HAAGSCHE COURANT
PLANETARIUM
de Joden
Het bedrijfsleven
en
Vrijdag 14 Maart 1941.
BINNENLAND
OE NIEUWSTE MODE,
£ratis-Dljvoegsei <an de „Haagsctie Courant’*-
VIERDE BLAD
ONDERWIJS EN KERK
Nederlandsche Ryksradio-
Omroep gesticht
Wat met samenwerking bereikt
kan worden
GEKLEURDE RINGEN OM
DE MAAN
Het N. V. V. en de Volks
gezondheid
VERGUNNING VEREISCHT VOOR
WIJZIGING, VERKOOP,
VERHUUR ENZ.
Bij dit nummer ontvangen de ge-
abonneerden No. 6 van het Tijd-
scnnit „DE NIEUWSTE
MOD E”.
Figuur 1 in dit nummer is een jon
gensblouse van flanel of katoen. De
rug heeft van achter een stuk met een
weinig ruimte. De das is van hetzelfde
materiaal. Alleen van 1012 en 14—16
jaar.
Het werk van Winterhulp
Nederland in verschil
lende gemeenten
en kinderen met vacantie
naar Duitschland
Schuldbrieven aan toonder
Kampeermoeilijkheden
De vischtüd verlengd
BEZOEK AAN DE NEDERLANDSCHE
JAARBEURS
Maatregelen betreffende het
verkeer ter zee
No. 17825
goed bewindvoerder in acht te
dienen,
Vrouwen
REGELING VOOR DE OPGEHEVEN
OMROEP-ORGANISATIES
i
i
te Harlingen,
ex-
inen echter vertrouwen, dat in de toe-
andere opvatting zich baan
maar tegen betaling van de uiterst geringe
vergoeding van f 0.75 per volwassene en
0.50 per kind per dag. De uitzending van
vrouwen staat los van de uitzending der
kinderen. De leeftijd der vrouwen gaat
tot ten hoogste vijftig jaar, die der kinde
ren over den schoolplichtigen leeftijd, dus
van 7 tot 14 jaar Doktersonderzoek voor
uitzending is verplicht. Aanmeldingen
moeten gedaan worden bij den leider van
de districtsdiensten van „Vreugde en
Arbeid” of bij het N.V.V., afdeeling volks
gezondheid, P. C. Hooftstraat 178/180,
Amsterdam-Zuid; waar men ook alle ver
dere inlichtingen kan verkrijgen alsook bij
de - afdeelingsbesturen van de bij het
N.V.V. aangesloten vakorganisaties in het
geheele land.
in de groote steden,
speciale armbezoekers
zijn.
Zoo ziet men, dat Winterhulp Neder
land zoowel in groote als kleinere plaat
sen zijn trouwe medewerkers heeft, die
alle krachten inspannen om de leuze
„door het volk voor het volk” tot ver
werkelijking te brengen.
zijn in den tijd tusschen 9 Mei 1940 en
den dag van het in werking treden dezer
verordening, dienen achteraf goedgekeurd
te worden
Artikel 4.
Misbruik van formeele of materieele
rechtsvoorschriften van burgerlijk recht
kan niet tot gevolg hebben, .dat de ver
plichting tot het verkrijgen van goedkeu
ring ontdoken wordt.
Artikel 5.
Bevoegd tot het verleenen der goedkeu
ring is de Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied (commissaris-
generaal voor Financiën en Economische
Zaken)
Artikel 6.
(1) De goedkeuring moet worden aan
gevraagd.
1) In de in de artikelen 1 en 2 bedoelde
gevallen vóór het treffen der daar bedoel
de maatregelen.
2) In de in artikel 3 bedoelde gevallen
binnen een maand ha het inwerking tre
den dezer verordening.
(2) Wordt de goedkeuring geheel of ten
deele geweigerd, dan bepaalt de Rijkscom
missaris voor het bezette Nederlandsche
gebied (commissaris-generaal voor Finan
ciën en Economische Zaken), of en op
welke wijze de getroffen maatregelen on
gedaan dienen te worden gemaakt dan wel
of zij rechtsgeldigheid missen. Daarbij kan
hij bindend beslissen omtrent de daardoor
ontstaande rechtsverhoudingen; zoodanige
beslissingen zijn ook bindend voor orga
nen der rechterlijke en uitvoerende macht.
Aanstelling van bewindvoerders
Artikel 7
(1) De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied (commissaris-gene
raal voor Financiën en Economische
Zaken) kan in ondernemingen, welke aan
gegeven dienen te worden, bewindvoerders
aanstellen.
(2) De onderneming draagt de kosten
der bewindvoering.
Artikel 8
(1) Voor zoover bij de aanstelling van
den bewindvoerder niet anders wordt be
paald, is de bewindvoerder bevoegd tot
het verrichten, zoo in als buiten rechte,
van alle rechtshandelingen en anderszins,
welke de bedrijfsvoering der onderneming
met zich brengt. Tijdens den duur van de
bewindvoering kan geen voogd, curator of
eenig ander beheerder worden benoemd,
voor zoover zulks de onderneming aan
gaat.
