Het nieuwe van m tien gulden - Een open zwembad te Amsterdam Een tuinman onder de dieren bankbiljet den Noord-Oost-Polder Ploegen o In i Li I De Vuurtorenwachter fl F HAAGSCHE COURANT Donderdag 15 Mei 1941 TWEEDE BLAD FEUILLETON i ISr /d'WÉ V F OPENT) WORDEN. KIJKJE LANGS DE KLEEDHOK JE S VAN DIT NIEUWE ZWEMBAD. (Polygoon) DE EERSTE GEWASSEN GROEIEN IN DEN NOORD-OOST.POLDER Een landbouwer te Blokzijl, DE te moeten {Nadruk verboden.) ze. te [Wordt vervolgd.J een DE NEDERLANDSCHE BANK ZAL EEN NIEUW MODEL BANKBILJET VAN 10,— IN OMLOOP BRENGEN. Links: de voorzijde met een gegraveerd portret naar het schilderij ,,De schoone Herderin" van Paulus Moreelse. Rechts de achterzijde. de heer J. Nijland, is er toe over- gegaan een strook grond van den Noord-Oost-polder, welke op sommige plaatsen voor de Overijselsche kust is drooggevallen, in cultuur te brengen. Dit jaar zullen er aardappelen, erwten, bieten en haver op geteeld worden. Het vruchtbare, doch nog kale land wordt geploegd. Op den achtergrond de zee. (Polygoon) over een IN HET HARTJE VAN DEN HAAG wordt het oude beroep rietdekken nog beoefend. Met behulp van klimklouwen werken de rietdekkers zich steeds hooger op, totdat zij de nok bereikt hebben. De rietdekkers aan den arbeid. Pnlvaonn voorsteller te DE ZOMER-GARDEROBE WACHT OP ZOMERSCH WEER. (Polygoor HET OPEN ZWEMBAD AAN DE JAN VAN GALENSTRAAT TE AMSTERDAM ZAL ZATERDAG A.S. GE- (PolygoonX con- Dagmar niet zag, dat ze haar linkerarm in een verband droeg, was bang, dat ze zou vallen en liep op haar toe om haar te helpen. Dank u wel, meneer Payne, zei het kleine meisje met een alleraar digst air van damesachtige waardig heid. Dat heb je er uitstekend afge bracht, prees Payne, maar vertel me nu eens, hoe je hier komt. Wie heeft gezegd, dat je zoo maar door den toren mocht loopen? Het antwoord op deze vraag kwam pas, toen Mimi aan Elsie’s zijde stond. Mimi scheen een jaar jonger. Behal ve, dat Elsie’s arm en schouder ge wond waren, waren ze zonder letsel aan de ontzettende ramp ontsnapt. Ook haar humeur was weer in de beste orde. Mimi kwam naar de kamer voor het ontbijt, legde Elsie tenslotte uit. We hebben vreeselijken honger en toen ik mevrouw Taylor om nog een beschuit vroeg, begon ze te huilen. En toen ik zei, dat we dan moeder gingen zoeken, begon ze weer te hui len. Ja, bevestigde Mimi, we heb ben vreeselijken honger. E.i alsje blieft, voegde ze er aan toe, zegt u ons waar moeder is! ter op een blad naar de dienstkamer. De onvermoeide Axel Olsen was op den buitenomgang om een bemoedi gend signaal van Frettenör te beant woorden. De Amerikaan zette het blad op de schrijftafel en keek er met een ver langenden blik naar. Een paar minuten gingen voorbij. Olsen was bezig de laatste vlaggelijn binnen te halen, toen de jonge Ame rikaan trippelende voetstappen op de trap hoorde. Loop niet zoo vlak achter mij aan, zei een kinderstem. Mijn arm doet nog pijn als ik hem teveel be weeg. Een kopje met verward blond haar verscheen boven aan de trap in het licht van de lamp. Het was een van de twee kleine meisjes, die Payne niet had gezien, sedert zij van het dek van de zinkende „Dovrefjeld” naar den toren waren geheschen. Hun verbazing was wederkeerig. Het kind, een meisje van een jaar of acht, dat met haar moeder, een Noor- sche, van Boston naar Noorwegen reisde om bij haar grootmoeder in Stavanger te gaan logeeren, herkende in hem een speelkameraad van de mooie dagen aan boord. Met een uit roep van tevredenheid draaide het kleine meisje zich om. Ik heb toch gelijk gehad, Mimi! Jij zei het was beneden en ik zei, dat het boven was. Hier heb je de groote lantaarn... en meneer Payne! Ze verhaastte haar stap. Payne, die vriend van u te wezen, juffrouw Ol sen. als u over al uw vrienden op die manier spreekt, zei de Amerikaan droog. Wé houden allemaal erg veel van Björn, verduidelijkte Hildur. Het is heel toevallig, dat hij gis teren niet met ons mee hier naar toe is gekomen. Ik had het hem verboden, ver telde Dagmar. Hij had maar drie dagen verlof en ik vond het noodza- keljjk, dat hij den eersten middag naar zijn moeder ging, inpiaats van als een hondje achter Hildur aan te loopen. Hoe durf je Björn als een