Voor den Amateur-tuinder wiiil h KUNST EN LETTEREN FILM EN BIOSCOOP van Reeuwijk’s bl Voor den puzzelaar NEDERLANDSCHE OPERA BALLET YVONNE GEORGI pag. 3 GEMENGD KOOR „RUSSIA” De Zigeunerbaron CONCERTGEBOUWORKEST UITGAVEN NIEUWE TIJDSCHRIFTEN CECILIA IN DE DOOPSGEZINDE KERK „Souvenir Ballet Yvoone Georgi Wie tuiniert er op gescheurd weiland? (muziek van Joaquin lurinu) HAAGSCHE COURANT Maandag 17 Maart 1941 2e CHRIS LANOOY In het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen w Zestig jaar geworden Renet. 59 Nw. BINNENWEG 30 - ROTTERDAM Concert in de Duinoordkerk n DIRIGENT: PAUL. VAN KEMPEN I In het Nederlandsche boek uit 5 eeuwen in ze geschreven. Borneo, De roman zijner deze t RAF VERHULST KRIJGT DEN REMBRANDT-PRIJS (Foto-a.rch.iej) discipelen te hebben iets te brengen, dat bleek te zijn bekroond. Door eenheid en TENTOONSTELLING „BLOEMEN, VOGELS EN KRUIPEND GEDIERT" 37 Pisa. 38 46 Ar. 48 m atjgil'A p.p ir yop t 1 n o. Chris Lanooy. (Foto-ar chief) Van U'e7 Tiaar goed het RESIDENTIE-ORKEST Het derde Symphonic Concert, te geven door het Residentie-orkest op Zaterdag 22 Maart a.s., aanvang 3 uur, zal onder lei ding staan van Carl Schuricht. Het pro gramma luidt als volgt: 1. Schubert. 8ste Symphonie (Unvollendete). 2. Bruckner. 9e Symphonie (Urfassung). stijl en ensemble (met het orgel) zoo gaaf mogelijk te doen zijn Het aantrekkelijkst klonken III en V, liederen die zich door breedheid en macht onderscht iden. Het koor liet zich door zijn leider wél inspi- reeren. Fraai was even de ingehoudenheid in het laatste lied en van scho< e praal de laatste klankexpansie. Van een orgel-praeludium van Kodaly is bij eerste aanhooring de zin en waarde niet zoo dadelijk te vatten. Eige vardige vormgeving en dynamische onderscheidin gen Een volgende auditie brengt <ns wel licht verder Het koor zong dan een compos.tie van Lieven Duvosel den talentvollen Vlaming die zoolang in ons land geleefd en gewerkt heeft. „Aanbidding” is een frissche. kleu rige en gevoelige muziek. Open, bloeiend en warm klinkt dit stuk Het is door Ceci lia uitnemend voorgedragen. Van de Geus hoorden wij dan eerst het bekende „Lied aan de Avondster" uit Wag- ner’s „Tannhauser”. waarvan hij al heel wat wist te maken. Tot besluit „Ich danke dir, Herr, mein Gott” uit Paulus van Men delssohn. Het stuk werd stijlvol gezongen en met de noodige volgzaamheid, gelijk de meeste nummers, door den organist geac compagneerd. Tot slotnummer van het programma een koor. Gloria, van A. B. H. Verhey. Het is het werk van een geboren musicus, die zijn „métier” uitstekend verstond Van den Berg’s directie leidde tot een karakteris tieke en temperamentvolle vertolking, waarnaar men met genoegen zal geluisterd hebben. Een aangename uitvoering. Aan de van De bekende pottenbakker Chris Lanooy, wonende te Epe, is gisteren 60 jaar ge worden. Lanooy is een baanbrekende fi guur geweest op het gebied der Neder landsche ceramiek. Hij is een meester in zijn vak. een kunstenaar, die zijn ambacht technisch zoowel als artistiek door en door beheerscht en die door zijn voorbeeld en werk leiding heeft gegeven aan een ge- heele generatie. Alle Nederlandsche kun stenaars op zijn gebied zullen Chris La nooy ongetwijfeld erkennen als de groot meester der moderne vaderlandsche pot tenbakkerskunst Hij leerde ons alle over bodigheid en decoratieve opsiering achter wege laten en vestigde weer de aandacht op het wezenlijke in het pottenbakkers ambacht: klei, glazuur en aarde-werk. Hij voerde ons terug van de dwaalwegen die men reeds was beginnen te bewandelen en bracht (evenals de Chineezen dit de den) het zuiver aardewerk weer tot een hooge, voorname schoonheid. Daarnaast heeft Lanooy glaswerk gemaakt, damast ontworpen, geschilderd en gebouwd. J. BALLINGS t. De bekende Vlaamsche Tooneelschrijver J. Ballings, wiens werk als „Heernonkel", „Lammeke” en „De Dorpspoëet” ook jn ons land wel bekend zijn, is op 56-jarigen leeftijd te St Pieters-Jette bij Brussel overleden. BACH-CONCERT Zaterdag 22 Maart te 3 uur zal de orga nist Alex Schellevis op het orgel der BethlehemkerK een Bach-programma ten gehoore brengen Solist is Wim van Hoek, viool Het gemengd koor Russia” heeft on der leiding van zijn dirigent I. P. L i t- w i n t s e f f, zijn vijfjarig bestaan her dacht met een middagconcert in de Duin oordkerk, waarbij de organist M. Keu- 1 e m a n s zijn medewerking verleende. Deze