HAAGSCHE COURANT
VOOR DE JEUGD
GLRDWEG
STADSNIEUWS
Vrijdag 27 Juni 1941.
VIERDE BLAD
Geniet van uw eigen stad
DE PERSOONSBEWIJZEN
°p
„Te Iaat kost geld”
OPLOSSINGEN DER RAADSELS
NIEUWE RAADSELS
CORRESPONDENTIE
Kook de melk, onmiddellijk
na ontvangst
EEN WENK VOOR HET
WEEKEINDE
HERDENKING Mr. VAN REGTEREN
ALTENA IN DEN HOOGEN RAAD
MAATREGELEN TEGEN BEDERF
VAN VOEDINGSMIDDELEN
UITREIKING DISTRIBUTIE
BESCHEIDEN
„TARZAN DE AAPMENSCH
AANGEHOUDEN
1.
2.
3.
met
Laat ons nu eens
in
in
ZE HADDEN VEEL PRAATS, MAAR...
DOOR WILDE BIJEN AANGEVALLEN
WIST JE DIT AL?
óverkwam, ga Ik je nu vertellen. Hij
No. 17912
Vreeselijke tocht door het
Indische oerwoud
even aangename als
inventariseeren.
zich
zelf
het paard verwijderd wareh. En wat den
man betreft: zijn hals, gezicht en armen
zaten vol bultjes en wondjes, die na een
maand nog niet geheel genezen waren.
Nooit zal hij het vreeselijke avontuur
vergeten, waarbij als door een wonder zijn
leven en dat van zijn paard gespaard ble
ven. En hij past voortaan wel op, zoo in
zijn eentje door het oerwoud te gaan.
Neem de afmetingen van de
foto wat ruim
El
en
2.
Welk gerecht eindigt op gelei en is toch
niet uit vruchten bereid?
1.
Als men een hond slaat waar raakt men
hem dan het eerst?
3.
Mijn eerste is een rivier.
Mijn tweede is een trekdier.
Mijn geheel vind men in de Dierentuin
Oplossingen en briefjes moeten uiterlijk
Woensdagmorgen aan het Bureau Haag
sche Courant bezorgd zijn. Alles moet on-
derteekend zijn met je» ware namen vol
uit, schuilnaam, leeftijd en adres. Op het
couvert vermeldenAan Tante Etty.
TANTE ETTY.
De vorige week werd een poging tot in
braak gedaan in een perceel in de Krit-
zingerstraat. Een man poogde een deur
raampje in te drukken in het perceel,
waarvan de bewoners afwezig waren. Een
overbuurman, die meende dat de man
daar een boodschap had te doen, riep hem
toe, dat er niemand thuis was De man,
die zich betrapt zag, nam de beenen. De
overbuurman kreeg nu argwaan en ging
eens kijken. Toen hij zag dat het deur
raampje ingedrukt was, vermoedde hij on
raad, zoodat hij de politie waarschuwde.
Nadat een der rechercheurs het signale
ment had gekregen, trok deze op onder
zoek uit. Het opgegeven signalement klop
te met dat van den 39-jarigen loodgieter
en kermisreiziger, die den bijnaam had
van „Tarzan de Aapmensch". Hij is dezer
dagen aangehouden in een café. De man
werd reeds gezocht voor verschillende an
dere diefstallen en verduisteringen. Hij is
meermalen met de politie in aanraking
geweest
dezen
2 c.m.
REVUE ..SIJO-BELA" UITGESTELD
Het Haagsche Revue en Cabaretgezel
schap „Sijo-Bela” had zich voorgenomen
in verband met het 45-jarig jubileum als
musicus van zijn leider, den heer Willy
Heukeshoven, op Zondag a.s. een revue
op te voeren en een huldiging te organi-
seeren. Door omstandigheden moet deze
uitvoering echter worden uitgesteld tot 21
September a.s
Hans, Worst. Hansworst.
Een school visschen.
Het woordje „fout”.
Prijzen vielen ten deel aan
„Tompoes”.
„Libel”.
„Klein Vissertje”.
