Rubriek voor de Jeugd CORRESPONDENTIE oplossingen der raadsels nieuwe raadsels g Tentoonstelling in Haarlem Onderhoud met <h. r. E. Posthuma 15 Maart 1941 3e bl. pag. 2 De Vrijmetselarij in Nederland De positie van den Neder- landschen boer HAAGSCHE COURANT Zaterda de voeding van den mensch is het een geluk, dat de verbouwer van rogge thans meer met zijn collega, die tarwe verbouwt, is gelijk gesteld. Ook voor den roggeverbouwer zelf is dit een ge luk. omdat hij over het algemeen tot de categorie van kleine boeren behoort. Wat de aardappel betreft zoo zei dr Posthuma is de prijs blijkbaar gericht op het verbouwen van soorten, welke veel opbrengen en dit is tenslotte toch ook een goed ding; zoowel voor producent als consument. Eon gelukkige gemeente >N verhalen tegen DE BOOZE FEE Ingezonden door „Spring in ’t Veld”. gym, maar mm* Het mannetje begint met een houten breinaald rond te peddelen. Het mannetje is een plager, maar het vrouwtje vergeldt kwaad met goed NARCISSEN-TENTOONST LLING DE RIVIERA-HAL KASTANJEPOPPETJES’ LIEF EN LEED over het niet dat den er drie zoo gauw. RESTAURATIE VAN DE GROOTE KERK TE NIJMEGEN Door het garandeeren der prijzen is verh' t ge. ver- 3. Ik ben een huisdier, draai mij om en men moet mij aan een boom zoeken. 1. 2. 3. dejkraamrandje naar Ida doen Oplossingen en briefjes moeten uiter lijk Woensdagmorgen aan het Bureau Haagsche Courant bezorgd zijn Alles on- derteekend met je ware namen voluit, schuilnaam, leeftijd en adres. Op het cou vert vermelden: Aan Tante Etty. TANTE ETTY. Den; E; Marken. Denemarken. Maas; Sluis. Maassluis. Huis; Ge; Noot. Huisgenoot. Prijzen vielen ten deel aan „Westlandertje”. „Mosroosje”. „Spring in ’t Veld”. Prijzen afhalen aan het Bureau Haag sche Courant op Woensdagmiddag. Daarbij Uitsluitend je ware namen op geven. kaansché hoofdkwartier archieven van deze loges in beslag nomen en v!i ■- bleken, dat Roosevelt, de president der In de Rivièra-hal van de Diergaard ..Blijdorp” te Rotterdam is thans een fraaie en zeer uitgebreide narcissenshow, ingericht door de firma G Luhhe en zoon Oegstgeest. De expositie wordt gehouden van 15 tot 24 Maart. L .n.uaeiaars wvitfeu uigeUituu. Wenscnt c aanvrager de gevraagde loonsverhoo- l no m den verkoopsprijs zijner produc ten te berekenen, dan dient hij zulks te vermeiden en moet hij tegelijkertijd op de bovenomschreven wijze een verzoek tot prijsverhooging indienen met vermel ding van zijn verzoek, loonsverhooging te mogen toepassen. Het college van rijksbemiddelaars zal dan de sociale aspecten der loonsverhooging beoordee- len; het departement van Handel, Nijver heid en Scheepvaart respectievelijk het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd zal in overleg met het college van rijksbemiddelaars de wen- schelijkheid van de doorberekening der gestegen loonkosten in den verkoopsprijs beoordeelen. Indien voor de beoordeeling van de billijkheid van de verleening eener ver gunning geruime tijd noodig is, bijvoor beeld m afwachting van een onderzoek door den accountantsdienst van het de partement of door den accountant van aanvrager, kan een voorloopige vergun ning worden verleend, waarbij slechts met dat gedeelte van de kostprijsver- hooging wordt rekening gehouden, het welk zonder dit onderzoek reeds als vast staand kan worden aangenomen. In het algemeen zal echter slechts onder uiter ste noodzaak tot zulk een'voorloopige verhooging worden overgegaan. Indien een fabrikant of handelaar bij de vaststelling van zijn prijzen gebonden is aan voorschriften van een bepaalde organisatie, is het eerst dan geoorloofd, een prijsverhooging toe te passen, indien de betrokken organisatie daarop toestem ming heeft gekregen. Dit geldt ook -voor het lidmaatschap van internationale kar tels. aangezien uiteraard de bepalingen der prijzenbeschikkingen prevaleeren bo ven de voorschriften van welke organi satie ook. Na een half uurtje zijn ze eindelijk veilig aan het dakraam aangeland. Ida, die het eerst was, steekt het vrouwtje de