N.V.V.-leden mogelijk om geheel gratis 3 4 5 weken naar de prachtige tehuizen van de N.S.V. te worden uitgezonden. Voor vrouwen zijn aangewezen de tehuizen in Schledehausen, Bad Grund, Meinberg, en Schwalenberg en voor kinderen die te Salzuflen, Privlts- heide en Bad Saksa. In de eerste plaats komen in aanmer king, moeders van groote gezinnen. Ook vrouwen en kinderen waarvan de kostwin ner geen lid is van een bij het N.V.V. aan gesloten vakorganisatie kunnen hiervoor Het personeel Aan de bij de radio-omroeporganisa- ties aangestelde leden van het bedrijfs- en administratief personeel, zoomede aan de daarbij aangestelde artisten, allen voor zoover zij daarbij op l Januari 1941 in dienst waren en bij de samenstelling en de uitvoering der programma's hun eigenlijke dagtaak vervullen, zal worden aangeboden in dienst van den Rijksradio- Omroep te treden, voor zoover zij daar bij passende werkzaamheden kunnen vinden. De directeur-generaal van den Rijks- radio-Omroep stelt, zoo mogelijk in over eenstemming met de belanghebbenden, de schadevergoeding vast, welke aan de vroegere eigenaars en aan de personen, die niet in dienst van den Rijksradio- Omroep overgaan, worden toegekend. Bij besluit van de secretarissen-gene- raal van de departementen van Justitie en van Handel, Nijverheid en Scheep vaart betreffende vergaderingen van houders van schuldbrieven aan toonder is bepaald, dat besluiten eener vergade ring, bedoeld in artikel 7, eerste lid, der wet op de vergadering van houders van schuldbrieven aan toonder, mede kun nen betreffen vorderingen, welke reeds langer dan een jaar opeischbaar zijn. Dit besluit treedt in werking op den dag zijner afkondiging. Het vervalt met ingang van 1 Januari 1942, (commissaris-generaal Zaken) van ten voor elk De natuur is niet kwistig met haar mooi ste tooneelen. Slechts een enkele maal ver. gast zij ons op een schouwspel als het poollicht, het efmusvuur. Gisteravond was de volle maan versierd met twee ringen, vooral de binnenste, de kleinste, toonde ons een indrukwekkende kleurenpracht. Onze dampkring tooverde deze ringen om de maan. Hoog in de lucht bevonden zich ijle wolken. Te oordeelen naar hun vorm bestonden zij uit sneeuwvlokken, elke sneeuwvlok is een ingewikkeld en ragfijn bouwwerk van kleine ijskristalletjes Deze fijne kristalletjes speelden een dartel spel met de lichtstralen van de maan. Zij kaatsen het licht op hun spiegelgladde zij- vlakjes terug; zij lieten de lichtstralen door zich heengaan, maar daarbij werd het maanlicht in zijn verschillend ge kleurde bestanddeelen ontleed. Elk ijs- kristalletje gedroeg zich als een prisma. De millioenen kristalletjes veroorzaken met elkaar de ringen, die menig, naar den hemel gericht oog geboeid zullen hebben. R. vertegenwoordigingen van de voormalige Nederlandsche regeering. Ten aanzien van de lading wordt in een der volgende artikelen bepaald, dat de kapitein van ieder schip, dat uit zee een haven in het bezette Nederlandsche gebied binnenloopt of uit zulk een haven naar zee vertrekt verplicht is bij de „Hafen- überwachungsstelle” de scheepsgegevens op het daarvoor bestemde officieele for mulier. hetwelk bij de „Hafenüberwa- chungsstelle” verkrijgbaar is, in te dienen. Deze gegevens moeten bij binnenloo- pende schepen terstond na het binnen- loopen, bij vertrekkende schepen uiterlijk twaalf uur vóór het vertrek worden in gediend. Indien lading wordt ingenomen, moeten de scheepsgegevens uiterlijk twaalf uren, voordat met laden begonnen wordt, worden ingediend. Slechts die goederen, welke