Tijdens den duur van de bewindvoering
worden de bevoegdheden van den eige
naar, van de bestuurders of van de overi
gens tot vertegenwoordiging of bestuur
bevoegde personen opgeschort. Hetzelfde
geldt voor de bevoegdheden van alle orga-
Nu Maandag a.s. de nieuwe lijsten-
eollecte van Winterhulp Nederland over
het geheele land een aanvang zal nemen
is het interessant na te gaan hoe in
verschillende gemeenten voor en door de
Winterhulp wordt gewerkt. Het hoofd
bureau van Winterhulp Nederland heeft
van
ver»
Professor R. Welsohon O.P. t
Te Amsterdam is in den ouderdom van
63 jaar overleden prof. R. Welschen O.P.,
kerkelijk hoogleeraar in de Thomistische
wijsbegeerte vanwege het episcopaat der
R. K. Kerk aan de universiteiten van
I Amsterdam en Leiden.
zegt, dat geen schepeling
r van een Nederlandsch
schip zich in neutrale landen in verbin
ding mag stellen met de diplomatieke
De commissaris van het N.V.V., de heer
Woudenberg, heeft onlangs opgericht een
afdeeling volksgezondheid, waarin het
T.B.C.-fonds van het N.V.V. is onderge
bracht. In een dezer dagen gehouden pers
conferentie heeft de leider van deze nieuwe
afdeeling, de heer W. Kaub, een uiteen-
1 zetting .gegeven van de taak, welke op deze
afdeeling komt te rusten, waarna hij mede-
deelingen deed over een bijzondere actie,
die het N.V.V. in samenwerking met de
Duitsche organisatie „National Sozialisti-
sche Vorsorge” (N.S.V.) onderneemt en
1 welke betreft het uitzenden van arbeiders
vrouwen en kinderen naar Duitschland.
De volksgezondheid zoo zeide de heer
- Kaub is van het grootste belang niet
alleen voor het voortbestaan, maar ook
voor het arbeidsvermogen van een volk.
Hoewel de volksgezondheid al jaren in het
midden van de belangstelling van de over
heid stond, is het toch opmerkelijk, dat de
zorg voor den ongezonden mensch en den
invalide, dus diegenen wier arbeidsver
mogen reeds is verkort, meer ter hand
was genomen dan de bescherming en ver
zorging van den gezonden mensch en de
bewaring van dat gedeelte van de volks
kracht, dat in gevaar zou kunnen komen.
De nieuwe tijd stelt in de allereerste
plaats voorop de gezondhouding van de
werkkrachtige volksgenooten in het belang
van die volksgenooten, maar ook in het
belang van de gemeenschap, die bij het
ontbreken van deze krachten schade zou
lijden. In de nieuwe Nederlandsche samen
leving zal de zorg voor het gezonde wer
kende deel vooropstaan en genezing, waar
dit mogelijk is, in het belang van volks
genoot en gemeenschap krachtdadig wor
den ter hand genomen. Voorloopig ligt
op dit terrein een taak voor het N.V.V.
De commissaris van het N.V.V., heeft
daartoe opgericht de afdeeling „volksge
zondheid” waarin, zooals reeds medege
deeld, het T.B.C.-fonds van het N.V.V. is
©ndergebracht. Deze afdeeling volksge
zondheid zoo ging de heer Kaub verder
ziet een groot arbeidsterrein voor zich,
dat natuurlijk in samenwerking met de
overheid zal moeten worden bewerkt. Ge
dacht wordt daarbij aan massadoorlichting
in fabrieken, prophylaxe, tandverzorging
en al die hygiënische en sanitaire maat
regelen, die voor het gezond blijven van
den arbeider noodzakelijk zijn.
Met vacantie naar Duitschland.
De heer Kaub deed verder mededeeling
van een bijzondere actie, die het N.V.V. in
samenwerking met de N.S.V. onderneemt.
Deze actie wordt ondernomen, omdat in
dezen tijd nog geen andere organisatie
zich met het bijzondere deel van de volks
gezondheid bezig houdt zooals Duitschland
dat kent in de stichting „Mutter und Kind”.
De talrijke vrouwen, die door het zenuw-
sloopende werk in hun gezinnen een nood
zakelijke rust noodig hebben, doch geen
gelegenheid hebben deze rust buiten het
gezin te vinden, wil het N.V.V. door deze
actie in de gelegenheid stellen nieuwe
levenskracht op te doen in een andere om
geving. Hetzelfde geldt voor bleekneusjes,
kinderen van den schoolgaanden leertijd,
die in vele opzichten in hun zoo ontvanke
lijke jaren misschien een voor het leven
beslissende gezondheidsverbetering kunnen
krijgen.
Het gaat hier niet om zieke moeders en
altijd weer nijpende zorgen dreigen ziek
te worden of hun vitaliteit voor gezin en
samenleving dreigen te verliezen.
De uitzending is als volgt gedacht:
Zij begint voor moeders op 2 April a.s.
en voor kinderen 4 April a s. Het ligt in
de bedoeling met het uitzenden door te
gaan tot October van dit jaar.
Het is voor de in aanmerking komende
vrouwen en kinderen van N.V.V.-leden
mogelijk om geheel gratis 3 4 5 weken
naar de prachtige tehuizen van de N.S.V.
te worden uitgezonden. Voor vrouwen zijn
aangewezen de tehuizen in Schledehausen,
Bad Grund, Meinberg, en Schwalenberg
en voor kinderen die te Salzuflen, Privlts-
heide en Bad Saksa.
