IIAAGSCHE COURANT VOOR DE JEUGD I VictoriaWater Vrijdag 20 Juni 1941. STADSNIEUWS VIERDE BLAD CORRESPONDENTIE o. OPLOSSINGEN DER RAADSELS NIEUWE RAADSELS LUK VAN VISSCHERSMAN OPGEHAALD Gezond en Geneeskrachtig. VICTORIA-BRON N.V. NEDERL. MIJ. EXCURSIE VAN DE NEDERLANDSCHE VEREENIGING VOOR HUIS VROUWEN Dr. P. J. KROMSIGT OVERLEDEN UITREIKING DISTRIBUTIE BESCHEIDEN I. T MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS voor half 3 „KINDERHULP” OVER EEN STUK IJZER GESTRUIKELD T ZIEKE POPJE te bestu- HAGENBECK'S DIERENTUIN GRAPJES o 'O O (Teekening G. Huysser) „Ik wil liever moeder wat helpen. paar extra bloedvergiftiging No. 17906 AANRIJDING OP DEN LEIDSCHE- STRAATWEG ONGEKENDE DRUKTE IN HET ZWEMBAD ZUIDERPARK Ik wieg haar zachtjes op mijn arm, Mijn zoete poppekindje. Ze is zoo héél lang ziek geweest Ik hoop, dat haar de zon geneest En ’t zachte, zoele windje. Een dreigement De hertog de Medici stond eens op het balcon van zijn prachtig paleis met een gezant van een vreemde mogendheid. Hij wilde dezen eens laten voelen, wat een machtig vorst hij was en zei dus: Op dit balcon heeft een van mijn voorvaderen eens een gezant gedwongen naar beneden te springen. De gezant keek den hertog eenige oogenblikken koeltjes aan en zei toen: Dan hadden de gezanten in dien tijd zeker nog geen degens bij zich. Woensdagmiddag heeft wielrenner J. Hollander, een be- Oplossingen en briefjes moeten ulterlijk Woensdagmorgen aan het Bureau Haag- sche Courant bezorgd zijn. Alles moet onderteekend zijn met je ware namen vol uit, schuilnaam, leeftijd en adres. Op het couvert vermelden: Aan Tante Etty. TANTE ETTY. 3. Welk woordje wordt altijd fout geschre ven? 3. Welke school gaat nooit uit? KLEINE DIEFSTALLEN Een bakker, wiens rijwiel in de Nieuwe Molstraat even onbeheerd stond, zag zich bestolen. Twee heele brooden waren van zijn fiets meegenomen. Van een rijwiel, dat eveneens onbeheerd stond in de van Swietenstraat, werd een regenjas ontvreemd. In een groot magazijn in de binnenstad is een 18-jarige vrouw aangehouden we gens diefstal van een japon. Uit een pakhuis in de binnenstad wer den vier konijnen gestolen. Een „voorschotje” Een heer had zijn gouden dasspeld ver- loren. Hij liep er op een druk plein, waar juist kermis was, naar te zoeken, zoodat weldra een heel troepje jongens achter hem aanliep. Zoek allemaal mee! riep de heer, ik heb mijn gouden dasspeld verloren en wie haar vindt, krijgt op staanden voet een gulden van me! Een heel klein jongetje draafde harder dan al de anderen en riep: Meneer, meneer! Ja, wat is er? Heb jij haar soms ge vonden? Nee, maar ik ga èrg hard zoeken! En ik wou u vragen, of ik nu vast vijf cent voor een ijsje mag, dan hoeft u straks maar 95 cent te betalen? wordt Dier- met vriendinnetjes verzocht op de Voor de En Toos, de badkamer schoonmakend, de tafel dekkend voer den onbekenden zoon Charles, stofzuigend door 't heele huis, denkt aldoor maar: Wonderlijk, dat een „mevrouw” opeens een mensch wordt, die je helpen kunt. Echt hèlpen! En dat alles nu opeens niet moeilijk meer is, maar heerlijk. Bijna is ze blij, dat ze dienstmeisje geworden is De 17-jarige W. J. K. uit de Nieuwe Havenstraat, werkzaam in een fabriek aan de v. d. Kunstraat, had het ongeluk te struikelen over een stuk ijzer. De jongen viel en bekwam een hersenschudding. Door den gem. geneesk. dienst is hij naar het ziekenhuis aaan het Westeinde vervoerd. Mijn Lijsjekind, mijn popje klein, Nu ga je heerlijk zonnen. Doe maar gerust je oogjes toe, Ik draag je naar het weitje toe, De zomer is begonnen! MARIE MICHON De Nederlandsche Vereeniging voor Huisvrouwen organiseerde gistermiddag een excursie naar „Hofwijck”, net beken de Huygens-museum aan het Westeinde te Voorburg. Vele leden hadden aan den oproep van het bestuur gevolg gegeven, zoodat het op het anders zoo rustige bui ten gistermiddag flink druk was. Dr. H. E. van Gelder, oud-directeur van het Gemeentemuseum alhier, heeft den dames het een en ander verteld over het buiten „Hofwijck”. In 1639 kocht de dich ter Constantijn Huygens in Voorburg grond en gaf den bouwmeester Pieter Post opdracht naar een eigen ontwerp een