Prijzen afhalen aan het Bureau Haag
sche Courant. Woensdagmiddag. Daarbij
uitsluitend je ware namen opgeven.
duizenden gouden plaatjes opvisschen,
die op den bodem van den vijver lagen.
Al die visschen. die hier in den loop
van eeuwen hadden rondgezwommen.
MEVROUW M. TH. M. VORST—
VAN DER KORFT OVERLEDEN
Op 72-jarigen leeftijd is hier stede over
leden mevr. M. Th M. Vorstvan der
Kroft, mede-firmante van de R.K. Begra
fenisonderneming H. L. Vorst en Co
alhier.
Na het overlijden van haar echtgenoot,
den heer H. L. Vorst, zette zij de onder
neming met den heer B. Frerichs voort.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal plaats hebben morgen W on-
gever half twaalf op de R.K. Begraafplaats
aan de Kerkhoflaan, na een plechtigen
uitvaartdienst om 10 uur in de O.L. Vrou-
wekerk aan de Elandstraat
Begrafenis G. W. Elzenga
Niet gisteren,^a»o«ls.<«n onrechte werd
gemeld, dWch1 Médéfimfddag is het stoffe
lijk overschot van den heer G. W.
zenga op de begraafplaats Oud Eik
Duinen ter aarde besteld
MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS
Het weekprogramma van 28 Juni t/m
4 Juli van het Museum voor het Onder
wijs, Hemsterhuisstraat 2 E, luidt
Zaterdag 28 Juni 2.30 uur, rondgang
door de afdeeling Dierkundeinleiding
met lichtbeelden over„MTeren”.
Zondag 29 Juni: 2.30 uur, rondgang door
de afdeeling Volkenkundeinleiding met
lichtbeelden over „De vroegste bewo
ners van Nederland”.
Verder is het museum dagelijks geopend
van IJ4 uur.
AANRIJDINGEN
Gisteravond is de 23-jarige wielrijdster
D. S., uit de Statenlaan, tegen een perso
nenauto gereden, zoodat zij een lichte her
senschudding bekwam. Zij is door den Ge
neeskundigen dienst naar het Ziekenhuis
Zuidwal vervoerd.
Op den Bezuidenhoutscheweg werd gis
teravond de 42-jarige wielrijdster W. S.
uit de Boterstraat aangereden door de
23-jarige V. K. uit de Francois Valentijn-
straat. Zij liep bij deze aanrijding een lich
te hersenschudding op en is daarom door
den Geneeskundigen dienst naar het Zie
kenhuis an den Zuidwal vervoerd.
Door den Geneeskundigen dienst is de
wielrijdster C. L. naar den Centralen post
overgebracht om verbonden te worden. Zij
was door ’n onbekend gebleven wielrijder
aangereden en had daarbij een snijwond
aan het voorhoofd opgeloopen. Na aan den
Centralen post behandeld te zijn, kon zij
huiswaarts keeren.
De directeur van den Keuringsdienst
van ’s-Gravenhage schrijft ons
Onder de tegenwoordige omstandighe
den is het meer dan ooit van belang te
voorkomen, dat voedingsmiddelen door
bederf verloren gaan.
Bij warm zomerweer zal de huisvrouw,
nog meer dan vroeger, maatregelen ne
men tegen bederf, omdat verschillende
waren thans in minder houdbaren toe
stand den consument bereiken.
In de eerste plaats is dit bij de melk
het geval. Ter verlaging van het vetge
halte moet alle melk naar enkele inrich
tingen worden aangebracht, om op een
vastgesteld vetgehalte te worden terug
gebracht; eerst daarna wordt zij aan de
slijters afgeleverd.
Ook moet een deel van de melk thans
van verder gelegen plaatsen worden aan
gevoerd en maakt den weg tusschen melk
veehouder en consument langer dan vroe
ger Een en ander doet afbreuk aan haar
houdbaarheid. Het is dus gewenscht, de
melk onmiddellijk na ontvangst in het
huishouden, te koken. Heeft men de pan
van het vuur genomen, dan kan men haar
omstreeks een half uur aan de lucht laten
bekoelen. Daarna echter moet men de
melk zoo snel mogelijk verder afkoelen,
door ze in water te plaatsen, dat men
voortdurend ververscht.
