Zuid-Slavië bij de As
a
f
l
s
I
V
5
S
5
V
s
1941.
Woensdag 26 Maart.
I
1
ZV
z\
- fy
No. 17835.
Matsoeoka’s aankomst in
Duitschland
en
het protocol te Weenen
De onderteekening
van
Nota’s van asmogendheden
Duitschland eerbiedigt territoriale
onschendbaarheid en eischt geen
doortocht van troepen
De Technische Hooge-
school wordt heropend
van 8.02 uur n.m.
tot 7.28 uur v.m.
President Nederlandsche VERDUISTER E N
Bank
5
I
aan Zuid-Slavië
-
u.
Grondstoffen worden ter be
schikking gesteld voor onont
beerlijke producten
De onderteekening in het slot
Belvédère
DUITSCHE OPDRACHTEN
AAN DE NEDERLANDSCHE
INDUSTRIE
1
i
Telefoon 116300 (zeven lijnen) Giro No. 12500
Mr. M. M. Rost van Tonningen
benoemd
Maan: 26 Maart onder 6.48
uur nam. 27 Maart op 7.21
v.m.; onder 7.52 uur nam.
Nachtdienst dokters:
Ziekenvervoer by nacht:
No. 773503
Beroep op de studenten
i
Installatie van eenige commissies
door commissaris-generaal minister
dr. Fischböck
Toespraak van
s
V
w
5
5
5
5
von Ribbentrop
i
'fr
1 -
COURANT
HAAGSCHE
PRIJS DEZER COURANT:
PRIJS DER ADVERTENTIËN;
plaats
(w.g.) Joachim von Ribbentrop.
(w.g.) Joachim von Ribbentrop.
Nederland
Voor ’s-Gravenhage bij vooruitbet per 3 mnd. met „Kikeriki”, „De Nieuwste Mode”,
„Koloniaal Bijblad” en „Letterkundig Bijblad” 3.15. Franco per post met Mode
blad 4.20, zonder Modeblad f 3.95. Buitenland 9.45. Landen waarop het
verlaagd intern, drukwerk-posttarief van toepassing is 7.35 p. kw. Bij postkantoren
tcercn de geldende goedgek. abonn.prijzen. Afz. nummers 5 et., fr. p. post 10 ct
4
A
X
zv
X
zs
X
z\
A
X
z\
X
z\
A
Z\
X
ZK
A
A
X
A
A
A
X
Deze courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
BUREAUXWAGENSTRAAT 35—37
Bijkantoor: Scheveningen, Keizerstr, 319, Tel. 550310; Filialen: Rijswijk,
Kantoorboekh. Leeuwendaal, Oranjelaan 3, Tel. 119461, Voorburg, Boekhan
del H. E. G. Ruys, Heerenstr. 124, Tel. 778038; N.V. Kantoorboekh. Th. J.
de Koning, Goudsbloemlaan 3, Tel. 330263; Boekh. J. B. v. Seters Jr., There-
siastr. 108a, Tel. 772444; Boekh. E. D. Couvée, van Hoytemastr. 66, Tel. 721187
Spr. herinnerde allereerst aan de instel
ling van een commissie, in den herfst van
het vorige jaar, die tot taak heeft de or
ganisatie van het bedrijfsleven voor te
bereiden. Tegelijkertijd werd toen het eer
ste contact gelegd met de Duitsche in-
dustriegroep. De commissies, die thans ge
ïnstalleerd worden, hebben tot taak, aldus
dr, Fischböck, dezen arbeid voort te zet
ten en uit te br«raen. De werkzaamheden
Tusschen 10 u. n.m. en 7 u. van.;
No. 394920
Ziekenfondsleden de Volharding:
No. 116364
Z.g. Stadspatiënten: No. 49
Men meldt ons uit Delft:
Uit dit bericht moet, naar ons bij na
vraag gebleken is, niet worden afgeleid,
dat de T.H. thans reeds wordt geopend.
Er is machtiging toe gegeven en de
rector-magnificus, prof. dr. ir. C. J. van
Nieuwenburg, deelde ons desgevraagd
mede, dat de datum van heropening nog
niet is vastgesteld. Het zal waarschijnlijk
nog wel eenige weken duren, voordat het
zoover is, omdat er nog allerlei bespre
kingen moeten worden gevoerd.
