Voor den Amateur-tuinder
wiiil
h
KUNST EN LETTEREN
FILM EN BIOSCOOP
van Reeuwijk’s
bl
Voor den puzzelaar
NEDERLANDSCHE OPERA
BALLET YVONNE GEORGI
pag.
3
GEMENGD KOOR „RUSSIA”
De Zigeunerbaron
CONCERTGEBOUWORKEST
UITGAVEN
NIEUWE
TIJDSCHRIFTEN
CECILIA IN DE DOOPSGEZINDE
KERK
„Souvenir
Ballet Yvoone Georgi
Wie tuiniert er op gescheurd
weiland?
(muziek van Joaquin lurinu)
HAAGSCHE COURANT Maandag 17 Maart 1941 2e
CHRIS LANOOY
In het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen
w
Zestig jaar geworden
Renet. 59
Nw. BINNENWEG 30 - ROTTERDAM
Concert in de Duinoordkerk
n
DIRIGENT: PAUL. VAN KEMPEN
I
In het Nederlandsche boek uit 5 eeuwen
in
ze
geschreven.
Borneo, De roman
zijner
deze
t
RAF VERHULST KRIJGT DEN
REMBRANDT-PRIJS
(Foto-a.rch.iej)
discipelen te hebben
iets te brengen, dat
bleek te zijn bekroond. Door eenheid en
TENTOONSTELLING „BLOEMEN,
VOGELS EN KRUIPEND GEDIERT"
37 Pisa. 38
46 Ar. 48
m atjgil'A p.p ir yop t 1 n o.
Chris Lanooy.
(Foto-ar chief)
Van
U'e7
Tiaar
goed
het
RESIDENTIE-ORKEST
Het derde Symphonic Concert, te geven
door het Residentie-orkest op Zaterdag 22
Maart a.s., aanvang 3 uur, zal onder lei
ding staan van Carl Schuricht. Het pro
gramma luidt als volgt: 1. Schubert. 8ste
Symphonie (Unvollendete). 2. Bruckner.
9e Symphonie (Urfassung).
stijl en ensemble (met het orgel) zoo gaaf
mogelijk te doen zijn Het aantrekkelijkst
klonken III en V, liederen die zich door
breedheid en macht onderscht iden. Het
koor liet zich door zijn leider wél inspi-
reeren. Fraai was even de ingehoudenheid
in het laatste lied en van scho< e praal
de laatste klankexpansie.
Van een orgel-praeludium van Kodaly
is bij eerste aanhooring de zin en waarde
niet zoo dadelijk te vatten. Eige vardige
vormgeving en dynamische onderscheidin
gen Een volgende auditie brengt <ns wel
licht verder
Het koor zong dan een compos.tie van
Lieven Duvosel den talentvollen Vlaming
die zoolang in ons land geleefd en gewerkt
heeft. „Aanbidding” is een frissche. kleu
rige en gevoelige muziek. Open, bloeiend
en warm klinkt dit stuk Het is door Ceci
lia uitnemend voorgedragen.
Van de Geus hoorden wij dan eerst het
bekende „Lied aan de Avondster" uit Wag-
ner’s „Tannhauser”. waarvan hij al heel
wat wist te maken. Tot besluit „Ich danke
dir, Herr, mein Gott” uit Paulus van Men
delssohn. Het stuk werd stijlvol gezongen
en met de noodige volgzaamheid, gelijk de
meeste nummers, door den organist geac
compagneerd.
Tot slotnummer van het programma een
koor. Gloria, van A. B. H. Verhey. Het
is het werk van een geboren musicus, die
zijn „métier” uitstekend verstond Van den
Berg’s directie leidde tot een karakteris
tieke en temperamentvolle vertolking,
waarnaar men met genoegen zal geluisterd
hebben.
Een aangename uitvoering.
Aan de
van
De bekende pottenbakker Chris Lanooy,
wonende te Epe, is gisteren 60 jaar ge
worden. Lanooy is een baanbrekende fi
guur geweest op het gebied der Neder
landsche ceramiek. Hij is een meester in
zijn vak. een kunstenaar, die zijn ambacht
technisch zoowel als artistiek door en door
beheerscht en die door zijn voorbeeld en
werk leiding heeft gegeven aan een ge-
heele generatie. Alle Nederlandsche kun
stenaars op zijn gebied zullen Chris La
nooy ongetwijfeld erkennen als de groot
meester der moderne vaderlandsche pot
tenbakkerskunst Hij leerde ons alle over
bodigheid en decoratieve opsiering achter
wege laten en vestigde weer de aandacht
op het wezenlijke in het pottenbakkers
ambacht: klei, glazuur en aarde-werk. Hij
voerde ons terug van de dwaalwegen die
men reeds was beginnen te bewandelen
en bracht (evenals de Chineezen dit de
den) het zuiver aardewerk weer tot een
hooge, voorname schoonheid. Daarnaast
heeft Lanooy glaswerk gemaakt, damast
ontworpen, geschilderd en gebouwd.
J. BALLINGS t.
De bekende Vlaamsche Tooneelschrijver
J. Ballings, wiens werk als „Heernonkel",
„Lammeke” en „De Dorpspoëet” ook jn
ons land wel bekend zijn, is op 56-jarigen
leeftijd te St Pieters-Jette bij Brussel
overleden.