buitenhuis te bouwen, dat in 1642 ge reed kwam en „Hofwijck” gedoopt werd. Waarschijnlijk heeft Huygens het huis laten zetten om er verstrooing te zoeken en om er ongestoord te kunnen werken. Hij wijdde aan het huis zelfs één zijner beste gedichten, dat den titel „Hofwijck” droeg. Hierin kwam zijn liefde tot het huis tot uitdrukking. Zijn zoon Chris tiaan, de groote natuurkundige, heeft ook in Hofwijck gewoond. In de tweede helft van de 18e eeuw ging het huis uit han den van de familie Huygens over in vreemd bezit. Groen van Prinsterer kocht het in 1849. Groote deelen van den tuin werden in latere jaren ten behoeve van de spoorwegen onteigend en het huis dreigde te verdwijnen. In 1913 werd de vereeniging Hofwijck opgericht, die huis en tuin aankocht. Zeer veel moeilijkhe den moesten overwonnen worden, vóór de restauratie in 1928 voltooid was. Als Huy gens-museum kon het huis toen echter een nieuw leven beginnen. Helaas is de belangstelling voor Hofwijck den laatsten tijd dalende, zoodat dr. van Gelder aan het slot van zijn causerie opwekte lid te worden van de vereeniging „Hofwijck”, om zoodoende mede te helpen het voor onze historie zoo belangrijke huis met zijn vele herinneringen aan de familie Huy gens, in stand te kunnen houden. Na deze voordracht werd gezamenlijk het interessante museum bezichtigd. Getallen van 4000 tot 6000 bezoekers in het Zwembad Zuiderpark zijn thans op mooie dagen regel geworden. De drukte concentreert zich om begrijpelijke rede nen in hoofdzaak op de avonduren. In de ochtend- en middaguren is het bezoek minder, zoodat deze uren voor hen die hier toe in de gelegenheid zijn, meer geschikt zijn om rustig te kunnen zwemmen. Op deze wijze ontlasten zij bovendien de drukke avonduren. MARSCH VAN HET WACHTBATALJON VAN HET LUCHTWAPEN Het wachtbataljon van het Duitsche Luchtwapen zal op zijn morgen te hou den marsch. de volgende route volgen: Wassenaarscheweg, Koninginnegracht, Prinsessegracht, Heerengracht, Korte Po ten, Plein, Lange Poten, Kapelsbrug. Lan ge Poten, Plein (om 1 uur voorbijmarsch langs het voormalige departement van De fensie), Lange Houtstraat. Lange Voor hout, Parkstraat, Oranjestraat. Amalia- straat, Mauritskade, Scheveningscheveer, Hoogewal, Elandstraat. het leven en frisch en gezond te houden, maar ook om hun karaktereigenschap- NEDERLANDSCHE VEREENIGING VAN WEGENBOUWERS Dezer dagen hield de Nederlandsche ver eeniging van wegenbouwers” haar zomer vergadering in hotel „Kurhaus” te Scheve- ningen onder presidium van den heer S. Prins Dzn. Het jaarverslag uitgebracht door den secretaris, den heer B. J. Kerkhof, riep het bewogen jaar 1940 in herinnering. Begon nen werd met onderhandelingen over een collectieve arbeidsovereenkomst voor en kele groepen arbeiders, waarvoor nog geen overeenkomst bestond.. De werkzaamheden van de vereeniging zijn zeer toegenomen. Geconstateerd werd dat de vereeniging in de gansche bouw nijverheid een belangrijke plaats heeft in genomen. In de vacature in het hoofdbestuur, ont staan door het overlijden van den heer L. W. van Drunen, werd voorzien door de verkiezing van den heer L. van Drunen te 's-Hertogenbosch. Na afloop der vergadering hield dr. ir. M. J. W. Roegholt door het hoofdbestuur benoemd tot hoofdredacteur van een door de vereeniging uit te geven tijdschrift, een interessante causerie over het binnenkort verschijnende periodiek „Weg en wegen bouw”. Politie verzoekt inlichtingen omtrent de Identiteit De commissaris van politie van den justitieelen dienst C verzoekt bekend te worden gemaakt met de identiteit van het lijk van een man, dat op 16 Juni 1941 uit de Noordzee ter hoogte van Scheveningen is opgehaald. Het lijk van den man was in verregaander! staat van ontbinding en onherkenbaar. Het was gekleed in man- chesterbroek en -vest, geruit sporthemd, grijze onderbroek, blauwe kousen met daarover blauwe sokken, z.g. politie- brandweer-bretels; onder de sokken zijn zolen van manchester-stof genaaid. Het lijk had nog een witten klomp aan een der voeten, terwijl zich in een der zakken van de kleeding een marinemes in lederen scheede bevond. Het lijk is klaarblijkelijk dat