Velp van van Défilé voor den leider der N.S.B. te Utrecht - Het Cauberg-criterium verreden A.D.O.-V.S.V. - Wandeltocht van den A.N.W.B. in de omgeving «1 De Vuurtorenwachter f 'V. 'O '1 r. 1 tg B HAAGSCTJE COURANT Maandag 12 Mei 1941' TWEEDE BLAD FEUILLETON - ju- F o r- ril ft/ TER GELEGENHEID VAN DEN 47STEN VERJAARDAG VAN DEN OM HET VOETBALKAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND.1 LEIDER DER N.S.B. Ir. A. A. Mussert, werd Zondag door dui- Zondag werd te den Haag de wedstrijd A.D.O.V.S.V, hem renden partij genoo ten op 11, gespeeld in het propvolle A.D.O.-stadion. Keeper Koek gedefileerd. Tijdens het voorbijtrekken der weet een gevaarlijk moment voor zijn (Polypoo») 6000 W.A.-mannen. (PolypooM doel te keeren. DE A.N.W.B. organiseerde Zondag een fraaien wandeltocht onderweg in het bosch. hoe (Nadruk verboden vroeg te doet zoo dit dat ge- £Wordl vervolgd,} in de schitterende omgeving van Velp. De deelnemers (Polygoon} i maar zeggen, begon zij. op wel van Tot een een VIJF BROERS WERDEN KINNEN TIEN 1V.AANDEN TEGELIJK VADER EN OOM. Deze vijf broers uit Kalamazoo in Amerika hebben een zekere ééndags beroemd heid gekregen, leder van hen werd in verloop van 10 maanden vader, zoodat dus ook allen gelijktijdig oom werden. Onze foto toont de jonge Amerikanen met hun zoons en dochters resp. neven en nichten. (Scherl) haar wat ZONDAG WERD TE VALKENBERG het tweede internationale Cauberg-criterium verreden, ditmaal gewonnen door den Limburger Hub. Sijen uit Maastricht, in den tijd van 2 uur 52 min. 12 sec. De kopgroep komt onder een schilderachtig poortje door een der bochten. (Polygoon) Misschien heeft zij vader vroeger gekend, antwoordde Dagmar. Het wrak was nu geheel uiteen ge» slagen. De eetste groote golf van het nieuwe getij beukte den toren en deed de vrouwen in de slaapkamers in angstig gejammer uitbarsten. Och, ga jij er even naar toe, Hil- dur, zei Dagmar. Zeg maar, dat ze heelemaal niet bang behoeven te zjjn! Hoogerop verzorgde Olsen de lamp en praatte met den eersten officier, Cfonstedt. De zeeman had hem met weinig woorden, zooals men dat meestal bij menschen van zijn beroep aantreft, verteld, dat de „Dovre» fjeld” een heel voorspoedige reis van New York had gehad, tot ze, niet ver van het Skagerrak, in een cycloon te recht kwam. De eene officier schudde zijn vuist, toen ze over den omgekomen kapitein praatten. Het strekt hem tot eer, dat hij mee naar den kelder is gegaan, maar hij heeft de schuit te hard laten loo» pen. Hij wilde niet naar mij luisteren. Hij wou maar met alle geweld een nieuw record met de schuit maken. Die heeft nu al bijna vier-en-twintig jaar elk jaar een veertig keer den Oceaan heen en terug overgestoken; bij de laatste veranderingen Is ze wel een tien meter langer geworden, maar de kracht van de machines werd haast niet vergroot. droogd worden. Als u het goed vindt, zal ik voor het drogen morgen. Ik ben bang, dat sommigen het anders niet zullen overleven. De meisjes moesten toestemmen, dat dit een heel goed idee was. Dag mar ging naar boven en in de eerste kaAer, waar zij vroeg of mevrouw Vansittart daar ook was, kwam uit een hoek een toestemmend antwoord van een ietwat hooge, maar niet on vriendelijke stem. Een dame, die al op de onderste kooi beslag had ge legd, richtte zich op haar elle boog op. Als in alle vertrekken, behalve die, welke op Olsen’s bevel gereser veerd waren, was de atmosfeer hier door het groote aantal menschen, die ieder lang geen drie vierkanten meter tot hun beschikking hadden, om stikken. Het eenige voordeel van de aanwezigheid van al die menschen in zoo’n kleine ruimte was, dat het er door de menschelijke lichaamswarm te niet zoo erg koud was. Dagmar, niet vrij van nieuwsgie righeid, hield haar lantaarn zoo, dat het volle licht op het gezicht van mevrouw Vansittart viel. Ze zag een mooi gezicht, maar met een harden trek om den mond, een trek, welke echter onmiddellijk voor een glimlach plaats maakte, toen mevrouw Vansittart vroeg: Zoekt u mij? Dagmar had geen tijd om zich re kenschap te geven van het gevoel, de andere vrouw beangstigde mar. Met een diepen zucht VIJF PAAR DOGEN KIJKEN CRITISCH naar het bedienen door dezen candidaat op het examen voor steward voor civiel personeel ter koopvaardij, dat in het gebouw voor den werkenden stand te Amsterdam