Zuid-Slavië bij de As a f l s I V 5 S 5 V s 1941. Woensdag 26 Maart. I 1 ZV z\ - fy No. 17835. Matsoeoka’s aankomst in Duitschland en het protocol te Weenen De onderteekening van Nota’s van asmogendheden Duitschland eerbiedigt territoriale onschendbaarheid en eischt geen doortocht van troepen De Technische Hooge- school wordt heropend van 8.02 uur n.m. tot 7.28 uur v.m. President Nederlandsche VERDUISTER E N Bank 5 I aan Zuid-Slavië - u. Grondstoffen worden ter be schikking gesteld voor onont beerlijke producten De onderteekening in het slot Belvédère DUITSCHE OPDRACHTEN AAN DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE 1 i Telefoon 116300 (zeven lijnen) Giro No. 12500 Mr. M. M. Rost van Tonningen benoemd Maan: 26 Maart onder 6.48 uur nam. 27 Maart op 7.21 v.m.; onder 7.52 uur nam. Nachtdienst dokters: Ziekenvervoer by nacht: No. 773503 Beroep op de studenten i Installatie van eenige commissies door commissaris-generaal minister dr. Fischböck Toespraak van s V w 5 5 5 5 von Ribbentrop i 'fr 1 - COURANT HAAGSCHE PRIJS DEZER COURANT: PRIJS DER ADVERTENTIËN; plaats (w.g.) Joachim von Ribbentrop. (w.g.) Joachim von Ribbentrop. Nederland Voor ’s-Gravenhage bij vooruitbet per 3 mnd. met „Kikeriki”, „De Nieuwste Mode”, „Koloniaal Bijblad” en „Letterkundig Bijblad” 3.15. Franco per post met Mode blad 4.20, zonder Modeblad f 3.95. Buitenland 9.45. Landen waarop het verlaagd intern, drukwerk-posttarief van toepassing is 7.35 p. kw. Bij postkantoren tcercn de geldende goedgek. abonn.prijzen. Afz. nummers 5 et., fr. p. post 10 ct 4 A X zv X zs X z\ A X z\ X z\ A Z\ X ZK A A X A A A X Deze courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen BUREAUXWAGENSTRAAT 35—37 Bijkantoor: Scheveningen, Keizerstr, 319, Tel. 550310; Filialen: Rijswijk, Kantoorboekh. Leeuwendaal, Oranjelaan 3, Tel. 119461, Voorburg, Boekhan del H. E. G. Ruys, Heerenstr. 124, Tel. 778038; N.V. Kantoorboekh. Th. J. de Koning, Goudsbloemlaan 3, Tel. 330263; Boekh. J. B. v. Seters Jr., There- siastr. 108a, Tel. 772444; Boekh. E. D. Couvée, van Hoytemastr. 66, Tel. 721187 Spr. herinnerde allereerst aan de instel ling van een commissie, in den herfst van het vorige jaar, die tot taak heeft de or ganisatie van het bedrijfsleven voor te bereiden. Tegelijkertijd werd toen het eer ste contact gelegd met de Duitsche in- dustriegroep. De commissies, die thans ge ïnstalleerd worden, hebben tot taak, aldus dr, Fischböck, dezen arbeid voort te zet ten en uit te br«raen. De werkzaamheden Tusschen 10 u. n.m. en 7 u. van.; No. 394920 Ziekenfondsleden de Volharding: No. 116364 Z.g. Stadspatiënten: No. 49 Men meldt ons uit Delft: Uit dit bericht moet, naar ons bij na vraag gebleken is, niet worden afgeleid, dat de T.H. thans reeds wordt geopend. Er is machtiging toe gegeven en de rector-magnificus, prof. dr. ir. C. J. van Nieuwenburg, deelde ons desgevraagd mede, dat de datum van heropening nog niet is vastgesteld. Het zal waarschijnlijk nog wel eenige weken duren, voordat het zoover is, omdat er nog allerlei bespre kingen moeten worden gevoerd. Er is uit het A.N.P -bericht sprake van „bepaalde voorwaarden”, waaronder de hoogeschool kan worden heropend. Daar onder moeten, naar ons gebleken is, alleen voorwaarden worden verstaan, door den rector-magnificus zelf te stellen en geen condities, waaraan de rector zich zou hebben gebonden, vóórdat hem de mach tiging werd verleend. Van 15 regels 1.75. Iedere regel meer tot 10 regels 45 ct., daarna iedere regel meer 50 ct. Reclames 95 ct. per regel. Bewijsnummers 5 ct. fr. p. post 10 ct. Incasso binnen de stad 5 cent, buiten de stad volgens posttarief. Bij vooruitbetaling: Kleine