in de ladingspapieren zijn vermeld, mogen zich als lading aan boord bevinden. De schepelingen mogen slechts voor werpen, welke tot hun eigen uitrusting behooren, bij zich aan boord hebben. Zendingen (brieven en alle soorten van post) voor het buitenland mogen door schepelingen en door passagiers slechts met toestemming van de „Hafenüberwa chungsstelle” worden vervoerd. Hij, die opzettelijk of door zijn schuld in strijd handelt met de voorschriften van deze Verordening wordt door den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied voor Financiën en Economische met een tuchtrechtelijke straf hoogste twintigduizend gulden geval afzonderlijk gestraft. Dezer dagen werden de vele tiendui zenden kampeerders in ons land veront rust door berichten over een kampeerver- bod, welke in enkele dagbladen zijn ge publiceerd. Inderdaad is de verordening 188 (uitgaansverbod tusschen 12 en 4 uur), welke reeds van 22 October 1940 dateert, in den laatsten tijd door sommi ge instanties aldus uitgelegd, dat het verblijf in een tent tusschen 12 en 4 uur verboden zou zijn, waardoor het kampee- ren zeer bemoeilijkt zou worden. De A.N.W.B. heeft onmiddellijk stap pen ondernomen bij de betrokken autori teiten en verzocht om een uitspraak, dat het verblijf in een tent gelijk gesteld wordt met verblijf binnenshuis, of althans eea in de gegeven omstandigheden zoo gunstig mogelijke regeling voor de kam peerders. De zaak is op het oogenblik in studie bij de Bezettingsautoriteiten en de A.N.W.B. is hoopvol gestemd, dat het kampeeren in den komenden zomer zij het wellicht met eenige beperkingen mogelijk zal zijn. Vermogen komt aan den Staat Blijkens de gisteren verschenen twee de Verordening van den Rijkscommissa ris voor het bezette Nederlandsche ge bied, houdende maatregelen op het gebied van den Nederlandschen radio-omroep, geschieden de samenstelling en de uit voering van bet programma van dezen omroep en van de radiodistributie uit sluitend van Rijkswege. Te dien einde wordt een Staatsbedrijf in het leven geroepen, dat den naam van „Rijksradio-Omroep” draagt, rechts persoonlijkheid bezit en welks zetel te Amsterdam is gevestig®. De secretaris-generaal van het depar tement van Volksvoorlichting en Kun sten heeft het toezicht over den Rijks radio-Omroep. Artikel 2 bepaalt, dat de bestaande radio-omroeporganisaties worden ont bonden en dat het aan deze toebehooren- de vermogen in eigendom overgaat van den Rijksradio-Omroep, welk ook alle civielrechtelijke rechten en verplichtin gen van de radio-omroeporganisaties overneemt. De secretaris-generaal van het departe ment van Landbouw en Visscherjj heeft bepaald, dat de gesloten vischtijd voor barbeel, blankvoorn, brasem, karper, kol- blein, meun, ruischvoorn, serpeling, sneep en winde in 1941 zal ingaan 21 April De gesloten tijd voor het visschen met eenig vischtuig in de rivieren zal even eens 21 April ingaan. Hetzelfde geldt voor het visschen in de Zuidhollandsche stroomen met het spieringdrijfnet, de vischzegan, den hengel, het schutwant met een maaswijdte kleiner dan 80 m.m. en wargarens met een maaswijdte kleiner dan 75 m.m. Voor het overige zal de gesloten tijd voor vischtuigen, met uitzondering van den zetangel of fleur, den sleephengel. met vergunning worden aangevuld. Deze den hengel geaasd met visch en de sleep- ---J- JJ- lijn, ingaan op 1 April inplaats van 16 Maart, met dien verstande echter, dat het visschen in polderwateren slechts zal zijn toegestaan aan visschers. die in het bezit zijn van een daartoe strekkende schrifte- Ijjke