speelde ter inleiding een fantasie in g. kl. t. van J. S. Bach. daarna een cha conne in f kl. t. van J Pachelbel en een pastorale van Guilmant. Van het uit ne gen zangeressen en acht zangers samen gestelde a cappella koor hoorden de in vrij grooten getale opgekomen luisteraars werken van Bortnjansky. Archangelsky Strokin, Sokoloff, Lwowsky, Zawadsky en Muzitsjeskou, benevens een treurmis- fragment ter nagedachtenis van den in 1937 overleden dirigent A. Doubatoff. Al deze, een religieus karakter dragen de Russische zangen, bij de uitvoering waarvan de oorspronkelijke taal werd ge bezigd, werden in hoogere mate expressief en stemmingwekkend vertolkt. Het en semble is voortreffelijk geschoold en ont wikkelt ’n homogenen, fraai genuanceer- den samenklank, die ook in de zeer klank rijke en stralende forti een voornaam ka rakter behoudt. Daarbij blijft de absolute en relatieve zuiverheid in dezen a cappella- zang zoo goed als ongerept. In enkele van de ten gehoore gebrachte werkjes ver leenden koorleden op hoogst verdienste lijke wijze medewerkingzoo de bas J. Ruivenkamp in een gebed van P Strokin, de sopraan mevr. A. Keyzer in een Onze Vader van I. Zawadsky en de ook uit de concertzaal bekende tenor H Borkentin .,Blazjen moesch”. van A Archangelsky. De organist droeg de zijn aandeel in het programma omvattende werken tech nisch onberispelijk en met muzikale distinctie voor. Ér heerschte in het wij dingsvolle kerkje een sfeer van religieuze stemming en ontvankelijkheid voor de verheven kunst, die hier in deze stille omgeving werd geboden. wordt een interessant overzicht gegeven In „Der LebensDaum des Deutschen Volkes" van de gebcorte- J4oen. Noest. ig gelaten hun par- felijke, muzikale wijze Aan den Vlaamschen schrijver en dich ter professor dr. Raf Verhuist is gister middag door den rector der universiteit van Hamburg, professor dr. Geundert, den Rembrandt-prijs van het jaar 1940 uitge reikt. Talrijke vooraanstaande vertegen woordigers van het Duitsch, Vlaamsche en Noord-Nederlandsche cultureele leven woonden de plechtigheid bij, welke plaats had in de zaal van de Koninklijke Maat schappij voor Schoone Kunsten te Ant werpen. Een inleidend woord werd ge sproken door den Vlaamschen letterkun dige, Cyriel Verschaeve, den eersten win naar van den Rembrandt-prijs gin Mei. Trouwens, appels worden eerst weken en later geoogst. Wil men Parijsch gebruiken op een tuin, waarop planten staan te groeien, dan zorge men zoo min mogelijk de planten te raken. 4 of 5 Weken na de aanwending van ’t bestrijdingsmiddel of, indien het veel regent, wellicht iets vroeger, kan men het gewas reeds, zonder vrees, voor de consumptie bestemmen. Van het Nederlandsch Agrarisch Front ontvingen wij het eerste nummer van „Volk en Bodem” een tijdschrift, dat zij zich voorstelt maandelijks te doen verschijnen. Het staat onder redactie van dr. F. E. Posthuma en is gewijd aan de vraagstukken betreffende ons land en zijn bodem, welke zij geven wil in een bevat- telijken en smaak vollen vorm, aantrek kelijk in het bijzonder voor den boer, die op de hoogte verlangt te blijven van wat om hem heen op zijn gebied in het land gebeurt. Naar het inleidende woord van dr. E. F Posthuma is het doel in „Volk en Bodem" zoo goed mogelijk af te tee- kenen welke stappen moeten worden ge nomen om „vooruit” te komen Voorts schrijven in deze eerste aflevering de heer Roskam over „Boerenland in Boe renhand” en de heer J. H. Holm over „ontwatering”; de heer B. Slob behandelt ..de Paardenfokkerij in den Nieuwen staat” en de heer G J Ruiter „De melkvee houderij in de toekomst", de heer D. v. d. Bospoort spreekt over „Wij en de Pers” en de heer ir. W. F. Gerhardt over „De Duitsche „Erzeugungsschlacht” en onze landbouw”, met toestemming toeneming sedert 1934. Zeer uitvoerig en overzichtelijk wordt in een ruim geïl lustreerd artikel de beteekenis en de werkzaamheid van het duikbootwapen uiteengezet. Fraaie kleurenfoto’s van de nieuwe Rijkskanselarij te Berlijn, waar bij o m. de werkkamer van den „Führer”, maken dit nummer aantrekkelijk, ook door een geïllustreerde levensbeschrijving van generaal Fr. Christiansen, door zijn zoon Karl Heinz Christiansen. en met een stem ais nummer was ech- verloop van de dynamische scha- weifu fraal sterkst« Indruk ei uit van een Zauberflöte-aria in met koor en orgel van Mozart expressie werden zeer goed ge- ue stem bezit een mooie diepte >r koo?r™aa.n' daf no> nieer belooft MolXni?