Er is uit het A.N.P -bericht sprake van
„bepaalde voorwaarden”, waaronder de
hoogeschool kan worden heropend. Daar
onder moeten, naar ons gebleken is, alleen
voorwaarden worden verstaan, door den
rector-magnificus zelf te stellen en geen
condities, waaraan de rector zich zou
hebben gebonden, vóórdat hem de mach
tiging werd verleend.
Van 15 regels 1.75. Iedere regel meer tot 10 regels 45 ct., daarna iedere regel
meer 50 ct. Reclames 95 ct. per regel. Bewijsnummers 5 ct. fr. p. post 10 ct.
Incasso binnen de stad 5 cent, buiten de stad volgens posttarief. Bij
vooruitbetaling: Kleine Advertenties 95 ct; Dienstaanbiedingen 75 ct.
Advertentiën waarin voorkomt „Brieven aan het bureau van dit blad” 10 ct. meer.
:<W::
I
moet vattener vallen namelijk zeer vele
stoffen onder. Spr. deed een beroep op
het gezonde verstand van de Nederland-
sche industriëelen bij de vaststelling, of
een product „kriegswichtig” of ,,-unwich-
tig” is. Het is natuurlijk, dat Duitschland
alleen grondstoffen ter beschikking zal
stellen voor de vervaardiging van
„kriegswichtige” producten. Dit brengt
met zich mede, dat sommige fabrieken
omgebouwd zullen moeten worden. Spr.
wees er op, «fat dit niet al te bezwaarlijk
is voor de leiders van die fabrieken, aan
gezien zij zeker zijn van nieuwe opdrach
ten. Dr. Fischböck eindigde met de ver
klaring, dat de Duitsche industrie harer
zijds al het mogelijke zal doen om een
samenwerking op gemeenschappelijke ba
sis te bevorderen.
Het verhinderen van uit
breiding van den oorlog
Thans staan derhalve Duitschland, Ita
lië, Hongarije, Japan, Roemenië, Slowa
kije, Boelgarije en Zuid-Slavië in den
geest van een nieuwe solidariteit naast
elkander om vooral iedere verdere po
ging tot een uitbreiding van den oorlog
te verhinderen. Daarbij staat de jonge
wereld aan onze zijde. Voor de eerste
maal zal het daarmede in de geschiede
nis ook gelukken, een verstandige nieu
we orde in Europa, volgens de gezichts-
Het Rijkscommissariaat maakt be
kend
De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied, Rijksminister dr.
Seyss-Inquart, heeft op grond van zijn
verordening nr. 108-1940, par. 1 over
bijzondere bestuursrechtelijke maat
regelen, mr. M. M. Rost van Tonningen
tot president der Nederlandsche Bank
benoemd.
De beëediging vond heden door den
Rijkscommissaris, in tegenwoordigheid
van den commissaris-generaal voor Fi-
Tegelijk met de onderteekening van het protocol over de toetreding van Zuid-Slavië
tot het driemogendhedenpact, hebben de regeeringen van de asmogendheden de
volgende gelijkluidende nota’s aan de Zuidslavische regeering gericht:
Mijnheer de minister-president,
Namens en in opdracht van de Duitsche regeering heb ik de eer, uwe excellentie
het volgende mede te deelen: Naar aanleiding van het feit, dat Zuid-Slavië heden
tot het driemogendhedenpact is toegetreden, bevestigt de Duitsche regeering haar
besluit, de souvereiniteit en de territoriale onschendbaarheid van Zuid-Slavië altijd
te eerbiedigen. Gelieve, mijnheer de minister-president, de verzekering van mijn
groote hoogachting te aanvaarden.
De onderteekening van het Driemogendheden-pact door Zuid-Slavië.
Tijdens de rede van Rijksminister von Ribbentrop. Van links naar
rechts de Zuid-Slavische minister-president Tswetkowitsj, minister
von Ribbentrop, graaf Ciano en Osjima, de Japansche ambassadeur.
(Telegrafisch overgebrachte foto) (Hoffmann)
Op voorstel van den secretaris-gene-
raal van het departement voor Opvoe
ding, Wetenschap en Cultuurbescher
ming heeft de Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied,
Rijksminister dr. Seyss-Inquart, den
rector der Technische Hoogeschool te
Delft gemachtigd, de Hoogeschool op
een door hem nader te bepalen datum
en in zoover hij het voor nuttig houdt,
onder bepaalde voorwaarden weder te
openen.
