naar van ZILVER AAN DE SANDAWAKU Oude molen uit Noord-Holland naar Duitschland verkocht - Vaart door den Isthmus Korinthe - De strijd tegen de Sovjet-unie - Kaatswedstrijd -k - s o FEUILLETON COURANT Donderdag 26 Juni 1941 TWEEDE BLAD J’ I li I VERMAAK OP SCHEVEN1NGEN. (Hoffmann) DE STRIJD IN NOORD-AFR1KA. GENERAAL ROMMEL VOOR TOBROEK. TURKIJE. HET GEBOUW VAN DEN GENERALEN STAE TE ANKARA. (Hoffmann) MODERN (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK V het wist, iederen dag (Wordt vervolgd.} weet ver- DE EERSTE KAATSWEDSTRIJD IN DEN NOORD-OOSTPOLDER. In het drooggevallen gebied bij Lemmer werd deze wedstrijd gehouden door de kaatsvereeniging „Sudwal”. Overzicht tijdens het spel. (Holland) POOTJE BADEN, HET ALOUDE NA EEN DAG HARD WERKEN, IS EEN VERFRISSCHING MET DE WARMTE ZEER WELKOM. (Polygoon) Hij hij De hut was heelemaal vervallen, Niki, en zoo van buiten bezien zou je denken, dat het ding in geen jaren be woond was. Ik ging naar binnen en vond versch gras, twijgen en bladeren, alles keurig bij elkaar op een hoopje en als ’t ware tot slapen noodigend. De hut is dus wel bewoond? Zooals je zegt. Promyschennik? Natuurlijk. Wederom zwijgen, langer en druk kender dan den vorigen keer. Ik bleef tot diep in den nacht op hem wachten, Niki. En ik verzeker je, bij mij had hij geen kans gekregen om zijn geweer in aanslag te brengen. Maar de vent schijnt op de eeii of an dere manier lont geroken te hebben en liet zich niet zien. Enfin: wat in een goed vat is, verzuurt niet. Van nu af aan wordt de bewaking nog scherper opgevat dan te voren. lowitsch den ganschen dag oeroude, weemoedige liedjes, waarin sprake is van lachende korenvelden en van ein- delooze steppen. Hij heeft een fraaie bariton en dik wijls gebeurt het, dat Gornenburg of Sillery luisterend blijven staan, wan neer de berghellingen het lied van den Rus weerkaatsen. Dan is het, alsof al het weemoedige verlangen naar het land van Wolga en Dnjepper het dal van de Sandawaku vult. Graaf Rouca Gura hoort echter niets van deze weemoedige liederen; hij zwerft aan gene zijde van de ber gen, daar, waar het ruischen der ri vier niet meer wordt gehoord. Harry, graaf Rouca Gura, is des nachts tegen drie uur thuisgekomen en toen de van angst bevende dr. Sillery hem vroeg, of hij een spoor van den moordenaar had gevonden, haalde hij glimlachend de schouders even op. Inderdaad doctor; ik heb het spoor van een moordenaar gevonden en tot nu toe gevolgd. Maar van een moordenaar, die vreeselijk bromt en liever honing lust dan een stuk wild braad. Sillery kijkt hem verbijsterd aan. Doctor, herneemt de graaf en steekt lachend een sigaret op, ik heb het spoor van een geweldigen staat in geen geval. Niemand komt op de gedachte de beide schatg^vers te bespionneeren. Hetgeen niet te ver wonderen is als men bedenkt, dat De Vegaz en Haaivischwillie nog niets an ders hebben gevonden dan steenen en nog eens steenen. De vier overige leden der expedi tie zijn er dan ook van overtuigd, dat de schatgravers nooit iets anders zul len vinden. Het dal waarin de opgravingen wor den verricht, is eigenlijk een afgeslo ten deel van het groote Sandawaku- dal. In het midden stroomt een beek je, dat de Spanjaard en de Deen voor het vermaarde Goudriviertje houden. Dag in, dag uit zwoegen De Vegaz en Haaivischwillie onverdroten verder met een ijver, een betere zaak waar dig. Reeds om tien uur ’s morgens, wanneer de zon boven den bergkam rijst, is de hitte schier ondraaglijk. En vooral vandaag, den 28en Augus tus, schijnt alles in laaienden gloed te staan. De Vegaz en Haaivischwillie hebben ontdaan. Naakt tot aan de heupen, hakken en graven ze verder, gehuld in ’n wolk van muskieten, zand en steen gruis. Geen woord wordt tusschen beide mannen gewisseld. Slechts