BINNENLAND noodig? men De Avondschool 8 April 2e bl. pag- 2 Welken distributiebon heeft DISTRIBUTIE vaste brandstoffen COURANT Dinsdag RECLAMES. 1941 OFFICIEELE bonkaart algemeen 18 17 24 Febr. t/m 20 Aprü 07 19 09 62 72 93 83 20 van 117 BROODKAART 11 De nieuwe koers in de landbouwpolitiek 10 6 11 10 11 10 bedre- 100 gram 75 gram 10 100 gram 59 Waar of niet waar? 8 9 Honderdvijfentwintig jarig jubileuip Nederlandsche Academie Wetenschappen 10 08 van Doctor Pluizer petroleumzegels honden- en kattenbroqd 151617 Vaste Brandstoffen Onze opbouw, mijnbouw en industrie roepen om hout De provincie van de week Kunnen en kennen -HAAGSCHE Interview niet Oberforstmeister Hagemann I Hoeveelheid BC ARTIKELEN worden in rekening 17 Maart t/m 27 Aprü 17 Maart t/m 13 Aprü MOSSELEN. 24 Febr. t/m 20 April 100 gram 250 gram 24 Febr. t/m 20 Aprü 250 gram 250 gram 24 Maart t/m 20 Aprü KAAS 200 gram KAAS één ei EIEREN één ei EIEREN 31 Maart t/m 27 Aprü 200 gram 1 Jan. t/m 30 April in 100 gram ver- Dr. Posthuma over zijn taak BLOEMKAART 24 Maart t/m 20 Aprü BOTERKAART BOTER 250 gram VETKAART VLEESCHKAART Sleutel op de les van j.l. Zaterdag. 1 t/m 30 Aprü 2 liter 24 Febr. t/m 20 Aprü N.B. 1000 gram 1 kilogram; 500 gram 1 pond; 100 gram - i on». 3. gas* 4. Persturf. 5 ons N.B. gepeld ongepeld VARKENS* SCHAPEN- 125 gram 150 gram 250 gram 250 gram 200 gram 250 gram 250 gram 50 gram 125 gram 250 gram 1 kilogram 35 gram 35 gram 35 gram 50 gram als boven 160 gram 140 gram 200 gram 90 gram 75 gram 300 gram 600 gram 500 gram 400 gram 31 Maart t/m 6 Aprü ïxtra t/m 13 April, echter niet in restaurant* e d. 31 Maart t/m 6 Aprü extra Vm 13 April 7 Vm 13 Aprü extra t/m 20 Aprü SCHEERZEEP (apart strookje) of scheercrême of scheerzeep 50 gram 1 tube 1 pot 7 t/m 13 April extra Vm 20 April, echter niet in restaurants e. d. Koken Bij besluit van den departement van 1 Mei 1941 Terschelling, ambtsgebied met A aangeduide 1 -verkrijgen Tot BON „,o„, 35 tan. 41 Brandstoffen MARGARINE of boter of vet MARGARINE of boter BROOD of 1 RANTSOEN „gebak". Dit is: Koek of Speculaas of andere koekjes of Biscuits en Wafels of Beschuit of Cake of Taart en gebakjes of Boterletter of Amandelbroodjes 100 gram 200 gram 63 73 Voor groep I en II III IV V - VI Op voederkaart voor katten v TARWEBLOEM of -meel of Roggebloem of -meel of zelfrijzend bakmeel of Brood of half rantsoen Gebak Op voederkaarten voor Honden. doende heil brengen voor de voedselvoor ziening van ons volk. Met het oog op den Productieslag heb ben wij ook veelvuldig de vraag hooren stellen, of het uitvoeren van cultuur-tech- nische werken op grooter schaal door de commissie-dr. Posthuma zal worden be vorderd, zoo luidde een volgende vraag. Zeker zal dat onderwerp de belangstel ling hebben, aldus dr. Posthuma. Men vergeet hierbij echter gemakkelijk een belangrijk ding. Met het spitten van den grond is men er niet. En waar we al krap in dén kunstmest zitten, dwingt dat tot voorzichtigheid. Er zijn inderdaad gron den, die geschikt zijn zonder veel mest, maar in de meeste gevallen moet nieuwe grond eerst cultuurrijp gemaakt worden. Daarom is dit vraagstuk niet zoo eenvou dig als men veelal denkt. 