vergunning van het districtshoofd, noch passagier owaaraan voorwaarden kunnen worden aanmerking komen. Echter niet gratis,! verbonden ter voorkoming van misbruik. In een kleine plaats, waar allen elkaar kennen gaai xxxcx xxxvb will uivcuciö en Dit wat betreft groote provinciesteden, kinderen, maar om diegenen, die door de Wijzigingen in het Pachtprijs- opdrijvingsbesluit Bij beschikking van de secretarissen- generaal van het departement van Land bouw en Visscherij en van Justitie zijn nadere regelen getroffen betreffende gras en hooiverkoopingen, het inscharen van vee en het Pachtprijsopdrijvingsbesluit 1940. Verkoopingen van gras (al of niet op stam), hooi (anders dan per gewicht), hooilandverpachtingen en inscharing van vee, worden voor de toepassing van dit besluit als verpachtingen beschouwd. Het is voortaan verboden een pacht overeenkomst of een overeenkomst tot wijziging of aanvulling van een pacht overeenkomst te sluiten, indien de bedon gen pachtprijs hooger is dan die, welke voor het verpachte gold in het jaar 1939 vóór of op 1 September. Voorts is het verboden zonder goedkeu ring van het bevoegde pachtbureau: a. Vee in een weide ter inscharing aan te nemen of gras of hooi, als bedoeld in de tweede alinea te verkoopen of ten verkoop aan te bieden; b een inscharingsovereenkomst aan te gaan; c. eenige vergoeding terzake van in scharen aan te nemen; d. aan een overeenkomst, als bedoeld onder a en b, welke gesloten is vóór de inwerkingtreding van deze beschikking, uitvoering te geven. daaitoe in een drietal gemeenten, geheel verschillend type, gegevens zameld, welke hieronder volgen. Allereerst de ervaringen in een Noor delijke-^tad, n.l. in Groningen. Als hoofd stad van de provincie is hier naast het stedelijk bureau een provinciaal bureau aan het werk. De samenwerking tus schen deze beide bureaux is uiteraard zeer nauw. Ook hier is een kern ge vormd van enthousiaste medewerkers, die hun geheele persoon inzetten voor het slagen van het W.H.N.-werk, Een ambte naar van sociale zaken verzorgt, geassis teerd door enkele vrijwillige medewer kers, geheel belangeloos het armbezoek. Voorts is contact gezocht met het be stuur van de z.g. „brokkenhuizen”, de bekende instellingen waar zij, die ervoor in aanmerking komen tegen een ge ringe vergoeding gebruikte kleeding en huisraad kunnen koopen. De provinciale directeur heeft, naast zijn eigen werk zaamheden, deze taak op zich genomen. Door het beleggen van avonden wordt getracht de band tusschen directie en collectanten te verbeteren. vergunning wordt in de door de Duitsche Weermacht bezette rebieden door de be voegde „Hafenüberwachungsstelle”, in neutrale landen door den Duitschen con sul verleend. Artikel 10 nen; deze bevoegdheden oefent de bewind voerder uit. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissa ris-generaal voor Financiën en Economi sche Zaken) kan evenwel bepalen, dat de bevoegdheden der organen geheel of ge deeltelijk door deze blijven worden uitge oefend. (2) De aanstelling van den bewindvoer der in een onderneming, welke in het handelsregister ambtshalve en handelsregister Artikel 9: (1) De bewindvoerder heeft bij de uit oefening van zijn functie de zorgvuldigheid van een goed bewindvoerder in acht te nemen. (2) De bewindvoerder staat onder toe zicht van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commis saris-generaal voor Financiën en Economi sche Zaken) en is voor zijn handelingen jegens dezen alleen verantwoording ver schuldigd. Artikel 10 De bewindvoerder heeft recht op terug gave