Nadat de melk goed koud geworden is,
zet men haar op een koele plaats, bijv,
op een steenen vloer van een kelder.
Hetzelfde geldt voor taptemelk en zoete
melkproducten. Eveneens moet gelet wor
den op het brood. Bij de tegenwoordige
samenstelling zal daarin op warme dagen
eerder bederf optreden. Men beware het
op een koele, luchtige plaats, niet dicht
opeengepakt in een trommel.
Boter, margarine en vet beware men
eveneens koel en in het donker, omran-
zig-worden te voorkomen.
mesjes van prima staal, op
moderne machines, onder
controle, geslepen!
Gevoelvolle woorden van mr. Kosten,
mr. Berger en jhr. mr. de Brauw
Bij het begin van de civiele zitting van
den Hoogen Raad is de Maandag j.l. over
leden raadsheer in dit college, mr. van
Regteren Altena, herdacht.
Mr. Kosters, waarnemend president, zei-
de, mede namens de griffie, over dit voor
treffelijke lid van het college o.m.:
Mr. van Regteren Altena was een van
die raadsheeren, die hun heele loopbaan
zittend iq de rechterlijke macht hebben
doorgebracht. In 1936 nam hij zitting in
de Kamer voor Belastingen en Onteige
ningen van den Hoogen Raad. Hij was
daar ten volle op zijn plaats, aangezien hij
een specialist op dit terrein was. In Am
sterdam was hij n.l. behalve rechter ook
lid van den Raad van Beroep voor de di
recte belastingen geweest en een vooraan
staand lid en ondervoorzitter van de Ta-
riefcomissie, welke zich bezighoudt met de
indirecte belastingen.
„Rechtspraak is geen wetenschap, maar
een kunst”, heeft men ervan gezegd. Mr.
van Regteren Altena verstond deze kunst
op uitnemende wijze door zijn diepgaande
studie, groote preciesheid en groot onder
scheidingsvermogen. Hij was aangenaam
en prettig in den omgang, zonder dat hij
daarvoor zijn standpunt prijs gaf. Op hot
terrein van de rechtspraak, dat geken
merkt wordt door groote verscheidenheid,
levendigheid en practisch nut, werkte hij
met liefde. Kalm, rustig en eenvoudig ging
hij zijns weegs.
Mr. van Regteren Altena heeft niet te
vergeefs geleefd. Zij, die hem gekend heb
ben, zullen zijn nagedachtenis in hooge
eere houden.
Mr. Berger, procureur-generaal, zeide
namens het parket, dat hij zich geheel aan
sloot bij de gevoelvolle woorden van mr.
Kosters. Wij zullen dezen voortreffelijken
en edelen magistraat in diepe herinnering
houden.
Namens de balie voerde het woord jhr.
mr. A. K. C. de Brauw. Doordat de balie
nauw verknocht is aan den Hoogen Raad,
voelt ook zij het verlies. De bijzondere
eigenschappen van mr. van Regteren Al
tena deden hem deelen in het algemeen
prestige van den Hoogen! Raad. Wij eeren
zijn nagedachtenis, omdat hij eraan mee
werkte om de rechtspraak ’n grooten eer.
bied en vertrouwen te doen genieten, zoo
dat Nederland een grooten naam heeft
gekregeri wat betreft de rechtseer
Hierna schorste mr. Kosters de zitting,
die ook werd bijgewoond door leden van
de griffie en het parket, gedurende
enkele oogenblikken.
was tenslotte nog dolblij, dat hij er het
leven afbracht. Hij reed op een morgén
te paard naar het huis van één van zijn
vrienden in de buurt en moest daarbij
ongeveer 10 k.m. door het oerwoud rij
den, langs een pad, dat hij op zijn
duimpje kende. Bij vroegere tochten was
Een klein verhaaltje voor de kleintjes
Op een mooien, zonnigen morgen in
Mei gooide Bets, het dienstmeisje, heel
wijd de balcondeuren open. O, o, wat
een verrukkelijk weertje was het toch
Ze bleef een oogenblikje op het balcon
staan, uitkijkend over den grooten weg.