31 Maart t/m 9 Aprü extra t/m 13 Aprü 7 t/m 13 Aprü extra t/m 20 April 31 Maart t/m 6 AprO extra Vm 13 April 24 Febr. Vm 20 Aprü 7 Vm 20 April extra t/m 4 Mei 24 Maart t/m 6 Aprü extra t/m 20 April 7 Vm 13 April extra t/m 20 April echter niet in restaurant* e. d. 31 Maart Vm 6 April extra t/m 13 April, echter niet in restaurant* e. d. 10 kg 8 kg. 3 k.g. li k.g. ZEEP Toiletzeep (nieuwe samenstell.) of Huishoudzeep of Zachte zeeppasta of Zachte zeep of Zachte zeep of Zeeppoeder of Zeepvlokken of Zelfwerkende of Vloeibare Zeep Voor 20 k.g. droog waschgoed moet aan de wasscherij één bon worden afgegeven. van de gewenschte soort? 100 k.g. Briketten, geheel of gedeeltelijk vervaardigd van uitval en/of af val van vaste brandstoffen, geen «n u turf zijnde. ‘‘50 k.g. Briketten, geheel of gedeeltelijk vervaardigd van uitval en/of af val van turf. "5 k.g niet tot briketten geperst uitval en/of afval van vaste brandstof fen De veel gebruikte inhoudsmaat 1 mud 1 h.l. - ®r in Drente, dat wijd en zijd bekend is over ons gehele land, want hierheen zendt men die mannen, die dakloos zijn en tot landloperij zijn vervallen of kleine overtredingen hebben be gaan. Ze gaan dan voor een win ter of voor een jaartje naar V Vul eens in! 3. Drente is het land BON 150 gram 120 gram 300 gram Voude samenstell.) 200 gram (nieuwe samenst.) 150 gram 250 gram 125 gram waschmiddelen 250 gram RUND- KALFS- PAARDEN- of VLEESCH (been inbegrepen). of 1 Rantsoen Vleeschwaren. Dit is: voor gerookt of gekookt varkens- rund- kalfs- paarden, en schapen- vleesch en voor gerookte worst soorten, b.v ham, schoudercar- bonade, spek rookvleesch. pekel- vleesch, Getdersche rookworst, plockworst en snijworst voor gekookte worstsoorten, b.v. boterhammenworst, lunchworst, rolpens en knakworst, b.v. Frankforter en Weener voor leverartikelen als b.v Ber liner, Saksische en Haagsche leverworst en verder van tongen worst en nierbrood voor bloedworst Redevoeringen van de professoren J. Huizinga en J. van der Hoeve Gisteren was het honderdvijfentwintig jaar geleden, dat het Nederlandsche in stituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten te Amsterdam werd opgericht. De tegenwoordige Nederland sche akademie van wetenschappen, is hiervan de regelrechte voortzetting. In de gisteren gehouden jaarlijksche ver- eenigde vergadering van beide afdeelin- gen der akademie, n.l. de afdeeling let terkunde en de afdeeling natuurkunde, hebben het woord gevoerd de voorzit ters van deze afdeelingen, resp. prof. dr. J. Huizinga en prof. dr. J. van der Hoeve, over het thema vijfmaal vijf en twintig jaar wetenschap in Nederland. Prof. Huizinga besprak „de wetenschap pen in het algemeen en die der afdee ling letterkunde” en zeide, dat het insti tuut de echt Nederlandsche reorganisatie beteekende na het herstel der onafhan kelijkheid, van de gelijknamige instelling, in l§08 door Koning Lodewijk gesticht. Wij vervallen niet in nationale zelfover schatting, wanneer wij getuigen, dat Nederland in de wetenschappelijke we reld een plaats is gaan bekleeden, die waardig is aan de belangrijkheid van ons Rijk hier en overzee Een groot deel van Nederland’s wetenschappelijken ar beid is in de tropen verricht. Aan ons hecht verband met Nederlandsch-Indië danken wij het voor een niet gering deel, dat bij ons de volkenkunde, de oudheidkunde, de aardrijkskunde, de be schrijvende rechtswetenschap, de taal wetenschap tot vollen wasdom zijn ge komen. Op het gebied, dat thans aan de orde is, dat der beschavingswetenschap- pen, eeren wij in Fruin, in Kern, in Snouck Hurgronje, in van Vollenhoven de groote meesters, elk voor zich tevens echt Nederlandsche typen van zeer zuiver gehalte De Nederlander heeft