De Rijkscommissaris heeft den rector
tevens medegedeeld, dat bij de gering
ste incidenten, die zich opnieuw in eeni-
gerlei vorm tegen de bezettingsautori-
teiten richten, met de allerstrengste
maatregelen tegen de studenten zal
worden opgetreden en onder bepaalde
omstandigheden met de blijvende slui
ting der Hoogeschool gerekend zou
moeten worden. Het ligt dus aan de
studenten zelve, of zij de gelegenheid,
hun studie te beëindigen en de moge
lijkheid, om de eenige Technische
Hoogeschool van het land voor hun
volk te behouden, zullen weten te ge
bruiken, ja dan neen.
In aansluiting hierop werd het protocol
over de toetreding van Zuid-Slavië bij het
driemogendhedenpact voorgelezen.
Na de onderteekening van het protocol
legde de koninklijk-Zuidslavische minister
president, Zwetkowitsj, een verklaring
van zijn regeering af. De Rijksminister
begroette vervolgens Zuid-Slavië met har
telijke woorden als nieuw lid van het drie
mogendhedenpact
Rede directeur-generaal
R. Stahl
Hierna nam het woord de plaatsvervan
gende leider van de „Reichsgruppe In
dustrie”, directeur-generaal R. Stahl. Wij,
industriëelen, zien de dingen nuchter en
objectief. De loop der gebeurtenissen heeft
Duitschland en Nederland in een gemeen
schappelijk schuitje gebracht en wij zul
len samen moeten varen. Dit moeten wij
als een vaststaand feit aanvaarden. Sa
men moeten wij nu bespreken, hoe wij op
de beste manier dit bootje kunnen inrich
ten en besturen.
Aan de Duitsche fabrieken worden de
allerhoogste eischen gesteld, om het oor-
logspotentiaal zoo hoog mogelijk op te
voeren. Dit brengt met zich mede, dat
opdrachten verleend moeten worden aan
de Nederlandsche industrie. Wij strekken
de hand uit, gij hebt niets anders te doen
dan die hand te grijpen, om tot daden te
kunnen overgaan, die van het grootste be
lang voor ons beiden zijn.
Rede ingenieur E. Nimtz
Ing. E. Nimtz. leider van de Zentralauf-
tragstelle deelde mede, dat de verplaatsing
van de activiteit, wat betreft de ijzer-,
staal- en staalbewerkingsindustrie, prac-
tisch tot stand gekomen is. Dit zal nu ook
geschieden voor andere producten. Zoo
ligt het in de bedoeling, de textielindustrie
in dit land te intensiveeren, ook andere
groepen, zooals de glas-, steen- en kerami
sche industrieën zullen meer dan voorheen
op den voorgrond treden. In de jongste
acht maanden is gebleken, dat er een in
nige samenwerking bestaat tusschen de
Duitsche en Nederlandsche industriëelen.
Overal waar moeilijkheden waren heeft de
Zentralauftragstelle raad gegeven en inge
grepen. Spr. sprak de hoop uit, dat deze
samenwerking ook in de toekomst zal blij
ven bestaan.
Rede mr. van Spaendonck
Als vierde en laatste spreker trad op
mr. B. J. M. van Spaendonck, lid van de or
ganisatiecommissie, die namens de Neder
landsche industrie o.m. zeide: De belang
rijkste vraag, die wij ons stellen is: hoe
houden wij ons bedrijf op gang.
De commissies zullen tot taak krijgen,
grondstoffen ter beschikking te stellen,
opdat de opdrachten uitgevoerd kunnen
worden. Zonder medewerking van Duitsch
land gaat dit niet. Duitsche en Nederland
sche industrieelen zullen samen de pro
blemen, die door den uitbouw van de sa
menwerking worden gesteld, hebben op
te lossen. Dit zal ongetwijfeld vergemak
kelijkt worden door de bestaande vriend
schappelijke betrekkingen. De Nederland
sche industrieelen zullen kunnen profitee-
ren van de ervaringen, die in Duitschland
opgedaan zijn met de nieuwe stoffen.
Zoo bestaat groote belangstelling voor
de cursussen, waarop de celwol behandeld
Wordt. Mogen de thans geopende bespre
kingen leiden tot een versterking der be
trekkingen en een verruiming van de ar
beidsmogelijkheden!
Hierna hadden afzonderlijke besprekin
gen plaats tusschen de vertegenwoordigers
van Duitsche en Nederlandsche bedrijfs
groepen.
