Rubriek voor de Jeugd
CORRESPONDENTIE
oplossingen der raadsels
nieuwe raadsels
g
Tentoonstelling in Haarlem
Onderhoud met <h. r. E. Posthuma
15 Maart 1941 3e bl. pag. 2
De Vrijmetselarij in
Nederland
De positie van den Neder-
landschen boer
HAAGSCHE COURANT Zaterda
de voeding van den mensch is het een
geluk, dat de verbouwer van rogge
thans meer met zijn collega, die tarwe
verbouwt, is gelijk gesteld. Ook voor
den roggeverbouwer zelf is dit een ge
luk. omdat hij over het algemeen tot de
categorie van kleine boeren behoort.
Wat de aardappel betreft zoo zei
dr Posthuma is de prijs blijkbaar
gericht op het verbouwen van soorten,
welke veel opbrengen en dit is tenslotte
toch ook een goed ding; zoowel voor
producent als consument.
Eon gelukkige gemeente
>N
verhalen
tegen
DE BOOZE FEE
Ingezonden door „Spring in ’t Veld”.
gym,
maar
mm*
Het mannetje begint met een houten breinaald rond te peddelen.
Het mannetje is een plager, maar het
vrouwtje vergeldt kwaad met goed
NARCISSEN-TENTOONST LLING
DE RIVIERA-HAL
KASTANJEPOPPETJES’ LIEF EN
LEED
over
het
niet
dat
den er drie
zoo gauw.
RESTAURATIE VAN DE GROOTE KERK
TE NIJMEGEN
Door het garandeeren der prijzen
is verh' t
ge.
ver-
3.
Ik ben een huisdier, draai mij om en
men moet mij aan een boom zoeken.
1.
2.
3.
dejkraamrandje naar
Ida doen
Oplossingen en briefjes moeten uiter
lijk Woensdagmorgen aan het Bureau
Haagsche Courant bezorgd zijn Alles on-
derteekend met je ware namen voluit,
schuilnaam, leeftijd en adres. Op het cou
vert vermelden: Aan Tante Etty.
TANTE ETTY.
Den; E; Marken. Denemarken.
Maas; Sluis. Maassluis.
Huis; Ge; Noot. Huisgenoot.
Prijzen vielen ten deel aan
„Westlandertje”.
„Mosroosje”.
„Spring in ’t Veld”.
Prijzen afhalen aan het Bureau Haag
sche Courant op Woensdagmiddag.
Daarbij Uitsluitend je ware namen op
geven.
kaansché hoofdkwartier
archieven van deze loges in beslag
nomen en v!i ■-
bleken, dat Roosevelt, de president der
In de Rivièra-hal van de Diergaard
..Blijdorp” te Rotterdam is thans een
fraaie en zeer uitgebreide narcissenshow,
ingericht door de firma G Luhhe en zoon
Oegstgeest.
De expositie wordt gehouden van 15 tot
24 Maart.
L .n.uaeiaars wvitfeu uigeUituu. Wenscnt
c aanvrager de gevraagde loonsverhoo-
l no m den verkoopsprijs zijner produc
ten te berekenen, dan dient hij zulks te
vermeiden en moet hij tegelijkertijd op
de bovenomschreven wijze een verzoek
tot prijsverhooging indienen met vermel
ding van zijn verzoek, loonsverhooging
te mogen toepassen. Het college van
rijksbemiddelaars zal dan de sociale
aspecten der loonsverhooging beoordee-
len; het departement van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart respectievelijk het
rijksbureau voor de voedselvoorziening
in oorlogstijd zal in overleg met het
college van rijksbemiddelaars de wen-
schelijkheid van de doorberekening der
gestegen loonkosten in den verkoopsprijs
beoordeelen.
Indien voor de beoordeeling van de
billijkheid van de verleening eener ver
gunning geruime tijd noodig is, bijvoor
beeld m afwachting van een onderzoek
door den accountantsdienst van het de
partement of door den accountant van
aanvrager, kan een voorloopige vergun
ning worden verleend, waarbij slechts
met dat gedeelte van de kostprijsver-
hooging wordt rekening gehouden, het
welk zonder dit onderzoek reeds als vast
staand kan worden aangenomen. In het
algemeen zal echter slechts onder uiter
ste noodzaak tot zulk een'voorloopige
verhooging worden overgegaan.
Indien een fabrikant of handelaar bij
de vaststelling van zijn prijzen gebonden
is aan voorschriften van een bepaalde
organisatie, is het eerst dan geoorloofd,
een prijsverhooging toe te passen, indien
de betrokken organisatie daarop toestem
ming heeft gekregen. Dit geldt ook -voor
het lidmaatschap van internationale kar
tels. aangezien uiteraard de bepalingen
der prijzenbeschikkingen prevaleeren bo
ven de voorschriften van welke organi
satie ook.
Na een half uurtje zijn ze eindelijk
veilig aan het dakraam aangeland.
Ida, die het eerst was, steekt het
vrouwtje de hand toe. Maar o wee!
