Gaasterland in voor IEDER VERLiiGT EEN BEETJE GELUK Vice-Admiraal Nomoera bij den Führer - Ontginning Restauratie Groote Kerk te Naarden - Reddingboot voor Schiermonnikoog w w/MF f L? V FEUILLETON -TTAAGSCHE COURANT Dinsdag 8 April 1941 TWEEDE BLAD JU ïmnw m— Ml W- J i. i V fl Wi u la- noodig heb. OP DE WERF VAN NTCOLAAS WITSEN EN VIS TE ALKMAAR LIEP DE STRANDMOTORREDDINGBOOT JOHAN DE WÏTT” VAN STAPEL. Deze Cl» 22) persoon Maar een niemand nog zeker morgen vertellen, te een op dame? rookte wei- zeer DE HEILIGE DAG DER LEGIONNAIRSBEWEGING IN ROEMENIE. BIJ HET BEGIN DER FEESTELIJKHEDEN KUST GENERAAL ANTONESCU, ZOOALS IN ROEMENIË GEBRUIKELIJK IS, HET HEILIGE KRUIS. (Holland) mark wanneer huis? er er er zijn niet wind- en maakt* (Nadruk verboden.) EEN GEDEELTE VAN DE BOSSCHEN VAN GAASTERLAND wordt ontgonnen. Het is daarom noodzakelijk, dat het struikgewas en jong boomhout wordt verwijderd. De „stobben”, de wortel einden, welke vroeger op een hoop werden gegooid en verbrand, worden nu zorgvuldig bewaard, daar zij uitstekend geschikt zijn als brandstof voor bakkers-ovens. (Polygoon) reddingboot is bestemd voor Schiermonnikoog, doch zal voorloopig gestationneerd worden te Hindeloopen. De „Johan de Witt” in haar element «’nlwoón gedacht, twijfelde dat de den dief- om- het wist. Wi holden naar na het station. aan de vrouw, die onverwacht in den tuin was geweest, op. Brinkmann heeft te maken, wanneer gestolen is, kunnen eens toen de En ---- zouden wij hem at niet kwalijk hebben kunnen nemen. Vader heeft hem verteld, dat wat er in de Dat er waren, beeft DE FÜHRER ONTVING VICE-ADMIRAAL NOMOERA. De Führer en Opperbevelhebber van de Weermacht ontving in de nieuwe Rijkskanselarij Vice-Admiraal Nomoera, den leider van de in Duitschland vertoevende afgevaardigden van de Keizerlijke Japansche Marine. De Führer begroet zijn gast Achter den Führer Generaal Veldmaarschalk Keitel. (Hoffmann) ten roepen als ik u Hij wenkte een beambte een kort handgebaar als antwoord o* Steube’s protest (Wordt vervolgd.) Dan zullen er massa’s menschen op bellen of komen. Misschien was alles ook maar een verzinsel, je weet hoe vader is. Len verstrooide professor is, bij hem vergeleken een handige loopjongen. Dat heb ik ook tegen den commissa ris gezegd. En wat antwoordde hij? Niets. Ik zei, dat vader het geld en den postzegel misschien ergens an ders had neergelegd. Frits gaf geen antwoord. Ellie stiet een kreet uit. Kijk, ginds by den steiger, dat is toch vader? Het was Andreas Wenkhusen en, ondanks de hitte, wenkte hij met bei de armen. Wij moeten komen. Jal riep Ellie en opnieuw werd zy opgewonden. Vader staat daar niet zonder reden, erts zeker iets gebeurd. Frits gaf opnieuw gas. maakte een sprong en spatte hoog op. Beloof my niets schreeuwde Frits boven het lawaai van den motor uit. Zij knikte. Frits Wenkhusen adem. Hij Liep de vrouw naar u toe? Zonder dat zij schrokken geweldig en de boot terug. Wat dacht u, toen u die vrouw plotseling hoorde en ook zag? Wy schrokken en daarna hebben wy er niet meer aan gedacht. Wy hadden haast om weg te komen en daardoor is ook de rugzak blijven liggen. Wij gunden ons geen tijd; wij sprongen in de boot en roeiden weg. U weet dus niet, wat er met de vrouw is gebeurd... hebt u geen man gezien? Neen. Ook niets gehoord? De mannen hadden niets gehoord. U moet den brand van het meer goed hebben kunnen zien! Ja, en wij waren nog niet aan den anderen oever, brandweer al kwam. Commissaris Brand ging verhoor dadelijk naar het Men had de twee arrestanten in de chef gebracht, de ge- DE GROOTE KERK TE NAARDEN, bekend door de jaarltjk- sche uitvoering van de Matthaus Passion, wordt gerestaureerd. Nadat de leien verwijderd zijn, wordt het dak opnieuw bekleed. Wie denk jtf, dat aan de brand kast heeft gescharreld? verbrak Frits plotseling de stilte. Het kan alleen die juffrouw Brinkmann zijn geweest. Met tegenzin gaf zij de gedachten De boot het water kamer van den beide beambten, die hen hadden arresteerd, waren er ook bij. Brand begroette Ursula als oude bekende. Aha, daar bent u. Hij gaf haar zelfs een hand. Waarom hebt u ons zooveel moeite laten doen, myn beste jonge- Wacht