altijd met vreem den moeten omgaanhij heeft ervaring op dat punt. Van de buitenlandsche in vloeden, die in de 125 jaar, die wij hier overzien, op de wetenschap in Nederland hebben gewerkt, is ongetwijfeld de Duit- sche het grootst geweest, somtijds zelfs zoo groot, dat er wel eens iets dreigde te loot te gaan van den internationalen horizon, die voor ons volk levensvoor waarde is. Die aanraking met de Duit- sche wetenschap heeft altijd geheel bui ten alle politiek gestaan, en duurt tot heden onverbroken voort. Men kan, als men wil. enkele trekken Per bon kan de r gewenschte soort vaste bra^sTo«e"' bon Van bonkaart distributie HAARDEN, KACHELS De geldigheidsduur i met „cokes, een eenheid Woensdag 30 April a.s. Hoeveel is de eenheid gaaf' doorbrengen in de provincie Drente. Waarom eigenlijk niet? Ik weet het niet. Maar misschien kan onderstaande vragenserie er toe bijdragen om het beeld, dat men zich van deze provin cie heeft gevormd te verlevendigen en te moderniseren. Want velen den ken, als ze Drente horen of zeggen aan. Enfin, ik begin. 1. Vroeger op school leerden wij, dat Drente het land was van de einde loze heidevelden, waarin je uren kon lopen, zonder een sterveling te ontmoeten. Alleen kudden scha pen zwierven er rond, geleid door een (ouden herder, die en passant kouseta. breide en er een hond op nahield, die hem het hoedwerk uit de handen nam. Als we zongen: „Op de grote stille heide Dwaalt de herder eenzaam rond” dachten we aan Drente. Is dat nog zo? Dat van die einde loze heidevelden en die herders en die kudden? 2. Eèn dorpje is het publiek den wagen af: Invoer in oorlogstijd „Er blijft dus. nadat wij zelf vc pCt. in onze houtbehoefte hebben zien nog 70 pCt. over, die moeten den ingevoerd. Waar komt dit hout aaan Evenals voorheen uit land Duitschland c.. land voerde slechts in hout uit r“ i, J ciale soorten hout. v Voorts wilgentwijgen voor Na Friesland en Groningen is van daag de beurt aan Drente, een van Ho eoC?Vbekende Provir,cies uit land Eigenaardig is dat. Als zo de vacantiedagen naderen, gaat de een kenh de Veluwe de ander naar Val- kenburg. een derde naar slechts heel zelden hoor je van iemand, die (met opzet) zijn vacantie specteur van de volksgezondheid dr. P. Muntendam te Groningen. Bij beschikking van den secretaris-g®- 7ünaameVtal|nhet dep van s°ciale Zaken nnnmTH ,8a?8 van 1 April 1941 be noemd tot hoofdinspecteur voor de Ln ’‘jdelijken dienst Ir. £an. r-veP lr' J w Hudig, beiden verniim n! i?sPecteu’’ voor de werk verruiming in algemeenen dienst. voor 30 voor- wor- van- Zweden. Fin- en den Balkan Neder- in beperkte mate zelf naar andere landen en wel spe- t. zooals van populieren - -de manden- Dr. PLUIZER. 59^^FrV„u?^S^h^^1 is Wnummerd 59. Er waren eenige fouten in de nummering geslopen. T of KOFFIE- Of .kOFFIESURROGAAT SUIKER MAÏZENA of griesmeel of sago of aardappelmeel of puddingpoe der ot puddingsauspoeder met 100 gram zetmeel (maizenapakjes in oude verpakking van 225 gram op twee bonnen) GORT (-mout) of grutten uavfrmoUT of havervlokken, "SS gort (-mout )of grutten hijst of rijstemeel of rijstebloem of rijstgries of gruttenmeel (ge mengd meel) MACARONI of spaghetti of ver micelli Groot?”" - de ja we kennen juffrouw de Groot heel goed, hè dames?” 