® ors®1 v0,«den een vijftal - ^nhauer) bewerkte Beethoven dirigent beijverde zich om Novum Tetra 12. Adam. 14. Lood. 15. Gek. 16. 18 Nee. 19 Er 20 Bende 22 P. P. 23 Kasteel. 26 Gard. 27 Muur 30 Raap. 31 40 Twee. 43 Koerier „LIEFDE EN DOOD OP BORNEO” Velen hebben Zondagochtend in Metro pole Palace genoten van de even mooie als interessante Tobisfilm „Liefde en dood op Borneo”, welke in romantische!! vorm allerlei merkwaardigs en wentenswaardigs brengt uit het leven van de Dajaks op Borneo. De „roman” wordt gevormd door de liefdesgeschiedenis van den zoon van een [stamhoofd en een lieftallig slavin netje. Terwille van den vrede tusschen twee stammen, die elkaar fel beoorlogd hebben, moet de jongeman trouwen mot de dochter van net andere stamhoofd reeds als kinderen worden de twee gekop peld. Maar de kloeke jongen geelt zijn iefde voor het speelmakkertje zijner jeugd niet op, ook niet als hij volwassen geworden, met het vqor hem bestemde meisje is getrouwd. Het eind is, dat ’jij zijn vrouw en zijn stam in den steek laat en met zijn geheide wegtrekt. Levendig en met een rijke illustratie van volksge woonten, volksdansen en -feesten, reli gieuze plechtigheden enz., is deze een voudige geschiedenis uitgebeeld, in een artistiek en vorm en niet boeiende opna men van de weelderige natuur. A.s. Woensdagmiddag om half ijf draait deze bijzondere film opnieuw >n hetzelfde theater in een speciale familie voorstelling. Soliste: Lore Fischer Pfitzners Ouverture „Katchen von Heilbronn” en Reger’s „An die Hoff- nung”, composities, welke de bekoring van het vrijwel onbekende bezaten. De ,,Alt-Rhapsodie’ van Brahms, een alge meen geliefd werk en tenslotte de Vijfde Symphonie van Bruckner, welke door menigeen wordt vereerd en van velen, door hetgeen zij erover hoorden, de be langstelling opwekt. Een aantrekkelijk programma dus en een dirigent, wien de faam van een buitengewone kracht vooruit was gegaan en naar wiens ken nismaking men dus nog bovendien be nieuwd was. De Ouverture van Hans Pfitzner is een onder den invloed van Richard Strauss ontstane muziek, waarlijk geïn spireerd en vooral bekorend door zijn fijn-poëtische episodes. Paul van .Kem pen toonde zich dadelijk een dirigent van bijzondere hoedanigheid. Vitaal, warm, zijn zinvolle intenties met sug gestieve duidelijkheid gevend en volko men door het orkest doen opvolgend. Reger's „An die Hoffnung” is hier vele jaren geleden eens (wij meenen door Illona Durigo) gezongen. Het is een mu ziek van sterke eigenheid, edel, grootsch, extatisch, ontroerend. Lore Fischer heeft de diepe melancholie dezer sublieme kunst op heerlijke wijze verwerkelijkt. Met haar prachtig, aan doénlijk altgeluid heeft zij de smarte lijke en tegelijk door hoop lichtende in nerlijkheid op de aangrijpendste wijze doen leven en den inkeer en ernst in Re gers zielsbewogenheid op hare hoor ders overgebracht. Wij zijn de kunste nares dankbaar, dat zij deze compo sitie, en dan nog wel zóó, aan de ver getelheid onttrokken heeft. Ook de Rhapsodic van Brahms heeft op haar heerlijkst geklonken. Een mannenkoor van leden uit het Amsterdamsche a ca- pellakoor „Bel Canto” verleende muntende medewerking. Goethe’s derschoone smeekende woorden De hierboven geplaatste naam van de Patrones der kerkmuziek slaat in dit geval 9P de bekende zangvereeniging onder Henk van den Berg Als solisten werkten biede Frans de Geus, bariton, en Hein s Gravesande, orgel De Fantasie en Fuga ln c-moll van J. S. Bach opende het pro- «ramma. dat een gewijd karakter droeg, ye Fantasie werd gaaf en natuurlijk- gespeeld zonder bijzondere ge- 'Uidskleuringen expansies. Van de Fuga-weergave valt iets “ergelijks te zeggen Een enkelen viel een piano wat al te veel weg, een crescendo deed het daarna heel en de stijging naar het slot ontbrak aan glans niet "et koor zon8 vervolgens een tweetal ?nposities van Palestrina, dat vooral de «wonde kracht en sonoriteit van den deed uitkomen. In een Sanctus van zanhtbert echter «in« de bekoring van Een tere tinten uit Het ’tuk werd ingeto- en stemmingsvol voorgedragen Arif biJriton Frans de Geus zong dan een Wagner* H®ndel’8 .-Messias" en een uit Vpr s „Lohengrin ter k ?k- In het tweede kPohet v~- gin,*"8 heel «ln« v.