af en toe Het dal, waarin De Vegaz en Haai- F 1 vischwillie aan het werk zijn, ligt bij- zich reeds lang van hun bovenkleeren na een uur van de blokhut. Ze zwoe gen dagelijks in een bijna moorden de hitte, doch weigeren de hulp der an dere kameraden te aanvaarden. Wan trouwen? Misschien! Doch reden voor wantrouwen be- LN DEN ISTHMUS VAN KORINTHE. Na de vaart door de Mid- dellandsche Zee heeft het troepentransportschip met Duitsche troepen Korinthe bereikt en komt door den Isthmus. Hooge zandsteenwanden begrenzen het kanaal. (Atlantic-Holland) beer ontdekt. Jammer genoeg heb ik het beest niet kunnen vinden. Hoe staat het overigens met uw collectie? Sillery, nu geheel gerustgesteld, be richt dolgelukkig, dat ook hij iets bij zonders heeft gevonden. Ongelooflijk: een blauwe anjelier, waarvan de kroon... Hij vertelt alle bijzonderheden en krijgt werkelijk den indruk, alsof de graaf met alle aandacht luistert. Doch Niki weet beter. Niki kent den graaf lang genoeg om te zien, dat er iets bijzonders, iets heel ernstigs is ge beurt. Doch om den doctor niet te veront rusten, houdt hij zich voorloopig stil. Eerst den volgenden morgen, wan neer ze beiden naar de rivier gaan om te zwemmen, vertelt Rouca Gura. Harry, wat is er aan de hand? De graaf kijkt Niki aan en knikt ernstig. Ik heb gisteren aan de andere zijde der bergen het spoor van een beer gevolgd. En eer ik stond ik voor een hut. Een hut? Prëcies. Niki vraagt niets meer, voldoende. Beter gezegd: moedt alles. Eerst enkele minuten later vat de graaf het gesprek weer op. Wassil Michailowitsch Tshikoff is derhalve de eenige, die overdag thuis blijft. De Rus is een stevig gebouw de veertiger met zwarten baard en dito hoofdhaar. Met de gebalde vuist kan hij een os vellen en zijn oogen stralen in kinderlijke onschuld. Wassil is het „meisje” voor alles; hij ver zorgt de paarden, kookt, wascht de vaten, naait kapotte hemden en stopt de gaten in de sokken van alleman, houdt de blokhut aan kant en kapt hout voor den haard. Zorg of angst zijn hem ten eenen- malc vreemd. De hooge en hooggebo ren heeren trekken dagelijks het woud in en vormen om de blokhut een keten, die geen promyschlennik kan doorbreken. Als gevolg van dit prettige, gerust stellende gevoel, zingt Wassil Michai- IN DE GEMEENTE URSEM, NABIJ ALKMAAR, js een niet meer in gebruik zijnde molen verkocht naar Duitschland. Deze molen zal weder in het Rijnland worden opgebouwd en in gebruik gesteld worden. De zware balken van het gestel worden met zorg uit elkaar gehaald. (Pol.) slaakt Haaivischwillie een langgerek te verwensching. Doch deze uitbar sting van woede en ongeduld is niet tegen den schijnbaar hopeloozen ar beid gericht; ze geldt de duizenden muskieten, die hen zonder onderbre king pijnigen. De Vegaz geeft geen geluid. Hü heeft kaken en lippen stijf op elkaar geklemd; dikke droppels parelen op het donkere haar, dat zijn borst be dekt. Eindelijk: twaalf uur. De zon straalt loodrecht op het dal. Houweel en spa de vliegen terzijde. De beide schat gravers klimmen uit hun kuil, loopen een honderd meter verder en wer pen zich neer in de schaduw der taiga, en eerst een kwartier later zijn ze zoc> ver hersteld, dat ze het door Tschikoff bereide en meegegeven middagmaal kunnen nuttigen. Ze denken beiden ernstig na. Zelfs nu, terwijl ze eten, rusten hun blikken op de plaats, waar zij de rijke schatten hopen te vinden. Gelukt het niet, dan zullen zij het morgen twin tig meter verderop probeeren. Doch ze zullen niet rusten, voor ze iederen vierkanten meter van het dal hebben doorzocht. Wordt niet hun kans grooter? >*■- DE STRIJD TEGEN DE SOVJET-LEGERSDUITSCHE STOOTTROEP AAN HET OOSTFRONT. (TelefotoHoffmann-Stapf) Ai,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5