IIAAGSCHE COURANT
VOOR DE JEUGD
I
VictoriaWater
Vrijdag 20 Juni 1941.
STADSNIEUWS
VIERDE BLAD
CORRESPONDENTIE
o.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS
NIEUWE RAADSELS
LUK VAN VISSCHERSMAN
OPGEHAALD
Gezond en Geneeskrachtig.
VICTORIA-BRON N.V. NEDERL. MIJ.
EXCURSIE VAN DE NEDERLANDSCHE
VEREENIGING VOOR HUIS
VROUWEN
Dr. P. J. KROMSIGT OVERLEDEN
UITREIKING DISTRIBUTIE
BESCHEIDEN
I.
T
MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS
voor
half 3
„KINDERHULP”
OVER EEN STUK IJZER GESTRUIKELD
T ZIEKE POPJE
te
bestu-
HAGENBECK'S DIERENTUIN
GRAPJES
o
'O
O
(Teekening G. Huysser)
„Ik wil liever moeder wat helpen.
paar
extra
bloedvergiftiging
No. 17906
AANRIJDING OP DEN LEIDSCHE-
STRAATWEG
ONGEKENDE DRUKTE IN HET
ZWEMBAD ZUIDERPARK
Ik wieg haar zachtjes op mijn arm,
Mijn zoete poppekindje.
Ze is zoo héél lang ziek geweest
Ik hoop, dat haar de zon geneest
En ’t zachte, zoele windje.
Een dreigement
De hertog de Medici stond eens op het
balcon van zijn prachtig paleis met een
gezant van een vreemde mogendheid. Hij
wilde dezen eens laten voelen, wat een
machtig vorst hij was en zei dus:
Op dit balcon heeft een van mijn
voorvaderen eens een gezant gedwongen
naar beneden te springen.
De gezant keek den hertog eenige
oogenblikken koeltjes aan en zei toen:
Dan hadden de gezanten in dien tijd
zeker nog geen degens bij zich.
Woensdagmiddag heeft
wielrenner J. Hollander,
een
be-
Oplossingen en briefjes moeten ulterlijk
Woensdagmorgen aan het Bureau Haag-
sche Courant bezorgd zijn. Alles moet
onderteekend zijn met je ware namen vol
uit, schuilnaam, leeftijd en adres. Op het
couvert vermelden: Aan Tante Etty.
TANTE ETTY.
3.
Welk woordje wordt altijd fout geschre
ven?
3.
Welke school gaat nooit uit?
KLEINE DIEFSTALLEN
Een bakker, wiens rijwiel in de Nieuwe
Molstraat even onbeheerd stond, zag zich
bestolen. Twee heele brooden waren van
zijn fiets meegenomen.
Van een rijwiel, dat eveneens onbeheerd
stond in de van Swietenstraat, werd een
regenjas ontvreemd.
In een groot magazijn in de binnenstad
is een 18-jarige vrouw aangehouden we
gens diefstal van een japon.
Uit een pakhuis in de binnenstad wer
den vier konijnen gestolen.
Een „voorschotje”
Een heer had zijn gouden dasspeld ver-
loren. Hij liep er op een druk plein, waar
juist kermis was, naar te zoeken, zoodat
weldra een heel troepje jongens achter
hem aanliep.
Zoek allemaal mee! riep de heer, ik
heb mijn gouden dasspeld verloren en wie
haar vindt, krijgt op staanden voet een
gulden van me!
Een heel klein jongetje draafde harder
dan al de anderen en riep: Meneer,
meneer!
Ja, wat is er? Heb jij haar soms ge
vonden?
Nee, maar ik ga èrg hard zoeken! En
ik wou u vragen, of ik nu vast vijf cent
voor een ijsje mag, dan hoeft u straks
maar 95 cent te betalen?
wordt
Dier-
met
vriendinnetjes
verzocht op de
Voor de
En Toos, de badkamer schoonmakend, de
tafel dekkend voer den onbekenden zoon
Charles, stofzuigend door 't heele huis,
denkt aldoor maar: Wonderlijk, dat
een „mevrouw” opeens een mensch
wordt, die je helpen kunt. Echt hèlpen!
En dat alles nu opeens niet moeilijk meer
is, maar heerlijk.
Bijna is ze blij, dat ze dienstmeisje
geworden is
De 17-jarige W. J. K. uit de Nieuwe
Havenstraat, werkzaam in een fabriek aan
de v. d. Kunstraat, had het ongeluk te
struikelen over een stuk ijzer. De jongen
viel en bekwam een hersenschudding. Door
den gem. geneesk. dienst is hij naar het
ziekenhuis aaan het Westeinde vervoerd.
Mijn Lijsjekind, mijn popje klein,
Nu ga je heerlijk zonnen.
Doe maar gerust je oogjes toe,
Ik draag je naar het weitje toe,
De zomer is begonnen!
MARIE MICHON
De Nederlandsche Vereeniging voor
Huisvrouwen organiseerde gistermiddag
een excursie naar „Hofwijck”, net beken
de Huygens-museum aan het Westeinde
te Voorburg. Vele leden hadden aan den
oproep van het bestuur gevolg gegeven,
zoodat het op het anders zoo rustige bui
ten gistermiddag flink druk was.