De Rijksminister van buitenlandsche
zaken, von Ribbentrop, heeft de officieele
plechtigheid in het slot Belvédère beslo
ten met een toespraak, waarin hij o.m.
zeide:
„Als gevolmachtigde der Rijksregeering
en uit naam van de gevolmachtigde ver
tegenwoordigers van Italië en Japan en
de bij hen aangesloten staten Hongarije,
Roemenië, Slowakije en Boelgarije, be
groet ik het bevriende koninkrijk Ziud-
In de groote zaal van het Rijkscom
missariaat, Kneuterdijk 20, zijn heden
morgen eenige commissies, waarin zit
ting hebben vooraanstaande Duitsche
en Nederlandsche industrieelen, ge
ïnstalleerd door den commissaris-gene
raal voor Financiën en Handel, minis
ter dr. Fischböck. De minister gaf hier
bij inzicht in het doel en de belangrijk
heid van de Duitsch-Nederlandsche in
dustrieels samenwerking, die in de
naaste toekomst groote afmetingen zal
aannemen.
a
nanciën en Economie, minister dr. H.
Fischböck, plaats.
Tegelijkertijd heeft de Rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche ge
bied, Rijksminister dr. Seyss-Inquart, op
grond van zijn verordening nr. 3-1940
par. 1 over de uitoefening van de regee-
ringsbevoegdheden in het bezette Ne
derlandsche gebied in verband met ver
ordening nr. 108-1940 par. 3 (4e veror
dening over bijzondere bestuursrechte
lijke maatregelen) den directeur-secre-
taris bij de Nederlandsche Bank, mr. J.
J. Westerman Holstijn eervol ontslag
verleend met toekenning van pensioen.
De heer J. Robertson
directeur-secretaris
In zijn plaats benoemde de Rijkscom
missaris Rijksminister dr. Seyss-Inquart
den procuratiehouder van de Neder-
landsch-Indische Handelsbank te Am-*
sterdam, den heer J. Robertson, tot
directeur-secretaris bij de Nederland
sche Bank en droeg hem tevens de
functies op van plaatsvervanger van
den president in den zin van par. 21
al. 1 der statuten van de Nederlandsche
Bank.
Nederlandschen arbeider te bewaren. On
langs benoemde ir Mussert den heer Rost
van Tonningen tot hoofd van de afdeeling
nationaal-socialistische vorming van het
hoofdkwartier der beweging. Dezer dagen
werd hij voorts benoemd als leider van het
economisch front van de N.S.B., als op
volger van den heer W. O. A, Koster,
De Japansche minister van buitenland
sche zaken, Matsoeoka, is in den afge-
loopen nacht met zijn gevolg aan het
Duitsche grensstation Malkinia aangeko
men. Het station was versierd met de
Japansche en Duitsche vlaggen en met
dennegroen.
Matsoeoka werd namens den Führer
en de Duitsche regeering verwelkomd
door ambassadeur Stahmer. De Japansche
minister begaf zich vervolgens naar de
diplomatenkamer, waar hij bleef tot ’t ver
trek van den specialen trein, door de
Duitsche regeering beschikbaar gesteld.
punten van de continentale belangen, te
verwezenlijken. In Oost-Azië zal het niet
anders zijn. Het moet het doel zijn der
in het driemogendhedenpact verbonden
groote mogendheden en der bij haar aan
gesloten staten, er zorg voor te dragen,
dat een Europa en een Oost-Azië ont
staan, waarin deze staten, vrij van
vreemde invloeden en intriges, hun eigen
volksche en cultureele leven opbouwen
en hun volkeren kunnen leiden naar een
langen vredestijd en daarmede ook naar
een gelukkige, economische toekomst.
Bijzonder zegenrijk echter, daarvan
zijn wij overtuigd, zal deze toestand op
den Balkan blijken, welke steeds een
speciaal terrein van actie voor vreemde
invloeden is geweest, waardoor hij we
derom maar al te vaak werd tot uit
gangspunt van groote Europeesche con
flicten.