BACH-CONCERT
Zaterdag 22 Maart te 3 uur zal de orga
nist Alex Schellevis op het orgel der
BethlehemkerK een Bach-programma ten
gehoore brengen Solist is Wim van Hoek,
viool
Het gemengd koor Russia” heeft on
der leiding van zijn dirigent I. P. L i t-
w i n t s e f f, zijn vijfjarig bestaan her
dacht met een middagconcert in de Duin
oordkerk, waarbij de organist M. Keu-
1 e m a n s zijn medewerking verleende.
Deze speelde ter inleiding een fantasie in
g. kl. t. van J. S. Bach. daarna een cha
conne in f kl. t. van J Pachelbel en een
pastorale van Guilmant. Van het uit ne
gen zangeressen en acht zangers samen
gestelde a cappella koor hoorden de in vrij
grooten getale opgekomen luisteraars
werken van Bortnjansky. Archangelsky
Strokin, Sokoloff, Lwowsky, Zawadsky
en Muzitsjeskou, benevens een treurmis-
fragment ter nagedachtenis van den in
1937 overleden dirigent A. Doubatoff.
Al deze, een religieus karakter dragen
de Russische zangen, bij de uitvoering
waarvan de oorspronkelijke taal werd ge
bezigd, werden in hoogere mate expressief
en stemmingwekkend vertolkt. Het en
semble is voortreffelijk geschoold en ont
wikkelt ’n homogenen, fraai genuanceer-
den samenklank, die ook in de zeer klank
rijke en stralende forti een voornaam ka
rakter behoudt. Daarbij blijft de absolute
en relatieve zuiverheid in dezen a cappella-
zang zoo goed als ongerept. In enkele van
de ten gehoore gebrachte werkjes ver
leenden koorleden op hoogst verdienste
lijke wijze medewerkingzoo de bas J.
Ruivenkamp in een gebed van P
Strokin, de sopraan mevr. A. Keyzer
in een Onze Vader van I. Zawadsky en
de ook uit de concertzaal bekende tenor
H Borkentin .,Blazjen moesch”. van
A Archangelsky.
De organist droeg de zijn aandeel in
het programma omvattende werken tech
nisch onberispelijk en met muzikale
distinctie voor. Ér heerschte in het wij
dingsvolle kerkje een sfeer van religieuze
stemming en ontvankelijkheid voor de
verheven kunst, die hier in deze stille
omgeving werd geboden.
wordt een interessant
overzicht gegeven In „Der LebensDaum
des Deutschen Volkes" van de gebcorte-
J4oen.
Noest.
ig gelaten hun par-
felijke, muzikale wijze
Aan den Vlaamschen schrijver en dich
ter professor dr. Raf Verhuist is gister
middag door den rector der universiteit
van Hamburg, professor dr. Geundert, den
Rembrandt-prijs van het jaar 1940 uitge
reikt. Talrijke vooraanstaande vertegen
woordigers van het Duitsch, Vlaamsche
en Noord-Nederlandsche cultureele leven
woonden de plechtigheid bij, welke plaats
had in de zaal van de Koninklijke Maat
schappij voor Schoone Kunsten te Ant
werpen. Een inleidend woord werd ge
sproken door den Vlaamschen letterkun
dige, Cyriel Verschaeve, den eersten win
naar van den Rembrandt-prijs
gin Mei. Trouwens,
appels worden eerst weken en
later geoogst. Wil men Parijsch
gebruiken op een tuin, waarop
planten staan te groeien, dan zorge men
zoo min mogelijk de planten te raken.
4 of 5 Weken na de aanwending van
’t bestrijdingsmiddel of, indien het veel
regent, wellicht iets vroeger, kan men
het gewas reeds, zonder vrees, voor de
consumptie bestemmen.
Van het Nederlandsch Agrarisch Front
ontvingen wij het eerste nummer van
„Volk en Bodem” een tijdschrift, dat
zij zich voorstelt maandelijks te doen
verschijnen. Het staat onder redactie van
dr. F. E. Posthuma en is gewijd aan de
vraagstukken betreffende ons land en zijn
bodem, welke zij geven wil in een bevat-
telijken en smaak vollen vorm, aantrek
kelijk in het bijzonder voor den boer, die
op de hoogte verlangt te blijven van wat
om hem heen op zijn gebied in het land
gebeurt. Naar het inleidende woord van
dr. E. F Posthuma is het doel in „Volk
en Bodem" zoo goed mogelijk af te tee-
kenen welke stappen moeten worden ge
nomen om „vooruit” te komen Voorts
schrijven in deze eerste aflevering de
heer Roskam over „Boerenland in Boe
renhand” en de heer J. H. Holm over
„ontwatering”; de heer B. Slob behandelt
..de Paardenfokkerij in den Nieuwen staat”
en de heer G J Ruiter „De melkvee
houderij in de toekomst", de heer D. v.
d. Bospoort spreekt over „Wij en de
Pers” en de heer ir. W. F. Gerhardt over
„De Duitsche „Erzeugungsschlacht” en
onze landbouw”,
met toestemming
toeneming sedert 1934. Zeer uitvoerig en
overzichtelijk wordt in een ruim geïl
lustreerd artikel de beteekenis en de
werkzaamheid van het duikbootwapen
uiteengezet. Fraaie kleurenfoto’s van de
nieuwe Rijkskanselarij te Berlijn, waar
bij o m. de werkkamer van den „Führer”,
maken dit nummer aantrekkelijk, ook
door een geïllustreerde levensbeschrijving
van generaal Fr. Christiansen, door zijn
zoon Karl Heinz Christiansen.
en
met een stem ais
nummer was ech-
verloop van de dynamische scha-
weifu fraal sterkst« Indruk
ei uit van een Zauberflöte-aria in
met koor en orgel van Mozart
expressie werden zeer goed ge-
ue stem bezit een mooie diepte
>r koo?r™aa.n' daf no> nieer belooft
MolXni?® ors®1 v0,«den een vijftal
- ^nhauer) bewerkte Beethoven
dirigent beijverde zich om
Novum
Tetra 12. Adam. 14. Lood. 15. Gek. 16.