Dr. H. E. van Gelder, oud-directeur van
het Gemeentemuseum alhier, heeft den
dames het een en ander verteld over het
buiten „Hofwijck”. In 1639 kocht de dich
ter Constantijn Huygens in Voorburg
grond en gaf den bouwmeester Pieter
Post opdracht naar een eigen ontwerp
een buitenhuis te bouwen, dat in 1642 ge
reed kwam en „Hofwijck” gedoopt werd.
Waarschijnlijk heeft Huygens het huis
laten zetten om er verstrooing te zoeken
en om er ongestoord te kunnen werken.
Hij wijdde aan het huis zelfs één zijner
beste gedichten, dat den titel „Hofwijck”
droeg. Hierin kwam zijn liefde tot het
huis tot uitdrukking. Zijn zoon Chris
tiaan, de groote natuurkundige, heeft ook
in Hofwijck gewoond. In de tweede helft
van de 18e eeuw ging het huis uit han
den van de familie Huygens over in
vreemd bezit. Groen van Prinsterer kocht
het in 1849. Groote deelen van den tuin
werden in latere jaren ten behoeve van
de spoorwegen onteigend en het huis
dreigde te verdwijnen. In 1913 werd de
vereeniging Hofwijck opgericht, die huis
en tuin aankocht. Zeer veel moeilijkhe
den moesten overwonnen worden, vóór de
restauratie in 1928 voltooid was. Als Huy
gens-museum kon het huis toen echter
een nieuw leven beginnen. Helaas is de
belangstelling voor Hofwijck den laatsten
tijd dalende, zoodat dr. van Gelder aan
het slot van zijn causerie opwekte lid te
worden van de vereeniging „Hofwijck”,
om zoodoende mede te helpen het voor
onze historie zoo belangrijke huis met zijn
vele herinneringen aan de familie Huy
gens, in stand te kunnen houden.
Na deze voordracht werd gezamenlijk
het interessante museum bezichtigd.
Getallen van 4000 tot 6000 bezoekers in
het Zwembad Zuiderpark zijn thans op
mooie dagen regel geworden. De drukte
concentreert zich om begrijpelijke rede
nen in hoofdzaak op de avonduren. In de
ochtend- en middaguren is het bezoek
minder, zoodat deze uren voor hen die hier
toe in de gelegenheid zijn, meer geschikt
zijn om rustig te kunnen zwemmen. Op
deze wijze ontlasten zij bovendien de
drukke avonduren.
MARSCH VAN HET WACHTBATALJON
VAN HET LUCHTWAPEN
Het wachtbataljon van het Duitsche
Luchtwapen zal op zijn morgen te hou
den marsch. de volgende route volgen:
Wassenaarscheweg, Koninginnegracht,
Prinsessegracht, Heerengracht, Korte Po
ten, Plein, Lange Poten, Kapelsbrug. Lan
ge Poten, Plein (om 1 uur voorbijmarsch
langs het voormalige departement van De
fensie), Lange Houtstraat. Lange Voor
hout, Parkstraat, Oranjestraat. Amalia-
straat, Mauritskade, Scheveningscheveer,
Hoogewal, Elandstraat.
het leven en frisch en gezond te houden,
maar ook om hun karaktereigenschap-
NEDERLANDSCHE VEREENIGING
VAN WEGENBOUWERS
Dezer dagen hield de Nederlandsche ver
eeniging van wegenbouwers” haar zomer
vergadering in hotel „Kurhaus” te Scheve-
ningen onder presidium van den heer S.
Prins Dzn.
Het jaarverslag uitgebracht door den
secretaris, den heer B. J. Kerkhof, riep het
bewogen jaar 1940 in herinnering. Begon
nen werd met onderhandelingen over een
collectieve arbeidsovereenkomst voor en
kele groepen arbeiders, waarvoor nog geen
overeenkomst bestond..
De werkzaamheden van de vereeniging
zijn zeer toegenomen. Geconstateerd werd
dat de vereeniging in de gansche bouw
nijverheid een belangrijke plaats heeft in
genomen.
In de vacature in het hoofdbestuur, ont
staan door het overlijden van den heer
L. W. van Drunen, werd voorzien door de
verkiezing van den heer L. van Drunen te
's-Hertogenbosch.
Na afloop der vergadering hield dr. ir.
M. J. W. Roegholt door het hoofdbestuur
benoemd tot hoofdredacteur van een door
de vereeniging uit te geven tijdschrift, een
interessante causerie over het binnenkort
verschijnende periodiek „Weg en wegen
bouw”.
Politie verzoekt inlichtingen omtrent de
Identiteit
De commissaris van politie van den
justitieelen dienst C verzoekt bekend te
worden gemaakt met de identiteit van het
lijk van een man, dat op 16 Juni 1941 uit
de Noordzee ter hoogte van Scheveningen
is opgehaald. Het lijk van den man was
in verregaander! staat van ontbinding en
onherkenbaar. Het was gekleed in man-
chesterbroek en -vest, geruit sporthemd,
grijze onderbroek, blauwe kousen met
daarover blauwe sokken, z.g. politie-
brandweer-bretels; onder de sokken zijn
zolen van manchester-stof genaaid. Het
lijk had nog een witten klomp aan een
der voeten, terwijl zich in een der zakken
van de kleeding een marinemes in lederen
scheede bevond. Het lijk is klaarblijkelijk
dat van een visschersman.
