Nieuwbouw te Utrecht
naar
Vrouwen op het land
van
Vijf—jarig kind reisde alleen naar den Haag -
Verpakken van kuilwortelen - De productieslag 1941
o
IEDER VERLANGT EEN
BEETJE GELUK
I
•A
e - w
Ji
aS
i
TTAAGSCHE COURANT Zaterdag 22 Maart Ï94T TWEEDE BLAD
FEUILLETON
TERUGKEER VAN EEN VLUCHT BOVEN ENGELAND.
SS
(Nadruk verboden.)
ge-
fWordt
j
HET WEGEN, SORTEEREN EN IN BALEN DOEN TE OPPERDOES van kuilwortelen,
welke den geheelen winter in kuilen onder den grond bewaard zijn. Deze wortelen
zijn uitermate voedzaam. (Polygoon»
EEN REISLUSTIGE KLEUTER. Truusje G„ een meisje
van 5 jaar, verliet haar huis in Rotterdam om op haar
eentje een bezoek te brengen aan haar grootmoeder in
Pijnacker. De kleine zag kans om ongemerkt in den trein
te komen, maar dat was een sneltrein, dus stopte niet
in grootmoeders woonplaats. Zoo kwam Truusje in den
Haag terecht. De Rotterdamsche politie rekende er uiter
aard niet op, dat zij daar kon zijn en de Haagsche politie
rekende er niet op, dat het kind uit Rotterdam was ge
komen en zoo kon het gebeuren, dat het 2 dagen duurde,
voordat de moeder haar spruit terug kon halen. Haar
moeder tracht Truusje’s belangstelling voor de spoor
wegen in goede banen te leiden. (Polygoon)
Dit
Duitsche gevechtsvliegtuig is na een vlucht boven Engeland zoo juist
weer op zijn basis teruggekeerd. De bemanning verlaat de machine.
(Scherl)
de
het
klimmen,
echter
->!
VROUWEN AAN DEN LANDARBEID. Op vele landerijen in Noord-Brabant ziet mei»
de vrouwen ijverig meewerken aan den arbeid op het veld. Brabantsche vrouwen werken
mee om den oogst in het komende seizoen zoo hoog mogelijk te helpen opvoeren,
(Het Zuiden»
NA DEN GROOTEN BRAND in het gebouw van de Galeries Modemes te Utrecht is men
met spoed begonnen met het bouwen van een nieuw, groot warenhuis. Als een glazen
paleis is op den hoek van de Oude Gracht het nieuwe groote gebouw verrezen. (Polygoon)
Ursula wenschte zichzelf geluk, op
het laatste oogenblik de kloof in haar
verhaal gemerkt te hebben. Zóó was
zjj dus gewapend en verloor haar
hoofd niet.
Dat is het nu juist! riep zij uit.
Ik was vreeseljjk geschrokken,
dat zult u begrijpen en daardoor ont
gleed my een riem, toen ik...
Aha, zoo was het en u kon haar
diet meer opvisschen?
De stroom dreef haar snel weg.
Ursula hoorde den spot in zijn toon.
En zij wist nu, dat Wenkhusen haar
*an het begin af aan gewantrouwd
had, dat zjjn hulpvaardigheid niets
Anders dan diplomatie was geweest,
dat hij met haar speelde, als een kat
‘het een muis.
Zonderling genoeg, werkte d i. ech-
‘er niet temeerslaand. Eerst had zij
<ich geschaamd, had zichzelf gemeen
leugenachtig gevonden. Nu voelde
plotseling dezelfde strijdlustige
^Jnndschap in zich, welke haar ver-
had’ toei> ZÜ haar avontuur be-
sormen was,
ENGELSCHE GEVANGENEN BIJ AGEDABIA BINNENGEBRACHT.
Zooals kort geleden het Duitsche Weermachtbericht meldde, kwam
het Zuid-Oostwaarts van Agedabia tot een gevecht tusschen een
Duitschen en een Engelschen gemotoriseerden verkenningstroep.