Als ze samen het mannetje op het
droge willen trekken, houden ze alleen
zijn hoofd vast: de rest van den kas-
tanjeman blijft nog op de woeste ba
ren dobberen.
Het vrouwtje huilt tranen met tui
ten, omdat het lijf van haar mannetje
nu geen hoofd en het hoofd geen lijf
meer heeft, ’t Is ook wel erg! Maar
Ida weet raad. Leg hem maar bin
nen op het tafeltje, zegt ze. En dan
pakt ze vlug, zonder griezelen, hoofd
en romp van den kastanjeman op en
wil ze weer op elkaar drukken, net
als ze Moeder heeft zien doen. Maar
kijk, nu ontdekt ze iets vreemds:
dwars door het hoofd van het man
netje steekt een groote speld!
Geen wonder, dat je mannetje
altijd zoo kribbig was, zegt Ida tegen
het vrouwtje. En ze haalt de speld er
uit en gooilt haar ver weg over de da
ken. Als het mannetje weer heel is, is
hij zoo zacht als een lammetje!
Jullie zijn allebei schatten, aller
liefste engeltjes! zegt hij, en ik zal
mijn vrouwtje nooit meer afsnauwen
of van de tafel gooien!
Geef elkaar dan maar een arm,
zegt Ida. En ze zet ze netjes neer en
hoopt maar, dat ze voortaan vrede
zullen houden!
Nu, dat zal wel lukken. Want als
Ida den volgenden morgen wakker
wordt, staan ze nog net zoo innig ge
armd. Ida is blij!
DE ROTTERDAMMERS BESTEDEN
DE SCHADEVITKEERINGEN IN
EIGEN STAD
In verband met het feit, dat dezer da
gen een aanvang zal worden gemaakt
met de uitkeenngen van de schadever
goedingen aan de Rotterdammers, die
slachtoffers werden van de oorlogsge
beurtenissen in Mei, zal de centrale
commissie, ingesteld onder leiding van
den heer A. H. van Riel, een actie voe
ren om de wenschelijkheid onder de aan
dacht van deze getroffenen te brengen,
de uitgekeerde vergoedingen te besteden
in hun eigen stad, Rotterdam, om het
bedrijfsleven in deze plaats te stimulee-
ren
riet college van Rijksbemiddelaars
heeft een regeling vastgesteld der loo-
nen en verdere arbeidsvoorwaarden,
voor op de vliegvelden van het Duitsche
luchtwapen werkzame bouwonderne
mingen. Deze regeling treedt in wer-
king bij den aanvang van de loonweek,
waarin Maandag 24 Maart 1941 valt
De prijzen
Van groot belang bjj een actie als de
productieslag zoo ging dr. Posthuma
verder zijn ook de prijzen, welke de
boeren voor hun producten krijgen Voor
Volgens mededeeling van de kerkvoog.
dij der Ned. Herv. Gemeente te Nijmegen,
is vanwege den vroegeren directeur van
het Rijksbureau voor Monumentenzorg,
dr. Kalff, de actie weer ingezet tot
restauratie van de Groote Kerk, welke
dateert uit het begin van de 13e eeuw en
in 1272 door Albertus Magnus werd ihge-
wijd. De kosten van de restauratie wor-
den gedragen door Rijk, provincie, ge
meente en kerkvoogdij.
LOONREGELING VOOR OP
VLIEGVELDEN WERKZAME
BOUWONDERNEMINGEN
wel naar den kant. En Ida roept:
Wat een schat ben jjj, kastanje-
vrouwtje!
Hedenmiddag is in het voormalige ge
bouw van de Vrijmetselaarsloge in de
Ripperdastraat te Haarlem een tentoon
stelling geopend, waarin een duidelijk
beeld wordt gegeven van de mysterieuze
plechtigheden van deze geheimzinnige
vereeniging Bovendien worden hier een
aantal geschriften ten toon gesteld, waar
uit duidelijk de internationale macht van
deze vereeniging blijkt.
In een persconferentie, welke gister
middag' werd gehouden, gaf de organi
sator van deze tentoonstelling, de heer
W Schavier, een overzicht van het we
zen der Vrijmetselarij Spreker begon
met er op te wijzen, dat de liberaal-
internationale wereldbeschouwing lijn
recht staat tegenover de wereldbeschou
wing, welke gebaseerd is op het volks-
beginsel De Vrijmetselarij is gegrondvest
op dit liberaal internationalistisch begin
sel Bovendien is de Vrijmetselarij een
krachtig wapen van het wereldjodendom
in den strijd om de macht. Officieel
werd de Vrijmetselarij gesticht in 1717
in Engeland Later heeft men een ge
schiedenis samengesteld, waaruit zou
moeten blijken, dat de Vrijmetselarij een
voortzetting is van de geheime bonden
uit de geschiedenis, zelfs ;cu de eerste
mensch Adam reeds Vrijmetselaar zijn
geweest. Ook Mozes zou leider van de.
loge zijn geweest en de oude Egyptische
bonden zouden voorloopers zijn geweest.
