Het De Vischhal zaaien van m stalhouderij-inventaris van een De Vuurtorenwachter HAAGSCHE COURANT FEUILLETON Dinsdag 6 Mei 1941 TWEEDE BLAD boonen op vrijgekomen bollenvelden Amersfoort wordt gerestaureerd - Verkoop W 'V; 10) ws - - STROOM VAN (Nadruk verboden.) oogen- het haar meisjes in hier normaal of poging HOOFDSTUK VI het van (.Wordt vervolgd.}, IN DEN HAAG HAD EEN VERKOOPING PLAATS VAN DEN INVENTARIS VAN EEN STALHOUDERIJ. VERSCHEIDENE SOORTEN VAN VOERTUIGEN WERDEN OP STRAAT VERKOCHT. TIJDENS DE VERKOOPING. (Polygoon) EEN DER BEELDEN AAN DEN INGANG VAN HET ZUIDERPARK IN DEN HAAG IS GEPLAATST. HET ENORM ZWARE BEELD WORDT OP ZIJN VOETSTUK GEHESCHEN. (Polygoon). toren en gra- was zoo TROEPEN VAN HET DUITSCHE AFRIKA-CORPS bij hun op- marsch in de woestijn. (Orbis-Holland) lantaarn hecht en bovendeel PRODUCTIESLAG 1941. Ook de bloembollen-kweekers leggen zich toe op de voedselvoorziening. Naast de bloeiende tulpenvelden, worden op de vrijgekomen velden thans witte en bruine boonen gezaaid. (Polygoon) OP HET ONZE-LIEVE-VROUWE-KERKHOF TE AMERSFOORT staat een 17de eeuwsch gebouwtje, de vischhal, dat in verregaanden staat van verval verkeert. Binnenkort zal deze vischhal gerestaureerd worden. (Polygoon) HET TERUG- Hoffmann) Hij behoefde niet lang op het sig naal te wachten. Het gedrag van den barometer en thermometer was hem eenigszins een raadsel. Terwijl de barometer maar steeds daalde, ging het kwik in den thermometer steeds meer omhoog. Lage druk en hooge temperatuur zijn in Januari in deze streken geen bijster gunstig voorteeken. Hij had nog hoop, dat bij het omgaan van het getij ook het weer zou veranderen. Maar spoe dig moest hij die hoop opgeven. Steeds heviger sloeg de zee tegen de rots en dit was nog maar een voor bode van wat hij kon verwachten. Hij begreep, dat een storm een zeer on regelmatige baan over den Atlanti- schen Oceaan en de Noordzee had be schreven en nu de Noorsche kust na derde. Het rumoer van het tegen de rots slaande water verontrustte hem op zichzelf niet in het minst. Hoog stens zou de rots in enkele dagen niet te bereiken zijn; dan moesten de meisjes overdag maar de wacht op zich nemen en leeren uitkijken en het eentonige leven verdragen. In het ergste geval zouden ze wat zenuwachtig zijn! Hij peinsde erover, hoe wonderlijk het was, dat zij juist dezen dag hadden moeten kiezen om hem te komen opzoeken. Een trilling voer door den toren. Olsen hoopte maar, dat de meisjes niet door het lawaai gewekt zouden worden en als dit onverhoopt toch het geval zou zijn, dan verwachtte hij, Ja, en wat voor inbrekers: wind, regen en hagel! Ik moet alles vast zetten. Gaan jullie straks maar rus tig slapen tot ik je morgen kom roe pen. Toen Olsen weer aan zijn verslag zat te schrijven, vroeg Dagmar: Om half twee is het hoog water, hè vader? Hij knikte alsof het een heel onbe langrijke zaak betrof. Ik zou zoo zeggen, dat we heel boos weer krijgen. Och, het zal wel losloopen, zei hij luchtig. Komen de golven hoog? hield zij aan. Olsen, die nu begreep, dat zij zeker heid wilde hebben, besloot haar gerust te stellen door zoo volledig mogelijke inlichtingen te geven en hij slaagde daarin vrijwel. Even na negenen kuste hij de beide meisjes voor het eerst na twee maan den weer goeden nacht. Ze beloofden niet te blijven praten en Hildur zei, dat ze als bewijs op de electrische schel zou drukken vlak voor zij in haar kooi kroop. De hondenwacht Olsen was zich bewust groote gevaar, waarin zij zich be vonden. Even voor de meisjes waren I bovengekomen, had hij een eigenaar- van den toren zóó, dat Olsen meende, dat het einde gekomen was en een maal stond hij reeds op het punt zjjn leven aan de leuning toe te ver trouwen. Plotseling verminderde het schijn sel van de lamp en terwjjl hij zich daarmee bezig hield, hoorde hij weer het veel luidere en voor iemand, die het voor het eerst hoort, veel angst aanjagender geluid van hooge gol ven, welke tegen den toren werden ge slagen. Maar het fluitende geluid van de tornado was verdwenen. Gelukkig, het gevaar was geweken! De orkaan had iets langer dan een half uur geduurd. Reeds kwamen