van een visschersman. BEVORDERINGEN BIJ DE POLITIE De burgemeester heeft met ingang van 1 Januari 1941 bevorderd tot brigadier van politie den hoofdagent van politie M. Post en agent van politie P. J. Luiten. Tot hoofdagent van politie (rechercheur) zijn benoemd de agenten van politie (recher cheur) J. v. d. Velden, J. G. Velterop en M. H. van Gaaien. KORDAAT OPTREDEN de Haagsche het vier-jarig dochtertje van den heer Mantel, die in de Boerenvaart te Enkhuizen was geval- len, gered. Hij sprong het meisje na en' wist haar behouden aan land te brengen. De kleine was reeds buiten kennis en had veel water binnengekregen Het gelukte hem het kind weer bij te brengen, waarna ze naar huis gebracht en onder doktersbe handeling gesteld werd. VERDACHT VAN RIJWIEL DIEFSTALLEN De politie heeft verdacht van diefstal van rijwielen, aangehouden, een 35-jarigen los-werkman en een 19-jarigen rietwerker. In den ouderdom van 74 jaar is hier overleden dr. P. J. Kromsigt, sinds 1 October 1934 emeritus predikantvan de Ned Herv. Kerk. De laatste standplaats van den overle dene was Amsterdam. Dr. Kromsigt was officier in de orde van Oranje-Nassau. De begrafenis zal plaats vinden op de begraafplaats Oud Eik en Duinen alhier, Maandag a.s. te twee uur. Pieter Johannes Kromsigt werd 16 Oc tober 1866 te Wijk bij Heusden, waar zijn vader predikant was, geboren. Hij bezocht het instituut Kinsbergen te Elburg, waar zijn grootvader, wijlen ds. J. C. Wijkman, predikant was en bezocht daarna de gym nasia te Leiden en te Dordrecht, om aan de Utrechtsche Universiteit theologie te studeeren. In 1891 candidaat geworden in Drente, bevestigde zijn vader hem 11 September 1892 te Scherpenisse, in zijn eerste gemeente. Tijdens zijn verblijf al daar promoveerde ds. Kromsigt 3 Juli 1895 onder prof. Kleyn te Utrecht tot doc tor in de theologie cp een proefschrift ge titeld: „John Knox als kerkhervormer (vooral in zijn verhouding tot Calvijn)". In 1898 vertrok dr Kromsigt naar Wier- den, welke standplaats hij in 1900 met Rotterdam verwisselde. 2 Mei 1909 deed hij zijn intrede in de hoofdstad des lands, waar hij is werkzaam geweest tot aan zijn emeritaat, dat hem 1 October 1934 eervol verleend werd, waarna hij zieh metter woon in dén Haag vestigde. Eerst neiging hebbende naar de ethi sche richting, koos dr. Kromsigt vooral onder invloed van professor Kleyn, de Geref. beginselen, al spoedig trad hij in de Confessloneele Vereeniging op den voorgrond. Tijdens zijn verblijf in Rotterdam was dr. Kromsigt praeses van het classicaal bestuur en leeraar godsdienstonderwijs aan het Marnixgymnasium. In Amsterdam was hij eveneens prae ses van het classicaal bestuur en in die kwaliteit was hij tegenwoordig op de Sy node te Edinburg en bij het 300-jarig be staan van de Herv. kerk in Amerika (New- York) in 1928. Ook maakte dr. Kromsigt deel uit van het Prov. kerkbestuur van Rotterdam. Van het moderamen van de Utrechtsche predikantenvergadering was hij bij herhaling lid, terwijl hij voorzitter was van de Herv. (Geref.) predikanten- vereeniging en vice-voorzitter van het hoofdbestuur der Conf. Vereeniging. Ook is hij bestuurslid geweest van de Vereen, van Herv. scholen in Amsterdam, idem van de Kon. Emmaschool en directeur van de Vereen, tot stichting van bijzondere leerstoelen vanwege de Conf. Vereeniging Overvloedig is zijn persarbeid geweest. VERORDENING MAASSTRAAT Op de Gemeentesecretarie afdeeling S. en B. (kamer no. 32) zal van heden af voor een ieder ter inzage liggen het Raadsbesluit van 20 Mei 1940 inzake vaststelling van een verordening tot re geling van de bebouwing en het gebruik van gronden, gelegen ter weerszijden van de Maasstraat, tusschen den Zuid- Oost-Buitensingel en de Amstelstraat eenerzijds en de Scheldestraat ander zijds (verordening-Maasstraat), met bij- behoorende kaarten, gemerkt A en B. Dit Raadsbesluit is goedgekeurd door de Ged. Staten van Zuid-Holland bij besluit van 4 Juni 1941. PROPAGANDA-CONCERT VAN HET NED. HERV. MANNENKOOR Gisteravond heeft het Ned. Herv. Man nenkoor in het wijkgebouw „Salvatori” aan de Nunspeetlaan een propaganda concert gegeven onder leiding van den heer