Algemeen bekend kon worden geacht, dat
de naam Vrijmetselarij is voortgekomen
uit den gildetijd. De loge is ontstaan uit
de bonden van de werklieden in de bouw
vakken. de vrije metselaars, die zich,
evenals alle handarbeiders in een gilde
vereenigd hadden en waarin zich in den
loop der tijden personen hadden genes
teld. die ontevreden waren ever den gang
van zaken, in den staat en deze gilden
van vrije metselaars, d.i architecten,
bouwkundigen, beeldhouwers e.d., ge
bruikten als dekmantel voor hun samen
zweringen. De eerste loges buiten Engeland
Met ons gaat het ook
was goed. Vele
voor planten
groeten van
De productieslag 1941 in de groot-
scheepsche actie van het Nederlandsch
Agrarisch Front, waarbij de boeren
worden aangemoedigd in dit jaar een
zoo groot mogelijke productie, in de
eerste plaats voor het eigen volk, te le
veren. heeft het spreekt haast wel
vanzelf vooral in landbouwkringen de
grootste belangstelling. Nu zijn er ver
schillende factoren, welke bij zoo'n pro
ductieslag een rol spelen. In een onder
houd. dat een redacteur van het A.N.P.
met dr. F. E. Posthuma over dit onder
werp had. heeft de oud-minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, die
zooals bekend een enthousiast pro
pagandist van dezen productieslag is.
enkele factoren genoemd en daaromtrent
zijn oordeel gezegd.
Inderdaad zoo begon dr. Posthuma
is het zoo, dat wanneer we meer
willen produceeren, we ook over meer
middelen moeten beschikken. Nu speelt
bij onzen landbouw de kunstmest een
zeer belangrijke rol. Kalimeststoffen
zijn er naar mijn meening in voldoende
mate. Wat stikstof betreft, is het op het
kantje af. Hier kan de wijze van distri
butie van grooten invloed zijn. Phos-
nhorzhurmeststoffen zijn er waarschijn
lijk te weinig, maar hier staat gelukkig
tegenover, dat onze landbouwgronden
over het algemeen een knappe reserve
hebben aan deze meststoffen. Wat het
mestvraagstuk in zijn geheel aangaat,
speelt ook het scheuren van weiden een
rol. orrjdat men door het scheuren grond
krijgt, we'ke niet zoo erg behoefte aan
meststof heeft
dan houdt ze heele
hen.
Vanavond heeft ze haast verlangd,
dat het bedtijd werd, want ze had
hun een heeleboel te zeggen! Ver
beeld je, toen Ida dien morgen wakker
werd, stond alleen het mannetje op
het tafeltje: het vrouwtje lag op den
grond, half onder het bed. En ze keek
zóó treurig!
Daar moet
dan met je vader mee_
ieder wil nu <---
„F 1 c w e r” Dat is geen
zeg. Hoe is het er nu i—
je Z°wa Me Ruiter” Jenaam
lootjesbusje Ja. er was een -•
Je hebt het goed geraden.
““Vlack Bear". Wat voor
heb je’ Heb je al een» een l
nen? Vele groeten terug.
„Zonnekind"; ..S^Xbon”:
.Glimwormpje «Boteroon ^^y Allen
.Amsterdammertje
harteliik welkom in ae
De hartelijke groeten
3.
Ik ben een vogel, doe een letter weg
en ik ben 100 jaar.
1.
Met K een zuivelproduct.
Met M een rivier.
Met G in een kippenhok.
Met V in ieder huis.
Met B in iedere zaak.
Met W kan men niet zien.
ontstonden, zooals begrijpelijk is, u»ae
groote havensteden. Zoo is reeds in 1734
in ons land de eerste loge gesticht, ais
dochter-loge van de Londen?che
In de Vrijmetselarij kon men in groote
trekken twee stroomingen onderscheiden
en wel ae Romaansch-Angelsaksische en
de Germaansthe richting. Dc eerste wil
daadwerkelijk in de politiek ingrijpen en
heeft dit o.a. gedaan in de iransche revo
lutie. De idee „gelijkheid, vrijheid, oroe-
derschap’ is een zuiver mapOnnieke ge
dachte Vele voormannen der revolutie
waren lid der loge. Men weet dat uit
de gelijkheidsgedachte het liberalisme i»
voortgekomen, met alle gevolgen van
dien. De Germaansche richting van de
Vrijmetselarij wilde niet zoo direct in de
politiek ingrijpen, doch meer zijdeling,
invloed uitoefenen.
Uit de gelijkheidsgedachte vloeit voort,
dat ook Joden gelijkgerechtigde leden
der loge kunnen zijn. Inderdaad zijn zij
ook steeds lid geweest Veel van het
ritueel der loge is overgenomen uit het
Joodsche ritueel. Kenmerkend is. dat
men in de Vrijmetselarij «teeds op het
Joodsche Davidsschild stuit Niettegen
staande deze gelijkgerechtigheid der Jo
den werd tn 1843 in Amerika de eerste
zuiver Joodsche loge gesticht, de loge
B'Nai B’Rith. Hiervan mochten alleen zij
lid worden, die uit twee vol Joodsche
ouders stamden. Ook Nederland Kende
twee onderafdeelingen van B’Nai B’Rith en
wel in Amsterdam en den Haag Deze
stonden onmiddellijk onder het Ameri-
Thans zijn de
ge
uit de briefwisseling is ge-
-a.- -3 fc.- X J A
Vereenigde Staten de eerste was. die de
medaille ontving, welke was ingesteld
voor hem, die in een jaar het meeste
voor het wereldjodendom had gedaan.