hand toe. Maar o wee! Als ze samen het mannetje op het droge willen trekken, houden ze alleen zijn hoofd vast: de rest van den kas- tanjeman blijft nog op de woeste ba ren dobberen. Het vrouwtje huilt tranen met tui ten, omdat het lijf van haar mannetje nu geen hoofd en het hoofd geen lijf meer heeft, ’t Is ook wel erg! Maar Ida weet raad. Leg hem maar bin nen op het tafeltje, zegt ze. En dan pakt ze vlug, zonder griezelen, hoofd en romp van den kastanjeman op en wil ze weer op elkaar drukken, net als ze Moeder heeft zien doen. Maar kijk, nu ontdekt ze iets vreemds: dwars door het hoofd van het man netje steekt een groote speld! Geen wonder, dat je mannetje altijd zoo kribbig was, zegt Ida tegen het vrouwtje. En ze haalt de speld er uit en gooilt haar ver weg over de da ken. Als het mannetje weer heel is, is hij zoo zacht als een lammetje! Jullie zijn allebei schatten, aller liefste engeltjes! zegt hij, en ik zal mijn vrouwtje nooit meer afsnauwen of van de tafel gooien! Geef elkaar dan maar een arm, zegt Ida. En ze zet ze netjes neer en hoopt maar, dat ze voortaan vrede zullen houden! Nu, dat zal wel lukken. Want als Ida den volgenden morgen wakker wordt, staan ze nog net zoo innig ge armd. Ida is blij! DE ROTTERDAMMERS BESTEDEN DE SCHADEVITKEERINGEN IN EIGEN STAD In verband met het feit, dat dezer da gen een aanvang zal worden gemaakt met de uitkeenngen van de schadever goedingen aan de Rotterdammers, die slachtoffers werden van de oorlogsge beurtenissen in Mei, zal de centrale commissie, ingesteld onder leiding van den heer A. H. van Riel, een actie voe ren om de wenschelijkheid onder de aan dacht van deze getroffenen te brengen, de uitgekeerde vergoedingen te besteden in hun eigen stad, Rotterdam, om het bedrijfsleven in deze plaats te stimulee- ren riet college van Rijksbemiddelaars heeft een regeling vastgesteld der loo- nen en verdere arbeidsvoorwaarden, voor op de vliegvelden van het Duitsche luchtwapen werkzame bouwonderne mingen. Deze regeling treedt in wer- king bij den aanvang van de loonweek, waarin Maandag 24 Maart 1941 valt De prijzen Van groot belang bjj een actie als de productieslag zoo ging dr. Posthuma verder zijn ook de prijzen, welke de boeren voor hun producten krijgen Voor Volgens mededeeling van de kerkvoog. dij der Ned. Herv. Gemeente te Nijmegen, is vanwege den vroegeren directeur van het Rijksbureau voor Monumentenzorg, dr. Kalff, de actie weer ingezet tot restauratie van de Groote Kerk, welke dateert uit het begin van de 13e eeuw en in 1272 door Albertus Magnus werd ihge- wijd. De kosten van de restauratie wor- den gedragen door Rijk, provincie, ge meente en kerkvoogdij. LOONREGELING VOOR OP VLIEGVELDEN WERKZAME BOUWONDERNEMINGEN wel naar den kant. En Ida roept: Wat een schat ben jjj, kastanje- vrouwtje! Hedenmiddag is in het voormalige ge bouw van de Vrijmetselaarsloge in de Ripperdastraat te Haarlem een tentoon stelling geopend, waarin een duidelijk beeld wordt gegeven van de mysterieuze plechtigheden van deze geheimzinnige vereeniging Bovendien worden hier een aantal geschriften ten toon gesteld, waar uit duidelijk de internationale macht van deze vereeniging blijkt. In een persconferentie, welke gister middag' werd gehouden, gaf de organi sator van deze tentoonstelling, de heer W Schavier, een overzicht van het we zen der Vrijmetselarij Spreker begon met er op te wijzen, dat de liberaal- internationale wereldbeschouwing lijn recht staat tegenover de wereldbeschou wing, welke gebaseerd is op het volks- beginsel De Vrijmetselarij is gegrondvest op dit liberaal internationalistisch begin sel Bovendien is de Vrijmetselarij een krachtig wapen van het wereldjodendom in den strijd om de macht. Officieel werd de Vrijmetselarij gesticht in 1717 in Engeland Later heeft men een ge schiedenis samengesteld, waaruit zou moeten blijken, dat de Vrijmetselarij een voortzetting is van de geheime bonden uit de geschiedenis, zelfs ;cu de eerste mensch Adam reeds Vrijmetselaar zijn geweest. Ook