W. F. Kools sr. Het Dames-En- semble, onder leiding van denzelfden dirigent, verleende daaraan medewerking. De voorzitter van het Ned. Herv. Man nenkoor, de heer B. v. d. Meer, verzocht de talrijke belangstellenden gezamenlijk Gezang 31 te zingen, waarna hjj voor ging in gebed. Vervolgens sprak hij een kort welkomstwoord, in 't bijzonder tot ds. J. Schoneveld. Ned. Herv. predikant. Deze richtte zich, na de pauze, in een korte propagandarede tot het gehoor, waarin hij tot toetreding tot het mannen of dameskoor opwekte. Spr. achtte het lied zelf weliswaar de beste aanbeveling de goede opkomst op dezen schooner, avond legde daarvan getuigenis af -- maar toch was een opwekkerd woord op zijn plaats. De stem, welke wij van God ontvangen hebben, is een groote gave. Wij zingen niet alleen om de Kunst te dienen, of uiting te geven aan de stemming, waarin we verkeeren, maar, als Christen, ook om God te loven. En daarom komt het er ook op aan wat wij zingen Het is ook van beteekenis hóe wij zingen; vooral moeten wij met ons hart zingen, terwijl vorm en inhoud van den zang met elkaar in overeenstemming moeten zijn. Voorts is het beoefenen van den zang een op bouwende ontspanning, die bijdraagt tot de meer haimonische ontwikkeling van den mensch, terwijl het bezit van een goed zangkoor ook nog van practisch nut is vcor het kerkelijke leven. Nadat het mannenkoor als openings lied „Vriendschap” van Mozart had ge zongen. hief het, nu het voor het eerst sedert het uitbreken van den oorlog weer een concert gaf, ter nagedachtenis van de gevallenen het „Ecce quomodo moritur" van Gallus aan. Dit werd met veel ge voel gezongen en maakte indruk. Het uit voerige programma bevatte voorts liede ren o.a. van Beethoven, Handel. Grety, F. Abt, Kreutzer, N. H. Andriessen en W. F. Kools sr. Als solisten traden op de dames Dien Hoenders (sopraan) en mevr. Martha v. Kralingen (alt) door den heer Kools op het orgel begeleid, met liederen van Hfindel, Ed. Nössler en C. Franck. Zij mochten zich, evenals de koren, in een welverdiend warm applaus verheugen. Het was een welgeslaagde, genotvolle avond. 1. Ouder worden. 2. Sl-aap. 3. Een watervat Prijzen vielen ten deel aan „Anemoontje”. „Jan de Lapper”. „Meidoorntje”. Prijzen afhalen aan het Bureau Haag sche Courant op Woensdagmiddag. Daarbij uitsluitend je ware namen op geven. BEGRAFENIS C. MARREE Gistermiddag heeft op Nieuw Eik en Duinen de teraardebestelling plaats ge had van het stoffelijke overschot van den heer C. Marree, technisch ambtenaar bij het Stoomwezen en oud-ouderling van de Geref. kerk van ’s-Gravenhage-West Op de begraafplaats waren o.m. aanwe zig de heeren A. v. Rijn, ingenieur bij het Stoomwezen, IJ. Moerdijk, technisch amb tenaar bij het Stoomwezen, het bureau personeel van het 7e district van het Stoomwezen, J. Komijn, oud-expert scheepvaart, de gep. techn. ambtenaren J C. v. Ommeren, T. Faas, G. J. Bol en W. J. Fournier voorts ds. Jac. v. Nes, A Verduyn, hoofd van de dr. J. C. de Moorschool, J. N. Munnink, architect B.N.A. en verscheidene leden van den kerkeraad der Geref. kerk van ’s-Graven- hage-West. Aan de groeve hebben achtereenvolgens het woord gevoerd ds. J. Hoek, predikant bij de Geref. kerk van ’s-Gravenhage- West, de hoofdingenieur-directeur van het Stoomwezen, de heer J. J. P. Cattel, en de heer S. Jansma, technisch ambte naar bij het Stoomwezen te IJmuiden en voorzitter van de groep Stoomwezen van het Rijksstoomwezen. De oudste zoon, de heer C. Marree jr., dankte voor de betoonde belangstelling, waarna ds. Hoek het Onze Vader bad. Dr. Hoek had tevoren in het sterfhuis een rouwdienst geleid. (Teekening E. v. Laer) O, zonnetje, wat schijn je blij Door al die hooge ruiten! ’tls nu zoo lekker in ’t plantsoen. Zeg, weet je wat ik straks ga doen? Ik draag mijn Lijsje buiten. keer hun zin door te zetten en het tehuis voor de apen werd volgens hun plannen gebouwd. Dat was dan ook de eerste en eenige maal, dat zij iets tegen den zin van hun vader uitvoeren konden. Het noodlot wilde, dat de schepper van Stel lingen de bevrijde apen op hun rotsen niet meer zien zou. Hij stierf voordat het groote werk klaar was. Dat