BEVORDERINGEN BIJ DE POLITIE
De burgemeester heeft met ingang van
1 Januari 1941 bevorderd tot brigadier van
politie den hoofdagent van politie M. Post
en agent van politie P. J. Luiten. Tot
hoofdagent van politie (rechercheur) zijn
benoemd de agenten van politie (recher
cheur) J. v. d. Velden, J. G. Velterop en
M. H. van Gaaien.
KORDAAT OPTREDEN
de Haagsche
het vier-jarig
dochtertje van den heer Mantel, die in
de Boerenvaart te Enkhuizen was geval-
len, gered. Hij sprong het meisje na en'
wist haar behouden aan land te brengen.
De kleine was reeds buiten kennis en had
veel water binnengekregen Het gelukte
hem het kind weer bij te brengen, waarna
ze naar huis gebracht en onder doktersbe
handeling gesteld werd.
VERDACHT VAN RIJWIEL
DIEFSTALLEN
De politie heeft verdacht van diefstal
van rijwielen, aangehouden, een 35-jarigen
los-werkman en een 19-jarigen rietwerker.
In den ouderdom van 74 jaar is hier
overleden dr. P. J. Kromsigt, sinds 1
October 1934 emeritus predikantvan de
Ned Herv. Kerk.
De laatste standplaats van den overle
dene was Amsterdam. Dr. Kromsigt was
officier in de orde van Oranje-Nassau.
De begrafenis zal plaats vinden op de
begraafplaats Oud Eik en Duinen alhier,
Maandag a.s. te twee uur.
Pieter Johannes Kromsigt werd 16 Oc
tober 1866 te Wijk bij Heusden, waar zijn
vader predikant was, geboren. Hij bezocht
het instituut Kinsbergen te Elburg, waar
zijn grootvader, wijlen ds. J. C. Wijkman,
predikant was en bezocht daarna de gym
nasia te Leiden en te Dordrecht, om aan
de Utrechtsche Universiteit theologie te
studeeren. In 1891 candidaat geworden in
Drente, bevestigde zijn vader hem 11
September 1892 te Scherpenisse, in zijn
eerste gemeente. Tijdens zijn verblijf al
daar promoveerde ds. Kromsigt 3 Juli
1895 onder prof. Kleyn te Utrecht tot doc
tor in de theologie cp een proefschrift ge
titeld: „John Knox als kerkhervormer
(vooral in zijn verhouding tot Calvijn)".
In 1898 vertrok dr Kromsigt naar Wier-
den, welke standplaats hij in 1900 met
Rotterdam verwisselde. 2 Mei 1909 deed
hij zijn intrede in de hoofdstad des lands,
waar hij is werkzaam geweest tot aan zijn
emeritaat, dat hem 1 October 1934 eervol
verleend werd, waarna hij zieh metter
woon in dén Haag vestigde.
Eerst neiging hebbende naar de ethi
sche richting, koos dr. Kromsigt vooral
onder invloed van professor Kleyn, de
Geref. beginselen, al spoedig trad hij in
de Confessloneele Vereeniging op den
voorgrond.
Tijdens zijn verblijf in Rotterdam was
dr. Kromsigt praeses van het classicaal
bestuur en leeraar godsdienstonderwijs
aan het Marnixgymnasium.
In Amsterdam was hij eveneens prae
ses van het classicaal bestuur en in die
kwaliteit was hij tegenwoordig op de Sy
node te Edinburg en bij het 300-jarig be
staan van de Herv. kerk in Amerika (New-
York) in 1928. Ook maakte dr. Kromsigt
deel uit van het Prov. kerkbestuur van
Rotterdam. Van het moderamen van de
Utrechtsche predikantenvergadering was
hij bij herhaling lid, terwijl hij voorzitter
was van de Herv. (Geref.) predikanten-
vereeniging en vice-voorzitter van het
hoofdbestuur der Conf. Vereeniging. Ook
is hij bestuurslid geweest van de Vereen,
van Herv. scholen in Amsterdam, idem
van de Kon. Emmaschool en directeur van
de Vereen, tot stichting van bijzondere
leerstoelen vanwege de Conf. Vereeniging
Overvloedig is zijn persarbeid geweest.
VERORDENING MAASSTRAAT
Op de Gemeentesecretarie afdeeling S.
en B. (kamer no. 32) zal van heden af
voor een ieder ter inzage liggen het
Raadsbesluit van 20 Mei 1940 inzake
vaststelling van een verordening tot re
geling van de bebouwing en het gebruik
van gronden, gelegen ter weerszijden
van de Maasstraat, tusschen den Zuid-
Oost-Buitensingel en de Amstelstraat
eenerzijds en de Scheldestraat ander
zijds (verordening-Maasstraat), met bij-
behoorende kaarten, gemerkt A en B. Dit
Raadsbesluit is goedgekeurd door de
Ged. Staten van Zuid-Holland bij besluit
van 4 Juni 1941.
PROPAGANDA-CONCERT VAN HET
NED. HERV. MANNENKOOR
Gisteravond heeft het Ned. Herv. Man
nenkoor in het wijkgebouw „Salvatori”
aan de Nunspeetlaan een propaganda
concert gegeven onder leiding van den
heer W. F. Kools sr. Het Dames-En-
semble, onder leiding van denzelfden
dirigent, verleende daaraan medewerking.