Duitschland zelf, ik spreek dit hier
plechtig uit heeft op deze gebieden
noch territoriale, noch politieke belan
gen. Zijn oogenblikkelijke doel is slechts
te verhinderen, dat een vreemde mogend
heid zich meester maakt van dit gebied
om vandaar uit de mogelijkheden te vin
den voor de voortzetting van den Euro-
peeschen oorlog. Het zal echter zijn uit
eindelijke doel uitsluitend zijn mede te
helpen aan het tot stand brengen van
een orde, die dit voor geheel Europa zoo
belangrijke gebied volgens rechtvaardige
en verstandige beginselen pacificeert,
zijn economische mogelijkheden daardoor
openstelt en zoo ten profijte van allen
doet gedijen.
(Zie verder le blad, pag. 2.)
Begin Juni keerde hij
terug.
Op 20 Juni j.l. benoemde de Rijkscom
missaris hem tot commissaris voor de
S.D.A.P met de opdracht de cultureele
waarden, die in den loop der jaren door
deze organisatie waren gesticht, voor den
Mijnheer de minister-president,
Met betrekking tot de besprekingen, welke naar aanleiding van de heden plaats
gehad hebbende toetreding van Zuid-Slavië tot het driemogendhedenpact hebben
plaats gehad, heb ik de eer uwe excellentie namens de Rijksregeering hiermede te
bevestigen, dat de regeeringen der asmogendheden en de koninklijke Zuidslavische
regeering het erover eens zijn, dat de regeeringen der asmogendheden tijdens den
duur van den oorlog Zuid-Slavië niet den eisch zullen stellen, den doortocht of het
vervoer van troepen door het Zuidslavische staatsgebied toe te staan.
Gelieve, mijnheer de minister-president, de verzekering van mijn groote hoog
achting te aanvaarden.
Mr. M. M. Rost van Tonningen
(Nat. Foto Kantoor)
Het protocol, dat gisteren te Weenen door den Rijksminister van buitenlandsche
zaken, von Ribbentrop, den Italiaanschen minister van buitenlandsche zaken, graaf
Ciano, en den Japanschen ambassadeur Osjima eenerzijds, en den Zuidslavischen
minister-president Zwetkowitsj en den Zuidslavischen minister van buitenlandsche
zaken Cincar Markowitsj anderzijds, inzake de toetreding van Zuid-Slavië tot het
op 27 September 1940 tusschen Duitschland, Italië en Japan gesloten driemogend
hedenpact onderteekend werd, heeft den volgenden tekst:
„De regeeringen van Duitschland, Italië en Japan eenerzijds en de regeering van
Zuid-Slavië anderzijds stellen door hun onderteekenende gevolmachtigden het
volgende vast:
Artikel 1. Zuid-Slavië treedt toe tot het op 27 September 1940 te Berlijn onder-
teekende driemogendhedenpact tusschen Duitschland, Italië en Japan.
Artikel 2. Voor zoover de in artikel 4 van het driemogendhedenpact voorziene ge
meenschappelijke technische commissies kwesties behandelen, welke de belangen
van Zuid-Slavië raken, zullen ook vertegenwoordigers van Zuid-Slavië aan de
beraadslagingen der commissies deelnemen.
Artikel 3. De tekst van het driemogendhedenpact is als supplement aan dit protocl
toegevoegd. Het onderhavige protocol is gesteld in de Duitsche, Japansche en Zuid
slavische taal, waarbij elke tekst als authentiek geldt. Het treedt op den dag der
onderteekening in werking.”
Slavië, als nieuwen partner van het drie
mogendhedenpact. De koninklijke Zuidsla
vische regeering hier vertegenwoordigd
door den ministerpresident Zwetkowitsj
en den minister van buitenlandsche zaken
Cincar Markowitsj, wenschen wij hier
mede oprecht en hartelijk geluk. Ik zou
uitdrukking willen geven aan de overtui
ging van ons allen, dat deze gebeurtenis
voor de toekomst van Zuid-Slavië en het
welzijn van het Zuidslavische volk van
bijzondere beteekenis zal zijn.
Mijne heeren. Met ijzeren wetmatig
heid, welke overeenkomt met een groote
gedachte en de daarin levende kracht en
met een weergalooze precisie voltrekt zich
voor onze oogen reeds thans, dat wil zeg
gen nog midden in den oorlog, de nieuwe
ordening van Europa en Oost-Azië. Ter
wijl door de staatsmanskunst en de
machtsontplooiing van onzen bondgenoot
Japan zich in Oost-Azië de contouren van
de daar onder zijn leiding ontstaande
nieuwe orde steeds duidelijker afteeke-
nen, is het sedert het sluiten van het pact
van Berlijn het streven der as geweest,
de Europeesche staten te winnen voor aan
eensluiting en voor de gedachte van een
nieuwe en rechtvaardige orde in Europa.