van zijn werkelijke onkosten en op een redelijke vergoeding voor zijn bemoei ingen. Het bedrag wordt door den Rijks commissaris voor het bezette Nederland sche gebied (commissaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken vastge steld. Artikel 11: De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-gene raal voor Financiën en Economische Zaken) kan te allen tijde de bewindvoe ring doen beëindigen en de aanstelling van den bewindvoerder intrekken. Is de onderneming in het handelsregister inge schreven, dan moet de intrekking van de aanstelling vrij van kosten in het handels register worden ingeschreven. Artikel 12 De Rijkscommmissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-gene raal voor Financiën en Economische Zaken) kan het voortzetten van eeniger- lei bedrijfsuitoefening van een onderne ming, welke aangegeven moet worden, verbieden. Hij kan bepalen, dat zoodanige ondernemingen vóór een door hem te be palen tijdstip geliquideerd of tot een zoo danig tijdstip stilgelegd moeten worden. Artikel 13 Aan een goedkeuring of aan een be schikking, waarbij een gevraagde goed keuring geheel of ten deele wordt gewei gerd, kunnen voorwaarden en verplich tingen worden verbonden. Artikel 14 (1) Op de procedure krachtens deze ver ordening kan een recht worden geheven. (2) De behandeling van een verzoek kan van de geheele of gedeeltelijke vooruitbe taling van het recht afhankelijk worden gemaakt. Voorts bevat de Verordening strafbepa lingen. Uit de praktijk van Winterhulp Ter illustratie van de noodzaak daar van kunnen de volgende feiten alle gevallen uit de praktijk van Winter hulp Een vrouw klopt aan om steun, haar man ligt in het ziekenhuis en zij ont vangt geen uitkeering van ziekengeld volgens de Ziektewet. Het onderzoek wees uit, dat de man langen tijd werk loos is geweest. Toen hij eindelijk weer werk kreeg, werd hij kort daarop ziek. Daar hij nog te kort aan het werk was, kreeg hij geen ziektegeld. Een tweede geval, dat ter kennis van Winterhulp kwam en dat wel op schrij nende wijze de verarming van het gezin toonde was wel het gezin waar de ouders, bij gebrek aan dekens, sliepen onder een oud vloerkleed, terwijl hun drie kinderen tezamen in een ledikantje moesten slapen. Voorts werd nog als spoedgeval behan deld de zaak van een 84-jarige vrouw, die geheel van brandstoffen was ver stoken. Tenslotte nog een laatste voorbeeld uit een eindelooze reeks Een geheele familie kruipt ’s avonds om de kachel, welke dan wordt opgestookt. Zoo brengen zij dan, zoo goed en kwaad als het gaat, slapend den nacht door. Deze voorbeelden toonen wel duidelijk aan, welk een armoede, soms in stilte, nog wordt geleden. Aan ons volk de plicht om door medewerking aan de Winterhulp deze dingen te voorkomen. De Jaarbeurs te Utrecht werd gisteren bezocht door het nationaal comité voor economische samenwerking, zoomede door ihr. mr. O. E. W. van Six, secretaris generaal, wnd. hoofd van het departe ment van Koloniën, den heer Th. van Voorthuysen, gecommitteerde voor Indi sche zaken, vergezeld van den heer J. Ph. Nikkels, hoofdcommies aan het departe ment van Koloniën. Laatstgenoemde hee- ren werden rondgeleid door de heeren prof. dr. L. P. Ie Cosquino de Bussy, ir. W. L. Utermark en van de Koppel, na mens het Koloniaal Instituut TERUGWERKENDE KRACHT TOT 9 MEI J.L. Het nieuwe Verordeningenblad (nr. 10) bevat, zooals reeds gemeld, een verorde ning van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende de behandeling van ondernemingen, welke aangegeven dienen te worden. Daarin