Mozes zou leider van de. loge zijn geweest en de oude Egyptische bonden zouden voorloopers zijn geweest. Algemeen bekend kon worden geacht, dat de naam Vrijmetselarij is voortgekomen uit den gildetijd. De loge is ontstaan uit de bonden van de werklieden in de bouw vakken. de vrije metselaars, die zich, evenals alle handarbeiders in een gilde vereenigd hadden en waarin zich in den loop der tijden personen hadden genes teld. die ontevreden waren ever den gang van zaken, in den staat en deze gilden van vrije metselaars, d.i architecten, bouwkundigen, beeldhouwers e.d., ge bruikten als dekmantel voor hun samen zweringen. De eerste loges buiten Engeland Met ons gaat het ook was goed. Vele voor planten groeten van De productieslag 1941 in de groot- scheepsche actie van het Nederlandsch Agrarisch Front, waarbij de boeren worden aangemoedigd in dit jaar een zoo groot mogelijke productie, in de eerste plaats voor het eigen volk, te le veren. heeft het spreekt haast wel vanzelf vooral in landbouwkringen de grootste belangstelling. Nu zijn er ver schillende factoren, welke bij zoo'n pro ductieslag een rol spelen. In een onder houd. dat een redacteur van het A.N.P. met dr. F. E. Posthuma over dit onder werp had. heeft de oud-minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, die zooals bekend een enthousiast pro pagandist van dezen productieslag is. enkele factoren genoemd en daaromtrent zijn oordeel gezegd. Inderdaad zoo begon dr. Posthuma is het zoo, dat wanneer we meer willen produceeren, we ook over meer middelen moeten beschikken. Nu speelt bij onzen landbouw de kunstmest een zeer belangrijke rol. Kalimeststoffen zijn er naar mijn meening in voldoende mate. Wat stikstof betreft, is het op het kantje af. Hier kan de wijze van distri butie van grooten invloed zijn. Phos- nhorzhurmeststoffen zijn er waarschijn lijk te weinig, maar hier staat gelukkig tegenover, dat onze landbouwgronden over het algemeen een knappe reserve hebben aan deze meststoffen. Wat het mestvraagstuk in zijn geheel aangaat, speelt ook het scheuren van weiden een rol. orrjdat men door het scheuren grond krijgt, we'ke niet zoo erg behoefte aan meststof heeft dan houdt ze heele hen. Vanavond heeft ze haast verlangd, dat het bedtijd werd, want ze had hun een heeleboel te zeggen! Ver beeld je, toen Ida dien morgen wakker werd, stond alleen het mannetje op het tafeltje: het vrouwtje lag op den grond, half onder het bed. En ze keek zóó treurig! Daar moet dan met je vader mee_ ieder wil nu <--- „F 1 c w e r” Dat is geen zeg. Hoe is het er nu i— je Z°wa Me Ruiter” Jenaam lootjesbusje Ja. er was een -• Je hebt het goed geraden. ““Vlack Bear". Wat voor heb je’ Heb je al een» een l nen? Vele groeten terug. „Zonnekind"; ..S^Xbon”: .Glimwormpje «Boteroon ^^y Allen .Amsterdammertje harteliik welkom in ae De hartelijke groeten 3. Ik ben een vogel, doe een letter weg en ik ben 100 jaar. 1. Met K een zuivelproduct. Met M een rivier. Met G in een kippenhok. Met V in ieder huis. Met B in iedere zaak. Met W kan men niet zien. ontstonden, zooals begrijpelijk is, u»ae groote havensteden. Zoo is reeds in 1734 in ons land de eerste loge gesticht, ais dochter-loge van de Londen?che In de Vrijmetselarij kon men in groote trekken twee stroomingen onderscheiden en wel ae Romaansch-Angelsaksische en de Germaansthe richting. Dc eerste wil daadwerkelijk in de politiek ingrijpen en heeft dit o.a. gedaan in de iransche revo lutie. De idee „gelijkheid, vrijheid, oroe- derschap’ is een zuiver mapOnnieke ge dachte Vele voormannen der revolutie waren lid der loge. Men weet dat uit de gelijkheidsgedachte het liberalisme i» voortgekomen, met alle gevolgen van dien. De Germaansche richting van de Vrijmetselarij wilde niet zoo direct in de politiek ingrijpen, doch meer zijdeling, invloed uitoefenen. Uit de gelijkheidsgedachte vloeit voort, dat ook Joden gelijkgerechtigde leden der loge kunnen zijn. Inderdaad zijn zij ook steeds lid geweest Veel van het ritueel der loge is overgenomen uit het Joodsche ritueel. Kenmerkend is. dat men in de Vrijmetselarij «teeds op het Joodsche Davidsschild stuit Niettegen staande deze gelijkgerechtigheid der Jo den werd tn 1843 in Amerika de eerste zuiver Joodsche loge gesticht, de loge B'Nai B’Rith. Hiervan mochten alleen zij lid worden, die uit twee vol Joodsche ouders stamden. Ook Nederland Kende twee onderafdeelingen van B’Nai B’Rith en wel in Amsterdam en den Haag Deze stonden onmiddellijk onder het Ameri- Thans zijn de ge uit de briefwisseling is ge- -a.