18 Nee. 19 Er 20 Bende 22 P. P. 23
Kasteel. 26 Gard. 27 Muur 30 Raap. 31
40 Twee. 43 Koerier
„LIEFDE EN DOOD OP BORNEO”
Velen hebben Zondagochtend in Metro
pole Palace genoten van de even mooie
als interessante Tobisfilm „Liefde en dood
op Borneo”, welke in romantische!! vorm
allerlei merkwaardigs en wentenswaardigs
brengt uit het leven van de Dajaks op
Borneo. De „roman” wordt gevormd door
de liefdesgeschiedenis van den zoon van
een [stamhoofd en een lieftallig slavin
netje. Terwille van den vrede tusschen
twee stammen, die elkaar fel beoorlogd
hebben, moet de jongeman trouwen mot
de dochter van net andere stamhoofd
reeds als kinderen worden de twee gekop
peld. Maar de kloeke jongen geelt zijn
iefde voor het speelmakkertje zijner
jeugd niet op, ook niet als hij volwassen
geworden, met het vqor hem bestemde
meisje is getrouwd. Het eind is, dat ’jij
zijn vrouw en zijn stam in den steek laat
en met zijn geheide wegtrekt. Levendig
en met een rijke illustratie van volksge
woonten, volksdansen en -feesten, reli
gieuze plechtigheden enz., is deze een
voudige geschiedenis uitgebeeld, in een
artistiek en vorm en niet boeiende opna
men van de weelderige natuur.
A.s. Woensdagmiddag om half ijf
draait deze bijzondere film opnieuw >n
hetzelfde theater in een speciale familie
voorstelling.
Soliste: Lore Fischer
Pfitzners Ouverture „Katchen von
Heilbronn” en Reger’s „An die Hoff-
nung”, composities, welke de bekoring
van het vrijwel onbekende bezaten. De
,,Alt-Rhapsodie’ van Brahms, een alge
meen geliefd werk en tenslotte de Vijfde
Symphonie van Bruckner, welke door
menigeen wordt vereerd en van velen,
door hetgeen zij erover hoorden, de be
langstelling opwekt. Een aantrekkelijk
programma dus en een dirigent, wien de
faam van een buitengewone kracht
vooruit was gegaan en naar wiens ken
nismaking men dus nog bovendien be
nieuwd was.
De Ouverture van Hans Pfitzner is
een onder den invloed van Richard
Strauss ontstane muziek, waarlijk geïn
spireerd en vooral bekorend door zijn
fijn-poëtische episodes. Paul van .Kem
pen toonde zich dadelijk een dirigent
van bijzondere hoedanigheid. Vitaal,
warm, zijn zinvolle intenties met sug
gestieve duidelijkheid gevend en volko
men door het orkest doen opvolgend.
Reger's „An die Hoffnung” is hier
vele jaren geleden eens (wij meenen door
Illona Durigo) gezongen. Het is een mu
ziek van sterke eigenheid, edel,
grootsch, extatisch, ontroerend. Lore
Fischer heeft de diepe melancholie
dezer sublieme kunst op heerlijke wijze
verwerkelijkt. Met haar prachtig, aan
doénlijk altgeluid heeft zij de smarte
lijke en tegelijk door hoop lichtende in
nerlijkheid op de aangrijpendste wijze
doen leven en den inkeer en ernst in Re
gers zielsbewogenheid op hare hoor
ders overgebracht. Wij zijn de kunste
nares dankbaar, dat zij deze compo
sitie, en dan nog wel zóó, aan de ver
getelheid onttrokken heeft. Ook de
Rhapsodic van Brahms heeft op haar
heerlijkst geklonken. Een mannenkoor
van leden uit het Amsterdamsche a ca-
pellakoor „Bel Canto” verleende
muntende medewerking. Goethe’s
derschoone smeekende woorden
De hierboven geplaatste naam van de
Patrones der kerkmuziek slaat in dit geval
9P de bekende zangvereeniging onder
Henk van den Berg Als solisten werkten
biede Frans de Geus, bariton, en Hein
s Gravesande, orgel De Fantasie en Fuga
ln c-moll van J. S. Bach opende het pro-
«ramma. dat een gewijd karakter droeg,
ye Fantasie werd gaaf en natuurlijk-
gespeeld zonder bijzondere ge-
'Uidskleuringen expansies.