De voorzitter van het Ned. Herv. Man
nenkoor, de heer B. v. d. Meer, verzocht
de talrijke belangstellenden gezamenlijk
Gezang 31 te zingen, waarna hjj voor
ging in gebed. Vervolgens sprak hij een
kort welkomstwoord, in 't bijzonder tot
ds. J. Schoneveld. Ned. Herv. predikant.
Deze richtte zich, na de pauze, in een
korte propagandarede tot het gehoor,
waarin hij tot toetreding tot het mannen
of dameskoor opwekte. Spr. achtte het
lied zelf weliswaar de beste aanbeveling
de goede opkomst op dezen schooner,
avond legde daarvan getuigenis af --
maar toch was een opwekkerd woord op
zijn plaats. De stem, welke wij van God
ontvangen hebben, is een groote gave. Wij
zingen niet alleen om de Kunst te dienen,
of uiting te geven aan de stemming,
waarin we verkeeren, maar, als Christen,
ook om God te loven. En daarom komt
het er ook op aan wat wij zingen Het is
ook van beteekenis hóe wij zingen; vooral
moeten wij met ons hart zingen, terwijl
vorm en inhoud van den zang met elkaar
in overeenstemming moeten zijn. Voorts
is het beoefenen van den zang een op
bouwende ontspanning, die bijdraagt tot
de meer haimonische ontwikkeling van
den mensch, terwijl het bezit van een
goed zangkoor ook nog van practisch nut
is vcor het kerkelijke leven.
Nadat het mannenkoor als openings
lied „Vriendschap” van Mozart had ge
zongen. hief het, nu het voor het eerst
sedert het uitbreken van den oorlog weer
een concert gaf, ter nagedachtenis van de
gevallenen het „Ecce quomodo moritur"
van Gallus aan. Dit werd met veel ge
voel gezongen en maakte indruk. Het uit
voerige programma bevatte voorts liede
ren o.a. van Beethoven, Handel. Grety, F.
Abt, Kreutzer, N. H. Andriessen en W.
F. Kools sr. Als solisten traden op de
dames Dien Hoenders (sopraan) en mevr.
Martha v. Kralingen (alt) door den heer
Kools op het orgel begeleid, met liederen
van Hfindel, Ed. Nössler en C. Franck.
Zij mochten zich, evenals de koren, in een
welverdiend warm applaus verheugen.
Het was een welgeslaagde, genotvolle
avond.
1. Ouder worden.
2. Sl-aap.
3. Een watervat
Prijzen vielen ten deel aan
„Anemoontje”.
„Jan de Lapper”.
„Meidoorntje”.
Prijzen afhalen aan het Bureau Haag
sche Courant op Woensdagmiddag.
Daarbij uitsluitend je ware namen op
geven.
BEGRAFENIS C. MARREE
Gistermiddag heeft op Nieuw Eik en
Duinen de teraardebestelling plaats ge
had van het stoffelijke overschot van den
heer C. Marree, technisch ambtenaar bij
het Stoomwezen en oud-ouderling van de
Geref. kerk van ’s-Gravenhage-West
Op de begraafplaats waren o.m. aanwe
zig de heeren A. v. Rijn, ingenieur bij het
Stoomwezen, IJ. Moerdijk, technisch amb
tenaar bij het Stoomwezen, het bureau
personeel van het 7e district van het
Stoomwezen, J. Komijn, oud-expert
scheepvaart, de gep. techn. ambtenaren
J C. v. Ommeren, T. Faas, G. J. Bol en
W. J. Fournier voorts ds. Jac. v. Nes,
A Verduyn, hoofd van de dr. J. C. de
Moorschool, J. N. Munnink, architect
B.N.A. en verscheidene leden van den
kerkeraad der Geref. kerk van ’s-Graven-
hage-West.
Aan de groeve hebben achtereenvolgens
het woord gevoerd ds. J. Hoek, predikant
bij de Geref. kerk van ’s-Gravenhage-
West, de hoofdingenieur-directeur van
het Stoomwezen, de heer J. J. P. Cattel,
en de heer S. Jansma, technisch ambte
naar bij het Stoomwezen te IJmuiden en
voorzitter van de groep Stoomwezen van
het Rijksstoomwezen.
De oudste zoon, de heer C. Marree jr.,
dankte voor de betoonde belangstelling,
waarna ds. Hoek het Onze Vader bad.
Dr. Hoek had tevoren in het sterfhuis
een rouwdienst geleid.
(Teekening E. v. Laer)
O, zonnetje, wat schijn je blij
Door al die hooge ruiten!
’tls nu zoo lekker in ’t plantsoen.
Zeg, weet je wat ik straks ga doen?
Ik draag mijn Lijsje buiten.
keer hun zin door te zetten en het tehuis
voor de apen werd volgens hun plannen
gebouwd. Dat was dan ook de eerste en
eenige maal, dat zij iets tegen den zin
van hun vader uitvoeren konden. Het
noodlot wilde, dat de schepper van Stel
lingen de bevrijde apen op hun rotsen
niet meer zien zou. Hij stierf voordat het
groote werk klaar was. Dat was in 1913.