wordt bepaald: Artikel 1. (1) Goedkeuring is vereischt voor: 1) het oprichten van een onderneming, welke onder de bepalingen van de ver ordening no. 189/1940 betreffende het aan geven van ondernemingen valt (onder neming, welke aangegeven dient te wor den); 2) het aanbrengen van veranderingen in een bestaande onderneming, waardoor die onderneming komt te vallen onder de ver plichting tot aangifte. (2) Het vérzoek om goedkeuring moet worden ingediend door hem, die het op richten der onderneming of het aanbren gen der verandering beoogt. Artikel 2. (1) Goedkeuring Is vereischt voor: 1) het vervreemden, verhuren, verpach ten, liquideeren of stilleggen van een onderneming, welke aangegeven dient te worden, of van een gedeelte eener zoo danige onderneming; 2) het vestigen van een recht van vruchtgebruik op een onderneming, welke aangegeven dient te worden, of op een ge deelte daarvan; 3) het aanbrengen van veranderingen ,in een onderneming, welke aangegeven dient te worden, waardoor de gronden, waarop de verplichting tot aangifte berust, wegvallen; 4) het aangaan van de verplichting tot het verrichten van bepaalde rechtshande lingen van de onder le tot en met 3 be doelde soort; wordt goedkeuring verleend tot het aangaan van een zoodanige ver plichting, dan heeft die goedkeuring mede betrekking op het ten uitvoer leggen dier verplichting. (2) Het verzoek om goedkeuring moet worden ingediend door hem, die dé over eenkomst. waarvoor de goedkeuring ver eischt is, te sluiten of den maatregel, waar voor goedkeuring vereischt is te verrich ten beoogt. Artikel 3. Maatregelen van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde soort, welke reeds getroffen DE REGISTRATIE VAN HOTELS. CAFÉS, RESTAURANTS EN PENSIONS Van bevoegde zijde wordt medegedeeld: Blijkens een dezer dagen in de pers verschenen artikel over het onderzoek, dat thans door het Rijksbureau voor het hotel-, café-, restaurant- en pensioenbe- drijf wordt ingesteld naar de te registree- ren bedrijven, is er twijfel gerezen over de vraag of het aantal bedrijven volgens de bedrijfstelling 1930 wel juist zou zijn. Bedrijven, waarin alleen het bedrijfshoofd werkzaam was, zouden niet opgenomen zijn. Dit berust op een misverstand. Alle bedrijven, onverschillig of zij met dan wel zonder personeel werken, komen in de uitkomsten der bedrijfstelling voor. Verder bedroeg het totaal aantal hotels, café’s, restaurants en pensions niet 29191, maar 33311, eerstgenoemd aantal moet n.l. vermeerderd worden met de inrich tingen, die verbonden waren aan zaken, waarin als hoofdbedrijf een ander bedrijf dan het hotel etc. bedrijf wordt uitge- oefend, als kruidenierszaken (1410 ge-< vallen), broodbakkerijen (476 gevallen), timmermans- en metselaarsbedrijven (331), transportbedrijven (262) enz. Voorzoover noodig zij er aan herinnerd, dat de bedrijfstelling gehouden is tege lijk met de volks- jn beroepstelling, dat de opgaven over het beroep op de volks- tellingskaarten vergeleken zijn met de bedrijfstellingskaarten en dat de bedrijfs telling bovendien de beschikking had over de loonlijsten van de ongevallenver zekering, waarop in 1930 speciale vragen ten behoeve van de bedrijfstelling gesteld waren Alleen hierdoor werd de grootst mogelijke zekerheid verkregen, dat geen bedrijf aan de waarneming kon ontglip pen en dat de uitkomsten der telling aan de vereischte mate van betrouwbaarheid zouden beantwoorden. Aan een gisteren verschenen Verorde ning van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, houdende maatregelen betreffende