De boomen stonden vol teere blaadjes,
die prachtig zachtgroen wuifden tegen de
blauwe lucht, de bloeiende struiken in de
tuintjes geurden en overal tjilpten vo
geltjes.
Heerlijk zei Bets hardop en ze klop
te haar stofdoek uit. Toen keerde ze zich
weer om en keek naar binnen.
Een streep zon viel dwars door de ka
mer en in die streep dansten wel duizend
fijne stofjes.
Bets volgde de streep met de oogen.
Zij liep van de open deuren tot het buf
fet. En toen keek Bets onder het buffet
en schrok.
Foeizei ze, wat ligt daar allemaal
voor vreeselijken rommel? Dat ga ik gauw
als de wind opruimen.
En ze holde naar de keuken en haalde
een langen veger.
Weet je wat Bets onder het buffet uit
veegde Ik zal het je vertelleneen lan
ge witten draad, een punaise, een groote
broodkruimel, een glazen knikker, een
kraal en een madeliefje.
Hoe kwamen die daar onder het buf
fet Ja, dat is een raadsel. Ze lagen er
zeker nog niet lang, want Bets veegde
altijd netjes en het madeliefje zag er nog
frisch en bloeiend uit.
Wacht eens eventjesriep Bets en
ze liep haastig weg, want er werd gebeld,
straks kom ik met den stofzuiger.
Al de dingen, die onder het buffet ge
legen haden, lagen nu op een hoopje in
een hoek van de kamer. Ze hadden mooi
den tijd om wat met elkaar te praten.
De stofzuiger Wat i s dat toch
vroeg het madeliefje met een angstig
stemmetje, want ze kwam juist van de
wei en daar is ’t nooit stoffig.
Weet je dat niet riep de lange,
witte draad. Gunst wat een groen ding
ben jij Die snort toch eiken dag door
het huis en'de gewone dingen, die heele-
maal geen nut hebben, zuigt hij op met
zijn ijzeren bek rrrrrt, rrrrrtZoo-
iets als jij bijvoorbeeld, waarvan niemand
weet, waar het voor dient en zooiets als
die broodkruimel en die punaise met zijn
kromme punt. I k hoef niet bang te zijn,
want ik ben een heel nuttig ding. Weet
je wel, wie ik ben
Nee, zei het madeliefje, maar ik ben
geen groen ding, maar wit met geel.
Goed, goed, zei de draad. En ik, ik
ben een draad, een echte witte draad. Als
i k er niet was, dan vlogen alle bandjes
van de handdoeken, alle knoopen van de
sloopen, alle zoomen uit de jurken. Als
1 k er niet was, dan, dan.dan liepen
alle menschen van de heele wereld met
groote gaten in hun kousen. Dan, dan.
Verbazend Ontzettend I riep het
madeliefje. Nee, dan begrijp ik, dat de
stofzuiger u niet durft opslokken
(Teekening E. v. Laer)
En sloeg met zijn zakdoek de insecten
van Lizzy’s beenen
Ik heb jullie wel eens iets verteld over
een Javaanschen jongen, die In de rim
boe plotseling door een slang werd ge
beten. De slangen zijn echter niet de
eenige gevaarlijke beesten, die men in
het oerwoud kan tegenkomen. Men moet
voortdurend op zijn hoede zijn voor al
lerlei reptielen. Misschien zie je opzoo’n
tocht door de rimboe een mooi stuk hout
liggen, dat er uitziet als een aardig bank
je, waarop je graag even zou willen uit
rusten Probeer ’t maar niet: als je het
bankje betast komt er misschien een
reusachtige schorpioen met omhooggebo
gen staart en nijdige klauwen te voor
schijn. De inlanders zullen dan cok nooit
zoomaar op den grond gaan zitten: ze
geven hun oogen voortdurend goed den
kost en dat niet alleen. Ook hun gehoor
en hun reuk zijn fijn ontwikkeld, zoodat
ze alles, wat op den grond, tusschen de
struiken of in de lucht op hen loert, on
middellijk waarnemen. Waakzaamheid is
hun aangeboren en hierin staat de Euro
peaan, vooral de nieuweling, verre bij
den Inlander ten achter. Ook hij let na-
tuurlijk scherp op en neemt zijn maat
regelen, maar soms, als het een heelen
tijd goed is gegaan, kan het gebeuren, dat
zijn waakzaamheid verslapt en dan
juist op dat moment loert het doods
gevaar!