- -3 fc.- X J A Vereenigde Staten de eerste was. die de medaille ontving, welke was ingesteld voor hem, die in een jaar het meeste voor het wereldjodendom had gedaan. Alle leden van B'Nai B Rith in Ne derland 192. waren tevens lid van een Nederlandsche grootloge, alsook van or ganisaties als Odd Fellows, Rotarians, Foresters e d om hier hun invloed uit te oefenen. In verband hiermede is het op merkelijk. dat in 1938 /ll 000 door een der loges beschikbaar werd gesteld voor Joodsche emigranten uit Duitschland ter wijl voor Nederlandsche minder bedeel den slechts ƒ400 werd gegeven. Door deze loge B’Nai B’Rith oefenden de Joden een Geen werkloozen in Nieuwveen Op het oogenblik doet zich in de meente Nieuwveen het bijzondere schijnsel voor, dat alle werkloozen werk hebben gevonden. Niemand staat thans als werkzoekende op de arbeidsbeurs in- geschreven. -.1 „„izugnjKe macht uit iu de Vrij mets», larij en daardoor in de wereldpolitiek Ook de Volkenbond was voor een groot deel een maaksel der Vrijmetselarij Reeds voor 1900 heeft de Association Maconnique International de ideeën van den lateren Volkenbond veikondigd ne, i» duidelijk, dat het nationaalsocialism» dezen geheimen ophitsenden bond niet kon laten bestaan De thans eeorganiseertu tentoonstelling laat duidelijk het gevaar, lijke karakter zien alsook de dikwijl- dwaze ceremoniën, welke den .tem. pel" ten uitvoer werden gebracht. een zelfverzonnen zijn. Ook mag het pa. pier waar je het op schrijft, maar aan één kant beschreven worden. Hoe heet je pop? Daar is moeder zeker wel erg blij mee? Ja. je schrijft mooi hoor. Fijn, wat voor kleur? „Viooltje”. Je had ze toch goed, fl vond je ze zoo moeilijk. Dat is zeker wel een prettige dag op school? „Huismoedertje”. Jammer, dat j« het tweede raadsei fout hebt Vele groetjes terug ..Madeliefje”. Wat hebben jullie besteld? De Bep. „B 1 o e m e n f e e” Bep is mijn dochter. Ze wordt 27 Augustus 25 jaar. De groe ten van Bep. „E i K e 11 j e”. Meisje meisje, je doet nu ai een poosje mee en weet je nu nog niet, dat een verhaaltje op een apart vel- letje’ papier moet? Zoo kan het niet ge plaatst worden. Fijn,, dat je toch nog wat gevonden hebt. Ja. al drie jaar geleden is Topsy gestorven. Vele groeten terug. „Ha nt de Torenkraa i". Dat is fijn zeg. Het tweede raadsel had je fout hè? ,,B i o n d j e" lootjesbusje o 01 n i aardig, schrijven V„„. Het is wel jammermaar ik kan hetzo<y niet insturen. Wat veel boeki jes terug. erg aardig, maar Kan zoo niet geplaatst worden, als h” schreef? Durf vriendinnetje- verzixni op ie Voor te Er was eens, een aardig kaboutertje, die heette Pimpernel. Hij had een grap pig wipneusje, dat eigenwijs in de lucht stak. Maar hij was heelemaal eigenwijs. Hij was een kereltje, altijd medelijdend en hulpvaardig was. Hij had alles voor een ander over. Maar, er was een booze fee, die hem altijd verdriet deed. Maar hij was het niet alleen, o nee, iedereen moest het voor haar ontgelden. Eens had ze hem weer geplaagd, ze had een leuk uit hout gesneden doosje meegenomen. Pimper nel was dol op dat doosje, en daarom was hij erg verdrietig. Hij vertelde het aan al zijn vrienden. Die hadden alle maal medelijden met hem. En die zei den „Zeg weet je wat, we gaan van avond op de loer liggen”. „Ja, zei Pimpernel, dat zullen wij doen”, dan gaan we rondom op de loer liggen. En dan sluiten wij haar in en dan moet ze het doosje weer terug geven. En dat hebben ze gedaan en de booze fee is van schrik nooit meer terug