In de eerste plaats komen in aanmer
king, moeders van groote gezinnen. Ook
vrouwen en kinderen waarvan de kostwin
ner geen lid is van een bij het N.V.V. aan
gesloten vakorganisatie kunnen hiervoor
Het personeel
Aan de bij de radio-omroeporganisa-
ties aangestelde leden van het bedrijfs-
en administratief personeel, zoomede aan
de daarbij aangestelde artisten, allen
voor zoover zij daarbij op l Januari 1941
in dienst waren en bij de samenstelling
en de uitvoering der programma's hun
eigenlijke dagtaak vervullen, zal worden
aangeboden in dienst van den Rijksradio-
Omroep te treden, voor zoover zij daar
bij passende werkzaamheden kunnen
vinden.
De directeur-generaal van den Rijks-
radio-Omroep stelt, zoo mogelijk in over
eenstemming met de belanghebbenden,
de schadevergoeding vast, welke aan de
vroegere eigenaars en aan de personen,
die niet in dienst van den Rijksradio-
Omroep overgaan, worden toegekend.
Bij besluit van de secretarissen-gene-
raal van de departementen van Justitie
en van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart betreffende vergaderingen van
houders van schuldbrieven aan toonder
is bepaald, dat besluiten eener vergade
ring, bedoeld in artikel 7, eerste lid, der
wet op de vergadering van houders van
schuldbrieven aan toonder, mede kun
nen betreffen vorderingen, welke reeds
langer dan een jaar opeischbaar zijn.
Dit besluit treedt in werking op den
dag zijner afkondiging. Het vervalt met
ingang van 1 Januari 1942,
(commissaris-generaal
Zaken)
van ten
voor elk
De natuur is niet kwistig met haar mooi
ste tooneelen. Slechts een enkele maal ver.
gast zij ons op een schouwspel als het
poollicht, het efmusvuur. Gisteravond was
de volle maan versierd met twee ringen,
vooral de binnenste, de kleinste, toonde
ons een indrukwekkende kleurenpracht.
Onze dampkring tooverde deze ringen om
de maan. Hoog in de lucht bevonden zich
ijle wolken. Te oordeelen naar hun vorm
bestonden zij uit sneeuwvlokken, elke
sneeuwvlok is een ingewikkeld en ragfijn
bouwwerk van kleine ijskristalletjes Deze
fijne kristalletjes speelden een dartel spel
met de lichtstralen van de maan. Zij
kaatsen het licht op hun spiegelgladde zij-
vlakjes terug; zij lieten de lichtstralen
door zich heengaan, maar daarbij werd
het maanlicht in zijn verschillend ge
kleurde bestanddeelen ontleed. Elk ijs-
kristalletje gedroeg zich als een prisma.
De millioenen kristalletjes veroorzaken
met elkaar de ringen, die menig, naar den
hemel gericht oog geboeid zullen hebben.
R.
vertegenwoordigingen van de voormalige
Nederlandsche regeering.
Ten aanzien van de lading wordt in
een der volgende artikelen bepaald, dat
de kapitein van ieder schip, dat uit zee
een haven in het bezette Nederlandsche
gebied binnenloopt of uit zulk een haven
naar zee vertrekt verplicht is bij de „Hafen-
überwachungsstelle” de scheepsgegevens
op het daarvoor bestemde officieele for
mulier. hetwelk bij de „Hafenüberwa-
chungsstelle” verkrijgbaar is, in te dienen.
Deze gegevens moeten bij binnenloo-
pende schepen terstond na het binnen-
loopen, bij vertrekkende schepen uiterlijk
twaalf uur vóór het vertrek worden in
gediend. Indien lading wordt ingenomen,
moeten de scheepsgegevens uiterlijk
twaalf uren, voordat met laden begonnen
wordt, worden ingediend.
Slechts die goederen, welke in de
ladingspapieren zijn vermeld, mogen zich
als lading aan boord bevinden.
De schepelingen mogen slechts voor
werpen, welke tot hun eigen uitrusting
behooren, bij zich aan boord hebben.
Zendingen (brieven en alle soorten van
post) voor het buitenland mogen door
schepelingen en door passagiers slechts
met toestemming van de „Hafenüberwa
chungsstelle” worden vervoerd.
Hij, die opzettelijk of door zijn schuld
in strijd handelt met de voorschriften
van deze Verordening wordt door den
Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied
voor Financiën en Economische
met een tuchtrechtelijke straf
hoogste twintigduizend gulden
geval afzonderlijk gestraft.
Dezer dagen werden de vele tiendui
zenden kampeerders in ons land veront
rust door berichten over een kampeerver-
bod, welke in enkele dagbladen zijn ge
publiceerd. Inderdaad is de verordening
188 (uitgaansverbod tusschen 12 en 4
uur), welke reeds van 22 October 1940
dateert, in den laatsten tijd door sommi
ge instanties aldus uitgelegd, dat het
verblijf in een tent tusschen 12 en 4 uur
verboden zou zijn, waardoor het kampee-
ren zeer bemoeilijkt zou worden.
De A.N.W.B. heeft onmiddellijk stap
pen ondernomen bij de betrokken autori
teiten en verzocht om een uitspraak, dat
het verblijf in een tent gelijk gesteld
wordt met verblijf binnenshuis, of althans
eea in de gegeven omstandigheden zoo
gunstig mogelijke regeling voor de kam
peerders. De zaak is op het oogenblik
in studie bij de Bezettingsautoriteiten en
de A.N.W.B. is hoopvol gestemd, dat het
kampeeren in den komenden zomer zij
het wellicht met eenige beperkingen
mogelijk zal zijn.