werd gehouden Polygoon 15) Toen hij weer terugkwam, hij aan Dagmar: Wilt u mij misschien even ver tellen, in welk vertrek de dames zyn ondergebracht? Ze zijn in de beide slaap kamers. Ik weet heusch niet wat ik beginnen moet, want ze zitten daar allemaal in haar drijfnatte kleeren en wij hebben ook alleen maar wat wij aan hebben, doordat we hier van middag pas gekomen zijn. Ja, zei hij, daar heb ik me ook al bezorgd over gemaakt; er is een Amerikaansche dame bij, waar ik bijzonder belang in stel: mevrouw Vansittart. Ik wil mevrouw Vansittart wel vragen, of ze even naar buiten wil komen, dan kunt u haar spreken... antwoordde Dagmar. Nee, nee, dat behoeft heelemaal niet. Zegt u haar maar, dat ik ge zond en wel ben. Dat is alles en mag ik misschien nog iets voorstellen? Heel graag. Het za] allemaal best gaan, als de vrouwen na elkaar in bed gaan en haar kleeren dan onderwijl ge- maar niet ongerust, zei deze, mevrouw Vansittart is erg overstuur. Ik zal wel bassen. U heeft denkelijk anders te doen. Dagmar voelde dadelijk, een goede raad was. Ze vertelde den dames, hoe zij haar goed het best konden laten drogen, door achtereen volgens van de kooien gebruik te ma ken. Toen ging zij naar de andere slaapkamer en deed daar dezelfde mededeeling. Met de gewonden in het ziekenhuis ging het lastiger. De kleine meisjes kleedde zij zelf uit en trok haar een van Olsen’s flanellen hemden aan. Andere kleedingstukken van Olsen stelden de gewonde dames in staat ’0 toen ze het gezicht van de dame zag. Zij kon nauwelijks de gedachte van zich afzetten, dat zij mevrouw Van sittart eerder had gezien, ofschoon de naam haar volkomen onbekend was. Ik kwam alleen dat meneer Payne... I Charlie, is hij gered? O ja, zei het meisje opgewekt. Weet u niet, dat u allemaal uw leven aan zijn moed te danken heeft? Hij heeft mij gevraagd u te zeggen, dat hij volkomen in orde was. Ik weet niets, zuchtte zij Het was allemaal zoo verschrikkelijk. Het waren geen menschen meer in de salons; het waren tijgers, erger dan tijgers. Dagmar boog zich over haar en legde zacht een hand op haar voor hoofd. U moet dat allemaal zoo gauw mogelijk vergeten, zei zij kalmee- rend. Zij hield de lantaarn iets lager en zag nu weer denzelfden harden trek om den mond van mevrouw Vansit tart, welke zoo’n vreemd contrast met haar glimlach vormde. Haar kleur van opwinding maakte plaats voor een doodelijke bleekheid. Wie ben je? fluisterde zij jaagd; kind, wie ben je? Mijn vader is de vuurtoren wachter hier, zei Dagmar, ik ben hier maar toevallig, ik... Maar je naam? Dagmar Olsen. Dagmar Olsen, zei je... en heet je vader? Axel Olsen J maar u moet pro- beeren kalm te blijven. De vreemde blik in de oogen van Dag- zakte mevrouw Vansittart opeens in elkaar en verloor haar bewustzijn. Dagmar was werkelijk bang ge worden. Er scheen alle karts te zijn, dat er in de gegeven omstandigheden gevaar voor de gezondheid mevrouw Vansittart bestond, haar groote opluchting kwam van de andere dames, eveneens Amerikaansche, die alles had ge hoord, haar te hulp. Maak je zich van droge kleeren te voorzien, terwijl de man, die in het veldhospi taal dienst had gedaan, de beide erg ste gewonden kleeren van Lie en Pontin aantrok. Dagmar vloog de trappen op en af, terwijl Hildur uit alle macht werkte, om allen wat warms te bezorgen. Ook Payne werkte als een paard. Toen de doorweekte kleeren hem werden gegeven om te drogen, wrong hij ze eerst uit en bewerkte ze dan heel handig met het gevolg, dat de keuken spoedig in een soort Turksch bad was veranderd. Na een uur had hij de voldoening, dat het grootste deel van de vrouwen in warme en bijna droge onderkleeren was ge kleed. Met de zwaardere bovenklee- ren kon hij natuurlijk weinig be ginnen. Eenmaal hield Hildur Dagmar op de trap tegen. Mevrouw Vansittart vreemd, zei ze. Dagmar, die zooveel aan haar hoofd had, had deze dame heelemaal vergeten. O, ik heb haar heelemaal verge ten; hoe gaat het met haar? O, wel goed, maar toen ik haar kleeren kwam brengen, zei zij: Bent u een zuster van Dagmar Olsen? Ik had geen tijd om haar alles uit te leggen en heb dus maar „ja" gezegd. Ze keek mjj toen zoo vreemd aan en toen maakte zij glimlachend haar ex cuus, dat zjj mij had lastig gevallen. de Maliebaan te Utrecht voor -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5