Een aantal Engelsche motorvoertuigen, w.o. verschillende pantser-
verkenningswagens, werd vernield. Eenige gevangenen werden ge
maakt Aan Duitsche zijde ontstonden geen verliezen. Onze foto
toont twee der bij Agedabia gevangen genomen Engelschen.
Haar meening omtrent Wenkhusen
was, door zijn vriendelijkheid en
schijnbare goedheid, aan het wanke
len gebracht, nu wist zjj, dat haar
oorspronkelijke meening toch de
juiste was geweest. Zij was de vijan
din van Wenkhusen! En hij was haar
vijand. Onbewust was hij het, maar
hij was het. En nu zat hij tegenover
haar, zakelijk en koel, gereed haar
in den strik te vangen.
Een zonderlinge geschiedenis.
Twijfelt u er misschien aan.
Ursula’s oogen flikkerden. Zij had
een gevoel, alsof gewichten van haar
lichaam vielen. Vrij voelde zij zich,
vrij van iedere rem. Zij had het ge
vaar gezien en was bereid te vech
ten.
Twijfelen
Wenkhusen leunde ver achteruit.
Heelemaal niet, mejuffrouw.
Hoe zou ik? Het is in ieder geval
zoo, dat niet alleen uw kleeren ver
dwenen zijn, maar ook de boot, niet
waar?
De boot, hoezoo? Ik bracht haar
terug in het riet.
Frits, zoo wendde Wenkhusen
zich tot zijn zoon, wij moeten onze
gast in elk geval voor verdere scha
de behoeden. Jij bent klaar met eten.
Neem de motorboot en vaar naar het
eiland. Ik geloof, dat haast maken
goed is, anders steelt men ook nog
de boot van juffrouw Brinkmann. Zij
is toch uw eigendom, niet?
O, neen, ik heb haar alleen
maar gehuurd*
ruisch vertelde haar, dat zij op den
goeden weg was. Maar dan kreeg zij
een schok, want toen zij het hek be
reikte, zag zij een dichte menigte, die
met aandacht het opruimingswerlé
van de brandweer gadesloeg. Nw
herinnerde zij zich, dat Ellie Wenk^
husen had verteld van den nachte-
lijken brand in het buurhuis en zj*
begreep, dat als het hek gesloten
was, zij onmogelijk over de heg kon*
klimmen. Voor het eerst keerde zi>
zich om. Niemand volgde haar, dun
haar vlucht was nog niet gemerkt*
maar dit kon binnen enkele minuten
gebeuren. Misschien zocht Ellie nu al
in de kamer... lieve hemel... weg...
weg! Natuurlijk was de ingangdeur
gesloten. Ursula voelde, hoe haaB
over het geheele lichaam het zweel
uitbrak. De nieuwsgierige blikken
van eenige menschen irriteerden
haar. Zij werd zenuwachtig en ver
loor langzaam maar zeker haan
koelbloedigheid. Secondenlang koes
terde zij de gedachte, haar vlucht
voort te zetten en onder de blikken
van al die menschen over de heg te
Ter rechter tijd zag zjj
in, dat zjj niet alleen de
nieuwsgierigheid zou wakker maken,
doch ook het wantrouwen zou wekken
en de verwikkelingen, welke er dan
zouden gebeuren, waren eenvoudig
niet door te denken.
DE TUINDER is nu druk bezig om zijn producten
te zaaien. Maar eerst moet hij voor de stoksnijboonen
een heel bouwwerk oprichten. (Polygoon)
om het zwjjgen te verbreken,
maar dat moet u hem niet kwa
lijk nemen, hij denkt er niets bij. Hij
is nu eenmaal zakenman, ook thuis,
bij hem moet alles duidelijk en vast
staand zijn.
Ursula lachte. Ja, zij lachte!
Het is zijn goed recht mij uit te
vragen. Ik zou immers ook iemand
kunnen zijn, die hier bij u in troebel
water wil visschen. Misschien denkt
hij wel, dat ik bij de inbrekers hoor,
die vannacht bij u wilden stelen.
Dit vermoeden deed Ellie lachen.
Dat moet ik straks aan Frits
vertellen. Wilt u mij nu een oogenblik
verontschuldigen, ik moet met het
dienstmeisje spreken.