gekomen. En Pimpernel zijn neusje stak nog eigenwijzer in de lucht, toen hij zijn doosje weer terug hgd. Raadsèlvriendjes en wordt uitdrukkelijk enveloppe te vermelden Kinderrubriek Op het tafeltje naast Ida’s bed, tus- schen de strikken, de haarknipjes, den kam, den borstel, en het heerlijke fleschje eau de cologne, staan twee grappige poppetjes: een mannetje en een vrouwtje. Ze zijn nog niet oud. Precies drie weken geleden zijn ze gemaakt van bruine glimmende kastanjes. Eerst het mannetje, want dat was het ge- makkefijkst. Ida en Zus hebben een heele tasch vol voor moeder op tafel uitgestrooid. En toen heeft Moeder er de twee mooiste, rondste uitgezocht: een kleintje en een grootere. De kleine kastanje kreeg aan den eenen kant een gaatje en werd toen met een lucifer op de groote, die ook een gaatje had gekregen, vast ge maakt. Toen had het mannetje al een hoofd en een jasje. In het hoofd kwa men twee luciferskoppen als oogen, een rond gaatje voor den neus en een lange spleet voor den mond. En daar na kreeg het mannetje armen en bee- nen van lucifers en ook nog een soort derde been om te kunnen staan en een mooie rij luciferskop-knoopen op zijn jasje. Toen ’t mannetje af was, glom hij van trots, omdat hij zoo’n echt mooi kastanjemannetje was en hij lachte aldoor, omdat hij nu eenmaal zoo’n breeden mond had. Nu een vrouwtje, zei Zus tegen Moeder, want alleen is maar alleen, hè? Best hoor. Nu een vrouwtje! Dat werd net zoo gemaakt als het mannetje, alleen was het een beetje moeilijker, omdat het een rokje aan moest. Dat werd gevouwen van een papieren servetje (een heuschen plooi rok en om het lijfje van het vrouwtje gelijmd. En toen het rokje ook af was, kreeg het vrouwtje nog een pruik ook: van een langen draad wol. Die werd in drieën geknipt. Ida moest de drie eindjes vasthouden en toen vlocht Moeder er een stijve vlecht van en prikte die vast op vrouwtjes bol en draaide haar om en om, zoodat het een dikke, ouderwet- sche wrong werd. Ida en Zus vonden het bepaald prachtig, hoewel ze een pagekop of rollenkapsel toch moderner hadden gevonden. Maar Moeder legde uit, dat het mannetje en vrouwtje echte koffiebruine Oosterlingen waren een apart kastanjeras zoo tusschen negers en Indianen in! en dus geen rekening hoefden te houden met de nieuwste mode omdat er tóch in de woestijn, waar ze eigenlijk woonden, geen modebladen verschenen. Het mannetje en het vrouwtje werden toen netjes op Ida’s tafeltje gezet, tus schen het fleschje eau de cologne, den kam, de haarknipjes, die ’s morgens altijd weg zijn en wat ik meer heb opgenoemd. Ze staan daar, zooals ik je vertel de, al drie weken. Ze zien er met hun breede, lachende monden nog altijd erg opgewekt uit, maar toch kun je goed zien, dat de tand des tijds al een beetje aan hen heeft geknabbeld. Het lijf van het mannetje is zóó inge droogd, dat het wel een echte ribbe- kast lijkt en het vrouwtje heeft een knik in haar eenen arm en een scheur ir haar schouder gekregen. Ook haar mooie vlecht zit niet zoo netjes meer als in ’t begin, ’s Avonds, als ze in haar bedje ligt, kijkt Ida vaak heel lang naar het kastanjepaartje. En „Spring in *t Veld” Ik zal heel hard schudden hoor. Dat is een heele tijd hoor, en van ongeduld heb je niet zoo mooi geschreven als anders. Ik hoop dat het schudden geholpen*heeft. „S k i p p y" Ja, dat zou ook kunnen, maar dat is de oplossing toch niet. Vond je ze zoo moeilijk? Je hebt ze toch op kunnen lossen. Vele groeten terug. ,,J o p i e L i n k”. Dat is een leuke naam Dat is niet zoo prettig hè? Vond jij het ook fijn toe ze weer thuis was? „L o u r i e n t j e” Fijn, dat je verhoogd bent zeg. Nu heb je dubbel welkom hè? Heb je Moortje al lang? De groeten van Bep. „Meikevertje". Je schuilnaam is in het lootjesbusje Leuk, dat ze ook mee doet hè? Ik zal het lootjesbusje goed schudden, maar er zitten heel wat brief jes met schuilnamen in. „Waterlelie” Neen, al die schuil namen kan ik niet onthouden. Dat is een feest! Wel gefeliciteerd hoor Wanneer