Alle leden van B'Nai B Rith in Ne
derland 192. waren tevens lid van een
Nederlandsche grootloge, alsook van or
ganisaties als Odd Fellows, Rotarians,
Foresters e d om hier hun invloed uit te
oefenen. In verband hiermede is het op
merkelijk. dat in 1938 /ll 000 door een
der loges beschikbaar werd gesteld voor
Joodsche emigranten uit Duitschland ter
wijl voor Nederlandsche minder bedeel
den slechts ƒ400 werd gegeven. Door deze
loge B’Nai B’Rith oefenden de Joden een
Geen werkloozen in Nieuwveen
Op het oogenblik doet zich in de
meente Nieuwveen het bijzondere
schijnsel voor, dat alle werkloozen werk
hebben gevonden. Niemand staat thans
als werkzoekende op de arbeidsbeurs in-
geschreven.
-.1
„„izugnjKe macht uit iu de Vrij mets»,
larij en daardoor in de wereldpolitiek
Ook de Volkenbond was voor een groot
deel een maaksel der Vrijmetselarij
Reeds voor 1900 heeft de Association
Maconnique International de ideeën van
den lateren Volkenbond veikondigd ne,
i» duidelijk, dat het nationaalsocialism»
dezen geheimen ophitsenden bond niet kon
laten bestaan De thans eeorganiseertu
tentoonstelling laat duidelijk het gevaar,
lijke karakter zien alsook de dikwijl-
dwaze ceremoniën, welke den .tem.
pel" ten uitvoer werden gebracht.
een zelfverzonnen zijn. Ook mag het pa.
pier waar je het op schrijft, maar aan
één kant beschreven worden. Hoe heet
je pop? Daar is moeder zeker wel erg
blij mee? Ja. je schrijft mooi hoor. Fijn,
wat voor kleur?
„Viooltje”. Je had ze toch goed, fl
vond je ze zoo moeilijk. Dat is zeker wel
een prettige dag op school?
„Huismoedertje”. Jammer, dat j«
het tweede raadsei fout hebt Vele groetjes
terug
..Madeliefje”. Wat
hebben jullie besteld? De
Bep.
„B 1 o e m e n f e e” Bep is mijn dochter.
Ze wordt 27 Augustus 25 jaar. De groe
ten van Bep.
„E i K e 11 j e”. Meisje meisje, je doet
nu ai een poosje mee en weet je nu nog
niet, dat een verhaaltje op een apart vel-
letje’ papier moet? Zoo kan het niet ge
plaatst worden. Fijn,, dat je toch nog wat
gevonden hebt. Ja. al drie jaar geleden is
Topsy gestorven. Vele groeten terug.
„Ha nt de Torenkraa i". Dat is
fijn zeg. Het tweede raadsel had je
fout hè?
,,B i o n d j e"
lootjesbusje
o 01 n i
aardig,
schrijven
V„„.
Het is wel jammermaar ik kan hetzo<y
niet insturen.
Wat veel boeki
jes terug.
erg aardig, maar Kan zoo niet geplaatst
worden, als h”
schreef? Durf
vriendinnetje-
verzixni op ie
Voor te
Er was eens, een aardig kaboutertje,
die heette Pimpernel. Hij had een grap
pig wipneusje, dat eigenwijs in de lucht
stak. Maar hij was heelemaal
eigenwijs. Hij was een kereltje,
altijd medelijdend en hulpvaardig was.
Hij had alles voor een ander over.
Maar, er was een booze fee, die hem
altijd verdriet deed. Maar hij was het
niet alleen, o nee, iedereen moest het
voor haar ontgelden. Eens had ze hem
weer geplaagd, ze had een leuk uit hout
gesneden doosje meegenomen. Pimper
nel was dol op dat doosje, en daarom
was hij erg verdrietig. Hij vertelde het
aan al zijn vrienden. Die hadden alle
maal medelijden met hem. En die zei
den „Zeg weet je wat, we gaan van
avond op de loer liggen”.
„Ja, zei Pimpernel, dat zullen wij
doen”, dan gaan we rondom op de loer
liggen. En dan sluiten wij haar in en
dan moet ze het doosje weer terug
geven. En dat hebben ze gedaan en de
booze fee is van schrik nooit meer terug
gekomen. En Pimpernel zijn neusje stak
nog eigenwijzer in de lucht, toen hij
zijn doosje weer terug hgd.