het verkeer ter zee, ontleenen wij Artikel 1 De kapitein van ieder schip, dat uit zee een haven in het bezette Nederlandsche gebied binnenloopt of uit zulk een haven naar zee vertrekt, is ver plicht bij de bevoegde „Hafenüberwa chungsstelle” van de Duitsche Oorlogs- marine lijsten van schepelingen en pas sagiers voor het door hem gevoerde schip in te dienen. De lijsten moeten bij bin nenkomende schepen terstond na het bin- nenloopen, bij vertrekkende schepen uiterlijk acht en veertig uren vóór het vertrek worden ingediend. Artikel 2In de lijsten van schepe lingen en passagiers dienen alle personen, die zich bij het binnenloopen of bij het vertrek aan boord van het schip bevin den, te zijn vermeld. Namen van perso nen, die zich niet aan boord bevinden, mogen in de lijst niet worden opge nomen. Voor het opmaken van de lijsten van schepelingen en passagiers dient ge bruik te worden gemaakt van de bij de ..Hafenüberwachungsstellen” der Duitsche Oorlogsmarine verkrijgbare officieele for mulieren zij moeten in drievoud worden ingediend. Artikel 3 bepaalt o.a., dat bij de lijs ten van schepelingen en passagiers de vereischte legitimatiepapieren (paspoor ten, persoonsbewijzen, monsterboekje) van de in de lijsten voorkomende per sonen dienen te worden bijgevoegd. Bij binnenkomende schepen mag inge volge artikel 4 het verkeer tusschen het schip en den wal eerst een aanvang nemen, wanneer de lijsten van schepelin gen en passagiers zijn ingediend en de „Hafenüberwachungsstelle” dit verkeer heeft toegestaan. Bij vertrekkende schepen is het ver keer tusschen het schip en den wal ver boden, nadat de „Hafenüberwachungs stelle” het schip voor het vertrek heeft vrijgegeven. Op Nederlandsche schepen mogen als schepeling slechts Nederlanders, Neder landsche onderdanen of personen van Duitsche nationaliteit worden aangemon sterd, mits zij in het bezit van een pas poort of persoonsbewijs en van een mon sterboekje zijn (art. 5). Personen, wier monsterboekje eerst na 10 Mei 1940 is uitgeschreven, mogen slechts met toestemming van de „Hafen überwachungsstelle” worden aangemon sterd. Op neutrale schepen mogen blijkens ar tikel 6 als schepeling Nederlanders en Nederlandsche onderdanen slechts met toestemming van de „Hafenüberwachungs stelle” worden aangemonsterd. De pas poorten en persoonsbewijzen dezer per sonen moeten bij den Nederlandschen ambtenaar van aanmonstering in bewa ring worden gegeven. Deze mogen hen slechts met toestemming van de „Hafen überwachungsstelle” weder worden over handigd. In artikel 7 lezen wij De kapitein van ieder Nederlandsch schip dient, wan neer een schepeling, die Nederlander of Nederlandsch onderdaan is, buiten het bezette Nederlandsche gebied het schip onbevoegd verlaat, dan wel wegens ziekte of anderszins achtergelaten wordt, daar van aangifte te doen. Deze aangifte dient in de door de Duttsche Weermacht be zette gebieden bij de „Hafenüberwa chungsstelle”, in neutrale landen bij den bevoegden Duitschen consul terstond, althans vóór het vertrek van het schip, te worden gedaan. Bij de aangifte dient het monsterboekje van de betreffende schepelingen te worden overgelegd. Artikel 8 zegt, dat, indien een schepe- lings wagens ziekte of anderszins bui ten heU^ezette Nederlandsche gebied moet worden achtergelaten, de kapitein er voor zorg dient te dragen, dat het bedrag, benoodig voor den terugkeer van den achtergelatene naar het bezette Ne derlandsche gebied, bij de instantie, bij welke de aangifte overeenkomstig artikel 7 moet worden gedaan, wordt gestort. Volgens