De moeilijkste tijd brak ajn gedurende
den wereldoorlog. Toen men de wilde
dieren in de dierentuinen moest afma
ken, wegens gebrek aan voedsel, richtte
Lorenz Hagenbeek een circus op en
bracht vele kostbare exemplaren naar
Noorwegen over. Het waren voorname
lijk de goed gedresseerde groote katten-
soorten, de beren, de olifanten en de
zeeleeuwen en verder een aantal wilde
dieren voor de fok. Het succes in Noor
wegen was alleszins bevredigend. Lorenz
trad met zijn circus in alle grootere
steden op en verdiende goed geld.
Wie thans naar Hamburg komt en het
groote park in Stellingen bezoekt, die
kan zich overtuigen, wat de familie Ha
genbeek door volharding bereikt heeft.
leide door de afdeeling Volkenkunde ge
houden inleiding met lichtbeelden en
voorwerpen over de bewoners van
Borneo.
Zondag 22 Juni om half drie is er een
algemeene rondgang onder geleide door
de afdeeling Dierkunde.
Woensdag 25 Juni om
een rondgang door de afdeeling
kunde gehouden met een inleiding
lichtbeelden en film over Nederlandsche
zoogdieren.
Mijn geheel is een broertje van Har
lekijn.
1.
Mijn eerste is een jongensnaam.
Mijn tweede wordt op de boterham ge
geten.
Raadsel vriendjes en
wordt uitdrukkelijk
enveloppe te vermelden t
Kinderrubriek
In de Woensdag gehouden buitenge
wone algemeene vergadering van leden
van „Kinderhulp" afdeeling ’s-Gra-
venhage en omstreken der vereeniging
tot opvoeding van halfverweesde, ver
waarloosde of verlaten kinderen 11 het
huisgezin, is tot bestuurslid benoemd
mevrouw T. J. Duymaer van Twist-de
jongh.
Het bestuur, dat gereorganiseerd is, is
thans als volgt samengesteldmr. J.
Folpmers, voorzitterH. D. Sloot, secre
taris mevr. T. J. Duymaer van Twist-
de Jongh, penningmeesteressemevr. E.
F. Intveld-Bekking, N. v. d. Plaats (arts),
mevr. G. C. Schütt-Lucardie, mevr. A.
A. Sonius-Schrok en G. D. Swanenburg
de Veye (arts).
Het secretariaat blijft gevestigd: van
Aerssenstraat 66, den Haag.
BINNENBRAND IN EEN KELDER
AAN DE HAAGSCHESTRAAT
Vanmorgen om 4 uur heeft in een per
ceel aan de Haagschestraat no. 1 te Sche
veningen een binnenbrand gewoed. In een
kelder, waarin zich kleermakerswatten en
-fournituren bevonden, was door onbe
kende oorzaak brand ontstaan. De brand
weer moest zich door verbreking van een
ruit in de voordeur toegang verschaffen
tot den kelder. Daar er zich veel rook
ontwikkelde bewees het zuurstofmasker
goede diensten. Met een straal op de
waterleiding en met een straal van de
motorspuit van den post aan den Gevers
Deynootweg, bijgestaan door de hulp-
brandweer van de Johan van Oldenbarne-
veltlaan kon de brand weldra worden ge-
bluscht.
Vindt u ’t niet goed? De cursus is
bijna afgeloopen en ik dacht
Toos? Wèt dacht je?
Nou ja, ik geloof, dat 't te zwaar
voor u wordt. U werkt te hard en u houdt
't niet vol. ’t Is beter, dat ik een beetje
help. Dus heb ik 't maar meteen aange
pakt. Goed?
Och, Toos, och mijn lief kind!
Zie zoo, dus dat is dan in orde.
En Toos in eens zakelijk, nam
velletje papier en ging zitten
rekenen, wat ze noodig had.
Twee schorten, Moes en twee
stevige kousen om te beginnen. En niet
van die vodjes!
’s Avonds heeft moeder haar extra
hartelijk goedenacht gekust en gezegd:
De 16-jarige wielrijder K. D.
uit de Evertsenstraat (L.) reed gisteravond
omstreeks 8 uur tezamen met een 23-ja-
rigen bakfietsbestuurder met zeer groote
snelheid over den Loosduinscheweg. Nabij
de Apeldoornschelaan verloor D. de macht
over het stuur en reed tegen een boom.
Hij moest door den geneesk. dienst met
een gebroken linkeronderbeen naar het
ziekenhuis aan het Westeinde worden ge
bracht
Het verslag in ons blad van
gisteren over de ledenven?adering van
de vereeniging „Ons Huis” betreft niet
„Ons Huis”, maar de vereeniging „Ons
Thuis”
Maandag half negen. Ik heb lang naar
een meisje gezocht. Mijn zoon Charles
doet nu de boodschappen, maar dat
Vindt hij niet leuk. Dus dan Maandag?
j Als u *t liever wilt kan ik wel
overmorgen komen, zei Toos vriendelijk.
Ze was nu over haar verlegenheid heen,
vond het „ja mevrouw” en „nee me
vrouw” spreken niet meer zoo mal. Ze
Was ook heen over ’t gekke idee, dat zij,
Toos Ravestein, zich verhuurd had ais
dienstmeisje.