was in 1913. De moeilijkste tijd brak ajn gedurende den wereldoorlog. Toen men de wilde dieren in de dierentuinen moest afma ken, wegens gebrek aan voedsel, richtte Lorenz Hagenbeek een circus op en bracht vele kostbare exemplaren naar Noorwegen over. Het waren voorname lijk de goed gedresseerde groote katten- soorten, de beren, de olifanten en de zeeleeuwen en verder een aantal wilde dieren voor de fok. Het succes in Noor wegen was alleszins bevredigend. Lorenz trad met zijn circus in alle grootere steden op en verdiende goed geld. Wie thans naar Hamburg komt en het groote park in Stellingen bezoekt, die kan zich overtuigen, wat de familie Ha genbeek door volharding bereikt heeft. leide door de afdeeling Volkenkunde ge houden inleiding met lichtbeelden en voorwerpen over de bewoners van Borneo. Zondag 22 Juni om half drie is er een algemeene rondgang onder geleide door de afdeeling Dierkunde. Woensdag 25 Juni om een rondgang door de afdeeling kunde gehouden met een inleiding lichtbeelden en film over Nederlandsche zoogdieren. Mijn geheel is een broertje van Har lekijn. 1. Mijn eerste is een jongensnaam. Mijn tweede wordt op de boterham ge geten. Raadsel vriendjes en wordt uitdrukkelijk enveloppe te vermelden t Kinderrubriek In de Woensdag gehouden buitenge wone algemeene vergadering van leden van „Kinderhulp" afdeeling ’s-Gra- venhage en omstreken der vereeniging tot opvoeding van halfverweesde, ver waarloosde of verlaten kinderen 11 het huisgezin, is tot bestuurslid benoemd mevrouw T. J. Duymaer van Twist-de jongh. Het bestuur, dat gereorganiseerd is, is thans als volgt samengesteldmr. J. Folpmers, voorzitterH. D. Sloot, secre taris mevr. T. J. Duymaer van Twist- de Jongh, penningmeesteressemevr. E. F. Intveld-Bekking, N. v. d. Plaats (arts), mevr. G. C. Schütt-Lucardie, mevr. A. A. Sonius-Schrok en G. D. Swanenburg de Veye (arts). Het secretariaat blijft gevestigd: van Aerssenstraat 66, den Haag. BINNENBRAND IN EEN KELDER AAN DE HAAGSCHESTRAAT Vanmorgen om 4 uur heeft in een per ceel aan de Haagschestraat no. 1 te Sche veningen een binnenbrand gewoed. In een kelder, waarin zich kleermakerswatten en -fournituren bevonden, was door onbe kende oorzaak brand ontstaan. De brand weer moest zich door verbreking van een ruit in de voordeur toegang verschaffen tot den kelder. Daar er zich veel rook ontwikkelde bewees het zuurstofmasker goede diensten. Met een straal op de waterleiding en met een straal van de motorspuit van den post aan den Gevers Deynootweg, bijgestaan door de hulp- brandweer van de Johan van Oldenbarne- veltlaan kon de brand weldra worden ge- bluscht. Vindt u ’t niet goed? De cursus is bijna afgeloopen en ik dacht Toos? Wèt dacht je? Nou ja, ik geloof, dat 't te zwaar voor u wordt. U werkt te hard en u houdt 't niet vol. ’t Is beter, dat ik een beetje help. Dus heb ik 't maar meteen aange pakt. Goed? Och, Toos, och mijn lief kind! Zie zoo, dus dat is dan in orde. En Toos in eens zakelijk, nam velletje papier en ging zitten rekenen, wat ze noodig had. Twee schorten, Moes en twee stevige kousen om te beginnen. En niet van die vodjes! ’s Avonds heeft moeder haar extra hartelijk goedenacht gekust en gezegd: De 16-jarige wielrijder K. D. uit de Evertsenstraat (L.) reed gisteravond omstreeks 8 uur tezamen met een 23-ja- rigen bakfietsbestuurder met zeer groote snelheid over den Loosduinscheweg. Nabij de Apeldoornschelaan verloor D. de macht over het stuur en reed tegen een boom. Hij moest door den geneesk. dienst met een gebroken linkeronderbeen naar het ziekenhuis aan het Westeinde worden ge bracht Het verslag in ons blad van gisteren over de ledenven?adering van de vereeniging „Ons Huis” betreft niet „Ons Huis”, maar de vereeniging „Ons Thuis” Maandag half negen. Ik heb lang naar een meisje gezocht. Mijn zoon Charles doet nu de boodschappen, maar dat Vindt hij niet leuk. Dus dan Maandag? j Als u *t liever wilt kan ik wel overmorgen komen, zei Toos vriendelijk. Ze was nu over haar verlegenheid heen, vond het „ja mevrouw” en „nee me vrouw” spreken niet meer zoo mal. Ze Was ook heen over ’t gekke idee, dat zij, Toos Ravestein, zich verhuurd