artikel 9 mag de bemanning, met inbegrip van den kapitein, buiten het bezette Nederlandsche gebied slechts is ingeschreven, wordt vrij van kosten In het ingeschreven. collectanten hun ervaringen persoonlijk ter kennis van den burgemeester. Wan neer het voorkomt, dat een enkeling de bekende roode bussen zonder een gift voorbijgaat wordt dit bij den burge meester en de wethouders besproken, die dan persoonlijk een bezoek aan den weigerachtige brengen om hem te over tuigen van zijn verkeerd inzicht. Dit is hier mogelijk omdat het hier een kleine gemeente betreft. Het resultaat is meestal, dat men de zaak beter leert in zien en zijn gaven voor de behoeftige landgenooten niet achterhoudt. Buiten de collectedagen is er eveneens werk voor de medewerkers. Zij stellen dan een onderzoek in naar de plaatsen waar nood moet worden gelenigd waar bij zij aandacht hebben zoowel voor dui delijke als stille armoede. Hun onder vindingen komen dan bij den burgemees ter, die een verder onderzoek instelt. Deze werkwijze is in een kleine ge meente, waar iedereen iedereen kent, voldoende, in tegenstelling met de situatie in de groote steden, waar een groep aanwezig moet CREMATIE L. H. F. GRAUENKAMP Onder zeer veel belangstelling heeft gistermiddag in het crematorium op Wes- terveld te Velsen de crematie plaats ge had van het stoffelijk overschot van den heer L. H. F. Grauenkamp, expert van den Germanischer Lloyd in IJmuiden, oud-officier ter koopvaardij en oud-expert bij de scheepvaart-inspectie. Aanwezig waren de heeren J. H. Th. Eerman, adj.-inspecteur voor de Scheep vaart te IJmuiden. mede namens den in specteur voor de Scheepvaart te ’s-Gra- venhage, P. Bouwmeester te Bloemendaal namens den Germanischer Lloyd, W. Burgdorffer, chef, en C. Jonker, expert bij Lloyd’s Register. Brughaer. inspecteur van het Bureau Veritas W. Vogelen zang, expert bij de Scheepvaartinspectie te IJmuidenC. Oud, directeur van het Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden, ir. L. Bienfait, lid der fa. Koning en Bienfait te Amsterdam, H. H. Tusenius, directeur der Ver. Ijsfabrieken te IJmui den, F. H. Luchsinger, directeur der Machinefabriek Hert te IJmuiden, G. Carst, J. F. Erenst en J. Frater Smid, bestuursleden der Reedersvereeniging te IJmuiden, P. J. Bakker, vice-consul van Duitschland te IJmuiden, H. van Leeu wen namens de directie der Amst. Droog dok Mij., H. Martens namens het be stuur der J.V.V. Stormvogels, waarvan de overledene vroeger deel uitmaakte, R. A. Heideman, namens de directie der Scheepswerf Welgelegen t~ _o_,. J. G. Wulfers en J. M. Kimmelaar, perts te Rotterdam e.a. Gesproken hebben de heer Hildebrands als vriend en een zwager, de heer A. v. .1. Rovaart, die ook voor de belangstelling dankte. In een groote provinciestad De tweede plaats betreft ervaringen, welke werden opgedaan te Nijmegen, een groote provinciestad, met een over wegend katholieke bevolking. Hier zijn de resultaten zeer bevredigend. De bur gemeester heeft zich geheel ingezet voor het Winterhulpwerk, waarbij hij veel steun ondervond in zijn omgeving. Een van zijn vroegere medewerkers ter se cretarie verklaarde zich bereid het werk voor Winterhulp te willen doen, doch spoedig bleek, dat dit werk een omvang aannam waardoor het niet mogelijk was dit langer als bijwerk te doen, doch dat hiervoor een geheele werkkracht nood zakelijk was. Voorts kwamen tallooze aanvragen om ondersteuning binnen, zoodat het werk zich ophoopte en men genoodzaakt was uit te zien naar mede werkers voor de financiën en de orga nisatie, Ook