Wat een echten „totök" het Indische
i woord voor nieuweling in de rimboe
overkwam, ga ik je nu vertellen. Hij
maakte een vreeselijk avontuur mee enjden over hun heele lichaam. De razende
aanval van de wilde bijen had misschien
vijf minuten, de rit twintig minuten ge
duurd, maar toen ze eindelijk bij hen
vrienden aankwamen, zonken ze meer
dood dan levend ineen.
Het duurde meer dan een uur vooroat
alle achtergebleven angels uit de huid ven
Aan inwoners van den Haag en
Loosduinen
Voor het afhalen van de nieuwe distri
butiebescheiden in de groote zaal van
den Dierentuin, zijn morgen. 28 Juni, aan
de beurtvan 811 uur, Hendrikse t/m
Hoogenraatvan 112 uur, Hoogenste-
gen t/m einde H, I en Ja t/m Japikse
van 25 uur Japin t/m einde J en Ka
t/m Ketting.
Van de inwoners der voormalige ge
meente Loosduinen zijn morgen aan de
beurt de namen aanvangende met F. G en
T van (85 uur, Hulpsecretarie, Wilhel-
minastraat 5).
Jubileum bij het Gemeentelijk
Electrisch Bedrijf
Gisteren herdacht de heer M. van
Muijden, technisch opzichter A in dienst
van het G.E.B., den dag. waarop hij 25
jaar geleden in Gemeentedienst trad Hij
werd door de directie ontvangen, die hem
de door burgemeester en wethouders ge
schonken eervolle vermelding en een gra
tificatie overhandigde.
Merkwaardige dingen uit de heele wereld
Op het eiland Sicilië bevindt zich een
reusachtige, klokvormige grot, in de
rotsen.
Deze grot wordt „het oor van Diony
sius” genoemd, omdat hij vroeger door
Dionysius, tiran van Syracuse, als kerker
werd gebruikt. Het eigenaardige er van
was, dat Dionysius in zijn paleis alles
hooren kon, wat de gevangenen spraken.
Ook het zachtste geluid in de kerker
klonk door tot in het paleis, waar een
speciale „hoorkamer" voor dit doel was
bestemd.
In Britsch-Indië hebben vele huizen
z.g. afkoelingskamertjes. In deze vertrek
ken gaan de menschen, als ze zich om de
een of andere reden boos of opgewonden
hebben gemaakt, om tot rust te komen.
In Peiping, de oude hoofdstad van
China, ligt het schitterende winterpaleis
met prachtige tuinen. In een dezer tuinen
is een groote vischvijver, waarin vroeger
honderden goudvlsschen zwommen.
In 1924 werd het vischrecht in dezen
vijver voor een paar duizend dollar aan
een Amerikaan verpacht.
„Zit er dan nu nog zooveel vlsch?” zul
Je vragen.
Neen, dat niet, maar de Amerikaan liet
Men meldt ons van bevoegde zijde
Ieder, die verplicht is een persoonsbe
wijs in bezit te hebben, zal door zijn
burgemeester worden uitgenoodigd, voor
het opmaken en uitreiken daarvan in
persoon ter gemeentesecretarie te ver
schijnen. Op die uitnoodiging zijn dag en
uur vermeld, waarop men ter secretarie
wordt verwacht.
Tot de laksen en de tragen richten wij
een waarschuwend woord. Wie meenen
mocht, dat hij dag en uur, welke op zijn
uitnoodiging staan aangegeven, kalmpjes
kan laten voorbijgaan en wel eens naar
het gemeentehuis kan stappen, wanneer
het hem lust en zint, moet goed be
grijpen, dat op het tijdstip waarop hij is
uitgenoodigd een ambtenaar voor hem
gereed staat. Hij wordt verwacht en dus
terstond geholpen en kan binnen een
kwartier tijds de secretarie weder ver
laten.