Dit streven werd door succes bekroond en
wel zeer veel sneller en in veel grooteren
omvang dan men in de wereld had ver
wacht. Toen kortgeleden Boelgarije hier
in dit huis het driemogendhedenpact
onderteekende, gaven wij uitdrukking aan
de hoop, dat nog meer staten zich met ons
solidair zouden verklaren. Thans, reeds
na enkele weken, treedt Zuid-Slavië als
vijfde staat naast ons, en wij allen gevoe
len hierover oprechte voldoening. Dit toe
treden is echter voor ons in zooverre nog
van bijzondere beteekenis, dat ten eerste
hierdoor nu practisch de geheele, tot dus
ver neutrale Balkan zich in het kamp der
orde bevindt en ten tweede, een staat
naast ons is getreden, waarvan Engeland
nog steeds geloofde, dat het door inmen
ging in zijn binnenlandsche toestanden ze
kere krachten van dezen staat voor de
door Engeland opgezette intriges tegen
deze nieuwe orde van Europa zou kunnen
mobiliseeren. Nog in de laatste dagen zijn,
naar vernomen wordt, inmengingspogin-
gen van den kant van Engelsche en Ame.
rikaansche instanties in de politiek van
dit land ondernomen, welke ongehoord
moeten worden genoemd en eenvoudig
niet meer in overeenstemming gebracht
kunnen worden met het respect voor de
souvereiniteit van een vrijen Europeeschen
staat. Wij juichen het derhalve des te
meer toe, dat Zuid-Slavië zich niet ontoe
gankelijk heeft getoond voor de noodza
kelijkheid der deelneming aan een nieuwe
vorming van de dingen in Europa en is
toegetreden tot de jonge volkeren, die
geroepen zijn deze nieuwe orde ten uit
voer te leggen tegen iedere inmenging van
buiten.
V»
5
V
w
Tegen 2 uur gistermiddag waren de gas
ten der Rijksregeering na elkander op het
terras van het slot Belvédère aangekomen,
"'aar een eereformatie der Weermacht was
0Pgesteld. Op de met bloemen versierde
Kroote trap van het kasteel begroette de
Rijksminister van buitenlandsche zaken de
staatslieden en gezanten der vreemde mo
gendheden en geleidde hen naar de gele
zaal voor de voltrekking der officieele
Plechtigheid.
De Rijksminister verklaarde vervolgens
een toespraak, dat de koninklijke Zuid-
slavische regeering den wensch heeft uit
gesproken toe te treden tot het driemo
gendhedenpact en dat de in het drie
mogendhedenpact verbonden groote mo
gendheden en de daarbij aangesloten sta-
®n overeengekomen zijn te voldoen aan
wensch van de Zuidslavische regee-
op organisatorisch terrein zijn reeds zoo
ver gevorderd, dat enkele dagen geleden
de hoofdgroep leder- en lederverwerkende
industrie ingesteld is. Binnenkort zullen
ook voor andere gewichtige industrieën
besluiten in dien zin volgen. De werk
zaamheden van de nieuwe commissies zijn
veeleer van materieelen dan van organi-
satorischen aard, zij hebben dus practi-
schen arbeid op te nemen.
De Nederlandsche industrie krijgt thans
kansen, die het gevolg zijn van den oor
logstoestand. In Duitschland zijn alle ar
beidskrachten ingezet en alle productie
mogelijkheden benut, hetgeen in Nederland
niet het geval is, aangezien er nog steeds
groote contingenten arbeiders zijn, die in
het productieproces ingeschakeld kunnen
worden. Duitschland wil de arbeidsmoge
lijkheden, de fabriekscapaciteit en de ar
beidsprestaties van dit land aanwenden.