Advertenties 95 ct; Dienstaanbiedingen 75 ct. Advertentiën waarin voorkomt „Brieven aan het bureau van dit blad” 10 ct. meer. :<W:: I moet vattener vallen namelijk zeer vele stoffen onder. Spr. deed een beroep op het gezonde verstand van de Nederland- sche industriëelen bij de vaststelling, of een product „kriegswichtig” of ,,-unwich- tig” is. Het is natuurlijk, dat Duitschland alleen grondstoffen ter beschikking zal stellen voor de vervaardiging van „kriegswichtige” producten. Dit brengt met zich mede, dat sommige fabrieken omgebouwd zullen moeten worden. Spr. wees er op, «fat dit niet al te bezwaarlijk is voor de leiders van die fabrieken, aan gezien zij zeker zijn van nieuwe opdrach ten. Dr. Fischböck eindigde met de ver klaring, dat de Duitsche industrie harer zijds al het mogelijke zal doen om een samenwerking op gemeenschappelijke ba sis te bevorderen. Het verhinderen van uit breiding van den oorlog Thans staan derhalve Duitschland, Ita lië, Hongarije, Japan, Roemenië, Slowa kije, Boelgarije en Zuid-Slavië in den geest van een nieuwe solidariteit naast elkander om vooral iedere verdere po ging tot een uitbreiding van den oorlog te verhinderen. Daarbij staat de jonge wereld aan onze zijde. Voor de eerste maal zal het daarmede in de geschiede nis ook gelukken, een verstandige nieu we orde in Europa, volgens de gezichts- Het Rijkscommissariaat maakt be kend De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, Rijksminister dr. Seyss-Inquart, heeft op grond van zijn verordening nr. 108-1940, par. 1 over bijzondere bestuursrechtelijke maat regelen, mr. M. M. Rost van Tonningen tot president der Nederlandsche Bank benoemd. De beëediging vond heden door den Rijkscommissaris, in tegenwoordigheid van den commissaris-generaal voor Fi- Tegelijk met de onderteekening van het protocol over de toetreding van Zuid-Slavië tot het driemogendhedenpact, hebben de regeeringen van de asmogendheden de volgende gelijkluidende nota’s aan de Zuidslavische regeering gericht: Mijnheer de minister-president, Namens en in opdracht van de Duitsche regeering heb ik de eer, uwe excellentie het volgende mede te deelen: Naar aanleiding van het feit, dat Zuid-Slavië heden tot het driemogendhedenpact is toegetreden, bevestigt de Duitsche regeering haar besluit, de souvereiniteit en de territoriale onschendbaarheid van Zuid-Slavië altijd te eerbiedigen. Gelieve, mijnheer de minister-president, de verzekering van mijn groote hoogachting te aanvaarden. De onderteekening van het Driemogendheden-pact door Zuid-Slavië. Tijdens de rede van Rijksminister von Ribbentrop. Van links naar rechts de Zuid-Slavische minister-president Tswetkowitsj, minister von Ribbentrop, graaf Ciano en Osjima, de Japansche ambassadeur. (Telegrafisch overgebrachte foto) (Hoffmann) Op voorstel van den secretaris-gene- raal van het departement voor Opvoe ding, Wetenschap en Cultuurbescher ming heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, Rijksminister dr. Seyss-Inquart, den rector der Technische Hoogeschool te Delft gemachtigd, de Hoogeschool op een door hem nader te bepalen datum en in zoover hij het voor nuttig houdt, onder bepaalde voorwaarden weder te openen. De Rijkscommissaris heeft den rector tevens medegedeeld, dat bij de gering ste incidenten, die zich opnieuw in eeni- gerlei vorm tegen de bezettingsautori- teiten richten, met de allerstrengste maatregelen tegen de studenten zal worden opgetreden en onder bepaalde omstandigheden met de blijvende slui ting der Hoogeschool gerekend zou moeten worden. Het ligt dus aan de studenten zelve, of zij de gelegenheid, hun studie te beëindigen en de moge lijkheid, om de eenige