Vermogen komt aan den Staat
Blijkens de gisteren verschenen twee
de Verordening van den Rijkscommissa
ris voor het bezette Nederlandsche ge
bied, houdende maatregelen op het gebied
van den Nederlandschen radio-omroep,
geschieden de samenstelling en de uit
voering van bet programma van dezen
omroep en van de radiodistributie uit
sluitend van Rijkswege.
Te dien einde wordt een Staatsbedrijf
in het leven geroepen, dat den naam
van „Rijksradio-Omroep” draagt, rechts
persoonlijkheid bezit en welks zetel te
Amsterdam is gevestig®.
De secretaris-generaal van het depar
tement van Volksvoorlichting en Kun
sten heeft het toezicht over den Rijks
radio-Omroep.
Artikel 2 bepaalt, dat de bestaande
radio-omroeporganisaties worden ont
bonden en dat het aan deze toebehooren-
de vermogen in eigendom overgaat van
den Rijksradio-Omroep, welk ook alle
civielrechtelijke rechten en verplichtin
gen van de radio-omroeporganisaties
overneemt.
De secretaris-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherjj heeft
bepaald, dat de gesloten vischtijd voor
barbeel, blankvoorn, brasem, karper, kol-
blein, meun, ruischvoorn, serpeling, sneep
en winde in 1941 zal ingaan 21 April
De gesloten tijd voor het visschen met
eenig vischtuig in de rivieren zal even
eens 21 April ingaan. Hetzelfde geldt
voor het visschen in de Zuidhollandsche
stroomen met het spieringdrijfnet, de
vischzegan, den hengel, het schutwant
met een maaswijdte kleiner dan 80 m.m.
en wargarens met een maaswijdte kleiner
dan 75 m.m.
Voor het overige zal de gesloten tijd
voor vischtuigen, met uitzondering van
den zetangel of fleur, den sleephengel. met vergunning worden aangevuld. Deze
den hengel geaasd met visch en de sleep- ---J- JJ-
lijn, ingaan op 1 April inplaats van 16
Maart, met dien verstande echter, dat het
visschen in polderwateren slechts zal zijn
toegestaan aan visschers. die in het bezit
zijn van een daartoe strekkende schrifte-
Ijjke vergunning van het districtshoofd, noch passagier
owaaraan voorwaarden kunnen worden
aanmerking komen. Echter niet gratis,! verbonden ter voorkoming van misbruik.
In een kleine plaats, waar
allen elkaar kennen
gaai xxxcx xxxvb will uivcuciö en
Dit wat betreft groote provinciesteden, kinderen, maar om diegenen, die door de
Wijzigingen in het Pachtprijs-
opdrijvingsbesluit
Bij beschikking van de secretarissen-
generaal van het departement van Land
bouw en Visscherij en van Justitie zijn
nadere regelen getroffen betreffende gras
en hooiverkoopingen, het inscharen van
vee en het Pachtprijsopdrijvingsbesluit
1940.
Verkoopingen van gras (al of niet op
stam), hooi (anders dan per gewicht),
hooilandverpachtingen en inscharing van
vee, worden voor de toepassing van dit
besluit als verpachtingen beschouwd.
Het is voortaan verboden een pacht
overeenkomst of een overeenkomst tot
wijziging of aanvulling van een pacht
overeenkomst te sluiten, indien de bedon
gen pachtprijs hooger is dan die, welke
voor het verpachte gold in het jaar 1939
vóór of op 1 September.
Voorts is het verboden zonder goedkeu
ring van het bevoegde pachtbureau:
a. Vee in een weide ter inscharing
aan te nemen of gras of hooi, als bedoeld
in de tweede alinea te verkoopen of ten
verkoop aan te bieden;
b een inscharingsovereenkomst aan te
gaan;
c. eenige vergoeding terzake van in
scharen aan te nemen;
d. aan een overeenkomst, als bedoeld
onder a en b, welke gesloten is vóór de
inwerkingtreding van deze beschikking,
uitvoering te geven.
daaitoe in een drietal gemeenten,
geheel verschillend type, gegevens
zameld, welke hieronder volgen.
Allereerst de ervaringen in een Noor
delijke-^tad, n.l. in Groningen. Als hoofd
stad van de provincie is hier naast het
stedelijk bureau een provinciaal bureau
aan het werk. De samenwerking tus
schen deze beide bureaux is uiteraard
zeer nauw. Ook hier is een kern ge
vormd van enthousiaste medewerkers, die
hun geheele persoon inzetten voor het
slagen van het W.H.N.-werk, Een ambte
naar van sociale zaken verzorgt, geassis
teerd door enkele vrijwillige medewer
kers, geheel belangeloos het armbezoek.
Voorts is contact gezocht met het be
stuur van de z.g. „brokkenhuizen”, de
bekende instellingen waar zij, die ervoor
in aanmerking komen tegen een ge
ringe vergoeding gebruikte kleeding en
huisraad kunnen koopen. De provinciale
directeur heeft, naast zijn eigen werk
zaamheden, deze taak op zich genomen.
Door het beleggen van avonden wordt
getracht de band tusschen directie en
collectanten te verbeteren.
vergunning wordt in de door de Duitsche
Weermacht bezette rebieden door de be
voegde „Hafenüberwachungsstelle”, in
neutrale landen door den Duitschen con
sul verleend.
