de Wieringermeer
aan
in
De strijd in de woestijn - Vertrek ten aanval van Duitsche valschermtroepen
Een mooi plekje aan de Geul in Limburg - Vlasteelt
o
siy -
De Vuurtorenwachter
re
L fr*
HAAGSCHE COURANT Znferdap 31 Mei 1941
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
(Nadruk verboden.)
hoog-
CYRUS J. TRAILL.
31)
ÏWordt vervolgd}
nen. Ik hoorde, dat hij op het punt
staat zich publiek te verloven met
uw pleegdochter, bekend als Hildur
Trijgvasson. Natuurlijk praatte hij
veel over het meisje, dat hij lief heeft
en hij vertelde mij iets van haar ge
schiedenis. Hij beschreef mij de bro
che die op haar kleeren werd gevon
den en een zekere Andersen, een oud-
vuurtorenwachter, die tegenwoordig
was, toen het kind door u van een
wissen dood werd gered, heeft me ver
teld, dat haar linnengoed gemerkt
was met de initialen H.T.
ZOMER 1941.
DARTEL VEE IN DE WEIDE.
(Polygoon)
die u
getui-
Waarom zou ik iemand haten, die
één van mijn meisjes fortuin en aan
zien brengt?
Och, in elk geval zal ze mevrouw
Aagaard zijn vóór de wereld veel
ouder is, zei Payne filosofisch.
Daar lijkt het tenminste heel veel
op, stemde Olsen toe. Maar ik heb
zoo’n vermoeden, dat je brave oom
en ik geen onaangenaamheden zullen
krijgen over Hildur. We zullen haar
maar deelen als een dochter, voegde
hij er glimlachend aan toe.
Ik ben erg bljj, zei Payne, dat
u het op die manier opneemt.
Een poosje zwegen ze beiden. Olsen
was in gedachten verdiept en terwijl
zijn oogen op den jongen Amerikaan
bleven rusten, drong het tot hem door,
dat er niet alleen een pretendent was
voor zijn pleegdochter, maar dat het
ook niet lang zou duren of er zou een
poging gedaan worden om zijn eigen
kind uit het vaderlijk nest weg te
halen I
Als Traill, zei hij, Hildur’s ge
negenheid wil winnen, moet hij niet
trachten haar bij verrassing te nemen.
Maar hij schijnt dit element in de
situatie zelf in te zien. Hij zal niet di
rect uit Christiansand wegloopen, als
je aan land komt, denk ik....en jij
zelf ook nietl
Olsen liet den brief vallen en be
dekte zijn gezicht met de handen. Hij
gaf een oogenblik toe aan de verdoo-
ving, die het schokkende nieuws
over zijn geest had gebracht
Payne ging zacht op hem toe, legde
zijn hand op zijn arm en zei:
Het is geen prettige tijding voor
u. Ik denk, dat u wel voortaan een doo-
delijken hekel aan onze familie zult
hebben.
Deze feiten, gecombineerd met den
ongeluksdatum en de beschrijving
van de boot, waarin het kind zich
bevond, doen mij gelooven, dat dat
kind niemand anders is dan mijn
eigen dochter, Helen Traill, die u
gelukkig hebt gered om de oogen te
verheugen van een vader, die haar
dood en dien van haar moeder negen
tien jaar lang heeft beweend. Voorloo-
pig kan ik niets anders zeggen. Ik
geef geen beweringen ten beste, die
ik niet in staat ben deugdelijk met
bewijzen te staven. Ook maak ik
geen vaderlijke aanspraken om u te
berooven van de genegenheid van een
lieve dochter, die door u met zooveel
zorg en toewijding is groot-gebracht.
Ik zal tevreden zijn, meer dan tevre
den, als ze mij een klein weinigje
kan geven van de liefde, die ze aan u
verschuldigd is, want, geloof me, in
luitenant Aagaard en in allen,
kennen, hebt u welsprekende
gen.
Met gevoelens van groote
achting,
Zeer geachte heer Olsen,
Ik hoop spoedig persoonlijk kennis
met u te maken. Ik zal het als een
eer beschouwen een man te leeren
kennen, die zooveel heeft gedaan voor
twee menschen die mij dierbaar zijn,
maar er is één ding, dat mij bijzon
der begeerig maakt naar onze ken
nismaking en dat is iets zeer bijzon
ders, iets, wat u zoo weinig kunt ver
moeden, dat ik het als mijn plicht
beschouw, u met een enkel woord voor
te bereiden.
De omstandigheden hebben mij in
gezelschap van luitenant Aagaard ge
bracht en deze flinke jongeman heeft
direct mijn groote sympathie gewon-
Het is zoo. Kijkt u maar, hier is
zijn brief. Ik geloof, dat het beter
is, dat u hem direct leest.