Technische Hoogeschool van het land voor hun volk te behouden, zullen weten te ge bruiken, ja dan neen. In aansluiting hierop werd het protocol over de toetreding van Zuid-Slavië bij het driemogendhedenpact voorgelezen. Na de onderteekening van het protocol legde de koninklijk-Zuidslavische minister president, Zwetkowitsj, een verklaring van zijn regeering af. De Rijksminister begroette vervolgens Zuid-Slavië met har telijke woorden als nieuw lid van het drie mogendhedenpact Rede directeur-generaal R. Stahl Hierna nam het woord de plaatsvervan gende leider van de „Reichsgruppe In dustrie”, directeur-generaal R. Stahl. Wij, industriëelen, zien de dingen nuchter en objectief. De loop der gebeurtenissen heeft Duitschland en Nederland in een gemeen schappelijk schuitje gebracht en wij zul len samen moeten varen. Dit moeten wij als een vaststaand feit aanvaarden. Sa men moeten wij nu bespreken, hoe wij op de beste manier dit bootje kunnen inrich ten en besturen. Aan de Duitsche fabrieken worden de allerhoogste eischen gesteld, om het oor- logspotentiaal zoo hoog mogelijk op te voeren. Dit brengt met zich mede, dat opdrachten verleend moeten worden aan de Nederlandsche industrie. Wij strekken de hand uit, gij hebt niets anders te doen dan die hand te grijpen, om tot daden te kunnen overgaan, die van het grootste be lang voor ons beiden zijn. Rede ingenieur E. Nimtz Ing. E. Nimtz. leider van de Zentralauf- tragstelle deelde mede, dat de verplaatsing van de activiteit, wat betreft de ijzer-, staal- en staalbewerkingsindustrie, prac- tisch tot stand gekomen is. Dit zal nu ook geschieden voor andere producten. Zoo ligt het in de bedoeling, de textielindustrie in dit land te intensiveeren, ook andere groepen, zooals de glas-, steen- en kerami sche industrieën zullen meer dan voorheen op den voorgrond treden. In de jongste acht maanden is gebleken, dat er een in nige samenwerking bestaat tusschen de Duitsche en Nederlandsche industriëelen. Overal waar moeilijkheden waren heeft de Zentralauftragstelle raad gegeven en inge grepen. Spr. sprak de hoop uit, dat deze samenwerking ook in de toekomst zal blij ven bestaan. Rede mr. van Spaendonck Als vierde en laatste spreker trad op mr. B. J. M. van Spaendonck, lid van de or ganisatiecommissie, die namens de Neder landsche industrie o.m. zeide: De belang rijkste vraag, die wij ons stellen is: hoe houden wij ons bedrijf op gang. De commissies zullen tot taak krijgen, grondstoffen ter beschikking te stellen, opdat de opdrachten uitgevoerd kunnen worden. Zonder medewerking van Duitsch land gaat dit niet. Duitsche en Nederland sche industrieelen zullen samen de pro blemen, die door den uitbouw van de sa menwerking worden gesteld, hebben op te lossen. Dit zal ongetwijfeld vergemak kelijkt worden door de bestaande vriend schappelijke betrekkingen. De Nederland sche industrieelen zullen kunnen profitee- ren van de ervaringen, die in Duitschland opgedaan zijn met de nieuwe stoffen. Zoo bestaat groote belangstelling voor de cursussen, waarop de celwol behandeld Wordt. Mogen de thans geopende bespre kingen leiden tot een versterking der be trekkingen en een verruiming van de ar beidsmogelijkheden! Hierna hadden afzonderlijke besprekin gen plaats tusschen de vertegenwoordigers van Duitsche en Nederlandsche bedrijfs groepen. De Rijksminister van buitenlandsche zaken, von Ribbentrop, heeft de officieele plechtigheid in het slot Belvédère beslo ten met een toespraak, waarin hij o.m. zeide: „Als gevolmachtigde der Rijksregeering en uit naam van de gevolmachtigde ver tegenwoordigers van Italië en Japan en de bij hen aangesloten staten Hongarije, Roemenië, Slowakije en