6. „Dat kan niet”, zei de baas 4B?rt'cuI'er.en) 1 eenheid van de - _-t en met 30 April zijn geldig: Van bonkaart distributie “‘“‘«uoLuncii CENTRALE verwarming gemerkte bonnen Is verlengd tot en met derdaad: water zie je niet vaak in Drente. Maar toch ken ikeen d<°rP' dat 880 een meer Hgt zwembad."166" V‘nd je een heerlS Welk dorp bedoel ik In Drente ligt een van de grootste gemeenten van ons land Welke gemeente bedoel ik? Assen is bekend om de T T -race» je weet wel, die motorraces.’ waar.’ in zo ontaard snel wordt gereden Hoe komt men eigenlijk 8aan naam T.T.? s®“ujx aan de 1 EENHEID is gelijk: max 75 k.g anthraciet, steen- 2J h.l Fotenllik eierbrik*tten. 2 h i (.max 100 k g.) baggerturf OK). 100 1“-) C0kes <™k kA bruinkoolbriketten sutuks ’MO k.g.) baggerturf aZn kA fabrieksturf 200 k ^^195 k 8> perst«f. 200 k.g. overige soorten turf. 10 cent. 7. Waar. 8. Niet waar: het Amsterdam van het Noorden is Groningen. 9. Niet waar: de afstand Den Haag—Leeuwarden (via de af. sluitdijk) is 192 k.m.; dus nog geen 200 k.m. 10. Niet waar, in de suikerfabrie ken kent men de zeer drukke tijd in het najaar, de z g „campagne”, als de suikerbiet tenoogst wordt aangevoerd om tot suiker verwerkt te worden. 1. Kan u bridgen, Mevrouw?" 2. „Neen, tot mijn spijt, dat kan ik met, mijnheer!” Ik heb de hele avond niet kun- leeg wasken’ °mdat mijn vulPen ^Kennen jullie juffrouw 5. Eigen bodem dekt maar 30 pCt. der behoefte T|Jdvah waarin geldig De Persdienst van het Nederlandsch Agrarisch Front heeft een onderhoud ge had met dr. F. E. Posthuma, waaraan wij het volgende ontleenen Hebt u, zoo luidde de eerste vraag, reeds een bepaalden indruk over de wij ze, waarop uw commissie werd ontvan gen en vindt u bij de uitvoering van uw taak die algemeene medewerking bij alle organisaties, welke noodig moet worden geacht In haar algemeenheid is deze vraag nog moeilijk te beantwoorden, zoo ver klaarde dr. Posthuma. Maar in de boeren leden der organisaties heb ik het volste vertrouwfen. Onze boeren hebben steeds hun uiterste best gedaan om een groot mogelijken oogst te verkrijgen en zij zul len dat ook nu doen. De kwestie der landbouwproductie ligt evenwel eenigs- zins anders dan vroeger. Men' mist het een en ander, dat er weleer wel was. Ik denk daarbij aan twee dingen de kunst mest en de tractie, zoowel paarden- als motorkracht. Een lichtpunt is, dat duidelijk te ken nen werd gegeven, dat de moeilijkheden voor wat betreft de motor-brandstof ten behoeve van den landbouw, zullen wor den verholpen. Niettemin, er blijven be zwaren en nu komt het er vooral op aan, dat ieder boer het uiterste zal doen om desondanks een hooge productie te ver krijgen. De tweede vraag gold de opmerking, welke men wel hoort, dat een Productie slag voor Nederland weinig zin heeft, om dat hier reeds een zoo hooge bodempro- ductie wordt verkregen. Ik geef onmiddellijk toe, zoo zeide dr. Posthuma hierop, dat onze opbreng sten in normale jaren zeker kunnen wed ijveren met die in andere landen. Maar dat neemt niet weg, dat er ongetwijfeld middelen en wegen zijn om de produc tie van normale jaren bij sommige ge wassen en in sommige streken nog op te voeren. En dan kom ik nog eens terug op het belangrijke onderwerp samenwer- Men moet vooral niet vergeten, dat ons land een zoo groot aantal kleine bedrij ven telt. Er zijn ongeveer 230.000 boerde rijen meer dan tweederden daarvan beschikken over niet meer dan 10 hecta ren land. Nu >heeft men ongetwijfeld al veel bereikt door samenwerking, waar de financieele kracht van den enkeling te kort schoot, maar als men deze kwestie nauwkeurig gaat bekijken, blijft