u hfeïnaast ik zal derd, in het water. Het leek alles zoo natuurlyk, dat Ellie het niet eens bemerkte, geen oogenblik dacht zy er aan, dat Frits dit met opzet had ge daan. Enkele minuten later legden zij bij den steiger aan. Het bericht van de arrestatie van de jongedame, samen met een onbe kenden man, kwam bij Brand op het bureau. Hij was juist bezig de inbre kers te verhooren en verborg zyn verwondering niet, over hetgeen hij nog te hooren kreeg. Waarom hebt u dat niet dade lijk gezegd? Ja, waarom niet? Brand keek op en zag drie gezichten zonder uitdruk king. Zij hadden pas later aan die ontmoeting gedacht. U kunt die vrouw niet beschrij ven? Neen, om dat te kunnen, had men haar beter moeten zien en daar was geen tyd voor geweest, nog gezwegen van de onzekere belichting. Alles ging zoo vlug, plotseling sloegen de vlammen uit het huis er naast. Twee van ons waren midden in den tuin en de derde stond nog bij de boot. En op dat oogenblik gil de een vrouw. Waarom? Misschien om den brand. Of omdat zy door u was gezien! Niet mogelijk, commissaris, wij waren erg stil. En als zy voor ons den, dat wij u toch kregen? had gegild, zou zy ons niet tegemoet dat komt er nu niet zijn geloopen. u hooren, wat hebt. Mijn rol is klein, ik heb... Mijnheer Steube heeft heele- maal niets met de zaak te maken viel Ursula hem in de rede. Wy hebben elkaar nu pas leeren kennen. Haar gezicht was licht overbloosd. Ik verzocht hem my te laten gaan, maar hij... in ieder geval ben ik alleen voor alles verantwoordelijk Brand bemerkte, dat hij op deze manier niet verder kwam. nig, doch nu had hij al drie sigaret ten gerookt. Deze vreeselijke hitte maakt me ellendig. Als het morgen nog zoo heet is, dan doe ik niets. De dief kan met den postzegel niets uitvoeren, zei Ellie peinzend. Waarom niet? Zij is niet te verkoopen. Als iemand een schilderij, dat de geheele wereld kent, steelt, kan hij het ook niet verkoopen. Zoo gaat het ook met den postzegel. Dat heeft de commissaris zeker ook gezegd? Ellie keek hem verwonderd aan. Neen, dat denk ik, of denk jij, dat iemand dien Mauritius zal koopen, als het bekend wordt, dat hij gesto len is? Voorloopig weet iets van den diefstal. Voorloopig, ja, maar staat het’ .n alle kranten. Frits Wenkhusen keerde zich naar zijn zuster om. In alle kranten, je denkt... Natuurlijk. Ellie had een kwestie aangeroerd, waaraan hij nog niet had Natuurlijk, nu zy het zei, hy er ook niet meer aan, kranten zich uitvoerig met stal zouden bezig houden. Deze standigheid droeg er niet toe by zyn stemming te verhoogen. Vader zal woedend zijn, zei hij. Hij houdt niet van zulke dingen. NU DE ZOMER IN AANTOCHT IS. heerscht er een groote bedrijvigheid op de jachtwerven, waar vele scheepjes in aanbouw zijn. Een kijkje op een jachtwerf in Sneek. waar men bezig is bouw van een tweetal ..16 kwadraats" (Polygoon) alleen jij en ik weten brandkast wordt bewaard, nog zevenduizend mark in wist ik niet. Sedert vader zoovee, geld in Haar broer antwoordde niet. Waar denk je aan? Aan niets. Fnts Wenkhusen Ursula Brehmer. Brehmer, geen Brinkmann? Brehmer, antwoordde Ursula hygde. En dit is uw vriend? Dat... dat... is... Werner Steube, stelde de man zich voor en legde onmiddellyk een aantal papieren voor den commissa ris neer. Hier zyn mijn identiteits papieren. Ik sta met myn voor deze jongedame in... Een oogenblik, alstublieft. Brand keek beiden beurtelings aan, In hoeverre hebt u met deze ge schiedenis iets te maken? Vertelt u kort en bondig de waarheid. Juffrouw Brehmer heeft grap willen uithalen, anders niets. Wat juffrouw Brehmer heeft ge daan, zal zij zelf vertellen, ik wil van 1 u er mede te maken Had u niet kunnen vermoe- Enfin, meer op aan. Mag ik uw naam weten? haalde verlicht haalde het dameszak- doekje te voorschijn en wenkte vader toe. Hij had he echter goed vastgehouden, want een vlaagje ontrukte het hem. Het flad derde in de lucht en viel, ongeveer twintig meter van de boot verwy- Ursula niets mee werkelijk maar twee daders zijn of liever één, jy of ik... Zei de commissaris dat? - Gezegd heeft hy het niet, als hy dat gedaan had,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5