Dit brengt met zich mede, dat de Duit
sche industrie belangrijke offers zal moe
ten brengen, aangezien sommige fabrieken
haar activiteit zullen moeten beperken of
zelfs geheel stil leggen. De Duitsche in
dustrie beschouwt deze overheveling van
de productie naar Nederlandsche fabrie
ken als een prestatie, die zij leveren
moet voor de oorlogvoering, zooals een
soldaat zijn leven inzet aan het front. In
Duitschland is voor bepaalde producten
een vervaardigingsverbod van kracht. Het
is te verwachten, dat in de toekomst hier
overeenkomstige bepalingen als in Duitsch
land genomen zullen worden. Reeds is
daarmee een begin gemaakt voor enkele
producten. Dr. Fischböck wees er op, dat
de producten in twee groote, allesover-
heerschende groepen ingedeeld zijn. De
eene groep omvat de producten, die
„Kriegswichtig” zijn, d.w.z. producten, die
in dezen tijd onontbeerlijk zijn voor het
voortbestaan van het Duitsche volk en
voor de instandhouding van de Duitsche
Weermacht. De tweede groep omvat de
producten die „Kriegsunwlchtig" zijn, dat
zijn dus producten, die in dezen tijd ge
mist kunnen worden. Dr. Fischböck wees
er met nadruk op, dat men het begrip
„Kriegswichtig” vooral niet te eng op
Van bevoegde zijde wordt hierbij nog
opgemerkt, dat de benoeming van mr.
Rost van Tonningen niet aan zijn poli
tieke gezindheid ontspruit, doch dat de
kwaliteiten van mr. Rost van Tonnin-
gen op financieel gebied zeer bekend
zijn en deze inzonderheid bij zijn be
noeming op de bedoelde plaats den
doorslag gegeven hebben.
De loopbaan van Mr. Rost van
Tonningen
Op de dagelijksche persconferentie gaf
men ons de volgende bijzonderheden uit
de loopbaan van den nieuwen president:
Mr. M. M. Rost van Tonningen werd in
1894 geboren uit een officiersgeslacht. Op
15-jarigen leeftijd bezocht hij de H.B.S. in
Den Haag en ging vervolgens naar de
Technische Hoogeschool te Delft om tech
nische vakken te studeeren. De mobilisatie
van 1914 maakte een einde aan deze
studie. De heer Rost van Tonningen trad
in militairen dienst. In Augustus 1915
werd hij officier. Na afloop van den
wereldoorlog deed hij staatsexamen, was
in één jaar tijd candidaat in de rechten
en twee jaar later reeds doctorandus. Hij'
voelde zich aangetrokken tot de politieke-
financieele wereld en werd secretaris van
het Noord-Amerikaansche scheidsgerecht
in Den Haag. Daarna vertrok hij als vo
lontair naar Genève en werkte op het
Arbeidsbureau van den Volkenbond.
In 1923 volgde zijn benoeming tot se
cretaris van mr. A. R. Zimmerman.
Aanvankelijk was hij belast met de stu
die der Oostenrijksche staatsfinanciën.
Vervolgens was hij werkzaam bij de con
trole en reorganisatie der staatsbedrijven
en verbinding met de circulatiebank.
Toen mr. Zimmerman in 1926 Weenen
verliet, heeft mr. Rost van Tonningen
twee jaar de liquidatie voortgezet.
In 1928 kwam hij weer naar Nederland
en was werkzaam als chef van de studie-
afdeeling bij het bankiershuis Hope en Co.
te Amsterdam.
In 1931 ging hij als vertegenwoordiger,
van den Volkenbond naar Weenen voor
de financieele contröle op de Oostenrijk
sche staatsfinanciën. In 1936 werd hij eer.
vol uit deze functie ontslagen.
Zijn arbeid voor den Volkenbond en
zijn aanraking met het politieke leven in
Oostenrijk, wekten bij den heer Rost van
Tonningen de nationaal-socialistische we
reldbeschouwing op. Hij sloot zich in Juni
1936 bij de N.S.B. aan en werd bij da
stichting van „Het Nationale Dagblad”
door Mussert tot hoofdredacteur benoemd.
Van 1937 tot Mei 1940 heeft mr. Rost
van Tonningen voor de N.S.B. zitting ge
had in de Tweede Kamer, waar hij zich
specialiseerde op de staatsfinanciën, eco
nomische vraagstukken en de buitenland- j
sche politiek. Tevens was hij in deze pe-
riode en wel tot 3 Mei 1940 werkzaam
voor de propaganda der N.S.B. te Rotter
dam.
Op laatstgenoemden datum werd hij ge.
arresteerd en, na den intocht der Duit
sche troepen, eerst naar Boulogne en daar
na naar Calais vervoerd, waar hij einde
Mei door Duitsche soldaten werd bevrijd.
Begin Juni keerde hij naar Nederland
De Rijksminister
plechtigheid in het slot Belvédère beslo-