Raadsèlvriendjes en
wordt uitdrukkelijk
enveloppe te vermelden
Kinderrubriek
Op het tafeltje naast Ida’s bed, tus-
schen de strikken, de haarknipjes, den
kam, den borstel, en het heerlijke
fleschje eau de cologne, staan twee
grappige poppetjes: een mannetje en
een vrouwtje.
Ze zijn nog niet oud. Precies drie
weken geleden zijn ze gemaakt van
bruine glimmende kastanjes. Eerst
het mannetje, want dat was het ge-
makkefijkst. Ida en Zus hebben een
heele tasch vol voor moeder op tafel
uitgestrooid. En toen heeft Moeder er
de twee mooiste, rondste uitgezocht:
een kleintje en een grootere.
De kleine kastanje kreeg aan den
eenen kant een gaatje en werd toen
met een lucifer op de groote, die ook
een gaatje had gekregen, vast ge
maakt. Toen had het mannetje al een
hoofd en een jasje. In het hoofd kwa
men twee luciferskoppen als oogen,
een rond gaatje voor den neus en een
lange spleet voor den mond. En daar
na kreeg het mannetje armen en bee-
nen van lucifers en ook nog een soort
derde been om te kunnen staan en een
mooie rij luciferskop-knoopen op zijn
jasje.
Toen ’t mannetje af was, glom hij
van trots, omdat hij zoo’n echt mooi
kastanjemannetje was en hij lachte
aldoor, omdat hij nu eenmaal zoo’n
breeden mond had.
Nu een vrouwtje, zei Zus tegen
Moeder, want alleen is maar
alleen, hè?
Best hoor. Nu een vrouwtje!
Dat werd net zoo gemaakt als het
mannetje, alleen was het een beetje
moeilijker, omdat het een rokje aan
moest. Dat werd gevouwen van een
papieren servetje (een heuschen plooi
rok en om het lijfje van het vrouwtje
gelijmd. En toen het rokje ook af
was, kreeg het vrouwtje nog een
pruik ook: van een langen draad wol.
Die werd in drieën geknipt. Ida
moest de drie eindjes vasthouden en
toen vlocht Moeder er een stijve
vlecht van en prikte die vast op
vrouwtjes bol en draaide haar om en
om, zoodat het een dikke, ouderwet-
sche wrong werd.
Ida en Zus vonden het bepaald
prachtig, hoewel ze een pagekop of
rollenkapsel toch moderner hadden
gevonden. Maar Moeder legde uit,
dat het mannetje en vrouwtje echte
koffiebruine Oosterlingen waren
een apart kastanjeras zoo tusschen
negers en Indianen in! en dus geen
rekening hoefden te houden met de
nieuwste mode omdat er tóch in de
woestijn, waar ze eigenlijk woonden,
geen modebladen verschenen. Het
mannetje en het vrouwtje werden toen
netjes op Ida’s tafeltje gezet, tus
schen het fleschje eau de cologne, den
kam, de haarknipjes, die ’s morgens
altijd weg zijn en wat ik meer heb
opgenoemd.
Ze staan daar, zooals ik je vertel
de, al drie weken. Ze zien er met hun
breede, lachende monden nog altijd
erg opgewekt uit, maar toch kun je
goed zien, dat de tand des tijds al een
beetje aan hen heeft geknabbeld. Het
lijf van het mannetje is zóó inge
droogd, dat het wel een echte ribbe-
kast lijkt en het vrouwtje heeft een
knik in haar eenen arm en een scheur
ir haar schouder gekregen. Ook haar
mooie vlecht zit niet zoo netjes meer
als in ’t begin, ’s Avonds, als ze in
haar bedje ligt, kijkt Ida vaak heel
lang naar het kastanjepaartje. En
„Spring in *t Veld” Ik zal heel
hard schudden hoor. Dat is een heele
tijd hoor, en van ongeduld heb je niet
zoo mooi geschreven als anders. Ik hoop
dat het schudden geholpen*heeft.
„S k i p p y" Ja, dat zou ook kunnen,
maar dat is de oplossing toch niet. Vond
je ze zoo moeilijk? Je hebt ze toch op
kunnen lossen. Vele groeten terug.
,,J o p i e L i n k”. Dat is een leuke
naam Dat is niet zoo prettig hè? Vond jij
het ook fijn toe ze weer thuis was?
„L o u r i e n t j e” Fijn, dat je verhoogd
bent zeg. Nu heb je dubbel welkom hè?
Heb je Moortje al lang? De groeten van
Bep.
„Meikevertje". Je schuilnaam is in
het lootjesbusje Leuk, dat ze ook mee
doet hè? Ik zal het lootjesbusje goed
schudden, maar er zitten heel wat brief
jes met schuilnamen in.
„Waterlelie” Neen, al die schuil
namen kan ik niet onthouden. Dat is een
feest! Wel gefeliciteerd hoor Wanneer
ben jij jarig? Die datum is makkelijk te
onthouden. Heb jij dat plaatje geteekend?
„Boertje”. Fijn, dat*de spreeuw nu
goed verzorgd wordt. Nu zal hij wel weer
gauw kunnen vliegen.