Artikel 10
nen; deze bevoegdheden oefent de bewind
voerder uit. De Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied (commissa
ris-generaal voor Financiën en Economi
sche Zaken) kan evenwel bepalen, dat de
bevoegdheden der organen geheel of ge
deeltelijk door deze blijven worden uitge
oefend.
(2) De aanstelling van den bewindvoer
der in een onderneming, welke in het
handelsregister
ambtshalve en
handelsregister
Artikel 9:
(1) De bewindvoerder heeft bij de uit
oefening van zijn functie de zorgvuldigheid
van een goed bewindvoerder in acht te
nemen.
(2) De bewindvoerder staat onder toe
zicht van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied (commis
saris-generaal voor Financiën en Economi
sche Zaken) en is voor zijn handelingen
jegens dezen alleen verantwoording ver
schuldigd.
Artikel 10
De bewindvoerder heeft recht op terug
gave van zijn werkelijke onkosten en op
een redelijke vergoeding voor zijn bemoei
ingen. Het bedrag wordt door den Rijks
commissaris voor het bezette Nederland
sche gebied (commissaris-generaal voor
Financiën en Economische Zaken vastge
steld.
Artikel 11:
De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied (commissaris-gene
raal voor Financiën en Economische
Zaken) kan te allen tijde de bewindvoe
ring doen beëindigen en de aanstelling
van den bewindvoerder intrekken. Is de
onderneming in het handelsregister inge
schreven, dan moet de intrekking van de
aanstelling vrij van kosten in het handels
register worden ingeschreven.
Artikel 12
De Rijkscommmissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied (commissaris-gene
raal voor Financiën en Economische
Zaken) kan het voortzetten van eeniger-
lei bedrijfsuitoefening van een onderne
ming, welke aangegeven moet worden,
verbieden. Hij kan bepalen, dat zoodanige
ondernemingen vóór een door hem te be
palen tijdstip geliquideerd of tot een zoo
danig tijdstip stilgelegd moeten worden.
Artikel 13
Aan een goedkeuring of aan een be
schikking, waarbij een gevraagde goed
keuring geheel of ten deele wordt gewei
gerd, kunnen voorwaarden en verplich
tingen worden verbonden.
Artikel 14
(1) Op de procedure krachtens deze ver
ordening kan een recht worden geheven.
(2) De behandeling van een verzoek kan
van de geheele of gedeeltelijke vooruitbe
taling van het recht afhankelijk worden
gemaakt.
Voorts bevat de Verordening strafbepa
lingen.
Uit de praktijk van Winterhulp
Ter illustratie van de noodzaak daar
van kunnen de volgende feiten
alle gevallen uit de praktijk van Winter
hulp
Een vrouw klopt aan om steun, haar
man ligt in het ziekenhuis en zij ont
vangt geen uitkeering van ziekengeld
volgens de Ziektewet. Het onderzoek
wees uit, dat de man langen tijd werk
loos is geweest. Toen hij eindelijk weer
werk kreeg, werd hij kort daarop ziek.
Daar hij nog te kort aan het werk was,
kreeg hij geen ziektegeld.
Een tweede geval, dat ter kennis van
Winterhulp kwam en dat wel op schrij
nende wijze de verarming van het gezin
toonde was wel het gezin waar de
ouders, bij gebrek aan dekens, sliepen
onder een oud vloerkleed, terwijl hun
drie kinderen tezamen in een ledikantje
moesten slapen.
Voorts werd nog als spoedgeval behan
deld de zaak van een 84-jarige vrouw,
die geheel van brandstoffen was ver
stoken.
Tenslotte nog een laatste voorbeeld uit
een eindelooze reeks Een geheele familie
kruipt ’s avonds om de kachel, welke dan
wordt opgestookt. Zoo brengen zij dan,
zoo goed en kwaad als het gaat, slapend
den nacht door.
Deze voorbeelden toonen wel duidelijk
aan, welk een armoede, soms in stilte,
nog wordt geleden. Aan ons volk de
plicht om door medewerking aan de
Winterhulp deze dingen te voorkomen.
De Jaarbeurs te Utrecht werd gisteren
bezocht door het nationaal comité voor
economische samenwerking, zoomede door
ihr. mr. O. E. W. van Six, secretaris
generaal, wnd. hoofd van het departe
ment van Koloniën, den heer Th. van
Voorthuysen, gecommitteerde voor Indi
sche zaken, vergezeld van den heer J. Ph.
Nikkels, hoofdcommies aan het departe
ment van Koloniën. Laatstgenoemde hee-
ren werden rondgeleid door de heeren
prof. dr. L. P. Ie Cosquino de Bussy, ir.
W. L. Utermark en van de Koppel, na
mens het Koloniaal Instituut
TERUGWERKENDE KRACHT
TOT 9 MEI J.L.
Het nieuwe Verordeningenblad (nr. 10)
bevat, zooals reeds gemeld, een verorde
ning van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied betreffende
de behandeling van ondernemingen, welke
aangegeven dienen te worden.
Daarin wordt bepaald:
Artikel 1.
(1) Goedkeuring is vereischt voor:
1) het oprichten van een onderneming,
welke onder de bepalingen van de ver
ordening no. 189/1940 betreffende het aan
geven van ondernemingen valt (onder
neming, welke aangegeven dient te wor
den);
2) het aanbrengen van veranderingen in
een bestaande onderneming, waardoor die
onderneming komt te vallen onder de ver
plichting tot aangifte.