Boelgarije, be groet ik het bevriende koninkrijk Ziud- In de groote zaal van het Rijkscom missariaat, Kneuterdijk 20, zijn heden morgen eenige commissies, waarin zit ting hebben vooraanstaande Duitsche en Nederlandsche industrieelen, ge ïnstalleerd door den commissaris-gene raal voor Financiën en Handel, minis ter dr. Fischböck. De minister gaf hier bij inzicht in het doel en de belangrijk heid van de Duitsch-Nederlandsche in dustrieels samenwerking, die in de naaste toekomst groote afmetingen zal aannemen. a nanciën en Economie, minister dr. H. Fischböck, plaats. Tegelijkertijd heeft de Rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche ge bied, Rijksminister dr. Seyss-Inquart, op grond van zijn verordening nr. 3-1940 par. 1 over de uitoefening van de regee- ringsbevoegdheden in het bezette Ne derlandsche gebied in verband met ver ordening nr. 108-1940 par. 3 (4e veror dening over bijzondere bestuursrechte lijke maatregelen) den directeur-secre- taris bij de Nederlandsche Bank, mr. J. J. Westerman Holstijn eervol ontslag verleend met toekenning van pensioen. De heer J. Robertson directeur-secretaris In zijn plaats benoemde de Rijkscom missaris Rijksminister dr. Seyss-Inquart den procuratiehouder van de Neder- landsch-Indische Handelsbank te Am-* sterdam, den heer J. Robertson, tot directeur-secretaris bij de Nederland sche Bank en droeg hem tevens de functies op van plaatsvervanger van den president in den zin van par. 21 al. 1 der statuten van de Nederlandsche Bank. Nederlandschen arbeider te bewaren. On langs benoemde ir Mussert den heer Rost van Tonningen tot hoofd van de afdeeling nationaal-socialistische vorming van het hoofdkwartier der beweging. Dezer dagen werd hij voorts benoemd als leider van het economisch front van de N.S.B., als op volger van den heer W. O. A, Koster, De Japansche minister van buitenland sche zaken, Matsoeoka, is in den afge- loopen nacht met zijn gevolg aan het Duitsche grensstation Malkinia aangeko men. Het station was versierd met de Japansche en Duitsche vlaggen en met dennegroen. Matsoeoka werd namens den Führer en de Duitsche regeering verwelkomd door ambassadeur Stahmer. De Japansche minister begaf zich vervolgens naar de diplomatenkamer, waar hij bleef tot ’t ver trek van den specialen trein, door de Duitsche regeering beschikbaar gesteld. punten van de continentale belangen, te verwezenlijken. In Oost-Azië zal het niet anders zijn. Het moet het doel zijn der in het driemogendhedenpact verbonden groote mogendheden en der bij haar aan gesloten staten, er zorg voor te dragen, dat een Europa en een Oost-Azië ont staan, waarin deze staten, vrij van vreemde invloeden en intriges, hun eigen volksche en cultureele leven opbouwen en hun volkeren kunnen leiden naar een langen vredestijd en daarmede ook naar een gelukkige, economische toekomst. Bijzonder zegenrijk echter, daarvan zijn wij overtuigd, zal deze toestand op den Balkan blijken, welke steeds een speciaal terrein van actie voor vreemde invloeden is geweest, waardoor hij we derom maar al te vaak werd tot uit gangspunt van groote Europeesche con flicten. Duitschland zelf, ik spreek dit hier plechtig uit heeft op deze gebieden noch territoriale, noch politieke belan gen. Zijn oogenblikkelijke doel is slechts te verhinderen, dat een vreemde mogend heid zich meester maakt van dit gebied om vandaar uit de mogelijkheden te vin den voor de voortzetting van den Euro- peeschen oorlog. Het zal echter zijn uit eindelijke doel uitsluitend zijn mede te helpen aan het tot stand brengen van een orde, die dit voor geheel Europa zoo belangrijke gebied volgens rechtvaardige en verstandige beginselen