Ja, want t was toch gewoon dienst-
dam. Zou jij?
„Jan de Lapper”. Dat is mooi. Heb
je er een goed opstel over kunnen maken?
Groeien je planten zoo mooi? Vele groe
ten terug.
„Muisje”. Nu ben je er zeker wel ge
weest hè? Ja, dat was jammer, maar nu
kan je de schade inhalen. Mogen er nog
geen bloempjes in komen?
„B e n j a m i n”. Wel bedankt voor je
raadsels. Ik kan ze goed gebruiken hoor.
Heb je ze zelf verzonnen?
..Bobbie’. Jammer dat je niet dade
lijk de andere week bent gegaan. Als je
zelf niet kan, mag ook een ander het
halen. Ga nog maar eens vragen, dan hoor
ik het de volgende week wel. De groeten
van Bep.
„M ei doorntj e”. Dat is naar. Gaat
het nu beter met het water?
,,T o m p o e s”. Ja, dat moet in ieder
briefje staan. Je naam, schuilnaam en
leeftijd. Neen, dat was geen drukfout.
„Zwarte Ruiter”. Heerlijk is dat
hè? Heb je fijn gesmuld? Heb je nu weer
wat mee mogen nemen? De groeten aan
allen.
.Anemoontje”. Wat was er? Dat is
fijn zoo’n avondje uit hè? Jullie zijn wel
een beetje nat geworden hè? Vele groetjes
terug.
„H a m s t e r b loe m p j e”. Wat leuk is
dat. Hij kent je dan zeker wel goed? Nu
ben je er wel naar toe geweest, want het
is nu heerlijk. Vele groeten van ons terug.
,,J o e B r o w n”. Je schuilnaam is in het
lootjesbusje. Dat is fijn Hebben jullie dat
allemaal gekregen? Ja, ze zijn erg aardig.
„R o t te r d a m m er t j e” Ik zal mijn
best doen hoor. Neen, dat doet niet ieder
tegelijk. Ik zal het doen hoor.
„J o p i e Link” Heb je er al wat mee
gemaakt? Dat is een hooge leeftijd. Feli
citeer je haar van mij? Bep is 24 jaar. De
groeten terug aan allen.
„L u p i e n t j e”. Fijn zeg. Houd je er
erg van? Vele groetjes van ons terug.
„Klein Vissertj e”. Heb je veel ge
vangen? Fijn, dat jij het kreeg. Wat heb
je er mee gedaan? Ja, dat kan best. Jam
mer, dat je niet wist, dat ik het was hè?
„W aterntmfj e". Dat duurt nog wel
even, want je moet vijf keer de raadsels
goed hebben. Dat is fijn zeg. Het is wel
een fijn ritje. Ga je alleen? Vele groetjes
terug.
„Duikelaartje”. Heb je al wat mee
mogen nemen? Dat is heel wat hoor. De
groeten aan allen.
„M o n k i m a m”. Heb je er al mee ge
speeld? Vindt hij dat zoo leuk? Neen, dat
zou niet prettig zijn. De groeten aan je
moeder.
,,M e i r e g e n”. Heb je zooveel nieuws?
Wat is dat een fijne dag geweest. En wat
heb e veel gehad. Hoe heeten de boeken?
„Rood borst j e”. Al weer een ander?
Wordt dat niet zoo lang? Wordt het een
mooi verhaal? Vele groetjes terug.
„Dokter”. Fijn, dat je alleen mocht
gaan. Is het ver weg? Ja, dat was fout.
Zal je je leeftijd niet meer vergeten?
„T r o p e n f e e”. Al weet je ze niet
dan mag je toch een briefje schrijven
hoor. Dat gaat voor. Ken je het al een
beetje? Je had ze alle drie fout. Jammer
hè?
„Roosje Rood”. Ja, het is nu fijn.
Bep leest ze ook wel. Vele groeten terug.
„Kwikstaart} e”. Je briefje was nu
op tijd. Dat is leuk. Hoe heet de club?
Waar gaan jullie naar toe?
„M e 1 k e v e r t j e” Was het een klein
meisje? Neen, dat was niet zoo leuk. Vele
groetjes terug.
„Konijnenfokkertje” Dat is fijn.
Nu krijg je over een poosje er weer bij.
Mag je ze houden? Dat is zwaar hoor.
„S o n j a H e n i e". Wat een mooi plaat
je was dat. Ja, het is heerlijk. Is er al
veel in geschreven?
„L o t u s k n o p”. Dan houd je niet veel
tijd over Fijn zeg. Heb je nog meer ge
vangen? De groeten van ons terug.
„Roodkapje”; Betty Boop"; „Krabbel
tje”; „Pommetje”; Miesje’’; „Boefje”:
Allen hartelijk welkom in de Raadselclub.
De hartelijke groeten van jullie aller
TANTE ETTY,
Bejaarde man gewond.
Gistermiddag omstreeks 2 uur is de
77-jarige voetganger J. E. uit de Bosboom
straat op den Leidschestraatweg ter hoogte
van het viaduct bij het oversteken van den
rijweg aangereden door een personenauto
bestuurd door den 44-jarigen F. E. v. d. H.
uit Amsterdam. Met een enkelbreuk, won
den aan het hoofd, en aan net rechterbeen
is de bejaarde man door den geneesk.
dienst naar het ziekenhuis aan het West
einde vervoerd.