„Dolly Do t”. Ja, dat mag, als het
maar aar een kant beschreven wordt Die
keeren tellen dan ook mee.
„M osr oojj e” Ik kan je briefje heel
goed lezen hoor. Een foutje maak ik ook
wel eens. Je schuilnaam is in het lootjes
busje.
„Haantje de Voorste”. Dat is
leuk dat speuren. Je vond het zeker wel
fijn, dat jij het gevonden had? Je had
een heelen tijd geloopen. De groeten van
Bep.
„Bruinoogje”. Jammer, dat je het
vergeten had. Dat is dan een goede schuil
naam Wat een fijn cadeautje en je krijgt
het al gauw Bep is 27 Augustus en ik
ben W Mei jarig.
„Z w e m s t e r t j e”. Er was een druk
fout in het derde raadsel. Ik heb het
liefst een zelf verzonnen verhaaltje. Het
papier waar het verhaaltje op komt, mag
maar aan één kant beschreven worden.
Het mag meer dan één vel zijn. Verder
mag er niets anders op komen dan het
verhaaltje en je schuilnaam
,,K o n ij n t j e”. Doe maar goed je best
met de raadsels Als je de raadsels alle drie
vijf keer goed hebt gehad, komt je schuil
naam op een briefje in het lootjesbusje.
Dat wordt goed geschud en drie briefjes
worden er uitgehaald, dat zijn de prijs
winnaars
„Hamsterbloempje" Nu nog
twee keer de raadsels goed hebben, dan
komt je schuilnaam in het lootjesbusje.
Je had het tweede raadsel fout Jammer
hè? Wel beaankt voor je raadsels.
„Tompoes”. Heb je de jaartallen en
de eilanden goed geleerd? Nog twee keer
de raadsels goed.
,,W estlandertj e”. Je briefje kwam
de vorige week te laat. Ik zal het doen
hoor, maar er zijn meer briefjes in het
lootjesbusje
„Duikelaartje”, Je moet de raad
sels nog drie keer goed insturen. Als je
de oplossingen stuurt van raadsels, die je
zelf hebt ingezonden, tellen die niet mee.
„Benjamin" Ja, dat moest het ook
zijn. Het was een drukfout.
„Zwartkop) e". Leuk zoo’n gezellig
avondje. Hoe heetten de stukjes, die opge.
voerd werden? Zal je je leeftijd niet meer
vergeten?
„Pimpelmees”. Wel bedankt voor
je raadsel. Wat kun je er mee maken?
Over een poosje wordt het geplaatst,
maar ik heb natuurlijk nog meer raadsels
en die moeten ook eens een beurt hebben.
„Joke" Fijn zeg, nu ga je zeker ook
wel eens met hem wandelen? Je schuil
naam is ir het lootjesbusje. De groeten
van Bep.
„T u r n s t e r t j e” Ben je nu weer
beter? Dat was een lange brief gewor
den hoor. Brieven mogen wei aan twee
kanten beschreven worden, maar verhaal
tjes niet. Nu kon je weer fijn een briefje
schrijven hè? Niets prettig hoor zoo in
bed te moeten liggen De groeten aan
allemaal.
„P r u 11 e 1 a a r s t e r t j e”. Neen hoor,
dat is heelemaal niet erg. Heb je het zoo
druk?
„Le e s g r a a t". Die oplossing is goed.
Het was een drukfout. Vele groeten terug.
„Joe Brown". Dat mag. Laat hij
maar een briefje insturen met naam. leef
tijd en schuilnaam Heb je al in het boek
gelezen? Ho* heet het? Vond je het daar
mooi? Fijn zoo’n blouse. Het liefst een zelf
verzonnen raadsel of verhaaltje
„R o 11 e r d a m m e r t j e”. Ja, dat mag.
Als je een verhaaltje inzendt, moet het
Over prijzen in het algemeen wilde
dr. Posthuma op dit oogenblik alleen
zeggen, dat naar zijn oordeel, de positie
van den boer door het garandeeren van
de prijzen belangrijk beter is geworden.
Vroeger kon hij een kleinen of een grooten
oogst krijgen en dan kon de prijs, welke
zich bij den wereldprijs aanpaste, ook
de heele oogst, wat hoeveelheid betreft,
nog wel eens een slecht rendement ge
ven. omdat de prijs veel te laag was.
De toestand is nu echter zoo. dat wan
neer de boer door een goede verzorging
van den grond en van de planten en door
veel vlijt alles heeft gedaan, wat maar
mogelijk is, om naar de hoeveelheid een
zoo groot mogelijken oogst te krijgen,
dan weet hij, dat iedere hl., welke hij
meer oogst, hem ook meer in de porte-
monnaie zal geven. Want van iedere hl.,
welken hij oogst, staat nu reeds vast,
wat hij er voor zal ontvangen. De we
reldprijs speelt nu seen rol meer en kan
de boer bij de geldelijke opbrengst van
zijn oogst dus niet meer schaden
Ida het hare van heb
ben! Ze heeft het tweetal weer vlak
naast elkaar gezet en gezegd:
Wacht maar, ik zal jullie van
avond wel krijgen! Foei, me zoo’n
verdriet te doen met jullie geruzie!