\-l L l^abinatie troffen «n i8 Voor foor 1 “Aderen. De Gistermiddag heeft het ballet Yvonne Georgi, begeleid door t Residentie-orkest, dat bij deze gelegenheid onder leiding van zijn dirigent Frits Schuurman stond, in stampvol Gebouw voor Kunsten en We tenschappen. drie nieuwe werken, waar voor Louis Saai born de décors had ont worpen, volgens choreografie van de leid ster Yvonne Georgi, ten tooneele ge bracht Als eerste nummer van het pro gramma zagen wij het beroemde Dallet niet zang in één bedrijf: Pulcinella, met muziek van 1. Strawinsky, naar Giambat- aista Pergoiese, en hebben daarmede het beste aanschouwd, wat deze dansgroep tista Pergoiese, en hebben daarmede bet ballet Yvonne Georgi, dat wij herhaalde malen in de Kurzaal hebben zien optre den, is namelijk tot nu toe zeer matig geweest.. Het was echter geen gevolg van het feit, dat het gezelschap aan eminente krachten op het gebied van den dans te kort zou schieten. Integendeel, wij heb ben er steeds kunstenaars niet een uitste kende ontwikkelde techniek in kunnen bewonderen. Maar het was bijna altijd slordig, zelfs wanneer een werk voor de derde-, vierde of zooveelste maal, dank zij rijkelijk vele herhalingen, voor het voetlicht werd gebracht. Maar thans bleek Yvonne Georgi haar uiterste krachten te hebben ingespannen en hard met haar discipelen te nebben gewerkt, om ditmaal iets te brengen, dat boven het middelma tige zou zijn verheven. En dit werken bleek te zijn bekroond. Door eenheid en gelijkheid, door algeheele afwerking, is namelijk thans een zekere persoonlijkheid van het Yvonne Georgi-ballet uitgegaan. Met het prachtig gecostumeerde Pulci nella kon net ballet voor de eerste maal de allure aannemen van een gezelschap, dat zich ook in het buitenland zou kun nen vertoonen. De zangeres Corry Bijs ter en dè zangers Albert Dana en Theo Baylé hebben een enkele onzuiverheid buiten beschouwing tijen op voortrefi voorgedragen. Na de pauze volgde eerst „Souvenir” op muziek van J. Turina, waarin Yvonne Georgi zelf de hoofdrol danste. In de cho reografie blijkt deze kunstenares echter meer vindingskracht dan in haar dansen te bezitten. In „Souvenir” was zij na melijk weer eens voor de zooveelste maal de (on ?)-getemde feeks met hetzelfde repertoire bewegingen als de hoofdfigu ren uit Bolero en Salome’s Tanz en een zelfde schare, altijd sjorrende dansers om haar heen. Achter de coulissen verricht Yvonne Georgi waarlijk beter werk. Pierre Cammingha was daarentegen als „de man” voortreffelijk, terwijl de prach tige groepeenngen, costuineering, licht effecten en het door Louis Saalborn ont worpen décor, ook dit ballet tot het beste hebben doen behooren, wat Yvonne Georgi ten tooneele heeft gebracht. Als laatste ballet zagen wij „Carna val” op een allesbehalve fraaie orkestbe- werking van de muziek van R. Schumann gedanst. Over het algemeen werd deze compositie, waarschijnlijk ten gerieve van de dansers, bovendien te langzaam gespeeld. Schumann’s werk is en blijft uitgangspunt, zoodat men zich naar de juiste tempi behoorde te schikken. Mascha ter Weenie en Pierre Cammingha hebben ons daarin door hun uitmuntend danken in hooge mate geboeid Aan de techniek van de „Spitzentanz” van eenige dan sers zou nog grondig aandacht xunuen worden besteed, maar door het fantas tische element, door de sfeer van het sprookje en het onwezenlijke, is een zeld zame charme van het geneel uitgegaan. Waarlijk het Yvonne Georgi-ballet is sporten hooger geklommen op de kunste naarsladder en is lof en bewondering waardig. Vanzelfsprekend veel bloemen en applaus voor de dansers. Het Residentie-orkest heeft op deze marinée, onder leiding van Frits Schuur man, op bewonderenswaardige wijze bege leid De musici moesten echter aan de overdekte orkestruimte wennen, zoodat verscheidene ongelukjes in „Pulcinalla” merkbaar waren Overigens klonk net doordacht en sensitief en was het uitmun tend op den dans afgestemd. Ook voor Frits Schuurman en ons ste delijk orkest dus een woord van lof. Osnabrücker National Theater. Het Osnabrücker National Theater geeft hedenavond in Hengelo een voorstelling van de operette „Wiener Blut”. wortels s, graan, erwt, boon, enz. en is 3 tot 4 cm. lang. Zijn vraat- en geen rust- weer en ook bovenaardsche Vaak worden de stengeltjes van pas opgekomen ge wassen gewoonweg afgevreten. In April en Mei doen ze ’t meeste kwaad. U mag er niet op rekenen, dat mol, spitsmuis, kraai, meeuw en kwikstaart al de emel- ten in uw tuin opruimen. En nu de ritnaald of