had ais dienstmeisje. Ja, want t was toch gewoon dienst- dam. Zou jij? „Jan de Lapper”. Dat is mooi. Heb je er een goed opstel over kunnen maken? Groeien je planten zoo mooi? Vele groe ten terug. „Muisje”. Nu ben je er zeker wel ge weest hè? Ja, dat was jammer, maar nu kan je de schade inhalen. Mogen er nog geen bloempjes in komen? „B e n j a m i n”. Wel bedankt voor je raadsels. Ik kan ze goed gebruiken hoor. Heb je ze zelf verzonnen? ..Bobbie’. Jammer dat je niet dade lijk de andere week bent gegaan. Als je zelf niet kan, mag ook een ander het halen. Ga nog maar eens vragen, dan hoor ik het de volgende week wel. De groeten van Bep. „M ei doorntj e”. Dat is naar. Gaat het nu beter met het water? ,,T o m p o e s”. Ja, dat moet in ieder briefje staan. Je naam, schuilnaam en leeftijd. Neen, dat was geen drukfout. „Zwarte Ruiter”. Heerlijk is dat hè? Heb je fijn gesmuld? Heb je nu weer wat mee mogen nemen? De groeten aan allen. .Anemoontje”. Wat was er? Dat is fijn zoo’n avondje uit hè? Jullie zijn wel een beetje nat geworden hè? Vele groetjes terug. „H a m s t e r b loe m p j e”. Wat leuk is dat. Hij kent je dan zeker wel goed? Nu ben je er wel naar toe geweest, want het is nu heerlijk. Vele groeten van ons terug. ,,J o e B r o w n”. Je schuilnaam is in het lootjesbusje. Dat is fijn Hebben jullie dat allemaal gekregen? Ja, ze zijn erg aardig. „R o t te r d a m m er t j e” Ik zal mijn best doen hoor. Neen, dat doet niet ieder tegelijk. Ik zal het doen hoor. „J o p i e Link” Heb je er al wat mee gemaakt? Dat is een hooge leeftijd. Feli citeer je haar van mij? Bep is 24 jaar. De groeten terug aan allen. „L u p i e n t j e”. Fijn zeg. Houd je er erg van? Vele groetjes van ons terug. „Klein Vissertj e”. Heb je veel ge vangen? Fijn, dat jij het kreeg. Wat heb je er mee gedaan? Ja, dat kan best. Jam mer, dat je niet wist, dat ik het was hè? „W aterntmfj e". Dat duurt nog wel even, want je moet vijf keer de raadsels goed hebben. Dat is fijn zeg. Het is wel een fijn ritje. Ga je alleen? Vele groetjes terug. „Duikelaartje”. Heb je al wat mee mogen nemen? Dat is heel wat hoor. De groeten aan allen. „M o n k i m a m”. Heb je er al mee ge speeld? Vindt hij dat zoo leuk? Neen, dat zou niet prettig zijn. De groeten aan je moeder. ,,M e i r e g e n”. Heb je zooveel nieuws? Wat is dat een fijne dag geweest. En wat heb e veel gehad. Hoe heeten de boeken? „Rood borst j e”. Al weer een ander? Wordt dat niet zoo lang? Wordt het een mooi verhaal? Vele groetjes terug. „Dokter”. Fijn, dat je alleen mocht gaan. Is het ver weg? Ja, dat was fout. Zal je je leeftijd niet meer vergeten? „T r o p e n f e e”. Al weet je ze niet dan mag je toch een briefje schrijven hoor. Dat gaat voor. Ken je het al een beetje? Je had ze alle drie fout. Jammer hè? „Roosje Rood”. Ja, het is nu fijn. Bep leest ze ook wel. Vele groeten terug. „Kwikstaart} e”. Je briefje was nu op tijd. Dat is leuk. Hoe heet de club? Waar gaan jullie naar toe? „M e 1 k e v e r t j e” Was het een klein meisje? Neen, dat was niet zoo leuk. Vele groetjes terug. „Konijnenfokkertje” Dat is fijn. Nu krijg je over een poosje er weer bij. Mag je ze houden? Dat is zwaar hoor. „S o n j a H e n i e". Wat een mooi plaat je was dat. Ja, het is heerlijk. Is er al veel in geschreven? „L o t u s k n o p”. Dan houd je niet veel tijd over Fijn zeg. Heb je nog meer ge vangen? De groeten van ons terug. „Roodkapje”; Betty Boop"; „Krabbel tje”; „Pommetje”; Miesje’’; „Boefje”: Allen hartelijk welkom in de Raadselclub. De hartelijke groeten van jullie aller TANTE ETTY, Bejaarde man gewond. Gistermiddag omstreeks 2 uur is de 77-jarige voetganger J. E. uit de Bosboom straat op den Leidschestraatweg ter hoogte van het viaduct bij het oversteken van den rijweg aangereden door een personenauto bestuurd door den 44-jarigen F. E. v. d. H. uit Amsterdam. Met een enkelbreuk, won den aan het hoofd, en aan net rechterbeen is de bejaarde man door den geneesk. dienst naar het ziekenhuis aan het West einde vervoerd. Toos. je bent zoo flink en dapper! Een groote dochter, die een vriendin voor me is. Wat ben ik daar dankbaar voor! U had ’t niet langer