Van de Fuga-weergave valt iets
“ergelijks te zeggen Een enkelen
viel een piano wat al te veel weg,
een crescendo deed het daarna heel
en de stijging naar het slot ontbrak
aan glans niet
"et koor zon8 vervolgens een tweetal
?nposities van Palestrina, dat vooral de
«wonde kracht en sonoriteit van den
deed uitkomen. In een Sanctus van
zanhtbert echter «in« de bekoring van
Een tere tinten uit Het ’tuk werd ingeto-
en stemmingsvol voorgedragen
Arif biJriton Frans de Geus zong dan een
Wagner* H®ndel’8 .-Messias" en een uit
Vpr s „Lohengrin
ter k ?k- In het tweede
kPohet v~-
gin,*"8 heel
«ln« v.\-l L
l^abinatie
troffen
«n i8
Voor
foor 1
“Aderen. De
Gistermiddag heeft het ballet Yvonne
Georgi, begeleid door t Residentie-orkest,
dat bij deze gelegenheid onder leiding van
zijn dirigent Frits Schuurman stond, in
stampvol Gebouw voor Kunsten en We
tenschappen. drie nieuwe werken, waar
voor Louis Saai born de décors had ont
worpen, volgens choreografie van de leid
ster Yvonne Georgi, ten tooneele ge
bracht Als eerste nummer van het pro
gramma zagen wij het beroemde Dallet
niet zang in één bedrijf: Pulcinella, met
muziek van 1. Strawinsky, naar Giambat-
aista Pergoiese, en hebben daarmede het
beste aanschouwd, wat deze dansgroep
tista Pergoiese, en hebben daarmede bet
ballet Yvonne Georgi, dat wij herhaalde
malen in de Kurzaal hebben zien optre
den, is namelijk tot nu toe zeer matig
geweest.. Het was echter geen gevolg van
het feit, dat het gezelschap aan eminente
krachten op het gebied van den dans te
kort zou schieten. Integendeel, wij heb
ben er steeds kunstenaars niet een uitste
kende ontwikkelde techniek in kunnen
bewonderen. Maar het was bijna altijd
slordig, zelfs wanneer een werk voor de
derde-, vierde of zooveelste maal, dank
zij rijkelijk vele herhalingen, voor het
voetlicht werd gebracht. Maar thans bleek
Yvonne Georgi haar uiterste krachten te
hebben ingespannen en hard met haar
discipelen te nebben gewerkt, om ditmaal
iets te brengen, dat boven het middelma
tige zou zijn verheven. En dit werken
bleek te zijn bekroond. Door eenheid en
gelijkheid, door algeheele afwerking, is
namelijk thans een zekere persoonlijkheid
van het Yvonne Georgi-ballet uitgegaan.
Met het prachtig gecostumeerde Pulci
nella kon net ballet voor de eerste maal
de allure aannemen van een gezelschap,
dat zich ook in het buitenland zou kun
nen vertoonen. De zangeres Corry Bijs
ter en dè zangers Albert Dana en Theo
Baylé hebben een enkele onzuiverheid
buiten beschouwing
tijen op voortrefi
voorgedragen.
Na de pauze volgde eerst „Souvenir”
op muziek van J. Turina, waarin Yvonne
Georgi zelf de hoofdrol danste. In de cho
reografie blijkt deze kunstenares echter
meer vindingskracht dan in haar dansen
te bezitten. In „Souvenir” was zij na
melijk weer eens voor de zooveelste maal
de (on ?)-getemde feeks met hetzelfde
repertoire bewegingen als de hoofdfigu
ren uit Bolero en Salome’s Tanz en een
zelfde schare, altijd sjorrende dansers om
haar heen. Achter de coulissen verricht
Yvonne Georgi waarlijk beter werk.
Pierre Cammingha was daarentegen als
„de man” voortreffelijk, terwijl de prach
tige groepeenngen, costuineering, licht
effecten en het door Louis Saalborn ont
worpen décor, ook dit ballet tot het beste
hebben doen behooren, wat Yvonne
Georgi ten tooneele heeft gebracht.
Als laatste ballet zagen wij „Carna
val” op een allesbehalve fraaie orkestbe-
werking van de muziek van R. Schumann
gedanst. Over het algemeen werd deze
compositie, waarschijnlijk ten gerieve
van de dansers, bovendien te langzaam
gespeeld. Schumann’s werk is en blijft
uitgangspunt, zoodat men zich naar de
juiste tempi behoorde te schikken. Mascha
ter Weenie en Pierre Cammingha hebben
ons daarin door hun uitmuntend danken
in hooge mate geboeid Aan de techniek
van de „Spitzentanz” van eenige dan
sers zou nog grondig aandacht xunuen
worden besteed, maar door het fantas
tische element, door de sfeer van het
sprookje en het onwezenlijke, is een zeld
zame charme van het geneel uitgegaan.
Waarlijk het Yvonne Georgi-ballet is
sporten hooger geklommen op de kunste
naarsladder en is lof en bewondering
waardig. Vanzelfsprekend veel bloemen
en applaus voor de dansers.
Het Residentie-orkest heeft op deze
marinée, onder leiding van Frits Schuur
man, op bewonderenswaardige wijze bege
leid De musici moesten echter aan de
overdekte orkestruimte wennen, zoodat
verscheidene ongelukjes in „Pulcinalla”
merkbaar waren Overigens klonk net
doordacht en sensitief en was het uitmun
tend op den dans afgestemd.
Ook voor Frits Schuurman en ons ste
delijk orkest dus een woord van lof.
Osnabrücker National Theater.
Het Osnabrücker National Theater geeft
hedenavond in Hengelo een voorstelling
van de operette „Wiener Blut”.
wortels
s, graan, erwt, boon, enz. en is
3 tot 4 cm. lang. Zijn vraat-
en geen rust-
weer en ook
bovenaardsche
Vaak worden
de stengeltjes van pas opgekomen ge
wassen gewoonweg afgevreten. In April
en Mei doen ze ’t meeste kwaad. U mag
er niet op rekenen, dat mol, spitsmuis,
kraai, meeuw en kwikstaart al de emel-
ten in uw tuin opruimen.