Hildur en Dagmar met de chocolade naar boven. Ik geloof, dat het nog veel erger is geworden, was het eerste, wat Hil dur zei. Dat zü dit meende, was een gevolg van het feit, dat het gehuil van den wind het zeegeruisch niet meer over- heerschte en men het oorverdoovend geraas van de golven hoorde. Maar vader, wat bent u bleekt En uw voorhoofd is kletsnat, wat heeft u gedaan? Olsen veegde vlug zijn gezicht met zijn zakdoek af. Ja, ik moest even buiten zijn en toen sloeg er juist een groote hoop schuim tegen den toren. DE OPMARSCH VAN DE WAFFEN-SS. IN GRIEKENLAND. DE KOMENDE GRIEKSCHE LEGER. dat zij het trillen van het gebouw aan den wind zouden toeschrijven en daar in niets bijzonder onrustbarends zou den zien. Maar plotseling mengde zich een nieuw geluid tusschen de andere ge luiden, welke hij al zoo menigmaal had gehoord, als een woedende storm om den toren gierde. Hij keek op de klok het was even na midder nacht. Het was een gillende klank, welken hij als iets vreemds onderscheidde en welken hij zich niet herinnerde ooit eerder gehoord te hebben. Lang zamerhand werd hem de beteekenis ervan duidelijk: hij bevond zich mid den in een orkaan; alleen de dikke glazen wanden beschutten hem. De wind had een snelheid van meer dan 80 kilometer per uur. Nog nooit had Axel Olsen zoo’n ontstellen den orkaan beleefd. Het was erger dan een orkaan... het was een tor nado! Hjj probeerde naar buiten te kijken. De lucht was vol schuim, maar de zee zag er betrekkelijk rus tig uit, doordat al het water, dat op gezweept werd, direct tot schuim verpoederde. Maar zoo nu en dan werden er enorme watermassa’s op genomen en met een kracht, veel grooter dan van een kanonskogel tegen den vuurtoren aangeworpen. Als Olsen ooit zou weten wat angst was, dan zou hij het nu leeren, want hij wist, dat de toren wel als een dige beweging van de waargenomen; het heele kunstig geconstrueerde van den vuurtoren had angstaanja gend geschud. In de overtuiging, dat elk blik het laatste kon zijn, besloot Ol sen een poging te doen om de meisjes in veiligheid te brengen zonder haar te verontrusten. Zelf kon hij het licht niet in den steek laten. Als hij meen de, dat het einde gekomen was, zou hij naar buiten gaan en zich aan de ijzeren leuning, welke aan het nieten lichaam van den vastgeklonken, vastklemmen probeeren zijn leven te redden en an ders... anders zou hij met de lamp het Skagerrak worden ingeslingerd! Maar in elk geval moesten de meisjes weer naar beneden, vóór zij iets van het gevaar, dat haar be dreigde, bemerkten. Ik moest jullie eigenlijk een standje maken, begon hij, maar ik zal het maar niet doen. Kunnen jullie niet even naar de keuken gaan en wat cacao klaar maken; ik heb wel zin in een hartversterking. Wat het Olsen kostte om op dezen luchtigen toon te spreken, is eenvou dig niet te beschrijven. Maar zijn ver zoek had gelukkig de beoogde uit werking. Even voor zij de kamer uitgingen, draaide Olsen zich nog eenmaal om en wierp een blik op de beide meisjes, misschien zijn laatste in dit leven! Driemaal nog schudde de top blok graniet zou blijven staan, maar dat er groote kans bestond, dat de glazen lantaarn zou worden afgerukt en hij zou worden meegevoerd. Zjjn adem bleef in zijn keel stok ken, toen hij aan de twee meisjes in het kamertje beneden dacht. Maar zijn plicht riep hem, de hevige druk had invloed op de lamp, welke nu bij gesteld moest worden en Olsen be sloot bij het verstellen der schroeven aan deze levenlooze dingen een voor beeld te nemen en onbewogen door gevaren, tot het bittere eind zijn plicht te blijven doen! En als hij op zijn post den dood vond: het licht zou in zijn laatste flikkering mis schien nog een schip voor den onder gang behoeden. Hij hoorde het tikken van ijzer tegen ijzer en omkijkend, zag hij de beide meisjes in de deuropening staan. Is dit weer heeft u het speciaal ter eere van ons besteld? vroeg zijn dochter met een bewonderenswaardige poging tot scherts. M a' Hildur, die moeite had haar tranen te bedwingen, zei hulpeloos: O vader, ik ben zoo bang. ’tiA .V' - UB VX - -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5