ben jij jarig? Die datum is makkelijk te onthouden. Heb jij dat plaatje geteekend? „Boertje”. Fijn, dat*de spreeuw nu goed verzorgd wordt. Nu zal hij wel weer gauw kunnen vliegen. „Dolly Do t”. Ja, dat mag, als het maar aar een kant beschreven wordt Die keeren tellen dan ook mee. „M osr oojj e” Ik kan je briefje heel goed lezen hoor. Een foutje maak ik ook wel eens. Je schuilnaam is in het lootjes busje. „Haantje de Voorste”. Dat is leuk dat speuren. Je vond het zeker wel fijn, dat jij het gevonden had? Je had een heelen tijd geloopen. De groeten van Bep. „Bruinoogje”. Jammer, dat je het vergeten had. Dat is dan een goede schuil naam Wat een fijn cadeautje en je krijgt het al gauw Bep is 27 Augustus en ik ben W Mei jarig. „Z w e m s t e r t j e”. Er was een druk fout in het derde raadsel. Ik heb het liefst een zelf verzonnen verhaaltje. Het papier waar het verhaaltje op komt, mag maar aan één kant beschreven worden. Het mag meer dan één vel zijn. Verder mag er niets anders op komen dan het verhaaltje en je schuilnaam ,,K o n ij n t j e”. Doe maar goed je best met de raadsels Als je de raadsels alle drie vijf keer goed hebt gehad, komt je schuil naam op een briefje in het lootjesbusje. Dat wordt goed geschud en drie briefjes worden er uitgehaald, dat zijn de prijs winnaars „Hamsterbloempje" Nu nog twee keer de raadsels goed hebben, dan komt je schuilnaam in het lootjesbusje. Je had het tweede raadsel fout Jammer hè? Wel beaankt voor je raadsels. „Tompoes”. Heb je de jaartallen en de eilanden goed geleerd? Nog twee keer de raadsels goed. ,,W estlandertj e”. Je briefje kwam de vorige week te laat. Ik zal het doen hoor, maar er zijn meer briefjes in het lootjesbusje „Duikelaartje”, Je moet de raad sels nog drie keer goed insturen. Als je de oplossingen stuurt van raadsels, die je zelf hebt ingezonden, tellen die niet mee. „Benjamin" Ja, dat moest het ook zijn. Het was een drukfout. „Zwartkop) e". Leuk zoo’n gezellig avondje. Hoe heetten de stukjes, die opge. voerd werden? Zal je je leeftijd niet meer vergeten? „Pimpelmees”. Wel bedankt voor je raadsel. Wat kun je er mee maken? Over een poosje wordt het geplaatst, maar ik heb natuurlijk nog meer raadsels en die moeten ook eens een beurt hebben. „Joke" Fijn zeg, nu ga je zeker ook wel eens met hem wandelen? Je schuil naam is ir het lootjesbusje. De groeten van Bep. „T u r n s t e r t j e” Ben je nu weer beter? Dat was een lange brief gewor den hoor. Brieven mogen wei aan twee kanten beschreven worden, maar verhaal tjes niet. Nu kon je weer fijn een briefje schrijven hè? Niets prettig hoor zoo in bed te moeten liggen De groeten aan allemaal. „P r u 11 e 1 a a r s t e r t j e”. Neen hoor, dat is heelemaal niet erg. Heb je het zoo druk? „Le e s g r a a t". Die oplossing is goed. Het was een drukfout. Vele groeten terug. „Joe Brown". Dat mag. Laat hij maar een briefje insturen met naam. leef tijd en schuilnaam Heb je al in het boek gelezen? Ho* heet het? Vond je het daar mooi? Fijn zoo’n blouse. Het liefst een zelf verzonnen raadsel of verhaaltje „R o 11 e r d a m m e r t j e”. Ja, dat mag. Als je een verhaaltje inzendt, moet het Over prijzen in het algemeen wilde dr. Posthuma op dit oogenblik alleen zeggen, dat naar zijn oordeel, de positie van den boer door het garandeeren van de prijzen belangrijk beter is geworden. Vroeger kon hij een kleinen of een grooten oogst krijgen en dan kon de prijs, welke zich bij den wereldprijs aanpaste, ook de heele oogst, wat hoeveelheid betreft, nog wel eens een slecht rendement ge ven. omdat de prijs veel te laag was. De toestand is nu echter zoo. dat wan neer de boer door een goede verzorging van den grond en van de planten en door veel vlijt alles heeft gedaan, wat maar mogelijk is, om naar de hoeveelheid een zoo groot mogelijken oogst te krijgen, dan weet hij, dat iedere hl., welke hij meer oogst, hem ook meer in de porte- monnaie zal geven. Want van iedere hl., welken hij oogst, staat nu reeds vast, wat hij er voor zal ontvangen. De