Toos. je bent zoo flink en dapper! Een
groote dochter, die een vriendin voor me
is. Wat ben ik daar dankbaar voor!
U had ’t niet langer volgehouden,
hè?
Nee, niet véél langer
Ja, als je dóór maar aldoor aan kon
denken, terwijl je langs de kille kade
loopt in den vroegen morgen, op weg
naar je eersten „dienst”
Sprotje heeft een dienst, denkt Toos
en ze schiet in een lach. Opeens vindt ze
zichzelf een mal spook om zoo bang te
zijn. Met dien lach nog tintelend in haar
oogen belt ze vlug aan het groote huis.
En dan...... Ja, ’t gaat hoor, ’t gaat
best Zoodra ze de prettige stem van
mevrouw Couvée hoort, valt de stijfheid
van haar af.
Ik werk graag samen, praat me
vrouw, dan gaat ’t vlugger. Kijk, ik zal
je wijzen, hoe ik de bedden opmaak, dan
kun je ’t morgen alleen. En straks gaan
we samen afwasschen.
Goed, mevrouw, zegt Toos en dan:
o, wat hebt u een gezellige keuken!
’t Werk gaat haar vlug en handig af
Ze heeft niet voor niets jarenlang thuis
afgewasschen.
De morgen gaat snel voorbij. Toos leert
waar het servies geborgen wordt, de
kopjes, de glazenZe vergeet, dat ze
hier zóó tegenop heeft gezien, ’t Is bijna,
of ze moeder helpt.
En dano, daar wordt gebeld. Een
besteller met een telegram. Toos neemt
het aan en schrikt van mevrouw’s ge-
zicht als die ’t haastig opent.
Toos!Och kind, wat treft dat
ellendig! 't Is van mijn moeder. Ze is
ernstig ziek. Ik moet direct naar Amster-
pen en gewoonten grondig
deeren.
Het motto van de Hagenbeck’s is
„met liefde, kalmte en verstand” de die
ren te temmen en te dresseeren.
Het is een verheugend feit dat thans
ook in ons land de denkbeelden van
Hagenbeek ingang gevonden hebben.
Daarvan getuigen de dierenparken van
Burger bij Arnhem, van Ouwehand bij
Rhenen en niet het minst de nieuwe Rot-
terdamsche dierentuin in Blijdorp
R. OEHMKE.
Voor de uitreiking van de nieuwe bon
kaarten vleesch, brood, diversen en al
gemeen, en .de toeslagkaartenbrood,
pap, zeep en toiletzeep, moeten zich
morgen in de groote zaal van den Die
rentuin aanmelden
van 811 u.Bobbe t/m v. d. Bosch. G.
van 112 u.van den Bosch, H t/m
Brouwer, R.
van 2—5 u. Brouwer, S. t/m einde B.
en Ca t/m Carrière.
TOOS’ MOEILIJKE DAG
Toos loopt langs de lange, winderige
kade, 't Is nog erg vroeg: nauwelijks
half acht.
Toos ziet bleek en er ligt een ernstige
trek om haar kleinen mond. Twee lange,
zware vlechten hangen op haar rug en
onder haar arm houdt ze haar school-
tasch.
Een meisje, dat naar school gaat? Zoo
vroeg al? Neen, je kan wel zien van niet.
Schoolmeisjes loopen niet zoo netjes en
stijf, die stappen zwierig en permantig
met de tasschen bengelend in de hand
of aan een riem over den schouder en
soms loopen ze gearmd in een lange rij,
al kwetterend en lachend.
Toos gaat vandaag voor 't eerst naar
haar eerste betrekking. Daarom klemt ze
haar tasch met haar schort er in zoo stijf
onder den arm en daarom loopt ze zoo
plechtig. Ja, en daarom is ze ook zoo
vroeg van huis gegaan. Ze wil een eindje
omloopen om moed te verzamelen.
Je eerste betrekking alsnu ja, als
dienstmeisje eigenlijk, terwijl je altijd
gedacht had, een luxe-leventje tegemoet
te gaan! Je eerste dag van die eerste
betrekking‘t is eigenlijk geen wonder
dat Toos een beetje bleek ziet!
Tóch was mevrouw erg aardig. Tel
kens en telkens als Toos de nette, nauwe
straatjes, die op de groote kade uitko-
men, in- en uitdrentelt, denkt ze terug
aan eergisteren. Hoe ze zoo ineens de
stoute schoenen heeft aangetrokken en
gebeld heeft bij die wildvreemde me
vrouw, die al zoo lang een meisje zocht!
Hoe ze 't gedurfd heeft, zij, de stille
Toos, die haar hartje o zoo hoog draagt!
Maar mevrouw Couvée was aardig.
Ben je lang op de huishoudschool
geweest? vroeg ze.
Ja mevrouw, twee Jaar, zei Toos.
En waarom ga je nu opeens van de
huishoudschool af?
Toos slikte even. Dan zei ze kalm:
Moeder kan 't onmogelijk meer be
talen Alles wordt zoo duur. Ik wil lie
ver moeder wat helpen.
Weet je moeder er van?
Nog niet, mevrouw, maar ik ga 1
direct vertellen. Moeder zal ’t zeker goed
Vinden.