hondje aan te duiden? protesteerde Hildur. Neem me niet kwalijk, merkte Payne op. Ik ben erg blij, dat uw zuster een minder vleiende kwalifica tie van hem heeft gegeven! Er klonk zulk een blijdschap in Payne’s stem, dat Hildur een mo ment haar oog van de boot afwendde. Ze begreep heel goed, dat zijn op merking iets heel anders beteekende dan een hatelijkheid aan het adres van haar hartsvriend! Maar de wending, welke de versatie nam, beviel erg en ze zei zakelijk: We staan hier onzen tijd te ver praten, Hildur, jij en ik behoorden in de keuken te zijn. Wij hebben tenmin ste nog wat kunnen slapen, maar ik ben er zeker van, dat u vannacht geen oog hebt dichtgedaan. Ik zal ONLANGS IN DEN HAAGSCHEN DIERENTUIN AANGEKOMEN KAMEEL VERTOONT NEIGINGEN TOT TUINIEREN. (Polygoon) zorgen, dat vader en u een paar uur gaan liggen, direct na het ontbijt Dagmar, fluisterde Hildur, zoo- dra de Amerikaan haar niet hooren kon, zooiets heb ik nog nooit be leefd! Ik geloof, dat Payne op het eerste gezicht... het lijkt waarachtig wel iets uit een roman...! Ik vind, dat je onder deze om standigheden dergelijke flauwe op merkingen wel voor je kunt houden, zei Dagmar geprikkeld, maar met een vuurrooden blos op het gezicht. Ik vond jou met je opmerking over Björn anders ook rijkelijk flauw, verdedigde Hildur zich. Het andere meisje bleef hierop het antwoord schuldig. En ze bleef zwij gen, tot ze den proviandvoorraad in specteerde voor den komenden maal tijd. Een en tachtig! mompelde Wat een massa menschen voor zoo’n beetje eten! Wat geeft het, of je er zeurt? meende Hildur. Waar wil is, is een weg. Je moet maar denken: morgen schijnt de zon weer, al zit die vandaag achter de wolken! Maar Dagmar was voor een derge lijke, oppervlakkig-optimistische re- deneering niet toegankelijk. Haar helder verstand zag een donkere schaduw over de dingen liggen en die schaduw verjoeg alle gedachten aan den knappen jongen man, wiens op merking een blos van verrassing op haar gezicht had gebracht. Hoe vreeselijk zou het zijn, honge- 18) Dagmar volgde de bewegingen van de „IJgdrasi’” door een zeekijker en pas toen zij Hildur de kamer hoorde binnen komen en Payne vriendelijk goeden morgen wenschte, keek zij even op. Björn is aan boord, kondigde zjj aan. Maar er zijn nog een massa an deren: half Christiansand. Hildur voegde zich bij haar zuster en Payne volgde haar voorbeeld. Aagaard was duidelijk zichtbaar in zijn oliejas. Wie is die kapitein van dat bootje? informeerde Payne. De meisjes begonnen allebei lachen. U bedoelt Björn? Maar die is de kapitein niet. Hij is een vriend van ons, een marine-officier. Björn is zeker zijn voornaam? vroeg Payne verder. We zullen u even de afstand behoeft geen beletsel zijn, zei Dagmar luchtig. Meneer Payne, mag ik u even voorstellen: luitenant-ter-zee Björn Aagaard, een van de beste menschen op deze wereld. Het moet prettig zijn om rigen met een weigering af schepen! Toen Payne weer bij haar kwam, zag ook hij den omvang van de nieuwe moeilijkheid. De vermoeienis sen van den emotievollen nacht eisch- ten, dat de overlevenden van de schipbreuk krachtig en voldoende voedsel kregen. Allen, tot de gewon den in het hospitaal toe, waren ont zettend hongerig en het rantsoen was een halve kop thee en een halve scheepsbeschuit I Voor het middagmaal zou er per persoon beschikbaar zijn een half ons vleesch of spek, één aardappel, wéér een halve beschuit en een hoe veelheid water ter grootte van een wijnglas vol. Voor het souper was het rantsoen vastgesteld op een hal- ven kop cacao en twee ons brood, dat in den loop van den dag zou moeten worden gebakken. Genoeg om niet van honger om te komen, dit menu, maar toch verre van voldoende voor uitgeputte en gezonde, sterke man nen en vrouwen! De „IJgdrasil” was weggestoomd ze hadden aan boord de onmoge lijkheid ingezien om den toren te na deren om de wereld op te schrik ken met de bijzonderheden over de ramp. Aagaard’s laatste bericht was een poging tot geruststelling ge weest. Hij zou niets onbeproefd laten om zoo spoedig mogelijk hulp te brengen. Payne bracht het schamele ontbijt voor zichzelf en den vuurtorenwach- y x I» -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5