er nog heel veel te doen over. Dit geldt ook voor normalen tijd. Thans leven wij in een ab- normalen tijd en de Productieslag nu be doelt ondanks moeilijkheden van buiten gewonen aard, toch uit den bodem halen, wat er uit te halen valt en zoo mogelijk nog meer dan vroeger. Er zijn voor dezen, dus noodzakelijken, Productieslag reeds allerlei wenken ge geven, vooral ook met betrekking tot de vermeerdering van den aardappeloogst. Ik wil graag nog eens’in het bijzonder de aandacht vestigen op den weidebouw en dan met alleen op de behandeling van het grasland, maar ook op het ge- en verbruik van hetgeen de weiden vóórt brengen. Vele boeren weten reeds, wat ensilage met of zonder zuur, beteekent, en het ge tal grasdrogerijen neemt gelukkig over hand toe. Juist door meer ensileeren en meer drogen zal veel meer voedsel voor de koe en daardoor voor den mensch kun nen worden verkregen. Gewestelijke commissies Wat wij zullen doen is nog slechts in ruwe lijnen aan te geven. Ik meen, dat er werkzaamheden zijn, die meer bepaald mijn commissie aangaan, zooals de alee- meene opwekking tot alle boeren en tuin ders in Nederland, om hun beste krach- Zetten’ maar dat er °ok werk- ZIJn van meer ((«westelijken mi«i<.oDhaÏX°0r .Zullen Rewestelijke com- ?sie.s hebben te zorgen, nadat die door ^nderntJHfg1Stelv Plaatsel«k is er dan te dnl? feJ °Ok n°8 het een en ander organs !orgenarV°°r m°eten Plaatsel«ke door den m bedoelin8. de kennelijk door den Rijkscommissaris gewenschte sa- mogZhik ‘te dearklandbo“worRanisaties ook de me» ite ?aken ln de Rewestelijke en oro^!Ir °Ca eJ°rganen- De verschillende dn8aklsaJlej de Chr. Boeren- en Tuin- de«hn°dd' du Kath°lieke Boeren- en Tuin- desbond. het Nederlandsch Agrarisch het Nederlandsch Landbouw^ S erkU^en dan door hun onderdeden eiKander steunen en schragen vonr het winnen van den Productieslag en dus- vlechterij banden voor vaten en stelen I voor gereedschappen. Dat het hout van eigen bodem voor de bouwnijverneid en den mijnbouw in het land blijft, spreekt vanzelf doch ook afgezien daarvan, wordt er geen kubieke centimeter Nederlandsch hout uitgevoerd. De houtinvoer heeft natuurlijk door den oorlog een grooten achteruitgang on dervonden. doch alle betrokken instan ties trachten met volle energie den han del weer vlot te maken. Tot dusver is men er reeds in geslaagd. 300.000 kub. m. ge zaagd hout in te voeren en in den loop van dit jaar zal dat kwantum nog aan merkelijk verhoogd worden. Doch het zou dwaasheid zijn, aan te nemen, dat de vroegere hoeveelheid ingevoerd hout nu I weer al ter beschikking zou zijn. Voor den duur van den oorlog en zoolang de nieuwe economische ordening van Europa nog niet volledig is verwerkelijkt, zal men zich wat het gebruik van hout betreft, be perkingen op moeten leggen. Houtpro- ductie en houthandel moeten zoo zuinig mogelijk en zoo rationeel mogelijk geleid worden en alleen de hoeveelheden voor de dringendst noodzakelijke doeleinden kunnen toegewezen worden. Hiertoe wor den vooral de behoeften van den weder opbouw, van de Nederlandsche steenko lenmijnen en de Duitsche Weermacht ge rekend, terwijl het hout voor de Weer macht grootendeels uit Duitschland wordt aangevoerd. Dat is de taak, waarvoor het Rijksbureau voor Hout zich gesteld ziet, in samenwerking met de afdeeling bosch- bouw en houtvoorziening van het Rijks- commissariaat. Taak van den gevolmachtigde Den eerstvolgenden tijd zal dus een nieuwe