(2) Het vérzoek om goedkeuring moet
worden ingediend door hem, die het op
richten der onderneming of het aanbren
gen der verandering beoogt.
Artikel 2.
(1) Goedkeuring Is vereischt voor:
1) het vervreemden, verhuren, verpach
ten, liquideeren of stilleggen van een
onderneming, welke aangegeven dient te
worden, of van een gedeelte eener zoo
danige onderneming;
2) het vestigen van een recht van
vruchtgebruik op een onderneming, welke
aangegeven dient te worden, of op een ge
deelte daarvan;
3) het aanbrengen van veranderingen
,in een onderneming, welke aangegeven
dient te worden, waardoor de gronden,
waarop de verplichting tot aangifte berust,
wegvallen;
4) het aangaan van de verplichting tot
het verrichten van bepaalde rechtshande
lingen van de onder le tot en met 3 be
doelde soort; wordt goedkeuring verleend
tot het aangaan van een zoodanige ver
plichting, dan heeft die goedkeuring mede
betrekking op het ten uitvoer leggen dier
verplichting.
(2) Het verzoek om goedkeuring moet
worden ingediend door hem, die dé over
eenkomst. waarvoor de goedkeuring ver
eischt is, te sluiten of den maatregel, waar
voor goedkeuring vereischt is te verrich
ten beoogt.
Artikel 3.
Maatregelen van de in de artikelen 1
en 2 bedoelde soort, welke reeds getroffen
DE REGISTRATIE VAN HOTELS.
CAFÉS, RESTAURANTS
EN PENSIONS
Van bevoegde zijde wordt medegedeeld:
Blijkens een dezer dagen in de pers
verschenen artikel over het onderzoek,
dat thans door het Rijksbureau voor het
hotel-, café-, restaurant- en pensioenbe-
drijf wordt ingesteld naar de te registree-
ren bedrijven, is er twijfel gerezen over
de vraag of het aantal bedrijven volgens
de bedrijfstelling 1930 wel juist zou zijn.
Bedrijven, waarin alleen het bedrijfshoofd
werkzaam was, zouden niet opgenomen
zijn. Dit berust op een misverstand. Alle
bedrijven, onverschillig of zij met dan
wel zonder personeel werken, komen in
de uitkomsten der bedrijfstelling voor.
Verder bedroeg het totaal aantal hotels,
café’s, restaurants en pensions niet 29191,
maar 33311, eerstgenoemd aantal moet
n.l. vermeerderd worden met de inrich
tingen, die verbonden waren aan zaken,
waarin als hoofdbedrijf een ander bedrijf
dan het hotel etc. bedrijf wordt uitge-
oefend, als kruidenierszaken (1410 ge-<
vallen), broodbakkerijen (476 gevallen),
timmermans- en metselaarsbedrijven
(331), transportbedrijven (262) enz.
Voorzoover noodig zij er aan herinnerd,
dat de bedrijfstelling gehouden is tege
lijk met de volks- jn beroepstelling, dat
de opgaven over het beroep op de volks-
tellingskaarten vergeleken zijn met de
bedrijfstellingskaarten en dat de bedrijfs
telling bovendien de beschikking had
over de loonlijsten van de ongevallenver
zekering, waarop in 1930 speciale vragen
ten behoeve van de bedrijfstelling gesteld
waren Alleen hierdoor werd de grootst
mogelijke zekerheid verkregen, dat geen
bedrijf aan de waarneming kon ontglip
pen en dat de uitkomsten der telling aan
de vereischte mate van betrouwbaarheid
zouden beantwoorden.
Aan een gisteren verschenen Verorde
ning van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied, houdende
maatregelen betreffende het verkeer ter
zee, ontleenen wij
Artikel 1 De kapitein van ieder schip,
dat uit zee een haven in het bezette
Nederlandsche gebied binnenloopt of uit
zulk een haven naar zee vertrekt, is ver
plicht bij de bevoegde „Hafenüberwa
chungsstelle” van de Duitsche Oorlogs-
marine lijsten van schepelingen en pas
sagiers voor het door hem gevoerde schip
in te dienen. De lijsten moeten bij bin
nenkomende schepen terstond na het bin-
nenloopen, bij vertrekkende schepen
uiterlijk acht en veertig uren vóór het
vertrek worden ingediend.
Artikel 2In de lijsten van schepe
lingen en passagiers dienen alle personen,
die zich bij het binnenloopen of bij het
vertrek aan boord van het schip bevin
den, te zijn vermeld. Namen van perso
nen, die zich niet aan boord bevinden,
mogen in de lijst niet worden opge
nomen. Voor het opmaken van de lijsten
van schepelingen en passagiers dient ge
bruik te worden gemaakt van de bij de
..Hafenüberwachungsstellen” der Duitsche
Oorlogsmarine verkrijgbare officieele for
mulieren zij moeten in drievoud worden
ingediend.
Artikel 3 bepaalt o.a., dat bij de lijs
ten van schepelingen en passagiers de
vereischte legitimatiepapieren (paspoor
ten, persoonsbewijzen, monsterboekje)
van de in de lijsten voorkomende per
sonen dienen te worden bijgevoegd.
Bij binnenkomende schepen mag inge
volge artikel 4 het verkeer tusschen het
schip en den wal eerst een aanvang
nemen, wanneer de lijsten van schepelin
gen en passagiers zijn ingediend en de
„Hafenüberwachungsstelle” dit verkeer
heeft toegestaan.
