Een oud-Hollandsche boeren Gevangengenomen Grieksche soldaten f wagen voor sloop behoed - Een polderjongenscursus nabij Wanneperveen o IEDER VERLANGT EEN BEETJE GELUK [Spy O s 1 WH TWEEDE BLAD FEUILLETON s HAAGSCHE 'COURANT ZaïërHag T9 April 194T te (Nadruk verboden.) verzamelaars niet, hoofd. voor Steube en 4 zijn nog IN DE OMGEVING VAN WANNEPERVEEN volgt een twintigtal jonge boerenzoons een „polderjongenscursus”, om na het beëindigen van dezen cursus den polder in te gaan. Zij zullen de pioniers in den Noord- Oostelijken Polder worden en met hen nog een 160 jongeihannen, die in verschillende andere plaatsen een cursus volgen, om straks mee te kunnen helpen ons land een vruchtbaar gebied er bij te kunnen geven. De theoretische les. Het grondonderzoek is een van de groote vereischten waaraan -zij in de toekomst zullen moeten voldoen, (Polygoon) Ik. spreken. Waarover? Dat kan ik alleen tegen com mi» saris Brand zeggen. De beambte keek hem aan. Bent u de verloofde van de ge» srresteerde jongedame? (Wordt vervoUuUk op zijn neer en UIT DE HANDEN VAN DEN SLOOPER GERED. De Schermer tooneelvereeniging „Aurora" is in het bezit gekomen van een fraaien Oud-Hollandschen boerenwagen. Deze fraaie wagen was op een verkooping in handen van een opkooper gekomen en zou naar alle waarschijnlijkheid gesloopt worden. Doch leden van de tooneelvereeniging „Aurora” wisten er na veel moeite beslag op te leggen en nu zal de wagen, nadat hij gerestaureerd is, gebruikt worden voor folkloristische doeleinden. (Polygoon} IN HET FKIESCHE OLDEBOORN hebben de dorpseenden goed overwinterd. Iedere bewoner van het plaatsje heeft het recht, een of meerdere korven uit te zetten en een eendenei is niet te ver smaden. Met een bootje inspecteert men de korven in „De Hoorn". (Polyaoon) zat in dezelfde houding. Hij hield d« twee in het oog, zijn gezicht was vol spanning. Iets van deze spanning ging op» Steube over, daarbij kwam nog he* feit, dat hij Brehmer hier in Wann- see zag, hetgeen hem bjjna een wildst vreugde bezorgde. Hij ging we^, eerst liep hü langzaam, maar toetw hij er zeker van was, dat men hen* niet meer kon zien, begon hij te hol» len. Op den hoek zag hij een telefoon cel. Daar rende Steube heen, on® Brand zijn ontdekking mee te deelen« Maar hij werd op het laatste oogen» blik door een eleganten heer ve» drongen. Steube werd woedend. Neem mij niet kwaljjk, Ik was eerst! Een oogenblik geduld, ik ben da delijk klaar. Ik denk er niet aan. Hij probeerde den ander, die den knop van de deur reeds in de hand had, opzij te dringen. Laat u dat, ik ben politiebeamb te en ik heb een dringend dienst gesprek te voeren. Steube staarde den man aan. ik wil ook met de politie tijd zou zorgen. Hij was vol onrust. Een blik op zijn horloge zei hem, dat het büna half zes was. Ik zal den commissaris opbellen, dacht hy en een zwakke hoop, dat er een wonder mocht gebeuren, gloorde in zün hart. Hü liep door het boschje en stond op den stnaatweg. Het eene restau rant na het andere verrees daar en onder de bonte parasols zaten vroo- lüke menschen. Plotseling viel Steube’s blik op Kurt Brehmer. Deze ontdekking trof hem als een slag. Daar zat hü aan een tafeltje vlakbü het tuinhek, ver gissing was uitgesloten. Steube zou hem uit duizenden herkennen. Geluk kig zat Brehmer niet recht tegenover den straatweg, waardoor het moge- lijk zou kunnen zün, dat hü den man met de bronzen huidskleur onmiddel- lük herkende. Neen, zün opmerk zaamheid scheen door andere dingen in beslag te zün genomen. Hü staar de strak naar één punt en toen Steu be de richting van zün blik volgde, zag hü aan een tafeltje, vlak bü het muziekpaviljoen, de donkerharige jongedame zitten. Zij was niet alleen, een heer zat tegenover haar, maar Steube zag alleen diens breede schou ders. De twee praatten erg opgewon den met elkaar en als Steube goed had gezien, was de jongedame het meest opgewonden. Steube’s blik ging terug naar Brehmer, de man DE ZEGEVIERENDE DUITSCHE TROEPEN OP DEN ömlah Dertig kilometer voor het eerste Zuidslavische pantserwerk vloog de brug de lucht in, welke door de Zuid-Slaven opgeblazen werd. -Snel werd echter door de Duitsche pioniers een bruikbaren weg gemaakt, zoodat de tocht van de zegevierende Duitsche pantser wagens ongehinderd naar Saloniki kon plaats hebben. (Links.) De marsch in gevangenschap. Op de gezichten komt het onbe grijpelijke nog duidelijk tot uitdrukking. Hat zijn gevangenen, die zich na harden strijd in de Metaxas-linie overgaven. (Rechts.) (Atlantic-Holland) 31) Maar zoolang er zün, zullen er zulke buitengewone prijzen worden betaald. De vraag re- wel een grofheid zeggen, welke