En nu de ritnaald of koperworm, die
ook geen worm is, maar de larf van de
kniptor. Kleur: bruin-geel. Harde huid:
vaak half opgerold. Terwijl de emelt
maar één jaar in den grond leeft, ver
blijft de ritnaald er 4 tot 6 jaar. U zult
dus kleine en groote naast elkaar aan
treffen; van een halve tot 1% cm. lang.
De koperworm voedt zich met zachte,
vleezige plantendeelen: aardappel, knol
raap, sla, enz. Hij leeft 5 10 cm. on
der de oppervlakte en komt niet uit zich
zelf in ’t licht, ’s Winters eet hij weinig
of niets en is in 't voorjaar bijkans uit
gehongerd. Hij valt daarom aan op ont
kiemend zaad, pootaardappels, jonge
wortels, enz.
Ook de ritnaald heeft vrij veel na
tuurlijke vijanden: spreeuw, meeuw enz.
En nu de bestrijding. Met contactgift
kunnen we niets beginnen, want de rit
naald leeft altijd en de emelt overdag
in den grond. Beiden hebben een tame
lijk harde huid.
Maar gelukkig voor ons zijn
uit-
won-
f tender ey Luns, voorzitter van Arti et Amicitiae.
auf deinem Psalter, Vater der Liebe
werden tot een verrukking. En Paul van
Kempen bracht tusschen het vocale en
instrumentale element een volmaakt
evenwicht tot stand. Hij heeft iets kern
achtigs en zonnigs in zijn directie, deze
dirigent, en toch weet hij den gloed,
welke hem lief schijnt te zijn, zoo stem
mingsvol te temperen. Het succes was
heel groot en herhaaldelijk moest de
zangeres komen buigen. Terecht betrok
zij dirigent en orkest in de hulde.
De Vijfde Symphonie van Bruckner
wordt om de grootschheid van haar
bouw, vooral van de Finale, wel het
werk genoemd, waarin de z.g. Godsge-
dachte voor het eerst in hare volle
macht tot uiting wordt gebracht. Het
eerste deel een zoeken en zich vormen,
het tweede een verzinken in smartelijke
zwaarmoedigheid en vereenzaming. Le
vensblijheid en hoop keeren in het derde
deel terug, terwijl de Finale als strijd,
overwinning en besef van de goddelijke
bestiering gekenschetst kan worden.
De breede dirigeertrant van v. Kem
pen leent zich voor het algemeen karak
ter van dit werk zeer goed. Mocht het
eerste deel van de symphonie niet bij
iedereen ingang vinden, van het tweede,
het Adagio, zullen toch de meesten voor
het melodie-verloop en -karakter de be
teekenis begrepen hebben. Ook rhythme,
contrapunctiek en melodische luchtig
heid van het Scherzo spreken aan. De
dirigent heeft de tegenstelling van deel
II en III nadrukkelijk doen uitkomen.
Toch heeft zijn leiding niets gefor
ceerds. Integendeel, zij is eenvoudig, ge
zond en beheerscht. Van dynamische
schakeeringen wordt veel werk ge
maakt, wat effectvol doet in den goeden
zin. Van de Finale is de plastiek ten
zeerste te waardeeren geweest. Ook
hier treffende tegenstellingen, zooals de
ruige pracht van het koraal en de
bloeiende liefelijkheid van de teedere
melodie daarna. Het miste zijn werking
niet. Met kracht werd de Finale door-
en opgevoerd tot de klankapotheose van
het slot dat grooten indruk maakte. De
klank ontwikkelde zich buitengewoon en
zinvol.
Het succes van Paul van Kempen was
groot en hij liet er via den concert
meester ook het orkest in deelen.
„Erzeugungsschlacht”
Het „Barbarenlied” is
van den dichter G
Kettmann overgenomen uit den bundel
„Het erf aan Zee”.
In „Signa 1”
reeks ge-
zeer fraaie
aquarellen, die geteekend werden in de
Hortus Baumontianus te ’s-Gravenhage en
werden verwerkt in het boek van Seba
„Nauwkeurige beschrijving van het schat
rijke kabinet der voornaamste zeldzaam
heden der natuur”. Deze aquarellen, even
als eenige uiterst zorgvuldige waterverf-
teekeninger van Arckenhausen voor de
Flora Javae van J C. Blume, werden af
gestaan door het Herbarium van de
Rijksuniversiteit te Leiden. De Biblio
theek van Artis bleek nog een aantal tee-
keningen, die voor deze tentoonstelling
zeer belangrijk zijn, te kunnen ter be
schikking stellen. Zoo buitengewoon uit
voerig en minutieus behandelde vlinder
en rupsenstudies van Lyonet. allerhand
insecten van G. J J. van Os; zeer curieus
zijn de teekeningen van van Haastert voor
een „Natuurlijke geschiedenis der spin
nen”.
In verband met deze uitbreiding zal de
tentoonstelling nog tot Zondag 6 April ge
opend blijven. Woensdag 19 Maart zal
dr. G. Knuttel Wzn. des namiddags te
3 uur een rondleiding houden
Door de uitgeverij P. Noordhoff N.V.
te Groningen en Batavia werd ons het
Supplement toegezonden op de uit
gave Practisch Handels-
rekenen voor den Mid
denstand, samengesteld door den
heer K. K. Rovers. Het behandelt de ver
schillende soorten verzekering, waarmee
de middenstander in aanraking komt
Bij H. D. Tieenk Willink lm Zoon N V.
te Haarlem is verschenen een boekje
over „Belastingheffing
van Naamlooze Vennoot
schappen” De heer mr. dr. H. A.