Bij vertrekkende schepen is het ver
keer tusschen het schip en den wal ver
boden, nadat de „Hafenüberwachungs
stelle” het schip voor het vertrek heeft
vrijgegeven.
Op Nederlandsche schepen mogen als
schepeling slechts Nederlanders, Neder
landsche onderdanen of personen van
Duitsche nationaliteit worden aangemon
sterd, mits zij in het bezit van een pas
poort of persoonsbewijs en van een mon
sterboekje zijn (art. 5).
Personen, wier monsterboekje eerst na
10 Mei 1940 is uitgeschreven, mogen
slechts met toestemming van de „Hafen
überwachungsstelle” worden aangemon
sterd.
Op neutrale schepen mogen blijkens ar
tikel 6 als schepeling Nederlanders en
Nederlandsche onderdanen slechts met
toestemming van de „Hafenüberwachungs
stelle” worden aangemonsterd. De pas
poorten en persoonsbewijzen dezer per
sonen moeten bij den Nederlandschen
ambtenaar van aanmonstering in bewa
ring worden gegeven. Deze mogen hen
slechts met toestemming van de „Hafen
überwachungsstelle” weder worden over
handigd.
In artikel 7 lezen wij De kapitein
van ieder Nederlandsch schip dient, wan
neer een schepeling, die Nederlander of
Nederlandsch onderdaan is, buiten het
bezette Nederlandsche gebied het schip
onbevoegd verlaat, dan wel wegens ziekte
of anderszins achtergelaten wordt, daar
van aangifte te doen. Deze aangifte dient
in de door de Duttsche Weermacht be
zette gebieden bij de „Hafenüberwa
chungsstelle”, in neutrale landen bij den
bevoegden Duitschen consul terstond,
althans vóór het vertrek van het schip,
te worden gedaan. Bij de aangifte dient
het monsterboekje van de betreffende
schepelingen te worden overgelegd.
Artikel 8 zegt, dat, indien een schepe-
lings wagens ziekte of anderszins bui
ten heU^ezette Nederlandsche gebied
moet worden achtergelaten, de kapitein
er voor zorg dient te dragen, dat het
bedrag, benoodig voor den terugkeer van
den achtergelatene naar het bezette Ne
derlandsche gebied, bij de instantie, bij
welke de aangifte overeenkomstig artikel
7 moet worden gedaan, wordt gestort.
Volgens artikel 9 mag de bemanning,
met inbegrip van den kapitein, buiten
het bezette Nederlandsche gebied slechts
is ingeschreven, wordt
vrij van kosten In het
ingeschreven.
collectanten hun ervaringen persoonlijk
ter kennis van den burgemeester. Wan
neer het voorkomt, dat een enkeling de
bekende roode bussen zonder een gift
voorbijgaat wordt dit bij den burge
meester en de wethouders besproken, die
dan persoonlijk een bezoek aan den
weigerachtige brengen om hem te over
tuigen van zijn verkeerd inzicht. Dit is
hier mogelijk omdat het hier een kleine
gemeente betreft. Het resultaat is
meestal, dat men de zaak beter leert in
zien en zijn gaven voor de behoeftige
landgenooten niet achterhoudt.
Buiten de collectedagen is er eveneens
werk voor de medewerkers. Zij stellen
dan een onderzoek in naar de plaatsen
waar nood moet worden gelenigd waar
bij zij aandacht hebben zoowel voor dui
delijke als stille armoede. Hun onder
vindingen komen dan bij den burgemees
ter, die een verder onderzoek instelt.
Deze werkwijze is in een kleine ge
meente, waar iedereen iedereen kent,
voldoende, in tegenstelling met de situatie
in de groote steden, waar een groep
aanwezig moet
CREMATIE L. H. F. GRAUENKAMP
Onder zeer veel belangstelling heeft
gistermiddag in het crematorium op Wes-
terveld te Velsen de crematie plaats ge
had van het stoffelijk overschot van den
heer L. H. F. Grauenkamp, expert van
den Germanischer Lloyd in IJmuiden,
oud-officier ter koopvaardij en oud-expert
bij de scheepvaart-inspectie.
Aanwezig waren de heeren J. H. Th.
Eerman, adj.-inspecteur voor de Scheep
vaart te IJmuiden. mede namens den in
specteur voor de Scheepvaart te ’s-Gra-
venhage, P. Bouwmeester te Bloemendaal
namens den Germanischer Lloyd, W.
Burgdorffer, chef, en C. Jonker, expert
bij Lloyd’s Register. Brughaer. inspecteur
van het Bureau Veritas W. Vogelen
zang, expert bij de Scheepvaartinspectie
te IJmuidenC. Oud, directeur van het
Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden,
ir. L. Bienfait, lid der fa. Koning en
Bienfait te Amsterdam, H. H. Tusenius,
directeur der Ver. Ijsfabrieken te IJmui
den, F. H. Luchsinger, directeur der
Machinefabriek Hert te IJmuiden, G.
Carst, J. F. Erenst en J. Frater Smid,
bestuursleden der Reedersvereeniging te
IJmuiden, P. J. Bakker, vice-consul van
Duitschland te IJmuiden, H. van Leeu
wen namens de directie der Amst. Droog
dok Mij., H. Martens namens het be
stuur der J.V.V. Stormvogels, waarvan
de overledene vroeger deel uitmaakte, R.