we reldprijs speelt nu seen rol meer en kan de boer bij de geldelijke opbrengst van zijn oogst dus niet meer schaden Ida het hare van heb ben! Ze heeft het tweetal weer vlak naast elkaar gezet en gezegd: Wacht maar, ik zal jullie van avond wel krijgen! Foei, me zoo’n verdriet te doen met jullie geruzie! Want ze denkt beslist, dat het manne tje zijn zielig vrouwtje met haar zeeren arm van de tafel heeft gebokst. Kijk maar, hoe uitdagend hij daar staat, één arm uitgestrekt in de lucht en een valsch lachje om zijn breeden mond' ’s Avonds begint Ida er, als moeder weg is, direct over. Hoor eens, zegt ze, ik wil nu eens dadelijk de waarheid weten. Heb jij je vrouwtje van de tafel gestompt of niet? Het helpt heusch niet of je nee zegt, want ik heb alles gezien! In het schemerige avondlicht ver trekt de mond van het mannetje in een nog breedere grijns en hij zegt: Nee hoor, heelemaal niet! Hoe kóm je er bij? Wel, wél! jammert het vrouwtje. Hij gaf me een duw en toen rolde ik om en toen kwam de wind en toen... En toen, en toen, en toen... bauwt het mannetje na. En toen woei ik van 't tafeltje, zucht het vrouwtje. Zie je niet, hoe mijn rok is gekreukt en hoe slordig mijn haar zit? Foei! zegt Ida, ik had van jou nooit gedacht, dat je zóó leelijk kon doen, kastanjemannetje! Je verdient, dat ik je het raam uitgooi. Ik geloof, dat ik ’t maar doe. Ja, ik doe het! En ze gaat dreigend rechtop in bed zitten. Maar dan... dan gebeurt er iets on verwachts. Het mannetje en het Vrouwtje gillen allebei heel hard: O nee, dat niet, dat niet! En ze hollen 9p hun spillebeentjes het heele tafeltje over, den kant van het dak raam uit. Vol verbazing kijkt Ida hen na. Ze ziet hoe het mannetje met zyn beide hicifersarmen heel resoluut het randje van het dakraam vastgrijpt; zich optrekt en er pardoes bovenop zit. Nu Steekt hij het vrouwtje een hand toe en trekt haar ook omhoog. En dan kijken ze allebei angstig van het d^kraamrandje naar beneden, wat Ida doen zal? Wel, natuurlijk gaat ze hen achterna. Ze heeft niet voor niets een acht voor gym, die flinke meid! In een oogwenk heeft Ida zich ook aan het dakraam opgetrok ken. Schuif eens een eindje op, dan kom ik tusschen jullie in zitten! roept Ida. Zul je ons niets doen? vraagt het vrouwtje angstig. Nee, nee, heusch niet! Nou, kom dan maar! Een, twee, hup! Daar zit Ida al op ’t randje, tusschen het mannetje en het vrouwtje in. Het papieren rokje ritselt en het vrouwtje trekt het voor zichtig terug. En weet je wat erg gek is? Ida is nu opeens even groot als het kastanjepaartje! Ze kijkt langs haar beenen in de rose pyama en die hangen zoowaar precies gelijk met de lucifersbeentjes van de anderen. En nu kijkt ze even opzij naar het gezicht van het mannetje. Hu! Wat zijn zijn luciferskopoogen groot en wat puilen ze uit zijn gezicht! Nu is het Ida, die bijna bang wordt Maar het vrouwtje lacht vriendelijk en zegt: Je hoeft voor ons toch niet bang te zijn! Je weet toch nog wel, dat je Moeder ons gemaakt heeft, op dien Zaterdagmiddag? Als dat niet gebeurd was, eii als ik niet zoo’n mooi rokje gekregen had en zoo’n prachtige vlecht, nou... dan was ik nu nog een doodgewoon kastanje- poppetje, net als hij. En als je moe der ons geen beenen gegeven had en geen armen en geen knoopjes en geen oogen, dan waren we nu nog kastan jes en dan lagen we misschien in ’t bosch of in de prullemand! Ja, dat is waar, zegt Ida. Maar 't mannetje brouwt: Pff, ’t is me wat moois! Had je moeder me dan geen ander hoofd kunnen geven in plaats van dit, dat altijd zoo’n pijn doet, dat ik er kribbig en akelig van word? Doet je hoofd zoo’n pijn? Arme kastanjeman! -t Ja, zegt het vrouwtje, ’t is erg akelig. lederen nacht krijgt hij vree- selijke steken door zijn achterhoofd. En daar wordt hij dan zoo humeurig van! En daarom klimmen we altijd door ’t raam, omdat we hopen, dat frissche lucht er goed voor is. En dan gaan we een eindje varen in de dak goot. Als je 't aan niemand vertelt, mag je ook mee! O!... graag! zegt Ida. En