koperworm, die ook geen worm is, maar de larf van de kniptor. Kleur: bruin-geel. Harde huid: vaak half opgerold. Terwijl de emelt maar één jaar in den grond leeft, ver blijft de ritnaald er 4 tot 6 jaar. U zult dus kleine en groote naast elkaar aan treffen; van een halve tot 1% cm. lang. De koperworm voedt zich met zachte, vleezige plantendeelen: aardappel, knol raap, sla, enz. Hij leeft 5 10 cm. on der de oppervlakte en komt niet uit zich zelf in ’t licht, ’s Winters eet hij weinig of niets en is in 't voorjaar bijkans uit gehongerd. Hij valt daarom aan op ont kiemend zaad, pootaardappels, jonge wortels, enz. Ook de ritnaald heeft vrij veel na tuurlijke vijanden: spreeuw, meeuw enz. En nu de bestrijding. Met contactgift kunnen we niets beginnen, want de rit naald leeft altijd en de emelt overdag in den grond. Beiden hebben een tame lijk harde huid. Maar gelukkig voor ons zijn uit- won- f tender ey Luns, voorzitter van Arti et Amicitiae. auf deinem Psalter, Vater der Liebe werden tot een verrukking. En Paul van Kempen bracht tusschen het vocale en instrumentale element een volmaakt evenwicht tot stand. Hij heeft iets kern achtigs en zonnigs in zijn directie, deze dirigent, en toch weet hij den gloed, welke hem lief schijnt te zijn, zoo stem mingsvol te temperen. Het succes was heel groot en herhaaldelijk moest de zangeres komen buigen. Terecht betrok zij dirigent en orkest in de hulde. De Vijfde Symphonie van Bruckner wordt om de grootschheid van haar bouw, vooral van de Finale, wel het werk genoemd, waarin de z.g. Godsge- dachte voor het eerst in hare volle macht tot uiting wordt gebracht. Het eerste deel een zoeken en zich vormen, het tweede een verzinken in smartelijke zwaarmoedigheid en vereenzaming. Le vensblijheid en hoop keeren in het derde deel terug, terwijl de Finale als strijd, overwinning en besef van de goddelijke bestiering gekenschetst kan worden. De breede dirigeertrant van v. Kem pen leent zich voor het algemeen karak ter van dit werk zeer goed. Mocht het eerste deel van de symphonie niet bij iedereen ingang vinden, van het tweede, het Adagio, zullen toch de meesten voor het melodie-verloop en -karakter de be teekenis begrepen hebben. Ook rhythme, contrapunctiek en melodische luchtig heid van het Scherzo spreken aan. De dirigent heeft de tegenstelling van deel II en III nadrukkelijk doen uitkomen. Toch heeft zijn leiding niets gefor ceerds. Integendeel, zij is eenvoudig, ge zond en beheerscht. Van dynamische schakeeringen wordt veel werk ge maakt, wat effectvol doet in den goeden zin. Van de Finale is de plastiek ten zeerste te waardeeren geweest. Ook hier treffende tegenstellingen, zooals de ruige pracht van het koraal en de bloeiende liefelijkheid van de teedere melodie daarna. Het miste zijn werking niet. Met kracht werd de Finale door- en opgevoerd tot de klankapotheose van het slot dat grooten indruk maakte. De klank ontwikkelde zich buitengewoon en zinvol. Het succes van Paul van Kempen was groot en hij liet er via den concert meester ook het orkest in deelen. „Erzeugungsschlacht” Het „Barbarenlied” is van den dichter G Kettmann overgenomen uit den bundel „Het erf aan Zee”. In „Signa 1” reeks ge- zeer fraaie aquarellen, die geteekend werden in de Hortus Baumontianus te ’s-Gravenhage en werden verwerkt in het boek van Seba „Nauwkeurige beschrijving van het schat rijke kabinet der voornaamste zeldzaam heden der natuur”. Deze aquarellen, even als eenige uiterst zorgvuldige waterverf- teekeninger van Arckenhausen voor de Flora Javae van J C. Blume, werden af gestaan door het Herbarium van de Rijksuniversiteit te Leiden. De Biblio theek van Artis bleek nog een aantal tee- keningen, die voor deze tentoonstelling zeer belangrijk zijn, te kunnen ter be schikking stellen. Zoo buitengewoon uit voerig en minutieus behandelde vlinder en rupsenstudies van Lyonet. allerhand insecten van G. J J. van Os; zeer curieus zijn de teekeningen van van Haastert voor een „Natuurlijke geschiedenis der spin nen”. In verband met deze uitbreiding zal de tentoonstelling nog tot Zondag 6 April ge opend blijven. Woensdag 19 Maart zal dr. G. Knuttel Wzn. des namiddags te 3 uur een rondleiding houden Door de uitgeverij P. Noordhoff N.V. te Groningen en Batavia werd ons het Supplement toegezonden op de uit gave Practisch Handels- rekenen voor den Mid denstand, samengesteld door den heer K. K. Rovers. Het