Zeven heeft zich voornamelijk ten doel
gesteld de rechtvaardiging en inrichting
der- heffingen te bespreken, terwijl in
enkele gevallen bij de bespreking van het
winstbegrip ook de uitvoering in be
schouwing wordt genomen. Hij baseert
zijn theorieën behalve op studie mede op
ervaringen, die hij als inspecteur van den
Indischen belastingdienst heeft opgedaan.
Van de hand van dr. E H Hermans,
len secretaris van de Ned. Ver. tot
Bestrijding van Geslachts
ziekten, heeft bij de uitgeverij W.
Gaade te Delft een brochure het licht
gezien, waarin wordt besproken de
nieuwe verordening tegen de verbrei
ding der Geslachtsziekten en haar toe
passing in de practijk. Tevens is de vol
ledige Duitsche en Nederlandsche tekst
der verordening en een lijst van de ad-
viesbureaux in Nederland achterin opge
nomen. Dr. C. Banning, hoofdinspecteur
der Volksgezondheid, schreef een aanbe
velende inleiding.
De Nederlandsche Stichting voor Sta
tistiek zond ons de tweede aflevering van
de belangwekkende uitgave: „Boeiende
Statistiek" onder den titel „Is Neder
land overbevolk t?” De voor de
meeste menschen afschrikwekkende cij-
fermassa's zijn den lezer hierin op aan
schouwelijke wijze voorgesteld en ont
sluiten derhalve veel wetenswaardig ma
teriaal voor den ontwikkelden leek.
De H. E. Stenfert Kroese Uitg. Mij.
heeft voor een smaakvol!# uitvoering en
frisch omslag zorg gedragen.
Bij de N.V. uitgeversmaatschappij AE E.
Kluwer, Deventer, verscheen de derde
druk van „Roeren en Menge n”, 200
populaire chemische recepten voor ieder
een. naar het Amerikaansch bewerkt door
drs. L. P. Edel. Het Nederlandsch-Indische
strafstelsel door mr. J. E. Jonkers zag het
licht bij de Drukkerij en Uitgeversmaat
schappij v.h Kemink en Zoon N.V.,
Utrecht
11 Adept. 13 Pint. 16 Mesdag. 17 Adem.
jO Bar. 21 Eeuw. 23 Kap. 24 Lui 25 Kraai.
«6 Gazon. 28 Regie. 29 Gemak. 33 Batist.
35 Rok. 36 Neon. 37 Per. 39 Neon. 41 Wet.
II Baker. 44 Reep. 45 Dinar. 47 Rede. 49
Mulo. 51 Een. 53 Duo. 55 Nel. 56 Ave. 58
Te. 59 ld.
FREDERIK VAN MONSJOU
GEHULDIGD
Zaterdagmiddag is Frederik van Mon-
sjou, die 30 jaar letterkundig redacteur
is van ,,De Kunst”, te zijnen huize zeer
hartelijk gehuldigd. Zeer vele bekende
kunstenaars en Amsterdamsche zakenlie
den kwamen hem complimenteeren Vele
bloemen sierden zijn woning. De voorzit
ter van het huldigingscomité, de schilder
Jan de Boer, sprak den jubilaris hartelijk
toe en deelde hem mede, dat vele vrien
den en bekenden hadden deelgenomen aan
het huldeblijk. Dit huldeblijk bestond uit
een beeldhouwwerk, vervaardigd door den
Amsterdamschen beeldhouwer Barend
Jordens
Vervolgens bood de schilder Gerard van
Vliet een album met handteekeningen aan
en tevens een map met drie teekeningen
van Jan de Boer. Gerard van Vliet en H.
Ykelenstam.
De heer van Monsjou dankte tenslotte
voor de hem bewezen hulde.
Ter receptie kwamen o.m. C. W H.
Baard, oud-directeur van het Stedelijk
Museum, C D. Merens, consul van Zuid-
Slavië, dr. I. Moeller, H. Dydensdorff,
Bart Peizel, voorzitter van St. Lucas, de
schilder Sam van Beek en prof Huib
Aan de tentoonstelling „Bloemen, Vo
gels en Kruipend Gediert in het Neder
landsche Boek uit 5 eeuwen”, in het Ge
meentemuseum, alhier, kon in den laat-
sten tijd nog een aantal belangrijke aan
winsten toegevoegd worden. Zoo is er nog
een nieuw tulpenboek geplaatst en een
album met afbeeldingen van Afrikaansche
gewassen, waar prof. Burman in 1751 de
Latijnsche namen eigenhandig bij heeft
geschreven. Van Maria Sybilla Merian
vindt men nog enkele teekeningen meer,
terwijl ook de exemplaren van haar rup-
senboeken nog zijn uitgebreid,
tulpen- en bloementeekeningen van de
verschillende van der Vinnes werden er
eenige toegevoegd. In de zaal van 18e en
19e eeuwsche werken is een
plaatst van SD.M. gemerkte
’t voorjaar beiden erg hongerig en we
ten we wat ze graag lusten.
Als lokmiddel voor de ritnaald ge
bruiken we knolraap en aardappels. Een
aardappel in 4 tot 8 stukjes snijden.
