in
de hoofdstad
in
in
IEDER VERLANGT EEN
BEETJE GELUK
Het orgel in de St-Bavo gerestaureerd - Landverbetering
Sonny’s douche - Een niet alledaagsche huwelijksstoet
D
de Streek
Si
HA'AGSCHE COURANT DonaerSag TO April T9ÏT
TWEEDE Bt'AD
EEL'ILLETUM
W
OPMARSCH IN DE WOESTIJN. In gloeiende hitte rijden de
auto's door de zandzee. Zooals in Polen, in het Westen en op den
Balkan, worden in Afrika manschappen en wagens
(Hoffmann)
•op de proef gesteld.
I
1
(Nadruk verboden.)
precies als toen hij
er
zij had niet geant-
van
in
het politie-
nauwe
niet
over-
I
HAARLEMSCHE PAASCHKLANKEN. Het orgel in de oude
Sint Bavokerk te Haarlem heeft een grondige restauratie ondergaan.
Gedurende de Paaschdagen zal de bekende organist Georg Robert
het orgel weer bespelen. In April van het jaar 1735 werd een begin
gemaakt met den bouw van het orgel, dat een hoogte heeft van 20
meter en een breedte van negen meter en dat meer
dan vierduizend pijpen bevat (Polygoon)
TEGEN ZEER BILLIJKE CONDITIES KUNNEN DE TUINDERS IN „DE STREEK” hun akkers laten verbeteren.
De te hoog gelegen gronden, welke snel droog liggen, worden in werkverschaffing met ongeveer 1 meter ver
laagd. De weggegraven aarde wordt weer gebruikt voor het dichten van overtollige slooten. (Polygoon)
EEN ESKADER ITALIAANSCHE BOMMENWERPERS OP EEN VLUCHT BOVEN HET KANAAL
VAN SICILIË. (Holland)
wild kloppen in
dacht zij nog
NIET ELK BRUIDSPAAR begeeft zich op zulk een origineele
wijze in het huwelijksbootje als dit Amsterdamsche. Terwijl het
bruidspaar plaats heeft genomen in een spider, volgen de getuigen
in een ouderwetsche mailcoach. (Polygoon)
dèt
het
pas
goed! Ik garandeer u, dat als ik nog
twee of drie uur alleen met haar was
gebleven, ongestoord dan altijd, zei
Daar heeft zij niets over gezegd.
Waarschijnlijk heeft zij er niet (houden,
bijna pijnlijk j aan gedacht, u ziet, ook ik herinner
geweest. Voor hem waren het jaren, het mij nu pas.
GROOTE SCHOONMAAK IN DE ROTTER-
DAMSCHE DIERGAARDE BLU-DORP.
Om de bezoekers met Paschen waardig te
kunnen ontvangen, worden de olifanten eens
flink onder handen genomen. .JSonny" laat
zich wasschen. (Polygoon)
En wat moet ik doen?
f Wordt vervotocLX
hij met een woedenden blik op den
commissaris, dan zou zij mij alles
hebben verteld.
Leugens zou zij u hebben opge-
discht.
Neen, en opdat u het weet, com
missaris: ik trouw met dat meisje.*
WEENEN TOONT EEN SMAAKVOL
WANDELTOILET VOOR HET
VOORJAAR gemaakt van groene
jersey, met korte mouwen en met
een interessante verwerking
van het materiaal.
(Holland)
Steube staarde voor zich uit. Hij
dacht aan de vraag van den man:
Was je daarginds?
Daarginds, dat kon alleen Wenkhu-
sen’s villa zijn geweest.
Commissaris, zoo wendde hij
zich tot Brand, ik heb nog iets te
vertellen, over een korte ontmoeting
met een familielid van juffrouw
en bovendien was er nog
dan zij. Waarom was hij hier?
Zeker, wie het maar eenigszins kon
doen, ging op dezen heeten Zondag
naar buiten. Maar juist naar $ann-
see was Kurt gegaan. Dat kon eigen
lijk geen toeval zijn. Evenmin als
haar uitstapje toevallig was geweest.
Waarom spreekt u niet verder?
Brand boog zich over de tafel.
Verlicht uw geweten, u weet iets
van de zaak af, neem de verdenking
van u af, als n dat kunt.
Voor het eerst verscheen er een
lachje op haar gezicht, maar het
was een wanhopig lachje.
Ik weet niets, ik zweer u bij al
wat mij heilig is, ik heb den brief
riet geschreven.
Maar u weet, triomfeerde hij,
wie hem heeft geschreven.
Neen, gilde zij.
Jawel.
Hjj knikte.
Op de een of andere manier
weet u ervan. Weet u iets van Wenk-
husen’s verleden?
Ik heb mijnheer Wenkhusen van
daag voor het eerst gezien.
Het eene sluit het andere niet
uit, ik vraag u nóg eens, weet u iets
van Wenkhusen’s verleden?
Brand gaf het niet op, zijn aanval
len werden steeds zekerder. Hij pro
beerde het op alle manieren en in
alle toonaarden. Werd grof en zacht,
maar hij kwam niet verder. Ten
slotte verloor hij zijn geduld.