ordening worden doorgevoerd, die een snelle en vlotte behandeling van alle aangelegenheden, de houtvoorziening en het boschwezen betreffende, mogelijk maakt. Alles wat verband houdt met de productie, handel en verwerking van de ze grondstof, zal in handen gelegd wor den van een gevolmachtigde voor het boschwezen en de houtvoorziening. Tus- schen de betrokken Nederlandsche en Duitsche instanties bestaat hierover reeds overeenstemming. Ook zullen de leiders der hierbij betrokken Nederlandsche de partementen dat zijnLandbouw en Visscherij; Handel, Nijverheid en Scheep vaart Wetenschappen en Cultuurbescher ming hun bevoegdheden in deze zoo veel mogelijk overdragen aan dezen ge volmachtigde. Tenslotte zal behalve de bevoegde dienst van den Rijkscommissa ris, ook het Reichsforsamt te Berlijn ai het mogelijke doen, om de voorziening der noodzakelijke behoefte aan hout van Nederland zeker te stellen.” Vergoeding wegens leveringen of richtingen ten behoeve van civiele organen van het Duitsche Rijk Verzoeken om vergoeding wegens leve ringen of verrichtingen ten behoeve van organen van het Duitsche rijk, die niet tot de Duitsche weermacht behooren, moeten, volgens een nadere circulaire van den secretaris-generaal van het dep. van Binnenlandsche Zaken aan de bur gemeesters, worden ingediend bij de Nederlandsche gemeente, binnen welker gebied hij, die recht op vergoeding heeft, zijn woonplaats heeft. Indien een gemeente een verrichting heeft gepresteerd, wordt het verzoek om restitutie door haar op de voorge schreven wijze rechtstreeks bij den rijksgebouwendienst ingediend. Indien een provincie, waterschap, veen schap of veenpolder een prestatie heeft verricht, behoort het verzoek om ver goeding te worden ingediend bij de ge meente, binnen welker gebied het bestuur van dat lichaam is gevestigd. Rechtspersonen dienen het verzoek in bij den burgemeester van de gemeente, waarin zij zijn gevestigd, mits zij bij de Kamer van Koophandel, binnen wel ker gebied deze gemeente gelegen is. zijn ingeschreven. Indien het filiaal of bijkantoor niet aan deze voorwaarde vol doet. moet de onderneming, waartoe het behoort, het verzoek indienen bij de ge meente. waarin zij zelve is gevestigd. Indien door een onderneming namens een van haar bijkantoren of filialen een verzoek om vergoeding mocht worden in gediend. moet van haar een verklaring worden geëischt waaruit blijkt, dat een dergelijk verzoek niet is of zal worden ingediend bij de gemeente, waarin dat bijkantoor of filiaal is gevestigd. Heel ons land schreeuwt thans om hout, opbouw, mijnbouw, weermacht, in dustrie, allen heoben het noodig. De hout- voorziening is waarlijk der drin- gendste behoeften van dezen tijd. Dank zij de voortreffelijke maatregelen, getroffen door den deskundige van Euro- peesche vermaardheid, Oberforstmeister Hagemann, die den rijkscommissaris als gemachtigde voor ons land terzijde staat, is het probleem opgelost, althans voor de vitale plaatsen onzer volkshuishouding. Op welke wijze, vertelt onze speciale V.P.B-.verslaggever in bijgaand interview met den houtgemachtigde voor Nederland. In de hedendaagsche samenleving speelt het hout een uiterst belangrijke rol, met alleen voor de bouwnijverheid, doch ook voor tal van industrieën. Nederland heeft altijd een groote behoefte aan hout ge had, dat in gewone tijden gemakkelijk in gevoerd kon worden, doch sedert het uit breken van den oorlog heeft dit pro bleem