behandelt de ver schillende soorten verzekering, waarmee de middenstander in aanraking komt Bij H. D. Tieenk Willink lm Zoon N V. te Haarlem is verschenen een boekje over „Belastingheffing van Naamlooze Vennoot schappen” De heer mr. dr. H. A. Zeven heeft zich voornamelijk ten doel gesteld de rechtvaardiging en inrichting der- heffingen te bespreken, terwijl in enkele gevallen bij de bespreking van het winstbegrip ook de uitvoering in be schouwing wordt genomen. Hij baseert zijn theorieën behalve op studie mede op ervaringen, die hij als inspecteur van den Indischen belastingdienst heeft opgedaan. Van de hand van dr. E H Hermans, len secretaris van de Ned. Ver. tot Bestrijding van Geslachts ziekten, heeft bij de uitgeverij W. Gaade te Delft een brochure het licht gezien, waarin wordt besproken de nieuwe verordening tegen de verbrei ding der Geslachtsziekten en haar toe passing in de practijk. Tevens is de vol ledige Duitsche en Nederlandsche tekst der verordening en een lijst van de ad- viesbureaux in Nederland achterin opge nomen. Dr. C. Banning, hoofdinspecteur der Volksgezondheid, schreef een aanbe velende inleiding. De Nederlandsche Stichting voor Sta tistiek zond ons de tweede aflevering van de belangwekkende uitgave: „Boeiende Statistiek" onder den titel „Is Neder land overbevolk t?” De voor de meeste menschen afschrikwekkende cij- fermassa's zijn den lezer hierin op aan schouwelijke wijze voorgesteld en ont sluiten derhalve veel wetenswaardig ma teriaal voor den ontwikkelden leek. De H. E. Stenfert Kroese Uitg. Mij. heeft voor een smaakvol!# uitvoering en frisch omslag zorg gedragen. Bij de N.V. uitgeversmaatschappij AE E. Kluwer, Deventer, verscheen de derde druk van „Roeren en Menge n”, 200 populaire chemische recepten voor ieder een. naar het Amerikaansch bewerkt door drs. L. P. Edel. Het Nederlandsch-Indische strafstelsel door mr. J. E. Jonkers zag het licht bij de Drukkerij en Uitgeversmaat schappij v.h Kemink en Zoon N.V., Utrecht 11 Adept. 13 Pint. 16 Mesdag. 17 Adem. jO Bar. 21 Eeuw. 23 Kap. 24 Lui 25 Kraai. «6 Gazon. 28 Regie. 29 Gemak. 33 Batist. 35 Rok. 36 Neon. 37 Per. 39 Neon. 41 Wet. II Baker. 44 Reep. 45 Dinar. 47 Rede. 49 Mulo. 51 Een. 53 Duo. 55 Nel. 56 Ave. 58 Te. 59 ld. FREDERIK VAN MONSJOU GEHULDIGD Zaterdagmiddag is Frederik van Mon- sjou, die 30 jaar letterkundig redacteur is van ,,De Kunst”, te zijnen huize zeer hartelijk gehuldigd. Zeer vele bekende kunstenaars en Amsterdamsche zakenlie den kwamen hem complimenteeren Vele bloemen sierden zijn woning. De voorzit ter van het huldigingscomité, de schilder Jan de Boer, sprak den jubilaris hartelijk toe en deelde hem mede, dat vele vrien den en bekenden hadden deelgenomen aan het huldeblijk. Dit huldeblijk bestond uit een beeldhouwwerk, vervaardigd door den Amsterdamschen beeldhouwer Barend Jordens Vervolgens bood de schilder Gerard van Vliet een album met handteekeningen aan en tevens een map met drie teekeningen van Jan de Boer. Gerard van Vliet en H. Ykelenstam. De heer van Monsjou dankte tenslotte voor de hem bewezen hulde. Ter receptie kwamen o.m. C. W H. Baard, oud-directeur van het Stedelijk Museum, C D. Merens, consul van Zuid- Slavië, dr. I. Moeller, H. Dydensdorff, Bart Peizel, voorzitter van St. Lucas, de schilder Sam van Beek en prof Huib Aan de tentoonstelling „Bloemen, Vo gels en Kruipend Gediert in het Neder landsche Boek uit 5 eeuwen”, in het Ge meentemuseum, alhier, kon in den laat- sten tijd nog een aantal belangrijke aan winsten toegevoegd worden. Zoo is er nog een nieuw tulpenboek geplaatst en een album met afbeeldingen van Afrikaansche gewassen, waar prof. Burman in 1751 de Latijnsche namen eigenhandig bij heeft geschreven. Van Maria Sybilla Merian vindt men nog enkele teekeningen meer, terwijl ook de exemplaren van haar rup- senboeken nog zijn uitgebreid, tulpen- en bloementeekeningen van de verschillende van der Vinnes werden er eenige toegevoegd. In de zaal van 18e en 19e eeuwsche werken is een plaatst van SD.M. gemerkte ’t voorjaar beiden erg hongerig en we ten we wat ze graag lusten. Als lokmiddel voor de ritnaald ge bruiken we knolraap en aardappels. Een aardappel in 4 tot 8 stukjes snijden. Liefst zooveel mogelijk met snijvlak naar beneden, 5 tot 10 cm. in den grond stoppen met den duim; b.v. op 50 cm. van elkaar. Op een kleinen tuin is dit goed uitvoerbaar. Ongeveer 400 stukjes zijn