de Italiaansche hoofdstad
in
Voor postzegellief hebbers
voor
De Hongaarsche minister-president Bardossy
Verbandleer voor de Haagsche politie
r I
De Vuurtorenwachter
w
O 1
TWEEDE BLAD
FEUILLETON
bl j. -=-i„ I I HAAGSCHE COURANT Dinsdag 10 Juni 1941'
fil
Nu het in de natuur war.
DUITSCHE STUKA-AANVAL OP DE SOEDA-BOCHT BIJ KRETA. DE DOOR DE DUIT.
GENERALLEUTNANT ROMMEL EN GENERAAL GARIBOLDI MET DEN ITALIAAN-
SCHEN MINISTER VAN KOLONIËN TERICZI BIJ EEN BESPREKING.
SCHE STUKA’S GEBOMBARDEERDE HAVENINSTALLATIES STAAN IN BRAND.
(Nadruk verboden.)
(.Wordt vervolgd.)
om de boodschap even in het hotel af
te geven.
Niettemin verliet hij het hotel, rij
ker dan hij het had betreden.
Meneer Traill schonk zich een whis
ky-soda in.
Op de verzoening van Olsen en
een
toon, die vijf minuten tevoren ónmo
gelijk zou zijn geweest.
Den volgenden morgen waren bei
den uiterst nieuwsgierig naar nieuwa
uit Olsen’s huis. Maar zij waren te
kiesch om er heen te gaan en zij wa
ren overtuigd, dat Axel niet zou na
laten in den loop van den dag bericht
te zenden of zelf te komen.
Inmiddels was het nOodig, dat Char
les Payne enkele boodschappen buiten
het hotel ging doen.
Ik zal de vesting wel commas-
deeren, terwijl jij weg bent, zei zijn
oom. Maar je komt toch zeker zoo
gauw mogelijk terug?
Met een half uurtje. Ik wou on
derweg ook nog even naar den toe
stand van de geredden informeeren.
A propos, zei de millionnair, ik
denk, dat verscheidene van hen wel
alles kwijt zullen zijn. Het is mijn
wensch, Charlie, om voor die men-
schen de reiskosten naar hun bestem
ming te betalen en te zorgen, dat zo
een behoorlijke uitrusting hebben.
BIJ ANDUK WORDT DE OUDE ZUIDERZEEDIJK OPGERUIMD, welke na het ge.
reed komen van den proefpolder, overbodig was geworden. De steenen van de glooiing
van den dijk kan men goed gebruiken bij den wegenaanleg. Links de proefpolder met
een staatsboerderij, welke aan particulieren is verpacht. (Polygoon)
DE VERKEERSBRIGADE VAN DE HAAGSCHE POLITIE KRIJGT LES IN VERBANDLEER. EEN FOTO TIJDENS
HET ONDERRICHT. (Polygoon)
van Buitenlandsche Zaken Bardossy is Woensdag in Rome aangekomen, waar hij door den Duce (rechts)’
en den Italia^nschen minister van Buitenlandsche Zaken Graaf Ciano aan het station werd ontvangen.
(Telegrafisch overgebrachte foto Hoffmann},
NIEUWE FINSCHE ZEGELS.
Boven de Kallio-herdenkingspost-
den, die den heer Charles Payne deze
opmerking op zulk een dankbaren
toon deed maken, toen de ober bin
nentrad.
Neem mij niet kwalijk, heeren,
dat ik u stoor, zei hij beleefd, maar
ik dacht, dat u er prijs op stelde op
de hoogte te zijn omtrent de dame feijn vrouwI zei hij opgewekt; op
op no. 11: mevrouw Vansittart.
Ja, wat is er met haar? vroeg
meneer Traill snel, terwijl Payne zich
minder op zijn gemak voelde dan in
dertijd bij de worsteling op leven en
dood aan boord van de zinkende
„Dovrefjeld”.
Ze is een uur geleden uitgegaan,
meneer, en...
Is ze nog niet terug?
Neen, meneer. Er is ’n brigadier
van politie hier om te zeggen, dat ze
flauw is gevallen en verzorgd wordt
in het huis van meneer Olsen.
Oom en neef keken elkaar aan als
twee menschen, die absoluut niet we
ten hoe ze het hebben.
Waar is die politieman? schreeu-
de Payne.
Hij is nog beneden, meneer. Zal
ik hem hierheen brengen?
Brigadier Mikkelsen echter voelde
zich aan zijn genegenheid voor Axel
Olsen verplicht om niet te uitvoerig
te zijn in zijn mededeelingen. Hij ver
telde alleen, dat hij de bewuste dame
den weg had gewezen naar Olsen’s
huis, dat ze in elkaar was gezakt en
dat meneer Olsen hem had gevraagd
heelemaal frisch. Maar vertelt u ver
der van die broche I
Die kocht ik in Bergen. Ik weet
nog, dat je vader er geweldig schik
in had, dat we zoo’n oud keltisch em
bleem in dezen uithoek van de wereld
vonden. Ik heb het ding nog niet weer
gezien, maar het lijkt me toch volko
men buitengesloten, dat het toeval
zijn spel zoo grimpiig zou spelen, dat
op denzelfden tijd twee verschillende
reddingbooten zouden ronddobberen
op het ontmoetingspunt van het Ska-
gerrak, de Noordzee en den Atlanti
sche Oceaan.