onder deze omstandigheden, slikken. Maar er was niets doen. Opbellen moest hü. Hü draaide het nummer. Maar hü kreeg de boodschap, dat de commis saris niet te spreken was. Neen, ook niet als het dringend is, hü heeft de opdracht gegeven hem niet te storen, ik kan u met een anderen commissaris verbinden. Neen, dank u, dan bel ik over een half uur nog wel eens op. Apro pos, ik heb gevraagd mü iemand te sturen, om naar de inbraak in mün Sedert hü bü Wenkhusen was ge weest, liep hü door Wannsee rond en peinsde, hoe hü haar zou kunnen hel pen, maar hü zag geen uitweg. Hü was er van overtuigd, dat de man, dien zij bü de telefooncel hadden ont moet, een rol in de geschiedenis had gespeeld, mhar hü kon niet begrü- pen welke. En de jongedame met het donkere haar, die bü hem was, speelde zü er ook een rol in? Neen, hü vond de oplossing niet... Hü ging naar Biendermann; de bootenverhuurder was bezig zich te scheren. Kin en wangen zaten vol zeep. Aan een boom hing een spie geltje, dicht bü hem zat zün vrouw en schilde aardappelen. Biendermann ontving Steube, niet vriendelük. Eerst had hü Steube al leen maar gevaarlek gevonden, maar nu vond hü ook het meisje, dat een boot bü hem had gehuurd, zeer verdacht. Ja, zoo kon men zich vergissen, de jongedame, die zoo royaal met haar geld was omge sprongen, was geen jongedame, maar een vrouw, die iets had uitge voerd. Hü maakte van deze meening geen geheim. Toen hü zoo stond te schelden, zonder metscheren op te houden, liet zün vrouw het mes zak ken en keek den man met de bronzen huid verbaasd aan. Steube praatte bezwerend, Biender mann vergiste zich, heusch, het meisje was het slachtoffer van een misverstand. Hü, Steube, behoorde niet tot hen, die dadelük veroordeel den. Integendeel, hü wilde probeeren. greep naar zeepte zich kelder te komen zien. Ja, commissaris Brand weet er van. Ik meen, dat hü in den loop van den middag zelf nog even bü u komt. Dan is het goed, dank u. Wenkhusen legde den hoorn neer. Brand kwam dus zelf nog even. Des te beter, dan kon hü hem de mys terieuze geschiedenis met de brand kast vertellen. Een idiote Zondag, een zeer idiote Zondag! Wenkhusen zonk stoel voor de schrüftafel staarde voor zich uit. Kük uit je oogen, ouwe slaap kop! Met knarsende remmen stond de taxi dwars over de straat en de chauffeur gaf op luide wüze lucht aan zün woede over den voetganger, die midden over de straat liep. Dat loopt maar slapend rond en meent, dat hij alleen op de wereld is, niet? Schiet op, ga naar je moe der en la&t je door haar helpen. Ga je uit den weg, of ik zal je leeren! Hoe is het mogelük, dat zooiets nog vrü rondloopt! Werner Steube had zich op het laatste oogenblik weten te redden, nu stond hü op den stoeprand en luister de naar den chauffeur. Als de taxi hem aangereden zou hebben, dan was het zün eigen schuld geweest. De chauffeur bleef schelden en schold nog, toen al lang was doorgeloopen. Steube dacht aan Ursula en aan het gevaar, waarin zü verkeerde. iets te doen, om de zaak op te hel deren. Hoe wilt u dat dan doen? Biendermann scheerkwast en eens in. De politie op een dwaalspoor brengen? Pas maar op, dat zü u ook niet pakken. Steube kwam een stap naderbü. Was dit de eerste keer, dat zü een boot bü u huurde, of hebt u haar al eerder gezien? Neen, dat zou ik dadelük weten. En een heer in zoo’n wit cos- tuum, u weet wel, zooals nu veel wordt gedragen, was die vaak hier, zün gezicht is een beetje breed, kunt u zich hem soms herinneren? Neen, Biendermann kon het misschien wilde hü het ook niet. Ik wil niets met dat zaakje te maken hebben, zei hü. De boot is terug, ik heb mün geld en meer kan me niet schelen. Steube ging, hü had op zün vin gers kunnen natellen, dat hü niets zou bereiken. Hü nam denzelfden weg, welken hü met Ursula had ge- loopen, hü ging naar de hoogte en nam. plaats op de bank onder de kastanjes en staarde naar het meer. De Zondagmiddag liep ten einde. Ge- woonlük had Steube zich om dezen tüd reeds weer verheugd op den Maandag i op zijn werk, nu echter dacht hü vol afschuw aan den werk dag, waarop hü voortdurend inge spannen moest werkc -. en dus geen DE NIEU WE POLL TIE-UNI FORMEN TE AM STERDAM. Een eer ste luitenant van de A’darpsche politie, voor heen inspec teur eerste klasse. (Polygoon) geit den prüs. Hü zette de cassette in de brand kast en legde ook de zevenduizend mark weg. Hü schudde nog eens het Al deze opwinding... niets. Wat zou Brand zeggen? Hü werd plotseling bang. In ge dachte hoorde hü het lachje van den commissaris, misschien zou hü zelfs men, moest aan te hebben voor Ursula O.Ü S j w. 5 F S

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5