De deur viel dicht en Ursula was
alleen. Het lachje verdween van haar
gezicht. Slechts één gedachte beziel
de haar: Vluchten!
Ondanks de opwinding, die in haar
raasde, werkten haar hersens rustig.
De erkenning, dat haar onderneming
van het begin af aan onder een
slecht gesternte had gestaan, gaf
haar niets. Het was alleen van be
lang, hier zoo gauw mogeljjk van
daan te komen, eer er iemand op
het tooneel verscheen, die haar
schaakmat zette.
Zjj wist geen weg in het huis en als
zjj probeerde te verdwijnen, kon dit
alleen op goed geluk zjjn. Het leven
had haar al vele verrassingen ge
bracht, maar zjj had zich nog nooit
in zulk een ongewone situatie bevon
den.
De eetkamer bevond zich in het
Van Biendermann?
Zjjn naam ken ik niet.
Enfin, dat zullen wjj zien. Frits,
haast je.
Noch Frits noch Ellie was de
spanning ontgaan, welke in het ge
sprek tusschen hun vader en juf
frouw Brinkmann hing. Hun onbe
vangenheid was verdwenen, maar
aan Ellie’s trotsche gezichtje was
het te zien, dat zjj het niet eens was
met den toon van haar vaders
sprek.
Frits Wenkhusen verliet de kamer,
maar enkele oogenblikken later stond
hij weer op den drempel.
Er is een heer om u te spreken,
vader.
Ik kom dadelijk.
Wenkhusen was verlicht. Daar was
iemand van de politie, eindelijk. Hij
greep naar zjjn servet, veegde zjjn
mond af en stond op.
Laat de koffie in de serre bren
gen, Ellie, daar zal het wel het koel
ste zjjn. Ik ben dadelijk terug.
Hij kuste zijn dochter op het voor
hoofd, boog beleefd voor Ursula.
Ik verheug mjj werkelijk, u te
kunnen helpen, zei hij en verliet de
kamer.
Hij heeft zich versproken, dacht
Ursula bitter, het zou hem ver
heugen, mjj als leugenaarster te ont
maskeren.
Haar lippen waren zoo vast geslo
ten, dat haar mond een streep leek.
Vader heeft zulke merkwaardi
ge vragen aan u gedaan, zei Ellie,
parterre, waardoor het haar in
gedachte kwam, eenvoudig uit
raam te klimmen, maar toen zjj ach
ter de gordijnen stond en de hand
naar het koord uitstrekte, zag zij
Andreas Wenkhusen in den tuin. Hij
praatte heftig met een langen man,
die een licht zomercostuum droeg en
zjjn stroohoek ver in zjjn nek had
geschoven. Daarbij wees Wenkhusen
telkens achter zich naar het huis,
een geste, welke Ursula onmiddellijk
op zichzelf toepaste en haar dadelijk
van het venster deed verdwijnen. Zjj
liep dwars door de kamer naar de
groote suitedeuren toe, trok ze open
en gluurde in de hal. Zjj zag nie
mand, maar hoorde Ellie’s hooge
stem ergens praten. Nood breekt
wet, de te groote schoenen in de
hand, vloog zij op de tegenover lig
gende deur toe en het was werkelijk
de goede, want zjj kwam in een
gloeiend heete, glazen waranda, van
waar enkele treden naar den tuin
leidden. Er bestond geen twjjfel over
de richting, welke zjj van hier af
moest inslaan; achter in den tuin
stond Wenkhusen, dus moest zjj pro-
beeren door den voortuin de straat
te bereiken. Zjj moest er echter re
kening mede houden, dat het hek ge
sloten kon zjjn, maar tenslotte was
een heg, als zjj niet al te hoog was,
geen hindernis. Zoo liep zjj, zonder
omkijken, door en vermeed zorgvul
dig het grintpad, dat haar kousen
reeds dadelijk gescheurd zou hebbem.
Nog benamen boschjes en hoog» bom
men het uitzicht, maar het motorge-|
-
v
-
Mr
V’' t w
I
8)
K j
T
$3
X -
afc,
is. ...OSsaj
SS