volgehouden, hè? Nee, niet véél langer Ja, als je dóór maar aldoor aan kon denken, terwijl je langs de kille kade loopt in den vroegen morgen, op weg naar je eersten „dienst” Sprotje heeft een dienst, denkt Toos en ze schiet in een lach. Opeens vindt ze zichzelf een mal spook om zoo bang te zijn. Met dien lach nog tintelend in haar oogen belt ze vlug aan het groote huis. En dan...... Ja, ’t gaat hoor, ’t gaat best Zoodra ze de prettige stem van mevrouw Couvée hoort, valt de stijfheid van haar af. Ik werk graag samen, praat me vrouw, dan gaat ’t vlugger. Kijk, ik zal je wijzen, hoe ik de bedden opmaak, dan kun je ’t morgen alleen. En straks gaan we samen afwasschen. Goed, mevrouw, zegt Toos en dan: o, wat hebt u een gezellige keuken! ’t Werk gaat haar vlug en handig af Ze heeft niet voor niets jarenlang thuis afgewasschen. De morgen gaat snel voorbij. Toos leert waar het servies geborgen wordt, de kopjes, de glazenZe vergeet, dat ze hier zóó tegenop heeft gezien, ’t Is bijna, of ze moeder helpt. En dano, daar wordt gebeld. Een besteller met een telegram. Toos neemt het aan en schrikt van mevrouw’s ge- zicht als die ’t haastig opent. Toos!Och kind, wat treft dat ellendig! 't Is van mijn moeder. Ze is ernstig ziek. Ik moet direct naar Amster- pen en gewoonten grondig deeren. Het motto van de Hagenbeck’s is „met liefde, kalmte en verstand” de die ren te temmen en te dresseeren. Het is een verheugend feit dat thans ook in ons land de denkbeelden van Hagenbeek ingang gevonden hebben. Daarvan getuigen de dierenparken van Burger bij Arnhem, van Ouwehand bij Rhenen en niet het minst de nieuwe Rot- terdamsche dierentuin in Blijdorp R. OEHMKE. Voor de uitreiking van de nieuwe bon kaarten vleesch, brood, diversen en al gemeen, en .de toeslagkaartenbrood, pap, zeep en toiletzeep, moeten zich morgen in de groote zaal van den Die rentuin aanmelden van 811 u.Bobbe t/m v. d. Bosch. G. van 112 u.van den Bosch, H t/m Brouwer, R. van 2—5 u. Brouwer, S. t/m einde B. en Ca t/m Carrière. TOOS’ MOEILIJKE DAG Toos loopt langs de lange, winderige kade, 't Is nog erg vroeg: nauwelijks half acht. Toos ziet bleek en er ligt een ernstige trek om haar kleinen mond. Twee lange, zware vlechten hangen op haar rug en onder haar arm houdt ze haar school- tasch. Een meisje, dat naar school gaat? Zoo vroeg al? Neen, je kan wel zien van niet. Schoolmeisjes loopen niet zoo netjes en stijf, die stappen zwierig en permantig met de tasschen bengelend in de hand of aan een riem over den schouder en soms loopen ze gearmd in een lange rij, al kwetterend en lachend. Toos gaat vandaag voor 't eerst naar haar eerste betrekking. Daarom klemt ze haar tasch met haar schort er in zoo stijf onder den arm en daarom loopt ze zoo plechtig. Ja, en daarom is ze ook zoo vroeg van huis gegaan. Ze wil een eindje omloopen om moed te verzamelen. Je eerste betrekking alsnu ja, als dienstmeisje eigenlijk, terwijl je altijd gedacht had, een luxe-leventje tegemoet te gaan! Je eerste dag van die eerste betrekking‘t is eigenlijk geen wonder dat Toos een beetje bleek ziet! Tóch was mevrouw erg aardig. Tel kens en telkens als Toos de nette, nauwe straatjes, die op de groote kade uitko- men, in- en uitdrentelt, denkt ze terug aan eergisteren. Hoe ze zoo ineens de stoute schoenen heeft aangetrokken en gebeld heeft bij die wildvreemde me vrouw, die al zoo lang een meisje zocht! Hoe ze 't gedurfd heeft, zij, de stille Toos, die haar hartje o zoo hoog draagt! Maar mevrouw Couvée was aardig. Ben je lang op de huishoudschool geweest? vroeg ze. Ja mevrouw, twee Jaar, zei Toos. En waarom ga je nu opeens van de huishoudschool af? Toos slikte even. Dan zei ze kalm: Moeder kan 't onmogelijk meer be talen Alles wordt zoo duur. Ik wil lie ver moeder wat helpen. Weet je moeder er van? Nog niet, mevrouw, maar ik ga 1 direct vertellen. Moeder zal ’t zeker goed Vinden. Nu, ik wil graag, dat je komt Laten We dan afspreken van Maandag, hè? Dan ziet Toos tranen in de oogen van de oudere vrouw voor haar. Die is nu opeens geen „mevrouw” meer, maar een mensch, die verdriet heeft Toos knikt heftig en zegt: Zegt u maar even wat ik doen