de plaatselijke propaganda vroeg aandacht, waarom een propagan dist werd aangesteld. Spoedig had men een kern van en thousiaste medewerkers gevormd, die el kander aanvullen en, zoo. noodig, kunnen vervangen. Een gedeelte^Van een school gebouw werd ingericht als plaatselijk bureau, waar veel arbeid wordt verzet en meestal tot laat in den avond wordt gewerkt. Het gymnastieklokaal was een prachtige ontvangzaal, waarin enkele malen per week heele rijen van men- schen hun opwachting maakten om hun speciale belangen toe te lichten en de bekende aanvraagformulieren voor het toekennen van waardebonnen in te vullen. Een groep leden van den armenraad, die uiteraard bekend zijn met het sociale werk, werd bereid gevonden om geheel belangeloos op te treden als armbezoe ker, waardoor een deskundig onderzoek van de steunaanvragen werd gewaar borgd, hetgeen weer ten goede kwam aan het zoo spoedig mogelijk verleenen van daadwerkelijken steun. De plaatselijke propagandist is intus- schen in actie op zijn terrein. De groote kantoren en fabrieken ter plaatse worden door hem bezocht, collectanten worden verzameld en tegen den tijd, dat de collectedagen op komst zijn, door hem van instructies voorzien. Bij het practi- sche werk kwam hier naar voren, dat het nuttig was de collectanten niet steeds in dezelfde wijk te plaatsen, doch ben laten rouleeren in de verschillende stadsgedeelten. De medewerking van de burgerij kwam op vele manieren tot uiting. Zoo werden door verschillende winkels speciale W.H.N.-étalages ingericht, de plaatselijke radiodistributiédienst werkte mede door luidsprekers op verschillende punten op te stellen waar, naast uitzendingen van gramofoonplaten, korte opwekkende toe spraken werden doorgegeven. De burge meester richtte rich tijdens de collecte dagen op deze wijze tot de inwoners. Met de hand werd voorts een reclame- biljet vervaardigd, dat in verschillende étalages werd geplaatst. Bioscooptheaters projecteerden lantaarnplaatjes van deze affiche. Dank zij dit enthousiasme heeft het Winterhulpwerk in Nijmegen zeer goede resultaten opgeleverd, hetgeen tot uiting kwam in de bedragen, welke in deze gemeente voor onze behoeftige landge nooten werden bijeengebracht. Opmerke lijk is nog, dat, hoewel vele leden van Plaatselijke al of niet kerkelijke liefda- digheidsvereenigingen individueel hun medewerking toezegden en deze ook op gulle wijze verleenden, zoo gaf de voorzitter van het provinciaal R. K. pa tent, steeds afwijzend Winterhulpwerk. Ook in dit opzicht r-- komst een zal breken. noch ook in kleinere plaatsen heeft men niet stil gezeten. Nemen wij b.v. het Kleine plaatsje Nieuw Vosmeer, dat zich een eerqplaats heeft weten te verschaffen, door de gulle wijze waarop hier geofferd en gewerkt is voor de Winterhulp Neder land. Nieuw Vosmeer heeft 1552 inwo ners, waarvan ruim 80 pGt. landarbeiders zijn. Ook hier is de burgemeester de stuwende kracht voor het Winterhulp- erk. De secretarie verzorgt het orga nieke en financieele gedeelte van het te verrichten werk waarnaast een vrijwil- *ge kracht de administratie voert. Wan- de collectedagen in zicht komen o^dt op het gemeentehuis een bijeen- otnst georganiseerd, waar de collectan- n worden voorzien van instructies. annelijke en vrouwelijke Ingezetenen kinSelen elkander, in goede samenwer- TY .af bij de verschillende collectes, 'zijdens de collectedagen brengen de rochiaal armbestuur zich op als collec- -. deze vereenigingen zelf nog 1 staan tegenover het t mag

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 13