Wie echter niet verschijnt op den voor
hem vastgestelden tijd en zich naar de
secretarie begeeft op een tijdstip, waarop
hij aldaar niet wordt verwacht mag niet
klagen, wanneer hij dan geen ambtenaar
voor hem gereed vindt staan. Indien hij
moet wachten heeft hij dat aan zichzelf
te wijten en wanneer hij wellicht op een
anderen dag zal moeten terugkomen, is
dat niet de schuld van een gebrekkige
organisatie, maar van zijn eigen onver
schilligheid. Zeker zijn, dat men vlot en
vlug en met zoo weinig mogelijk tijdver
lies geholpen zal worden, kan men dan
alleen, wanneer men ter secretarie ver
schijnt wanneer men is uitgenoodigd,
niet vroeger en niet later.
Niet op tijd verschijnen wreekt
dus niet slechts op den nalatigen
met tijdverlies en ergernis, het veropr-
het een paar keer voorgekomen, dat de
paarden van het gezelschap aangevallen
werden door sarissi’s, een soort wilde
horzels, maar dit was nooit zoo erg, want
men had er een probaat middeltje tegen.
Men nam een flesch mee, gevuld met
een treksel van laurierbladeren op klap
perolie, en zoodra nu de sarissi’s zich
vertoonden, steeg men af en smeerde de
huid der paarden met dit brouwseltje in.
Dit bleek altijd afdoende te zijn.
Onze totök nu reed ’s morgens om een
uur of tien langs een kapokaanplant in
het oerwoud, waar het rijpad meer op
een modderpoel dan op een begaanbaar
pad leek, toen zijn paard Lizzy plotse
ling onrustig werd en telkens stilstond.
Een vreemd, hoog gegons klonk door de
lucht en weldra begonnen kleine insec
ten neer te dalen en de beenen van het
arme dier met hun angels te bewerken.
Het hart zonk den man in de schoenen,
want hij meende met sarissi’s te doen te
hebben en bedacht opeens met schrik,
dat hij zijn fleschje met het bruine vocht
niet bij zich had. Hoe had hij zoo zorge
loos kunnen zijn? Vlug steeg hij af en
sloeg met zijn zakdoek de insecten van
Lizzy’s beenen. Maarop 't zelfde
oogenblik slaakte hij een gil van schrik,
toen hij merkte, dat het geen sarissi’s
waren, maar „odèngs”. een gevaarlijk
soort wilde bijen.
In zwermen van honderden en honder
den gonsden ze om paard en ruiter heen,
streken neer en boorden hun venijnige an
gels in het vleesch. Het heele lichaam van
het paard en gezicht, hals en handen van
den man waren al spoedig één koek van
wriemelende, stekende insecten. Tot over
maat van ramp verloor het paard door de
pijn zijn bezinning en rende als een dolle
in het rond.
Toen besefte onze nieuweling opeens met
ontstellende, maar tevens opzwepende dui
delijkheid, dat langer aarzelen den dood
beteekende. ’t Was onbegonnen werk de
dieren te verjagen. Slechts één uitweg was
er nog: tropenhelm, rotting en alles, wat
verder op den grond lag, verzamelen,
Lizzy met krachtige hand in den teugel
grijpen en in razenden galop er vandoor!
’t Was een rit om het leven over 2 k.m.,
over steenen en greppels en in een voort
durend stijgend terrein. En dat onder de
hevige kwelling van de vreeselijke steken,
die maar niet ophielden! Want de odèngs
waren zoo taai als muskieten. Ze overdek
ten nog steeds het heele lichaam van het
paard, doch begonnen langzamerhand op
te dunnen. Het trouwe paard kon haa?t
niet meer op z’n beenen staan, maar toch
galoppeerde het door het schreeuwen van
zijn meester aangedreven, almaar verder.
Gelukkig, daar kwam een stukje sawah
in 't zicht met een kleine Javaansche hut.