moet. U kunt gerust op me vertrouwen hoor. Ik zorg voor alles. Mevrouw Couvée schrijft een paar dingen op een papiertje. Dan helpt Toos haar een koffertje pakken. Ijverig draaft ze heen en weer Als mevrouw op de tram stapt, is ze heelemaal gerustgesteld. Toen ik nog de lagere school bezocht dat is nu zoowat 60 jaren geleden was het een vaste gewoonte, dat elke klas onder leiding van haar onderwijzer eens per jaar op een mooien zomerdag den dierentuin van de stad onzer inwo ning een bezoek bracht. Dat was natuur lijk voor ons steeds een feestdag, want welke jongen ziet niet graag vreemde dierenapen, olifanten en vooral de groote roofdieren, zooals leeuwen, tijgers, panters, beren enz. Ik weet niet hoe het kwam, maar het gezicht van die koningen van het oer woud en de woestijn in hun kooien be vredigde mij niet. Liever had ik ze in een omgeving gezien, die met hun na tuurlijke levenswijze harmonieerde. Ik had bepaald medelijden met de arme ge vangenen, die nu hun heele leven in een nauwe cel doorbrengen moesten. Daar moest ik weer aan denken, toen ik eenige jaren geleden Hagenbeck’s reusachtigen dierentuin in Stellingen bij Hamburg bezocht. Er is verbetering in den toestand gekomen Karl Hagenbeek, de vader van den tegenwoordigen eige naar was het, die deze verandering tot stand bracht Deze groote dierenvriend wilde niet alleen een „Zoo” (dierenpark) voor de kijkgrage menschelijke bezoekers stichten, hij wilde ook de beesten, die tot nu toe in kooien een benauwend, on rustig leven sleten, een aan hun aard aangepast terrein geven, voor zoover zulks mogelijk is. In 1907 begon hij met de practische uitvoering van zijn denkbeelden. Er wa ren groote moeilijkheden te overwinnen. Een modern dierenpark kost veel geld en dat bezat hij nietbovendien onder vond hij veel tegenwerking van men- schen, die zijn denkbeelden belachelijk vonden en hem openlijk bespotten. Ha genbeek was echter een man met een ijzeren wil, die zich niet ontmoedigen liet. Ook in de moeilijkste omstandig heden bleef hij volharden en hij slaagde er in de belangstelling van eenige ver mogende mannen op te wekken, die de onderneming wilden financieren. Ook zijn beide zonen hielpen hem trouw bij zijn werk De eene reisde de wereld rond, om wilde dieren te bemachtigen en te verzenden, de andere bezodht de direc teuren van dierenparken in alle groote steden. Er werd een levendige handel in wilde dieren gedreven, die de kas van Hagenbeek vulde, zoodat hij aan zijn geldelijke verplichtingen steeds voldoen kon. Bij het transport van zijn menagerie was hij over het algemeen zeer gelukkig. Lorenz, de oudste zoon van Hagenbeek, die er mee belast was, vertelde aan de Amerikaansche journaliste Ray Beve ridge, dat hij op een reis naar Yokohama met een transport van 250 dieren slechts één paard verloor, het had een wondje opgeloopen, er kwam bloedvergiftiging bij en het dier stierf. De samenwerking tusschen vader en zonen was niet altijd gemakkelijk, want de oude heer had zijn eigen ideeën en was erg stijfkoppig. Toen in Stellingen een nieuw verblijf voor de apen ge bouwd zou worden, hadden Lorenz en zijn broer Heinrich een prachtig ontwerp voor een afgesloten terrein met natuur lijke rotsen en boomen gemaakt, waarbij bij beiden het denkbeeld voorzat de dieren ook in de gevangenschap zooveel mogelijk vrijheid te laten. Vader Hagen beek bekeek de teekeningen en Het gaat er niet alleen om de dieren in scheurde ze stuk zonder een woord te zeggen. Toch wisten de beide zonen dit tneisje, al was ’t „met huiselijk verkeer”, al zou ze met mevrouw samen koffie drinken. Heel graag dan. Ik vind ’t erg aardig van je, zei mevrouw en ze glimlachte. I Ze is Hef, dacht Toos. Moeder zal het stellig goed vinden. En moeder vond het goed. Toos krijgt een warm gevoel van voldoening, als ze terugdenkt aan moeder: aan haar ver rast gezicht, haar blije, dankbare oogen. Maar kindlief, heb Je dat zoomaar °P eigen houtje gedaan? Maar Toos dan toch! In het Museum voor het Onderwijs Hemsterhuisstraat 2E, wordt morgenmid dag om half 3 een rondgang onder ge- lichtbeelden bewoners

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 13