De jonge man nam een brief uit het
stapeltje op de schrijftafel en over
handigde dien aan Olsen.
Deze schoof een lampenglas en wat
poetsgereedschap op zij en begon on
middellijk te lezen.
Behalve dat zijn lippen wat ver
strakten en zijn gezicht wat bleeker
werd, was er geen uiterlijk teeken
van de beroering, die de geschreven
woorden in zijn ziel moesten teweeg
brengen, want dit was het, wat zijn
verbaasde oogen lazen:
Neen, meneer Olsen, antwoordde
Payne met zooveel nadruk, dat er
een glimlach op het gegroefdé gezicht
van zijn toehoorder kwam.
Ik zal de eerste dagen de rots nog
wel niet verlaten. Er moet op ’n massa
dingen hier orde worden gesteld.
Als de aflossing komt, moet ik de
menschen helpen schoon-schip ma
ken. Maar ondertusschen kunnen Aa
gaard of Dagmar....je moet zelf maar
zien, wie je het liefst in vertrouwen
neemt- het pad al een beetje effenen..^
Neen, antwoordde Payne, daar
komt niets van in. Als u mijn oom
leert kennen, zult u zien, dat het
een eerste-klas vent is, die van „fair
play” houdt. Als Hildur een nieuwen
vader moet hebben, moet het de oude
zijn, die haar wegschenktt En nie
mand anders mag er zich mee be
moeien....
In ieder geval hebben de meis
jes hier genoeg uitgestaan, vond Olsen
tenslotte, dat we ze niet met nieuwe
emoties op het lijf moeten vallen. Ik
zal Traill schrijven en hij moet aan
land maar naar zijn beste weten han
delen.
P.S. Laat ik hieraan nog toevoegen,
dat behalve u en mijn neef niemand
hiervan mededeeling ontvangt. Wat
de jonge dames in deze dagen op de
rots hebben meegemaakt, is op zich
zelf al meer dan voldoende om haar
krachten op de proef te stellen. Als
- gelijk ik verwacht - luitenant
Aagaard de eerste zal zijn, dien u ont
moet, zal hij zich geheel schikken
naar uw instructies of van dit alles
iets zal worden verteld aan uw Hildur
aan mjjn Helen, vóór ze aan land gaat.
BU DEN OUDEN MOLEN TE GEUL*
HEM trachten de visschers de dar
tele forellen uit de snelstroomende
Geul te visschen
Payne merkte op, dat Olsen’s brie
ven op een stapeltje lagen op den
schrijflessenaar. Op twee na waren
ze ongeopend. Olsen had even naar
de onderteekening gekeken en toen
hij had gezien, dat ze van volslagen
vreemden afkomstig waren, had hij
ze terzijde gelegd, tot ’s avonds, wan
neer hij tijd en rust zou hebben om
zijn correspondentie door te lezen.
Dat wil ik met genoegen doen,
antwoordde Payne, maar er is iets,
wat ik graag met u zou bespreken,
terwijl er een kans is, dat we niet
Worden gestoord. Mijn oom schreef
me, dat hij u een brief had gestuurd.
Mij?
Ja. En het gaat over iets heel
belangrijks. Het staat met Hildur in
verband.
Traill heeft mij geschreven over
Hildur? herhaalde Olsen, terwijl hij
ophield met poetsen, om te zien of
Payne hem misschien voor de mal
hield.
HET WIEDEN VAN EEN VLASVELD IN DEN WIERINGERMEERPOLDER. De vlasplantjes, welke onge
veer 5 C-m. groot zijn, zijn zoo sterk, dat de arbeiders gewoon over de plantjes heen kunnen kruipen, zonder
dat zij iets beschadigen. (Polygoon)
TROEPEN VAN HET DUITSCHE AFRIK A-KORPS BIJ DEN OPMARSCH DOOR DE WOESTIJN.
Boven In een zandstorm door de woestijn. OnderDe stofbril beschermt
tegen de zandstormen. (Holland)
AMSTERDAM’S DIERGAARDE ARTIS IS VERRIJKT MET EEN MOOI STUK
SMEEDWERK, N.L. EEN STRALENSCHIETENDEN OUD-HOLLANDSCHEN
TUINSPIEGEL (Polygoon)
DUITSCHE VALSCHERMTROEPEN BESTORMEN KORINTHE. Tot de grootste heldendaden, welke de Duitschers
in den Balkan-veldtocht volbracht hebben, behoort de inneming en de bezetting van den Isthmus van Korinthe door
valschermjagers en van uit de lucht gelande troepen. De aanval is bevolen. Ieder maakt zich gereed. (Atlantic-Holland)
s»
fll
1
fcll i m* a i i. II ai ii ii i n* i
.4^ x.
•'W
A