pacificeert, zijn economische mogelijkheden daardoor openstelt en zoo ten profijte van allen doet gedijen. (Zie verder le blad, pag. 2.) Begin Juni keerde hij terug. Op 20 Juni j.l. benoemde de Rijkscom missaris hem tot commissaris voor de S.D.A.P met de opdracht de cultureele waarden, die in den loop der jaren door deze organisatie waren gesticht, voor den Mijnheer de minister-president, Met betrekking tot de besprekingen, welke naar aanleiding van de heden plaats gehad hebbende toetreding van Zuid-Slavië tot het driemogendhedenpact hebben plaats gehad, heb ik de eer uwe excellentie namens de Rijksregeering hiermede te bevestigen, dat de regeeringen der asmogendheden en de koninklijke Zuidslavische regeering het erover eens zijn, dat de regeeringen der asmogendheden tijdens den duur van den oorlog Zuid-Slavië niet den eisch zullen stellen, den doortocht of het vervoer van troepen door het Zuidslavische staatsgebied toe te staan. Gelieve, mijnheer de minister-president, de verzekering van mijn groote hoog achting te aanvaarden. Mr. M. M. Rost van Tonningen (Nat. Foto Kantoor) Het protocol, dat gisteren te Weenen door den Rijksminister van buitenlandsche zaken, von Ribbentrop, den Italiaanschen minister van buitenlandsche zaken, graaf Ciano, en den Japanschen ambassadeur Osjima eenerzijds, en den Zuidslavischen minister-president Zwetkowitsj en den Zuidslavischen minister van buitenlandsche zaken Cincar Markowitsj anderzijds, inzake de toetreding van Zuid-Slavië tot het op 27 September 1940 tusschen Duitschland, Italië en Japan gesloten driemogend hedenpact onderteekend werd, heeft den volgenden tekst: „De regeeringen van Duitschland, Italië en Japan eenerzijds en de regeering van Zuid-Slavië anderzijds stellen door hun onderteekenende gevolmachtigden het volgende vast: Artikel 1. Zuid-Slavië treedt toe tot het op 27 September 1940 te Berlijn onder- teekende driemogendhedenpact tusschen Duitschland, Italië en Japan. Artikel 2. Voor zoover de in artikel 4 van het driemogendhedenpact voorziene ge meenschappelijke technische commissies kwesties behandelen, welke de belangen van Zuid-Slavië raken, zullen ook vertegenwoordigers van Zuid-Slavië aan de beraadslagingen der commissies deelnemen. Artikel 3. De tekst van het driemogendhedenpact is als supplement aan dit protocl toegevoegd. Het onderhavige protocol is gesteld in de Duitsche, Japansche en Zuid slavische taal, waarbij elke tekst als authentiek geldt. Het treedt op den dag der onderteekening in werking.” Slavië, als nieuwen partner van het drie mogendhedenpact. De koninklijke Zuidsla vische regeering hier vertegenwoordigd door den ministerpresident Zwetkowitsj en den minister van buitenlandsche zaken Cincar Markowitsj, wenschen wij hier mede oprecht en hartelijk geluk. Ik zou uitdrukking willen geven aan de overtui ging van ons allen, dat deze gebeurtenis voor de toekomst van Zuid-Slavië en het welzijn van het Zuidslavische volk van bijzondere beteekenis zal zijn. Mijne heeren. Met ijzeren wetmatig heid, welke overeenkomt met een groote gedachte en de daarin levende kracht en met een weergalooze precisie voltrekt zich voor onze oogen reeds thans, dat wil zeg gen nog midden in den oorlog, de nieuwe ordening van Europa en Oost-Azië. Ter wijl door de staatsmanskunst en de machtsontplooiing van onzen bondgenoot Japan zich in Oost-Azië de contouren van de daar onder zijn leiding ontstaande nieuwe orde steeds duidelijker afteeke- nen, is het sedert het sluiten van het pact van Berlijn het streven der as geweest, de Europeesche staten te winnen voor aan eensluiting en voor de gedachte van een nieuwe en rechtvaardige orde in Europa. Dit