Want ze denkt beslist, dat het manne
tje zijn zielig vrouwtje met haar
zeeren arm van de tafel heeft gebokst.
Kijk maar, hoe uitdagend hij daar
staat, één arm uitgestrekt in de lucht
en een valsch lachje om zijn breeden
mond'
’s Avonds begint Ida er, als moeder
weg is, direct over.
Hoor eens, zegt ze, ik wil nu
eens dadelijk de waarheid weten. Heb
jij je vrouwtje van de tafel gestompt
of niet? Het helpt heusch niet of je
nee zegt, want ik heb alles gezien!
In het schemerige avondlicht ver
trekt de mond van het mannetje in
een nog breedere grijns en hij zegt:
Nee hoor, heelemaal niet! Hoe
kóm je er bij?
Wel, wél! jammert het vrouwtje.
Hij gaf me een duw en toen rolde
ik om en toen kwam de wind en toen...
En toen, en toen, en toen... bauwt
het mannetje na.
En toen woei ik van 't tafeltje,
zucht het vrouwtje. Zie je niet, hoe
mijn rok is gekreukt en hoe slordig
mijn haar zit?
Foei! zegt Ida, ik had van jou
nooit gedacht, dat je zóó leelijk kon
doen, kastanjemannetje! Je verdient,
dat ik je het raam uitgooi. Ik geloof,
dat ik ’t maar doe. Ja, ik doe het!
En ze gaat dreigend rechtop in bed
zitten.
Maar dan... dan gebeurt er iets on
verwachts. Het mannetje en het
Vrouwtje gillen allebei heel hard:
O nee, dat niet, dat niet! En ze
hollen 9p hun spillebeentjes het heele
tafeltje over, den kant van het dak
raam uit. Vol verbazing kijkt Ida hen
na. Ze ziet hoe het mannetje met zyn
beide hicifersarmen heel resoluut het
randje van het dakraam vastgrijpt;
zich optrekt en er pardoes bovenop
zit. Nu Steekt hij het vrouwtje een
hand toe en trekt haar ook omhoog.
En dan kijken ze allebei angstig van
het d^kraamrandje naar beneden,
wat Ida doen zal? Wel, natuurlijk
gaat ze hen achterna. Ze heeft niet
voor niets een acht voor gym, die
flinke meid! In een oogwenk heeft Ida
zich ook aan het dakraam opgetrok
ken.
Schuif eens een eindje op, dan
kom ik tusschen jullie in zitten! roept
Ida.
Zul je ons niets doen? vraagt het
vrouwtje angstig.
Nee, nee, heusch niet!
Nou, kom dan maar!
Een, twee, hup! Daar zit Ida al op
’t randje, tusschen het mannetje en
het vrouwtje in. Het papieren rokje
ritselt en het vrouwtje trekt het voor
zichtig terug. En weet je wat erg gek
is? Ida is nu opeens even groot als
het kastanjepaartje! Ze kijkt langs
haar beenen in de rose pyama en die
hangen zoowaar precies gelijk met de
lucifersbeentjes van de anderen. En
nu kijkt ze even opzij naar het gezicht
van het mannetje. Hu! Wat zijn zijn
luciferskopoogen groot en wat puilen
ze uit zijn gezicht! Nu is het Ida, die
bijna bang wordt
Maar het vrouwtje lacht vriendelijk
en zegt: Je hoeft voor ons toch
niet bang te zijn! Je weet toch nog
wel, dat je Moeder ons gemaakt
heeft, op dien Zaterdagmiddag? Als
dat niet gebeurd was, eii als ik niet
zoo’n mooi rokje gekregen had en
zoo’n prachtige vlecht, nou... dan was
ik nu nog een doodgewoon kastanje-
poppetje, net als hij. En als je moe
der ons geen beenen gegeven had en
geen armen en geen knoopjes en geen
oogen, dan waren we nu nog kastan
jes en dan lagen we misschien in
’t bosch of in de prullemand!
Ja, dat is waar, zegt Ida. Maar
't mannetje brouwt: Pff, ’t is me
wat moois! Had je moeder me dan
geen ander hoofd kunnen geven in
plaats van dit, dat altijd zoo’n pijn
doet, dat ik er kribbig en akelig van
word?
Doet je hoofd zoo’n pijn? Arme
kastanjeman!
-t Ja, zegt het vrouwtje, ’t is erg
akelig. lederen nacht krijgt hij vree-
selijke steken door zijn achterhoofd.
En daar wordt hij dan zoo humeurig
van! En daarom klimmen we altijd
door ’t raam, omdat we hopen, dat
frissche lucht er goed voor is. En dan
gaan we een eindje varen in de dak
goot. Als je 't aan niemand vertelt,
mag je ook mee!
O!... graag! zegt Ida. En dan
stappen ze uit het raampje en staan
opeens aan ’t randje van de woest
golvende rivier, die de dakgoot is. Er
ligt een papieren schuitje in en heel
handig haalt het mannetje dat naar
zich toe.