Liefst zooveel mogelijk met snijvlak
naar beneden, 5 tot 10 cm. in den grond
stoppen met den duim; b.v. op 50 cm.
van elkaar. Op een kleinen tuin is dit
goed uitvoerbaar. Ongeveer 400 stukjes
zijn noodig per are. Na een paar dagen
de stukjes opnemen en de ritnaalden. die
er aan en in zitten, vernietigen. Eiken
dag bijv, de helft nazien. De stukjes
weer in den grond stoppen en dit enkele
dagen volhouden. Zoo wordt er snel een
massa opgeruimd. We doen dit enkele
dagen of 1 week voor we onze eetaard-
appels gaan poten. Dan zijn de ritnaal
den voor hun voedsel dus aangewezen
op onze stukjes raap en aardappel,
waarop ze dan ook gretig afkomen. We
leggen de stukjes op rijen om ze gemak
kelijk te kunnen terug vinden. Heel ge
makkelijk kan men ze terugvinden, als
men ze aan ijzerdraadjes of puntige
stokjes spietst, die boven den grond blij
ven uitsteken. Een boer kan zooiets in
’t groot moeilijk doen, maar wij zien
tegen de te nemen moeite in een kleinen
tuin niet op. Wellicht is er ook al een
enkele emelt, die van uw lokmiddel
komt snoepen. Maar over het algemeen
komen de emelten pas in April en Mei
in actie.
Nu hebben we voor den emelt een
goedkoop en gemakkelijk bestrijdings
middel en wel: Parijsch groen. Dit is
een zwaar maaggif. Ook de huisschilder
gebruikt Parijsch groen, maar dit is
iets anders van samenstelling. U koopt
het dus bij den handelaar in land- en
tuinbouwbenoodigdheden. Voor één are
heeft u 10 gram noodig. Dan neemt u
250 gram havermout. Vorige jaren ge
bruikten we altijd zemelen, maar die
zijn nu zonder extra vergunning niet te
verkrijgen en ’n extra vergunning wordt
indien noodig, alleen aan beroepstuin
ders en boeren verstrekt. Wij gebruiken
dus nu havermout. Dit wordt door den
emelt ook met graagte gegeten, ’t voelt
ruw aan, juist als zemels en is dus voor
ons doel heel goed geschikt. Parijsch
groen met de havermout droog mengen.
Voorzichtig doen, dat u niets van 't stof
binnenkrjjgt, dus met een doek voor den
mond en watjes in de neusgaten. Denk
aan eventueele wondjes aan hand of
vingers. Na ’t zaakje in drogen toestand
gemengd te hebben, de massa met wat
water kruimelig maken. Niet te nat ma
ken. ’t Moet zich nog goed laten uit
strooien. U strooit het uit ’s avonds of
bij donker weer. De emelt komt im
mers alleen bij donker of eenigszins
vochtig weer en ook 's nachts boven den
grond. Niet strooien in of vlak voor een
stortregen. Tijd van 't jaar: April of
Mei. Op een tuin, waarop men boónen
of aardappels teelt, hoeft men geen
schadelijke gevolgen te vreezen bij
't eten der vruchten door de menschen.
Boonen legt_men pas eind April of be-
boonen en aard-
weken
groen
reeds
Nog slechts enkele weken geleden gaf
ne Nederlandsche Operagroep” hier een
opvoering van „Die Fledermaus”, van Jo
hann Strauss, thans kwam de „N.V. Ne
derlandsche Opera” met de Zigeunerbaron
een niet minder populaire operette van
(jenzelfden componist. Ook voor deze op
voering bestond blijkens de opkomst vrij
groote belangstelling van het publiek.
Eerstgenoemde combinatie maakte bij de
uitvoering van de tot haar repertoire be-
hoorende werken gebruik van den oor-
spronkelijken tekst, laatstgenoemde hield
zich ditmaal aan de oude traditie van onze
eerste in Nederland geboren opera-onder-
nemingen. 2r werd dus in het Neder-
landsch gezongen. Over het geheel geno
men was de indruk, dien wij van deze voor
stelling naar huis meenamen, gunstig, het
geen in de eerste plaats kan gelden van
het vocale element Wij willen daarmee
niet gezegd hebben, dat er ook in de
weergave van het instrumentaal gedeelte
van deze aan bloeiend melos en petillante
rhythmiek zou overrijke. geniale parti
tuur niet te waardeeren viel, maar het met
een vijfentwintig man bezette orkestje on
der zaakkundige leiding van Wim Qui-
spel, was in de groote ruimte van het
Gebouw, ondanks ,de temperamentvolle
aanvoering, soms toch wel wat te ijl van
klank en er haperde nog wel eens wat aan
het contact met het tooneel. Zooals gezegd,
er werd verdienstelijk gezongen en soms
meer dan dat.
In J a c. Turner, den vertolker van de
titelpartij, bezit het gezelschap een tenor,
wiens stemmiddelen opulenter zijn dan die
welke men gewoon is bij operette-helden
aan te treffen. Zijn emplooi is dat van den
opera- en niet van den operettezanger. het
geen niet wegneemt, dat hij ook in deze
omgeving een goed figuur maakte, gedeel
telijk natuurlijk door zijn overvloed aan
vocale middelen, dan ook door zijn vlot
spel In Marisa Mari, die de rol van
Saffi, de dochter van de Zigeunerin Czipra
doch, zooals later blijkt, een kind van vor-
stelijken huize, had hij een uitstekende
tegenspeelster, die over voortreffelijk en
rijk stemmateriaal beschikt en met routine
weet te spelen. Beider prestaties lokten in
de zaal geestdriftige reacties uit en leid
den tot herhaald applaus bij open doek.