dan stappen ze uit het raampje en staan opeens aan ’t randje van de woest golvende rivier, die de dakgoot is. Er ligt een papieren schuitje in en heel handig haalt het mannetje dat naar zich toe. Stap op, commandeert hij en Ida en het vrouwtje nemen plaats. Het mannetje gaat voorop staan en begint met een houten breinaald, die ook in de dakgoot dreef, te peddelen. O, wat staat er een wind en wat krullen de golven tegen het vaartuig op. Oi, oei, oei-oei! zoo blaast de storm om het huis. Ida vindt het een heerlijken tocht, ze geniet volop! Heel onvoorzichtig buigt ze zich ver het randje, en... o, daar kantelt schuitje en alle drie vallen ze te wa ter. Dom kind! roept het mannetje eerst nog. Maar dan begint hij te gil len van: help, help, ik verdrink! O! O! Ik ga dood! Ida heeft erg me delijden met hem, maar ze kan hem niet helpen, omdat ze nog niet zoo erg goed zwemmen kan. Maar dan ziet ze pas, hoe lief het kastanjevrouwtje toch is. Zij komt op haar papieren rokje aandrijven en zegt: Vlug, pak mij maar vast, dan drijven we samen wel naar den kant. En Ida roept: Je schuilnaam is in het Vele groeten van ons terug, a a s”. Het verhaaltje is erg maar zou je nog een kunnen' Zonder al die verbeteringen? Want zoo is er geen wijs uit te worden. Ja, het is daar erg mooi» en hebben jullie. Vele groet» ’.Br* a n d n e u s j e”. Het verhaaltje is - ---A 4 -1 - ilj het in het net eens over je dat in zoo’n hol te krui pen? Als het nu eens instort? De groe ten aan je broertje „Organist" I.I— goed. Ja, het laatste groetjes terug. Mi m o s a” Ja. dat heb je nnj vertelt Wel bedankt voor je verhaaltje. Over een poos wordt het geplaatst. Dat was een heel eind nog he? Maar niet weer ver geten hoor? ,Dok ter esje Ja, ik woon ook in Den Haag. Neen hoor, dat is heelemaal met erg. No« een keer de raadsels in sturen. De groeten van Bep. Kabouter Deugniet”. Wat ben je verwend geworden. Nog wel gefelici* teerd hoor. Hoe heeten de boeken? En wat kan je fijn snoepen. De groeten van Bep. ,L o 11 y P o p”. Ja, je schuilnaam is in het lootjesbusje Als het er nu maar weer gauw uit komt hè? Poppedijntj e". Dat is een heel verschil zeg. Dat was heel wat gewonnen. Of heb je ze nu zoo geteld, zooals je nichtjes het doen? Ja. dat was goed Groeten van Bep. Roosje Roo d”. Ja, dat was een drukfout Ja? Dat was zeker een vergis sing Wel bedankt voor je verhaaltje. Sneeuwwitje” Ongeveer 20 Jaar. Dat is een heele tijd hè? De groeten van ÜHbTtr loe 1 e k e”. Het liefst heb ik zelf verzonnen raadsels De raadsels hoef J» niet apart te schrijven. Dat moet alleen met een verhaaltje Zal je in ieder briefje je leeftijd schrijven? Kwikstaartje”. Nu is je schuil naam in het lootjesbusje. Fijn hè? Als het er nu ook maar weer gauw uit is? Ruitertje” Niet meer het adres vergeten er op te schrijven hoor. Want dan bezorg je de post erg veel moeite. En je schuilnaam komt dan ook met in de rubriek te staan Friezinnetje”. Ja, je schuilnaam is ”in het lootjesbusje Het wordt nog te klein, zooveel schuilnamen zitten er al in. Vele groeten terug P i c c o 1 o”. Neen, we hebben geen noes meer. Wel bedankt voor je raadsels. Het eerste antwoord is goed. En het derde 'h As t fTd” Heb je er zooveel verloren? Fiin dat je overgegaan bent. Dat vind je zeker wel heerlijk’ De groeten van ons terug. J o z e f 1 e n t j e” Heb je er al zoö veel’ Ja er zitten heel wat briefjes met schuilnamen in het busje en steeds wor- scnunnani ultgehaaldi dus het gaat met Vele groetjes terug. ■"W’ildzang” Ik geloof dat het een vergissing was. Dat is fijn, dus net. Ja, ze waren goed. Je brief was op tijd. Ik heb het opgestuurd maar of m ei- In komt weet ik natuurlijk niet Dw groeten van ons terug. i lichtmatroos je”. Fijn, dat idsr mcc zou kunnen Ja- eenmaal niet hetzelfde -“zm bof die »»bo mee? Het derde had .„m is in het drukfout in- De groet*0 plaxitj®8 prijs gewon- „Inktpotje*. 7',Schitteroog' A*,c0 Kinderrubriek, van jullie aller TANTE ETTY.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 10