nogal eens hoofdbreken gekost. Uit verschillende officieele mededeelingen is den laatsten tijd gebleken, dat er van overheidswege hard gewerkt wordt, aan de houtvoorziening. welke o.a. van zoo on schatbaar groot belang is voor den we deropbouw, der door den oorlog getroffen deelen van ons land. Over dit onder werp had de V.P.B. een onderhoud met den deskundige van den Rijkscommissaris, die de opdracht heeft den boschbouw en de houtvoorziening aan te passen aan de tijdelijke behoeften van den oorlog en aan de toekomstige economische ontwikke ling, Oberforstmeister W. Hagemann. Nederland was, wat de noutvoorziening betreft, altijd al afhankelijk van den in voer”, aldus de heer Hagemann, en er is geen denken aan, dat wij door het op voeren van de productie ook maar op stukken na tot zelfvoorziening kunnen komen. Ondanks dat moeten boschbouw en boschbeheer doen wat zij kunnen om tot een zoo hoog mogelijke productie te komen. Gelukkig stonden het Nederiand- sche staatsboschbeheer en het boschbe heer van verschillende gemeenten reeds op een hoog peil, evenals een deel van den boschbouw in particulier beheer. Ook de 15.000 h a. bosch van de Nederlandsche Heidemaatschappij bleken uitstekend be heerd Van de totale 256.000 h.a. bosch in I Nederland is echter 80 pCt, in het bezit van particulieren en het is nu zaak om I ook dit deel van het boschbezit tot zijn hoogste rendement te brengen. Contröle een gemeenschapsbelang „Langs welke Wegen zal dat te béreiken zijn?” „In de eerste plaats door deskundige adviezen van de eigenaren en hun per soneel voor de houtvesterij. In de tweede plaats door voor zoover noodig, in het be lang der volksgemeenschap toezicht uit te oefenen van staatswege op het beheer van deze belangrijkste productiebronnen. Tenslotte levert ook de wetenschappelijke boschbouw, zooals deze door de landbouw- hoogeschool te Wageningen met eigen in stellingen en leerkrachten wordt bedre-1 ven, een belangrijke bijdrage. Voorts bleek het een gelukkige omstan digheid, dat ongeveer een vierde gedeelte van de- particuliere boischbezitters hun bosschen als natuurbeschermingsgebied door middel van de z.g. natuurschoonwet reeds onder bescherming van den com missaris voor de bodemproductie afdeeling boschbouw heeft gesteld, dat is dr J A. van Steyn, de directeur van het Staats boschbeheer. „In de behoeften van welke industrieën I kan de Nederlandsche boschbouw voor zien? „De voornaamste taak is de levering van mijnhout voor den Nederlandschen mijnbouw. Elke boschbezitter heeft dan ook de plicht, de productie van hout voor de steenkolenmijnen zoo hoog mogelijk op te voeren. Ik heb mij er persoonlijk in vele bosschen van overtuigd, dat in het bijzonder in de jongere aanplantingen veel hout gekapt kan worden, zoodat dit eener- zijds in het belang van den boschbouw I zelf is, terwijl het anderzijds de behoeften van den mijnbouw voor een groot deel dekken kan. Verder kunnen de Nederlandsche bos schen hout leveren, dat geschikt is voor de bouwnijverheid, voor den landbouw, voor de fabricage van lucifers, voor fixeer- doeleinden en niet te vergeten voor het tegenwoordig zoo veelvuldig gebruikte triplex. Om de zekerheid te verkrijgen dat de Nederlandsche boschbouw deze hoeveel heid hout voorloopig kan leveren, zijn van Nederlandsche en Duitsche zijde alle maatregelen genomen In de hierop betrek king hebbende verordeningen is een arti kel opgenomen, dat het den commissaris