van m ZILVER AAN DE Herdenking Proefboerderij o SANDAWAKU het 305-jarig bestaan den Noord-Oóstpólder - Osendarp loopt in Duitschland van de Utrechtsche universiteit I HAAGSCHE COURANT Dinsdag 24 Juni 1941 TWEEDE BLAD FEUILLETON MET EEN GOEDE BRIES IN DE ZEILEN ONDERWEG. (Holland) kan van (Nadruk verboden.) van fcWordt vervólgd.} I DOOR J. M. VELTER IN CYRENAICA IS DE RUST WEERGEKEERD EN GAAT HET LEVEN ZIJN GEWONEN GANG. EEN KIJKJE OP DE ARABISCHE MARKT TE DERNA. (Luce-HoUand) O I S DE PROEFBOERDERIJ IN DEN NOORD-OOST-POLDER IS IN AANBOUW NABIJ VOLLENHOVE. De boerderij zal voorloopig dienst doen als opslagplaats voor meststoffen. (Holland) IN DE SOEDA-BOCHT OP KRETA. HET WRAK VAN EEN BRITSCH OORLOGSSCHIP, DAT DOOR DUITSCHE BOMMENWERPERS TOT ZINKEN WERD GEBRACHT, (Orbis-Holland) Waarom? vraagt De Vegaz. De graaf denkt een oogenblik na. Omdat we hier niet meer alleen zijn. Ik heb vandaag vastgesteld, dat ons kamp door een onbekende wordt gadegeslagen. Wie het is, weet ik nog niet. Maar ik durf wedden, dat het de zelfde persoon is, die Tschang Li Url heeft doodgeschoten. In ieder ge val is voorzichtigheid geboden. Tschi- koff en Niki Gornenburg gaan direct op wacht. Nog één ding: vinden wij den geheimzinnigen spion, dan wordt hij onmiddellijk en zonder waar schuwing neergeschoten. Hoe eerder hoe beter! Tschikoff en Niki grijpen hun ge weren. Zwijgend verlaten zij de hut. Binnenshuis wordt het stil. Sillery bijt zich op de lippen. Hij heeft een zeldzame plant voor zich liggen, zijn geopend dagboek er naast, doch zon der een van beide te zien, staart hij voor zich uit. Een onrustige nacht volgt. Na een wachtdienst van drie uur komen Niki en Wassil terug; De Vegaz en dr. Sillery gaan nu op wacht en worden op hun beurt afgelost door den graaf en Haaivischwillie. De jungle is hier te dicht om in groote afstanden om de hut te loopen. De wachtposten stellen zich dus aan weerszijden van het huis op en geven hun oogen en ooren scherp den kost. Niets verbreekt de nachtelijke stilte. De ochtend komt en brengt een don keren dag. Reeds vroeg begint het te regenen en weldra wordt het land- doende. De yme doctor angst niet meer slapen. Niki tracht zich te verontschuldigen. Ik dacht, dat het geen kwaad kon hun de waarheid te vertellen. Trou wens: de zaak staat nu een beetje anders dan gewoonlijk. De bandiet is alleen en wij zijn met ons zessen. Precies Niki, maar vergeet niet, dat de ander slechts één tegenstan der heeft. Je weet namelijk evengoed als ik, dat hij het nooit tegen ons alle zes tegelijk zal opnemen. De kerel is een promyschlennik, een taiga-ban- diet en juist het feit, dat hij alleen is, maakt hem des te gevaarlijker. Hij kent de taiga door en door; weet ieder hol en elk ravijn te vinden en, wat het voornaamste is: hij heeft allen tijd van de wereld. Behalve hij en wij bevindt zich niemand in deze streek. En tot het aanbreken van den herfst komt in dien toestand geen ver andering. Pas in het najaar komen de Koreanen en Chineezen om te ja gen en te visschen. Tot zoolang is de promyschlennik heer en meester over een uitgestrektheid van honder den mijlen. Ons kamp overvallen? Hij denkt er niet aan. Schiet hij eens per week of per maand een van ons gezelschap neer, dan heeft hij tegen den herfst alles wat hij kan wenschen: wapens, munitie en bovendien een blokhuis, zooals in de geheele Sichota Alin nergens te vinden is. Niki Gornenburg durft niets meer zeggen. Rouca Gura schijnt dus gelijk te hebben. Kansk naar prae-historische geraam ten zoeken. Het kamp werd door een bende taiga-roovers overvallen. De uit veertig koppen bestaande expeditie werd tot den laatsten man afgeslacht. Hutten en tenten werden geplunderd en niets bleef over dan de afschuwe lijk verminkte lijken, die tot de botjes door de wolven werden verslonden. Het zijn woeste kerels, vertelt Niki en op zijn gewoonlijk glimla chend gezicht komt een buitengewoon ernstige uitdrukking. Voor hen heeft een kogel meer waarde dan een menschenleven. Haaivischwillie, als zoo’n vent nog één kogel bezit en hij weet, dat jij er nog twee rijk bent, dan brengt hij je om. Hij behoeft niets te vreezen. De taiga is groot; de taiga zwijgt. Het heeft opgehouden met regenen. De avond valt. Witte nevels zweven boven de rivier. Graaf Rouca Gura staat op. Niki, ga je mee op wacht? Gornenburg, die gewoonlijk met Tschikoff op w^cht gaat, laat