Nu, ik wil graag, dat je komt Laten
We dan afspreken van Maandag, hè?
Dan ziet Toos tranen in de oogen van
de oudere vrouw voor haar. Die is nu
opeens geen „mevrouw” meer, maar een
mensch, die verdriet heeft
Toos knikt heftig en zegt:
Zegt u maar even wat ik doen moet.
U kunt gerust op me vertrouwen hoor.
Ik zorg voor alles.
Mevrouw Couvée schrijft een paar
dingen op een papiertje. Dan helpt Toos
haar een koffertje pakken. Ijverig draaft
ze heen en weer Als mevrouw op de
tram stapt, is ze heelemaal gerustgesteld.
Toen ik nog de lagere school bezocht
dat is nu zoowat 60 jaren geleden
was het een vaste gewoonte, dat elke
klas onder leiding van haar onderwijzer
eens per jaar op een mooien zomerdag
den dierentuin van de stad onzer inwo
ning een bezoek bracht. Dat was natuur
lijk voor ons steeds een feestdag, want
welke jongen ziet niet graag vreemde
dierenapen, olifanten en vooral de
groote roofdieren, zooals leeuwen, tijgers,
panters, beren enz.
Ik weet niet hoe het kwam, maar het
gezicht van die koningen van het oer
woud en de woestijn in hun kooien be
vredigde mij niet. Liever had ik ze in
een omgeving gezien, die met hun na
tuurlijke levenswijze harmonieerde. Ik
had bepaald medelijden met de arme ge
vangenen, die nu hun heele leven in een
nauwe cel doorbrengen moesten.
Daar moest ik weer aan denken, toen
ik eenige jaren geleden Hagenbeck’s
reusachtigen dierentuin in Stellingen bij
Hamburg bezocht. Er is verbetering in
den toestand gekomen Karl Hagenbeek,
de vader van den tegenwoordigen eige
naar was het, die deze verandering tot
stand bracht Deze groote dierenvriend
wilde niet alleen een „Zoo” (dierenpark)
voor de kijkgrage menschelijke bezoekers
stichten, hij wilde ook de beesten, die
tot nu toe in kooien een benauwend, on
rustig leven sleten, een aan hun aard
aangepast terrein geven, voor zoover
zulks mogelijk is.
In 1907 begon hij met de practische
uitvoering van zijn denkbeelden. Er wa
ren groote moeilijkheden te overwinnen.
Een modern dierenpark kost veel geld
en dat bezat hij nietbovendien onder
vond hij veel tegenwerking van men-
schen, die zijn denkbeelden belachelijk
vonden en hem openlijk bespotten. Ha
genbeek was echter een man met een
ijzeren wil, die zich niet ontmoedigen
liet. Ook in de moeilijkste omstandig
heden bleef hij volharden en hij slaagde
er in de belangstelling van eenige ver
mogende mannen op te wekken, die de
onderneming wilden financieren. Ook
zijn beide zonen hielpen hem trouw bij
zijn werk De eene reisde de wereld
rond, om wilde dieren te bemachtigen en
te verzenden, de andere bezodht de direc
teuren van dierenparken in alle groote
steden. Er werd een levendige handel in
wilde dieren gedreven, die de kas van
Hagenbeek vulde, zoodat hij aan zijn
geldelijke verplichtingen steeds voldoen
kon.
Bij het transport van zijn menagerie
was hij over het algemeen zeer gelukkig.
Lorenz, de oudste zoon van Hagenbeek,
die er mee belast was, vertelde aan de
Amerikaansche journaliste Ray Beve
ridge, dat hij op een reis naar Yokohama
met een transport van 250 dieren slechts
één paard verloor, het had een wondje
opgeloopen, er kwam bloedvergiftiging
bij en het dier stierf.
De samenwerking tusschen vader en
zonen was niet altijd gemakkelijk, want
de oude heer had zijn eigen ideeën en
was erg stijfkoppig. Toen in Stellingen
een nieuw verblijf voor de apen ge
bouwd zou worden, hadden Lorenz en
zijn broer Heinrich een prachtig ontwerp
voor een afgesloten terrein met natuur
lijke rotsen en boomen gemaakt, waarbij
bij beiden het denkbeeld voorzat de
dieren ook in de gevangenschap zooveel
mogelijk vrijheid te laten. Vader Hagen
beek bekeek de teekeningen en Het gaat er niet alleen om de dieren in
scheurde ze stuk zonder een woord te
zeggen. Toch wisten de beide zonen dit
tneisje, al was ’t „met huiselijk verkeer”,
al zou ze met mevrouw samen koffie
drinken.
Heel graag dan. Ik vind ’t erg aardig
van je, zei mevrouw en ze glimlachte.
I Ze is Hef, dacht Toos. Moeder zal
het stellig goed vinden.
En moeder vond het goed. Toos krijgt
een warm gevoel van voldoening, als ze
terugdenkt aan moeder: aan haar ver
rast gezicht, haar blije, dankbare oogen.
Maar kindlief, heb Je dat zoomaar
°P eigen houtje gedaan? Maar Toos dan
toch!
In het Museum voor het Onderwijs
Hemsterhuisstraat 2E, wordt morgenmid
dag om half 3 een rondgang onder ge-
lichtbeelden
bewoners