Stap op, commandeert hij en Ida
en het vrouwtje nemen plaats. Het
mannetje gaat voorop staan en begint
met een houten breinaald, die ook in
de dakgoot dreef, te peddelen.
O, wat staat er een wind en wat
krullen de golven tegen het vaartuig
op. Oi, oei, oei-oei! zoo blaast de
storm om het huis. Ida vindt het een
heerlijken tocht, ze geniet volop! Heel
onvoorzichtig buigt ze zich ver
het randje, en... o, daar kantelt
schuitje en alle drie vallen ze te wa
ter.
Dom kind! roept het mannetje
eerst nog. Maar dan begint hij te gil
len van: help, help, ik verdrink!
O! O! Ik ga dood! Ida heeft erg me
delijden met hem, maar ze kan hem
niet helpen, omdat ze nog niet zoo erg
goed zwemmen kan. Maar dan ziet ze
pas, hoe lief het kastanjevrouwtje
toch is. Zij komt op haar papieren
rokje aandrijven en zegt: Vlug, pak
mij maar vast, dan drijven we samen
wel naar den kant. En Ida roept:
Je schuilnaam is in het
Vele groeten van ons terug,
a a s”. Het verhaaltje is erg
maar zou je nog een kunnen'
Zonder al die verbeteringen?
Want zoo is er geen wijs uit te worden.
Ja, het is daar erg mooi»
en hebben jullie. Vele groet»
’.Br* a n d n e u s j e”. Het verhaaltje is
- ---A 4 -1 -
ilj het in het net eens over
je dat in zoo’n hol te krui
pen? Als het nu eens instort? De groe
ten aan je broertje
„Organist" I.I—
goed. Ja, het laatste
groetjes terug.
Mi m o s a” Ja. dat heb je nnj vertelt
Wel bedankt voor je verhaaltje. Over een
poos wordt het geplaatst. Dat was een
heel eind nog he? Maar niet weer ver
geten hoor?
,Dok ter esje Ja, ik woon ook in
Den Haag. Neen hoor, dat is heelemaal
met erg. No« een keer de raadsels in
sturen. De groeten van Bep.
Kabouter Deugniet”. Wat ben
je verwend geworden. Nog wel gefelici*
teerd hoor. Hoe heeten de boeken? En wat
kan je fijn snoepen. De groeten van Bep.
,L o 11 y P o p”. Ja, je schuilnaam is in
het lootjesbusje Als het er nu maar weer
gauw uit komt hè?
Poppedijntj e". Dat is een heel
verschil zeg. Dat was heel wat gewonnen.
Of heb je ze nu zoo geteld, zooals je nichtjes
het doen? Ja. dat was goed Groeten van
Bep.
Roosje Roo d”. Ja, dat was een
drukfout Ja? Dat was zeker een vergis
sing Wel bedankt voor je verhaaltje.
Sneeuwwitje” Ongeveer 20 Jaar.
Dat is een heele tijd hè? De groeten van
ÜHbTtr loe 1 e k e”. Het liefst heb ik zelf
verzonnen raadsels De raadsels hoef J»
niet apart te schrijven. Dat moet alleen
met een verhaaltje Zal je in ieder briefje
je leeftijd schrijven?
Kwikstaartje”. Nu is je schuil
naam in het lootjesbusje. Fijn hè? Als het
er nu ook maar weer gauw uit is?
Ruitertje” Niet meer het adres
vergeten er op te schrijven hoor. Want
dan bezorg je de post erg veel moeite. En
je schuilnaam komt dan ook met in de
rubriek te staan
Friezinnetje”. Ja, je schuilnaam
is ”in het lootjesbusje Het wordt nog te
klein, zooveel schuilnamen zitten er al in.
Vele groeten terug
P i c c o 1 o”. Neen, we hebben geen
noes meer. Wel bedankt voor je raadsels.
Het eerste antwoord is goed. En het derde
'h As t fTd” Heb je er zooveel verloren?
Fiin dat je overgegaan bent. Dat vind je
zeker wel heerlijk’ De groeten van ons
terug.
J o z e f 1 e n t j e” Heb je er al zoö
veel’ Ja er zitten heel wat briefjes met
schuilnamen in het busje en steeds wor-
scnunnani ultgehaaldi dus het gaat met
Vele groetjes terug.
■"W’ildzang” Ik geloof dat het een
vergissing was. Dat is fijn, dus
net. Ja, ze waren goed. Je brief was op
tijd. Ik heb het opgestuurd maar of m
ei- In komt weet ik natuurlijk niet Dw
groeten van ons terug. i
lichtmatroos je”. Fijn, dat
idsr mcc zou kunnen Ja-
eenmaal niet hetzelfde
-“zm bof die »»bo
mee? Het derde had
.„m is in het
drukfout in-
De groet*0
plaxitj®8
prijs gewon-
„Inktpotje*.
7',Schitteroog' A*,c0
Kinderrubriek,
van jullie aller
TANTE ETTY.