niets van zijn verwondering bemerken en staat onmiddellijk op. De beide mannen pakken hun buk sen en verlaten de blokhut. Graaf Rouca Gura gaat vooraan. Plotseling blijft hij staan. Niki, hoor eens, fluistert hij. Ik heb je meegenomen, omdat je de menschen onnoodig bang maakte. Wij beiden weten, wat hier aan de hand is en dat is mijns inziens vol- schap gegeeseld door een wolkbreuk. Urenlang valt het water in stroomen omlaag en zelfs de aanbrekende nacht brengt geen verandering. De stortregen houdt drie dagen on onderbroken aan en het wordt koud. De rook vindt geen uitweg meer uit den van steen en leem gebouwden haard en doet de oogen der hutbe woners tranen. Misnoegd hokken ze bij elkaar. Zelfs pijp en sigaret sma ken niet meer. Ieder is verkouden en heeft een onaangenaam, prikkelend gevoel in neus en keet Een is er, die zich niet om den stortregen bekommert: graaf Rouca Gura. Hij trekt iederen dag het woud in en komt zelden zonder buit terug. Wilde fazanten en hoenders, hazen en eenden en ander klein wild vormen nu het dagelijksche menu. De onbekende, geheimzinnige spion, de moordenaar van Tschang Li Url, laat niets meer van zich bemerken. Desondanks weten allen, dat hij nog in de buurt zwerft en er niet aan denkt zijn plan op te geven. Haaivischwillie is weliswaar meening, dat de kerel verdreven is door den regen en ergens een veilige schuilplaats heeft opgezocht, doch daartegen komt Niki Gornenburg in verzet. En Niki spreekt uit ervaring; hij kent de bandieten, die zich in het oer woud van Siberië ophouden. Hij ver telt een en ander van een Amerikaan- sche expeditie, menschen, die niets anders deden dan ten Zuiden van BEZOEK VAN DEN DUCE AAN DE OORLOGS- GEWONDEN IN E'EN ROMEINSCH HOSPITAAL. (Luce-HollandJ FOTO VAN DEN 30'0 METER LOOP, welke tijdens de athletiekfeesten te Berlijn werd gehouden en waarbij onze landgenoot Osendarp de 3de plaats bezette. Van links naar rechts Harbig, Osendarp, daarachter Muller en rechts Scheuring. (Atlantic-Holland), Niki, je weet dus, waaraan we ons te houden hebben, herneemt de graaf fluisterend. Jij blijft hier en ik ga ginds staan; je weet wel: bij de vier kurkeiken. Hij drukt den ouden makker de hand en sluipt in het donker naar de aangeduide plaats. Niki Gornenburg denkt nog lang na over hetgeen de graaf hem heeft verteld. Drommels, zoo heelemaal on gelijk heeft de jongen niet. En krij gen ze den schurk niet te pakken, dan wordt de toestand hoogst bedenkelijk. „Promyschlennik” noemt men zoo’n taiga-bandiet. „Promyschlennik”, „ambatSitsman”. Nu, wat waar is, is waar: ’t is een fraai ambachtl Dat kan niemand ontkenp»*^ J"uur ^che jagers, arme dromm< vosje”. Zondag de hand in de tand levé. gereden tus- lang achtervolgen en ze daAelix” teren neerschieten om ze te b? e van een paar bontvellen, waarvoo. de bovenmenschelijke lasten van ei. Siberischen winter hebben moeten' doormaken. Zulke gemeene sluip moordenaars noemde men „am bachtslieden”. Enfin, we hebben nog oogen in ons hoofd, meneer de pro myschlennik. We zijn gewaarschuwd, meneer de promyschlennik! De zilveren maanschijf stijgt hoo- ger en hooger. Een melkachtig licht straalt j?» het dal. De rivier stroomt ruischend verder; af en toe klinkt de akelige roep van een nachtuil. IN DE DOMKERK TE UTRECHT werd het 305-jarig bestaan van de Utrechtsche Rijksuniver siteit plechtig herdacht Tijdens de herdenkings rede van den rector magnificus, prof. dr. H. R, Kruyt (Polygoon) 7) ue goud- en zilverschatten zijn dus persoonlijke - aangelegenheden van Haaivischwillie en den Spanjaard. De Rus Wassil Michailowitsch Tschikoff gaat slechts mee als bediende in dag loon. Zoo was alles gegaan. Nu het blokhuis gereed is, zijn De Vegaz en Haaivischwillie amper te houden, ’s Morgens, voor dag en dauw trekken ze er op uit en komen eerst laat in den avond terug. Bijna iederen avond haalt de Spanjaard het door Tschang Li Url geteekende kaartje te voorschijn, bestudeert het van alle kanten, wordt er niet veel wijzer door en drinkt dan net zoo lang tot hij slechts met moeite naar zijn kooi kan kruipen. Op zekeren dag komt graaf Rouca Gura iets vroeger dan gewoonlijk thuis, doch zijn stem klinkt vast en duidelijk. Vrienden, we moeten onzen nach- telijken bewakingsdienst helaas weer invoeren. -O Jir •JR I I M .v .*41 X' Ml i. niiii|it *$i - «M

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5