noodig per are. Na een paar dagen de stukjes opnemen en de ritnaalden. die er aan en in zitten, vernietigen. Eiken dag bijv, de helft nazien. De stukjes weer in den grond stoppen en dit enkele dagen volhouden. Zoo wordt er snel een massa opgeruimd. We doen dit enkele dagen of 1 week voor we onze eetaard- appels gaan poten. Dan zijn de ritnaal den voor hun voedsel dus aangewezen op onze stukjes raap en aardappel, waarop ze dan ook gretig afkomen. We leggen de stukjes op rijen om ze gemak kelijk te kunnen terug vinden. Heel ge makkelijk kan men ze terugvinden, als men ze aan ijzerdraadjes of puntige stokjes spietst, die boven den grond blij ven uitsteken. Een boer kan zooiets in ’t groot moeilijk doen, maar wij zien tegen de te nemen moeite in een kleinen tuin niet op. Wellicht is er ook al een enkele emelt, die van uw lokmiddel komt snoepen. Maar over het algemeen komen de emelten pas in April en Mei in actie. Nu hebben we voor den emelt een goedkoop en gemakkelijk bestrijdings middel en wel: Parijsch groen. Dit is een zwaar maaggif. Ook de huisschilder gebruikt Parijsch groen, maar dit is iets anders van samenstelling. U koopt het dus bij den handelaar in land- en tuinbouwbenoodigdheden. Voor één are heeft u 10 gram noodig. Dan neemt u 250 gram havermout. Vorige jaren ge bruikten we altijd zemelen, maar die zijn nu zonder extra vergunning niet te verkrijgen en ’n extra vergunning wordt indien noodig, alleen aan beroepstuin ders en boeren verstrekt. Wij gebruiken dus nu havermout. Dit wordt door den emelt ook met graagte gegeten, ’t voelt ruw aan, juist als zemels en is dus voor ons doel heel goed geschikt. Parijsch groen met de havermout droog mengen. Voorzichtig doen, dat u niets van 't stof binnenkrjjgt, dus met een doek voor den mond en watjes in de neusgaten. Denk aan eventueele wondjes aan hand of vingers. Na ’t zaakje in drogen toestand gemengd te hebben, de massa met wat water kruimelig maken. Niet te nat ma ken. ’t Moet zich nog goed laten uit strooien. U strooit het uit ’s avonds of bij donker weer. De emelt komt im mers alleen bij donker of eenigszins vochtig weer en ook 's nachts boven den grond. Niet strooien in of vlak voor een stortregen. Tijd van 't jaar: April of Mei. Op een tuin, waarop men boónen of aardappels teelt, hoeft men geen schadelijke gevolgen te vreezen bij 't eten der vruchten door de menschen. Boonen legt_men pas eind April of be- boonen en aard- weken groen reeds Nog slechts enkele weken geleden gaf ne Nederlandsche Operagroep” hier een opvoering van „Die Fledermaus”, van Jo hann Strauss, thans kwam de „N.V. Ne derlandsche Opera” met de Zigeunerbaron een niet minder populaire operette van (jenzelfden componist. Ook voor deze op voering bestond blijkens de opkomst vrij groote belangstelling van het publiek. Eerstgenoemde combinatie maakte bij de uitvoering van de tot haar repertoire be- hoorende werken gebruik van den oor- spronkelijken tekst, laatstgenoemde hield zich ditmaal aan de oude traditie van onze eerste in Nederland geboren opera-onder- nemingen. 2r werd dus in het Neder- landsch gezongen. Over het geheel geno men was de indruk, dien wij van deze voor stelling naar huis meenamen, gunstig, het geen in de eerste plaats kan gelden van het vocale element Wij willen daarmee niet gezegd hebben, dat er ook in de weergave van het instrumentaal gedeelte van deze aan bloeiend melos en petillante rhythmiek zou overrijke. geniale parti tuur niet te waardeeren viel, maar het met een vijfentwintig man bezette orkestje on der zaakkundige leiding van Wim Qui- spel, was in de groote ruimte van het Gebouw, ondanks ,de temperamentvolle aanvoering, soms toch wel wat te ijl van klank en er haperde nog wel eens wat aan het contact met het tooneel. Zooals gezegd, er werd verdienstelijk gezongen en soms meer dan dat. In J a c. Turner, den vertolker van de titelpartij, bezit het gezelschap een tenor, wiens stemmiddelen opulenter zijn dan die welke men gewoon is bij operette-helden aan te treffen. Zijn emplooi is dat van den opera- en niet van den operettezanger. het geen niet wegneemt, dat hij ook in deze omgeving een goed figuur maakte, gedeel telijk natuurlijk door zijn overvloed aan vocale middelen, dan ook door zijn vlot spel In Marisa Mari, die de rol van Saffi, de dochter van de Zigeunerin Czipra doch, zooals later blijkt, een kind van vor- stelijken huize, had hij