A. Heideman, namens de directie der
Scheepswerf Welgelegen t~ _o_,.
J. G. Wulfers en J. M. Kimmelaar,
perts te Rotterdam e.a.
Gesproken hebben de heer Hildebrands
als vriend en een zwager, de heer A. v. .1.
Rovaart, die ook voor de belangstelling
dankte.
In een groote provinciestad
De tweede plaats betreft ervaringen,
welke werden opgedaan te Nijmegen, een
groote provinciestad, met een over
wegend katholieke bevolking. Hier zijn
de resultaten zeer bevredigend. De bur
gemeester heeft zich geheel ingezet voor
het Winterhulpwerk, waarbij hij veel
steun ondervond in zijn omgeving. Een
van zijn vroegere medewerkers ter se
cretarie verklaarde zich bereid het werk
voor Winterhulp te willen doen, doch
spoedig bleek, dat dit werk een omvang
aannam waardoor het niet mogelijk was
dit langer als bijwerk te doen, doch dat
hiervoor een geheele werkkracht nood
zakelijk was. Voorts kwamen tallooze
aanvragen om ondersteuning binnen,
zoodat het werk zich ophoopte en men
genoodzaakt was uit te zien naar mede
werkers voor de financiën en de orga
nisatie, Ook de plaatselijke propaganda
vroeg aandacht, waarom een propagan
dist werd aangesteld.
Spoedig had men een kern van en
thousiaste medewerkers gevormd, die el
kander aanvullen en, zoo. noodig, kunnen
vervangen. Een gedeelte^Van een school
gebouw werd ingericht als plaatselijk
bureau, waar veel arbeid wordt verzet
en meestal tot laat in den avond wordt
gewerkt. Het gymnastieklokaal was een
prachtige ontvangzaal, waarin enkele
malen per week heele rijen van men-
schen hun opwachting maakten om hun
speciale belangen toe te lichten en de
bekende aanvraagformulieren voor het
toekennen van waardebonnen in te vullen.
Een groep leden van den armenraad, die
uiteraard bekend zijn met het sociale
werk, werd bereid gevonden om geheel
belangeloos op te treden als armbezoe
ker, waardoor een deskundig onderzoek
van de steunaanvragen werd gewaar
borgd, hetgeen weer ten goede kwam
aan het zoo spoedig mogelijk verleenen
van daadwerkelijken steun.
De plaatselijke propagandist is intus-
schen in actie op zijn terrein. De groote
kantoren en fabrieken ter plaatse worden
door hem bezocht, collectanten worden
verzameld en tegen den tijd, dat de
collectedagen op komst zijn, door hem
van instructies voorzien. Bij het practi-
sche werk kwam hier naar voren, dat
het nuttig was de collectanten niet
steeds in dezelfde wijk te plaatsen, doch
ben laten rouleeren in de verschillende
stadsgedeelten.
De medewerking van de burgerij kwam
op vele manieren tot uiting. Zoo werden
door verschillende winkels speciale
W.H.N.-étalages ingericht, de plaatselijke
radiodistributiédienst werkte mede door
luidsprekers op verschillende punten op
te stellen waar, naast uitzendingen van
gramofoonplaten, korte opwekkende toe
spraken werden doorgegeven. De burge
meester richtte rich tijdens de collecte
dagen op deze wijze tot de inwoners.
Met de hand werd voorts een reclame-
biljet vervaardigd, dat in verschillende
étalages werd geplaatst. Bioscooptheaters
projecteerden lantaarnplaatjes van deze
affiche.
Dank zij dit enthousiasme heeft het
Winterhulpwerk in Nijmegen zeer goede
resultaten opgeleverd, hetgeen tot uiting
kwam in de bedragen, welke in deze
gemeente voor onze behoeftige landge
nooten werden bijeengebracht. Opmerke
lijk is nog, dat, hoewel vele leden van
Plaatselijke al of niet kerkelijke liefda-
digheidsvereenigingen individueel hun
medewerking toezegden en deze ook op
gulle wijze verleenden, zoo gaf de
voorzitter van het provinciaal R. K. pa
tent,
steeds afwijzend
Winterhulpwerk. Ook in dit opzicht
r--
komst een
zal breken.
noch ook in kleinere plaatsen heeft men
niet stil gezeten. Nemen wij b.v. het
Kleine plaatsje Nieuw Vosmeer, dat zich
een eerqplaats heeft weten te verschaffen,
door de gulle wijze waarop hier geofferd
en gewerkt is voor de Winterhulp Neder
land. Nieuw Vosmeer heeft 1552 inwo
ners, waarvan ruim 80 pGt. landarbeiders
zijn. Ook hier is de burgemeester de
stuwende kracht voor het Winterhulp-
erk. De secretarie verzorgt het orga
nieke en financieele gedeelte van het te
verrichten werk waarnaast een vrijwil-
*ge kracht de administratie voert. Wan-
de collectedagen in zicht komen
o^dt op het gemeentehuis een bijeen-
otnst georganiseerd, waar de collectan-
n worden voorzien van instructies.
annelijke en vrouwelijke Ingezetenen
kinSelen elkander, in goede samenwer-
TY .af bij de verschillende collectes,
'zijdens de collectedagen brengen de
rochiaal armbestuur zich op als collec-
-. deze vereenigingen zelf nog
1 staan tegenover het
t mag