Zeer goed voldeed ook Gusta Scheep
maker, wier Azucena in Verdi's Trouba
dour men zich nog zal herinneren Als
steeds wist zij door conscientieuse verzor
ging van de haar toevertrouwde partij de
aandacht te trekken, ook in den gespro
ken dialoog deed haar mezzo ’t uitstekend.
Van het „Liebespaar” ArsenaOttokar.
voorgesteld door Tops van den Berg
en Henk Brouwer viel vooral eerst
genoemde op door goeden, geacheveerden
zang, al is haar sopraan voor zoo groote
ruimte wat klein, voor de note gaie. in
een zoo geestig werk als dit, van niet ge
ringe beteekenis, zorgden C o e n Mu lier,
een oude bekende van vroegere Neder
landsche ensembles, als rijk geworden var-
kensfokker Zsnupan, Martin Hens als
graaf Carnero en B e r t v a n 't H o f f als
graaf Homonay. Hun goed gelanceerde
grappen en kwinkslagen hadden een soms
onbedaarlijk lachsucces. Het kleine partij
tje van de opvoedster Mirabella werd door
Mien Blekxtoon-v. Santen naar
den eisch vervuld. Een goed klinkend en
semble van zigeuners, burgers, kamermeis
jes, marketensters, officieren en soldaten
kweet zich hoogst verdienstelijk van zijn
vocale taak, terwijl een ballet onder lei
ding van de solodanseres Netty van
der Valk mede veel bijdroeg tot het
welslagen van deze, ook overigens naar
het uiterlijk behoorlijk verzorgde opvoe
ring onder regie van Koos Brons-
ge est,dien men zich hier ongetwijfeld ook
als operazanger zal weten te herinneren.
Summa summarum: ook bij deze opera-
combinatie bevinden zich vele bruikbare
Krachten. Zou het nu echter niet eens tijd
worden de handen ineen te slaan en te
“■achten ook op dit gebied van cultureel
belang, tot de veelgeroemde, maar nog
te weinig nagestreefde eenheid te komen,
waaruit volgens bekende spreekwoorden
kracht en macht wordt geboren?
Dan zouden wij wellicht in de naaste
toekomst in deze kolommen met gevoelens
van gerechtvaardigden nationalen trots
van gunstig gestemde aanmoedigingsrecen-
s>es kunnen overgaan tot uitingen van
geestdriftige bewondering Men heeft de
uitvoerenden op en voor het tooneel her
haaldelijk met geestdrif' toegeklapt en
ovationeel gehuldigd.
pe oplossing van de Zaterdag geplaatste
puzzle luidt aldus:
horizontaal. 1. Roest. 5.
g. C. ‘J*“
Mia-
tViede. 32 G E B. 34 Ahorn.
49 Mi. 50 Kee 52 Net. 53 Dun. 54
Eden. 56 Aula. 57 Renet. 59 Ivoor. 60
Lende
Verticaal. 1 Rum. 2 Om. 3 St. 4 Tel.
Nagel. 6 Oder 7 Vak 9 Ton. 10 Roep.
Ook in gewone tijden wordt er wel
eens een perceel weiland gescheurd,
0 v op de gemengde bedrijven in Zee
land; maar dan verbouwt men op dat
gescheurde land in den regel geen aard
appels. Want emelten in vereeniging
met ritnaalden richten in 't eerste ge
was, dat op gescheurd weiland wordt
geteeld, vaak zulke verwoestingen aan,
dat er van dat gewas zoo ongeveer
niets terecht komt. Een voorbeeld uit
de praktijk?
De tweede week van Mei 1917 liet een
boer op de Zuid-Hollandsche eilanden
op zijn gescheurd weiland voor de vier
de maal in dat voorjaar haver zaaien.
Van de eerste drie zaaisels was niets
terecht gekomen. Om kort te gaan, van
dat havergewas oogstte hij dat jaar nog
geen 2 hl. per ha. Een normale op
brengst is 60 hl. per ha. Hoeveelheid
zaaigraan per ha. is al 2 4 214 hl. En
nu gaan wij toch aardappels en bruine
boonen telen op gescheurd weiland! Wp
wilden u door ’t bovenstaande niet ont
moedigen. Maar waarschuwen. Moeilijk
heden zijn er om overwonnen te worden.
Dus:
De emelt wordt ook grauwe worm
genoemd. Maar 't is geen worm. Hij is
korter, rolrond. Kleur: vaalgrauw, bij
na dezelfde kleur als die van den grond
en daardoor niet zoo gemakkelijk te
zien. Hij wordt in October geboren uit
de eitjes van de weidelangpootmug en
is bij de geboorte vreeselijk klein.
Maar voor de winter intreedt, is hij al
aardig gegroeid. De emelt vriest niet
dood en verkeert ’s winters in een soort
rusttoestand. In ’t voorjaar wordt hij
weer actief en is dan erg hongerig! Hij
is dan 1 tot 2 cm. lang. Hij voedt zich
met wortels van verschillende gewas
sen: gras,
spoedig 2
zucht kent geen grenzen
periode. Bij regenachtig
's nachts worden ook
plantendeelen aangetast.
gewoonweg afgevreten. In April