Ik laat u naar het bureau bren-
een ge-
hem bekroop,
tegenover den
man stond. Kurt Brehmer had een
zeer ongunstigen indruk op hem ge
maakt. Waarom was Ursula zoo ver
schrikt over deze ontmoeting ge
weest? Hij had het haar dadelijk ge-
-j maar r“ *“J -1
welke tusschen hun scheiding en her-
eeniging lagen. Voor hem was het
meisje alles! En hij was besloten
niets onbeproefd te laten, om haar
uit de moeilijkheden, waarin zij was
geraakt, te helpen.
Eensklaps dacht hij aan den man,
Mijn beste wenschen, zei Branddien zij hadden ontmoet, den man bij
bad haar in den trein gezien en was Brehmer,
dadelijk verliefd op haar geworden. I een dame bij, ik herinner het mij nu
En deze liefde was in de oogenblik-1 pas weer.
ken, dat hij om haar had getreurd Brand luisterde met groeiende be
ats om een doode, gelouterd. Hij had langstelling.
een verschrikkelijk verdriet gevoeld
ei zijn vreugde, toen hij haar onge
deerd terugzag, was
gen. Vanavond gaat u op transport
naar Berlijn, u bent gearresteerd.
Haar schreien ontroerde hem niet,
hij hield haar voor verstokt en toen
zij was weggebracht, liet hjj Steube
roepen.
Er was geen twijfel aan, dat Steu
be het jonge meisje pas vandaag
had leeren kennen en niets van haar
wist. Zijn papieren waren in orde en
een navraag bij het bureau had geen
ander resultaat, dan dat Brand hoor
de, hoe goed Steube bekend stond.
Brand begon hem te ondervragen.
Steube vergat niets, hij herhaalde
ook het gesprek, dat hij met Ursula
had gevoerd.
Heeft zij tegenover u bekend,
dat zij vluchtte voor de politie?
Ja, maar zij heeft er dadelijk
bij gezegd, dat zij onschuldig is.
Weet u wat uw plicht was ge
weest? bromde Brana. U had het
meisje dadelijk naar
bureau moeten brengen.
Maar Steube liet zich
bluffen.
Als ik het gevoel had gehad,
met een oplichtster te doen te heb
ben, dan was ik dadelijk op een agent
a'gestapt. Maa^ nu?
Steube lachte woedend.
Neen commissaris, voor
meisje steek ik mijn hand in
vuur. Ook nu nog, neen, nu
En die twee gingen in een auto
weg?
Ja, het was een kleine racewa
gen.
Het nummer?
Daar heb ik niet op gelet.
Brand dacht na, met gesloten
oogen zat hij achter de schrijftafel,
het was doodstil in de kamer. Na een
lange poos keek hij Steube aan.
Wat kunt u mij ervan vertellen?
Kurt, noemde hij zich. Kurt
Brehmer.
De commissaris greep den tele
foonhoorn.
Wij zullen zien.
Hij draaide de nummerschijf.
Gloeiend heet, nietwaar? zei hij,
toen hij zag, dat Steube zijn voor
hoofd afveegde.
•Maar juist kwam de centrale aan
de telefoon en Steube hoorde voor
het eerst, hoe verschrikkelijk hard
de politiemachine rolde, als zjj een
maal op gang was gebracht.
Eindelijk legde Brand den hoorn
neer.
Hebt u haast om naar Berlijn
terug te keeren?
Neen.
Dan zou ik u willen verzoeken,
u ter beschikking te houden, voor het
geval het noodig mocht zijn. Het kan
ook zijn, dat ik u nutteloos ophoud,
ik moet echter met alles rekening
droog. Ik vrees alleen, dat u met de telefooncel. Vreemd, dat alleen al
de daarbij behoorende feestelijkheden bij de herinnering daaraan
nog wel een tijd zult moeten wachten.voel van onbehagen
Maar dat is uw zaak. Heeft zij u nog 1
iets van den dreigbrief verteld?
Neen, riep Steube verbaasd,
hoe komt u daaraan?
O, zoo maar.
En u laat haar niet vrij?
Ik niet, neen. Over al het andere vraagd,
beschikt de rechter van instructie, woord,
maar ik kan u nu al zeggen, het ziet
er leelijk uit. i
Steube beet zich op de lippen.
Alleen het idee, dat Ursula in een
cel zat opgesloten, maakte
hem razend. Hij hield van het meisje
en nu hij haar in zulk een groot ge
vaar wist, hield hjj nog meer van
haar. Dat zij elkaar slechts een hal-
ven dag kenden, liet hem koud. Hij
24)
Alstublieft, murmelde Ursula,
zegt u mij, wat heeft men
mijnheer Wenkhusen geschreven,
beeft iemand geld... van hem ge
vraagd?
Aangenomen, dat u er niets mee
te maken hebt, let wel, ik heb ge
zegd „aangenomen”, wat kan het u
dan schelen, wat er in dien brief
staat?
Zij keek den man gekweld aan.
Geeft u toch antwoord. Ik heb
niets met den brief te maken,
maar...
Maar?
Het is zoo vreeselijk.
Ursula voelde een
haar slapen. Kurt,
steeds. Kurt! Zou hij het werkelijk
hebben gedaan? Nauwelijks een uur
geleden had hij haar gezien. Zij door
leefde nóg een keer het oogenblik
dear bij de telefooncel, zag het don
kere meisje heen en weer loopen en
toen kwam Kurt, niet minder verrast
door deze plotselinge ontmoeting
BI jr
\<R.
A-. -
.X
l
i
i
I
-