een uitstekende tegenspeelster, die over voortreffelijk en rijk stemmateriaal beschikt en met routine weet te spelen. Beider prestaties lokten in de zaal geestdriftige reacties uit en leid den tot herhaald applaus bij open doek. Zeer goed voldeed ook Gusta Scheep maker, wier Azucena in Verdi's Trouba dour men zich nog zal herinneren Als steeds wist zij door conscientieuse verzor ging van de haar toevertrouwde partij de aandacht te trekken, ook in den gespro ken dialoog deed haar mezzo ’t uitstekend. Van het „Liebespaar” ArsenaOttokar. voorgesteld door Tops van den Berg en Henk Brouwer viel vooral eerst genoemde op door goeden, geacheveerden zang, al is haar sopraan voor zoo groote ruimte wat klein, voor de note gaie. in een zoo geestig werk als dit, van niet ge ringe beteekenis, zorgden C o e n Mu lier, een oude bekende van vroegere Neder landsche ensembles, als rijk geworden var- kensfokker Zsnupan, Martin Hens als graaf Carnero en B e r t v a n 't H o f f als graaf Homonay. Hun goed gelanceerde grappen en kwinkslagen hadden een soms onbedaarlijk lachsucces. Het kleine partij tje van de opvoedster Mirabella werd door Mien Blekxtoon-v. Santen naar den eisch vervuld. Een goed klinkend en semble van zigeuners, burgers, kamermeis jes, marketensters, officieren en soldaten kweet zich hoogst verdienstelijk van zijn vocale taak, terwijl een ballet onder lei ding van de solodanseres Netty van der Valk mede veel bijdroeg tot het welslagen van deze, ook overigens naar het uiterlijk behoorlijk verzorgde opvoe ring onder regie van Koos Brons- ge est,dien men zich hier ongetwijfeld ook als operazanger zal weten te herinneren. Summa summarum: ook bij deze opera- combinatie bevinden zich vele bruikbare Krachten. Zou het nu echter niet eens tijd worden de handen ineen te slaan en te “■achten ook op dit gebied van cultureel belang, tot de veelgeroemde, maar nog te weinig nagestreefde eenheid te komen, waaruit volgens bekende spreekwoorden kracht en macht wordt geboren? Dan zouden wij wellicht in de naaste toekomst in deze kolommen met gevoelens van gerechtvaardigden nationalen trots van gunstig gestemde aanmoedigingsrecen- s>es kunnen overgaan tot uitingen van geestdriftige bewondering Men heeft de uitvoerenden op en voor het tooneel her haaldelijk met geestdrif' toegeklapt en ovationeel gehuldigd. pe oplossing van de Zaterdag geplaatste puzzle luidt aldus: horizontaal. 1. Roest. 5. g. C. ‘J*“ Mia- tViede. 32 G E B. 34 Ahorn. 49 Mi. 50 Kee 52 Net. 53 Dun. 54 Eden. 56 Aula. 57 Renet. 59 Ivoor. 60 Lende Verticaal. 1 Rum. 2 Om. 3 St. 4 Tel. Nagel. 6 Oder 7 Vak 9 Ton. 10 Roep. Ook in gewone tijden wordt er wel eens een perceel weiland gescheurd, 0 v op de gemengde bedrijven in Zee land; maar dan verbouwt men op dat gescheurde land in den regel geen aard appels. Want emelten in vereeniging met ritnaalden richten in 't eerste ge was, dat op gescheurd weiland wordt geteeld, vaak zulke verwoestingen aan, dat er van dat gewas zoo ongeveer niets terecht komt. Een voorbeeld uit de praktijk? De tweede week van Mei 1917 liet een boer op de Zuid-Hollandsche eilanden op zijn gescheurd weiland voor de vier de maal in dat voorjaar haver zaaien. Van de eerste drie zaaisels was niets terecht gekomen. Om kort te gaan, van dat havergewas oogstte hij dat jaar nog geen 2 hl. per ha. Een normale op brengst is 60 hl. per ha. Hoeveelheid zaaigraan per ha. is al 2 4 214 hl. En nu gaan wij toch aardappels en bruine boonen telen op gescheurd weiland! Wp wilden u door ’t bovenstaande niet ont moedigen. Maar waarschuwen. Moeilijk heden zijn er om overwonnen te worden. Dus: De emelt wordt ook grauwe worm genoemd. Maar 't is geen worm. Hij is korter, rolrond. Kleur: vaalgrauw, bij na dezelfde kleur als die van den grond en daardoor niet zoo gemakkelijk te zien. Hij wordt in October geboren uit de eitjes van de weidelangpootmug en is bij de geboorte vreeselijk klein. Maar voor de winter intreedt, is hij al aardig gegroeid. De emelt vriest niet dood en verkeert ’s winters in een soort rusttoestand. In ’t voorjaar wordt hij weer actief en is dan erg hongerig! Hij is dan 1 tot 2 cm. lang. Hij voedt zich met wortels van verschillende gewas sen: gras, spoedig 2 zucht kent geen grenzen periode. Bij regenachtig 's nachts worden ook plantendeelen aangetast. gewoonweg afgevreten. In April

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 7