streven werd door succes bekroond en wel zeer veel sneller en in veel grooteren omvang dan men in de wereld had ver wacht. Toen kortgeleden Boelgarije hier in dit huis het driemogendhedenpact onderteekende, gaven wij uitdrukking aan de hoop, dat nog meer staten zich met ons solidair zouden verklaren. Thans, reeds na enkele weken, treedt Zuid-Slavië als vijfde staat naast ons, en wij allen gevoe len hierover oprechte voldoening. Dit toe treden is echter voor ons in zooverre nog van bijzondere beteekenis, dat ten eerste hierdoor nu practisch de geheele, tot dus ver neutrale Balkan zich in het kamp der orde bevindt en ten tweede, een staat naast ons is getreden, waarvan Engeland nog steeds geloofde, dat het door inmen ging in zijn binnenlandsche toestanden ze kere krachten van dezen staat voor de door Engeland opgezette intriges tegen deze nieuwe orde van Europa zou kunnen mobiliseeren. Nog in de laatste dagen zijn, naar vernomen wordt, inmengingspogin- gen van den kant van Engelsche en Ame. rikaansche instanties in de politiek van dit land ondernomen, welke ongehoord moeten worden genoemd en eenvoudig niet meer in overeenstemming gebracht kunnen worden met het respect voor de souvereiniteit van een vrijen Europeeschen staat. Wij juichen het derhalve des te meer toe, dat Zuid-Slavië zich niet ontoe gankelijk heeft getoond voor de noodza kelijkheid der deelneming aan een nieuwe vorming van de dingen in Europa en is toegetreden tot de jonge volkeren, die geroepen zijn deze nieuwe orde ten uit voer te leggen tegen iedere inmenging van buiten. V» 5 V w Tegen 2 uur gistermiddag waren de gas ten der Rijksregeering na elkander op het terras van het slot Belvédère aangekomen, "'aar een eereformatie der Weermacht was 0Pgesteld. Op de met bloemen versierde Kroote trap van het kasteel begroette de Rijksminister van buitenlandsche zaken de staatslieden en gezanten der vreemde mo gendheden en geleidde hen naar de gele zaal voor de voltrekking der officieele Plechtigheid. De Rijksminister verklaarde vervolgens een toespraak, dat de koninklijke Zuid- slavische regeering den wensch heeft uit gesproken toe te treden tot het driemo gendhedenpact en dat de in het drie mogendhedenpact verbonden groote mo gendheden en de daarbij aangesloten sta- ®n overeengekomen zijn te voldoen aan wensch van de Zuidslavische regee- op organisatorisch terrein zijn reeds zoo ver gevorderd, dat enkele dagen geleden de hoofdgroep leder- en lederverwerkende industrie ingesteld is. Binnenkort zullen ook voor andere gewichtige industrieën besluiten in dien zin volgen. De werk zaamheden van de nieuwe commissies zijn veeleer van materieelen dan van organi- satorischen aard, zij hebben dus practi- schen arbeid op te nemen. De Nederlandsche industrie krijgt thans kansen, die het gevolg zijn van den oor logstoestand. In Duitschland zijn alle ar beidskrachten ingezet en alle productie mogelijkheden benut, hetgeen in Nederland niet het geval is, aangezien er nog steeds groote contingenten arbeiders zijn, die in het productieproces ingeschakeld kunnen worden. Duitschland wil de arbeidsmoge lijkheden, de fabriekscapaciteit en de ar beidsprestaties van dit land aanwenden. Dit brengt met zich mede, dat de Duit sche industrie belangrijke offers zal moe ten brengen, aangezien sommige fabrieken haar activiteit zullen moeten beperken of zelfs geheel stil leggen. De Duitsche in dustrie beschouwt deze overheveling van de productie naar Nederlandsche fabrie ken als een prestatie, die zij leveren moet voor de oorlogvoering, zooals een soldaat zijn leven inzet aan het front. In Duitschland is voor bepaalde producten een vervaardigingsverbod van