I voor de bodemproductie mogelijk maakt zoo noodig eiken boschbezitter te verplich ten tot levering van een bepaalde hoeveel heid hout van elke soort. Wij zullen ook hier den gulden midden weg moeten kiezen. Terwijl eenerzijds het kappen bevorderd moet worden, moet an derzijds aller roofbouw streng vermeden I worden. Het boschbeheer heeft nu tot taak gekregen, voor het oogenblik en voor de toekomst 30 pCt. van de totale behoef te van Nederland, zelf te leveren. Hierbij dient nog opgemerkt te wor den. dat ook aan de belangen van het natuurschoon, die in een klein land als Nederland zwaar dient te wegen een be voorrechte plaats is ingeruimd’ Verder is het zoowel voor de boschbezitters als voor de gemeenschap van belang, dat er ™ax'mumPr0zen voor het hout zijn vast- gesteld, zoodat schadelijke prijsopdrijving sohde°haen w«d‘ ®n de el8ena«-«> een sonde basis krijgen.’ PR,JZE VASTGESTELDE MAXIMUMPRIJZEN. BERICHT No. 5. De volgende prijzen mogen ten hoogste aan gebracht bij verkoop in den winkel of van L— GARNALEN. 1. Neen, dat is al weer 2 weken geleden. 2. Niet waar: Dublin is de hoofd stad van Ierland, 3. Waar. 4. Niet waar; de winter van 1936 was een kwakkelwintertje. 5. Waar. 6. Waar Beter nog: 1 zegel van /0.26 per ons „0.08 geknipt oW61118 De verkoopers van0^^^^ -^ <oed zichtbare wijze aan te brengen in hun winkel, etalage of op hun voe 8_ HET VRAGEN VAN HOOGERE PRIJZEN IS STRAFBAAR. BEWAAR DEZE OPGAVE EN GEBRUIK HAAR. Nieuwe opgaven kunnen de vroegere ongeldig maken. vn he. hoerende tot het er’chellln«. thans be- .eneeskun Brekel te wn F J A J' van den ambteenh- j VPrsum‘ toegevoegd aan het ambtsgebied van den geneeskundig in- opsommen, die in den volksaard 8 teld schijnen en ook aan de wetenschap in Nederland een eigen stempel verlee- nen. Zij spruiten grootendeels voort un de algemeene eigenschappen, aan net Nederlandsche volkskarakter verbonden zijn verdraagzaamheid, zijn sterk rechts gevoel, zijn koel en gematigd oordeel, zijn afkeer van ophef en eigen lof. De Nederlandsche beschaving is betrekken)k eenvoudig van bouw, toch zijn wij voor vreemden niet gemakkelijk te begrijpen Het beste in het wezen van ons volk ligt naar binnen gekeerd. Prof, van der Hoeve besprak vervol gens „de wetenschappen der afdeeling natuurkunde” behandelend de enorme ontwikkeling, die de natuurwetenschap pen in de laatste honderd vijf en twintig jaar hebben ondergaan. Nederland kan op dit tijdperk met trots terugzien, daar in menig gebied der natuurwetenschappen Nederlandsche geleerden mede vooraan stonden. Naast het wetenschappelijke werk in Neder land werd ook dat in Indië vermeld. Als leidraad, welke in het besproken tijdperk gediend heeft voor de verhouding van de natuurwetenschappen in Nederland tot die wetenschappen in andere landen, wordt beschouwd een gezond internatio nalisme ten bewijze daarvan haalde spr. vele voorbeelden aan. Gewagende van de karaktertrekken der meest sprekende Nederlandsche be oefenaren der natuurwetenschappen, leg de spreker den nadruk op het sterk in- dividueele van de wijze, waarop i- Nederland de wetenschap wordt be oefend op den grooten eenvoud van mannen als Lorentz, Kapteyn en vele anderen en op de volharding, waarmede zij onder vaak moeilijke omstandigheden een eenmaal begonnen werk voortzetten en tot een goed einde weten te brengen. 1 h.l. van ~Z 1. kool, industrie 2 h.l, (max

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 6