Neen, gaf Charles toe. Het
toeval doet wel gekke dingen, maar
dat zou toch wel al te gek zijn. Maar
overigens, wat toeval betreft; ik heb
juist een ontdekking gedaan met be
trekking tot mijzelfl
Zoo? En dat is?
Het had toch eigenlijk best kun
nen gebeuren, dat niet Hildur... neemt
u me niet kwalijk: Helen... maar ik
het kind was geweest, dat in die rond
dobberende boot was te land geko
men!
Zeker, dat had best kunnen ge
beuren.
En dan zou ik opgegroeid zijn
als de broer van Dagmarl Neen, ik
geloof achteraf, dat het Noodlot van
de dingen heeft gemaakt, wat er van
te maken was.
Zijn oom stond op het punt eenige
opheldering te vragen omtrent de re-
moet het kind voedsel hebben gege
ven, anders was een kind van een
jaar niet in het leven gebleven. Waar
schijnlijk is de mistbank op de opper
vlakte van de zee blijven hangen en
heeft de boot .den getij stroom gevolgd
want er was geen wind in de dagen,
die op den ondergang van het jacht
volgden.
Nog iets eigenaardigs; «r waren wel
levensmiddelen aan boord van de red
dingboot, maar geen water. Hoe
kwam dat? Er zijn twee mogelijkhe
den: óf door de botsing is het water
reservoir beschadigd en leeggeloopen,
óf een zorgelooze steward heeft ver
geten het te vullen.
Een volgend punt is de identiteit van
de boot. Door de domheid van een
matroos verbrandde één van de red-
dirgbooten van de „Esmeralda” op
de Noorsche kust. Hij smeet een blik
petroleum om, terwijl hij bezig was
het open te maken en een brandende
lucifer deed de rest. Ze kochten een
nieuwe boot, maar door een of ander
toeval of in de haast werd vergeten
den naam van het jacht er op te
schilderen. Er was wel een Noorsch
havennummer aan bevestigd, maar
dat moet er afgeslagen zijn door den
neervallenden mast. Uit het feit, dat
het zeil door het water sleepte op het
oogenblik, dat Olsen de boot vond,
blijkt met absolute zekerheid, dat de
overlevende of overlevenden mis
schien ziek of gewond is geweest
DE HONINGPRODUCTIE WEER IN VOLLEN GANG.
mer is geworden en de bijen dus kunnen uitvliegen om honing te puren, krijgt ook
de imker druk werk. Een druk „bewoond" broedraam. (Polygoon).
en te zwak om het zeil binnenboord
te halen. Het lijk van een man werd
in de boot gevonden en die moet al
eenig dagen dood zijn geweest, ten
slotte hebben we nog het bewijs van
de kleeren van het kind.
De meisjes hebben me op de
rots een en ander van de geschiede
nis verteld, zei Payne, ik had niet
durven droomen, dat Hildur, of beter
gezegd Helen, mijn nichtje was!
Je weet, ging meneer Traill voort
dat haar kleeren gemerkt waren
H.T. en dat een kleine sjaal om haar
heen was geslagen, die was vastge
stoken met een broche. Die broche
was met smaragden bezet en had het
model van een klaverblad-van-vier.
Neen, dat hebben ze me niet ver
teld. De arme kinderen hadden wel
wat anders te doen op dien ellendigen
vuurtoren, dan allerlei bijzonderheden
te vertellen! Het is al mooi, dat ik
de hoofdzaak heb gehoord! Maar ik
wist van vroeger van die broche en
als zij er over hadden gesproken, ge
loof ik vast, dat de grijze massa ach
ter mijn schedel in beweging was ge
komen en ik een glimp van de waar
heid was gaan vermoeden.
Natuurlijk. Ik praat tegen je,
alsof je die droeve geschiedenis voor
het eerst hoort!
Zij klinkt mij op het oogenblik
als nieuw in de ooren. Ik bekijk haar
uit een nieuwen gezichtshoek en dat
maakt bekende dingen altijd weer
38)
Absoluut! Aagaard, die zeeoffi
cier is, zooals je natuurlijk weet, en
twee mannen, Lynne en Andersen,
die indertijd Olsen’s collega’s waren
op den vuurtoren, hebben mij gehol
pen een hoogst aannemelijke theorie
over het verloop van de geschiedenis
op te bouwen. Het staat vast, dat de
tweede boot inderdaad niet gezonken
is. zooals de gezagvoerder van de
bark rapporteerde. Ze moet bij de
botsing alleen maar beschadigd zijn
en haar mast moet zijn gebroken. In
toist en duisternis en bij de algemee-
ne verwarring, die er heerschte, kan
ze door de bark, die waarschijnlijk
vier knoopen in het uur liep, wel niet
opgemerkt zijn. De beide matrozen,
die van het dolboord af sprongen, heb
ben haar natuurlijk half doen aante
len en we denken, dat op dat oogen
blik mijn arme vrouw met een laatste
wanhopige krachtsinspanning, het
kind in de boot heeft geworpen.
Olsen heeft de boot opgemerkt op
den ochtend van den 25sten. Ze had
toen negen dagen rondgedreven. Een
Overlevende, die ook aan boord was,
Atlantic-Holland)
toeslagzegel”, welke in Finland
verscheneii zijn. (Stapf)
I
K
a