kracht. Het is te verwachten, dat in de toekomst hier overeenkomstige bepalingen als in Duitsch land genomen zullen worden. Reeds is daarmee een begin gemaakt voor enkele producten. Dr. Fischböck wees er op, dat de producten in twee groote, allesover- heerschende groepen ingedeeld zijn. De eene groep omvat de producten, die „Kriegswichtig” zijn, d.w.z. producten, die in dezen tijd onontbeerlijk zijn voor het voortbestaan van het Duitsche volk en voor de instandhouding van de Duitsche Weermacht. De tweede groep omvat de producten die „Kriegsunwlchtig" zijn, dat zijn dus producten, die in dezen tijd ge mist kunnen worden. Dr. Fischböck wees er met nadruk op, dat men het begrip „Kriegswichtig” vooral niet te eng op Van bevoegde zijde wordt hierbij nog opgemerkt, dat de benoeming van mr. Rost van Tonningen niet aan zijn poli tieke gezindheid ontspruit, doch dat de kwaliteiten van mr. Rost van Tonnin- gen op financieel gebied zeer bekend zijn en deze inzonderheid bij zijn be noeming op de bedoelde plaats den doorslag gegeven hebben. De loopbaan van Mr. Rost van Tonningen Op de dagelijksche persconferentie gaf men ons de volgende bijzonderheden uit de loopbaan van den nieuwen president: Mr. M. M. Rost van Tonningen werd in 1894 geboren uit een officiersgeslacht. Op 15-jarigen leeftijd bezocht hij de H.B.S. in Den Haag en ging vervolgens naar de Technische Hoogeschool te Delft om tech nische vakken te studeeren. De mobilisatie van 1914 maakte een einde aan deze studie. De heer Rost van Tonningen trad in militairen dienst. In Augustus 1915 werd hij officier. Na afloop van den wereldoorlog deed hij staatsexamen, was in één jaar tijd candidaat in de rechten en twee jaar later reeds doctorandus. Hij' voelde zich aangetrokken tot de politieke- financieele wereld en werd secretaris van het Noord-Amerikaansche scheidsgerecht in Den Haag. Daarna vertrok hij als vo lontair naar Genève en werkte op het Arbeidsbureau van den Volkenbond. In 1923 volgde zijn benoeming tot se cretaris van mr. A. R. Zimmerman. Aanvankelijk was hij belast met de stu die der Oostenrijksche staatsfinanciën. Vervolgens was hij werkzaam bij de con trole en reorganisatie der staatsbedrijven en verbinding met de circulatiebank. Toen mr. Zimmerman in 1926 Weenen verliet, heeft mr. Rost van Tonningen twee jaar de liquidatie voortgezet. In 1928 kwam hij weer naar Nederland en was werkzaam als chef van de studie- afdeeling bij het bankiershuis Hope en Co. te Amsterdam. In 1931 ging hij als vertegenwoordiger, van den Volkenbond naar Weenen voor de financieele contröle op de Oostenrijk sche staatsfinanciën. In 1936 werd hij eer. vol uit deze functie ontslagen. Zijn arbeid voor den Volkenbond en zijn aanraking met het politieke leven in Oostenrijk, wekten bij den heer Rost van Tonningen de nationaal-socialistische we reldbeschouwing op. Hij sloot zich in Juni 1936 bij de N.S.B. aan en werd bij da stichting van „Het Nationale Dagblad” door Mussert tot hoofdredacteur benoemd. Van 1937 tot Mei 1940 heeft mr. Rost van Tonningen voor de N.S.B. zitting ge had in de Tweede Kamer, waar hij zich specialiseerde op de staatsfinanciën, eco nomische vraagstukken en de buitenland- j sche politiek. Tevens was hij in deze pe- riode en wel tot 3 Mei 1940 werkzaam voor de propaganda der N.S.B. te Rotter dam. Op laatstgenoemden datum werd hij ge. arresteerd en, na den intocht der Duit sche troepen, eerst naar Boulogne en daar na naar Calais vervoerd, waar hij einde Mei door Duitsche soldaten werd bevrijd. Begin Juni keerde hij naar Nederland De Rijksminister plechtigheid in het slot Belvédère beslo-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 1