Drie Inlanders kwamen te voorschijn,
maar toen ze de odèngs zagen, rukten ze
hun hoofddoek af en gingen er met flad
derende haren van door.
Nóg een eindje, daar was een kleine
kampong en nu waren de odèngs zoo goed
als verdwenen. Maar paard en ruiter wa
ren er treurig aan toe. Ze beefden en ril-
Nee. klein geel met wit ding, mi,
stellig niet
En i k, riep de punaise, ik ben wel
zoo nuttig als tien witte draden. Als i k
er niet was, dan rolden alle platen van
den muur en de verduisteringspapieren
konden niet worden vastgeprikt. Zoo nut
tig ben i k
Pff, deed de draad.
Nee, maar dan i k, riep de brood
kruimel, als i k er niet was, stierven alle
menschen van honger. Als i k er niet
was, kon de heele wereld geen oogen
blikje meer blijven bestaan
Pff zei de draad enOch, ochis ’t
heusch waar riep het kleine madeliefje.
Maar nu begon de knikker te praten,
’t Was een mooie, met een rooden kur-
ketrekker er binnen in. Ik begrijp niet,
waar jullie het allemaal over hebben, zei
hij, wat is er nu aan zoo’n krom prik-
ding of zoo’n wit slangetje of zoo’n ge
woon stukje brood Ik ben mooi en door
zichtig. De kinderen houden me voor hun
oog en dan knijpen ze hun andere oog
dicht en doen roepen ze O o oh J
Een nuttige taak spotte de punaise
en de draad zei: Pffen het kleine ma
deliefje zweeg.
Ja zei nu de kraal, ik kan werkelijk
jouw nuttigheid niet inzien, glazen knik
ker met rooden kurketrekker, verbeeld je,
je hebt niet eens gaten, je kunt niet eens
worden aangeregen. Nee, dan i k
Het madeliefje zuchtte diep. Het durf
de niets meer te zeggen
En toen kwam Bets terug met den
stofzuiger. Die bromde en snorde van
rrrt, rrrt. De dingen in den hoek van
de kamer lagen te bibberen van angst.
Rrrrt, rrrtde groote bek kwam na
der en nader en plotseling slokte hij al
les op de broodkruimel, de kraal, de
punaise en zelfs den nuttigen, witten
draad. Maar den knikker kon hij niet op
zuigen, die sprong opzij en rolde weer
onder het buffet.
En het madeliefje Och, zei Bets,
hoe kom jij hierEn ze nam het kleine,
wit met gele ding op en zette het in een
klein vaasje bij andere bloemetjes.
R. DE RUYTER-v. d. FEER.
„Lourientje”. Dat is een mooi cij
fer. Heb je er nu weer een gekregen?
leerlijk smaakt dat hè? De groeten aan
e ouders.
„Meiregen”. Wel bedankt voor de
foto. Nu weet ik hoe je er uit ziet. De
gelaarsde kat staat er ook mooi op hè? Ja,
die foto's bewaar ik allemaal in een
album. Dat zijn mooie boeken. Neen, daar
kan je beter mee wachten tot het kouder
wordt hé? Of op een regendag. Vele groet-
es terug.
„Hamsterbloempje”. Daar is het
„Ja," zegt u, „dat is nu allemaal wel
erg mooi, maar als het Zondag mooi weer
is wil ik er van genieten en in zoo’n
museum word ik niet bruin.” Volkomen
juist, maar daarom behoeft u den Stem-
peltocht nog niet den rug toe te draaien.
Ga bijvoorbeeld eèns naar „Mee? en
Bosch”, dat staat ook op het program
ma. Reeds in vroeger tijden was „Meer
en Bosch” een van de rij aardige duin-
bosschen tusschen onze stad en Loos-
CREMATIE A WEYMANSHAUSEN
In allen eenvoud heeft gistermiddag in
het crematorium op Westerveld te Velsen
de crematie plaats gehad van het stoffe
lijk overschot van den heer A. Weymans-
hausen, vroeger werkzaam bij de Neder-
landsche Bank te Rotterdam, alhier op
65-jarigen leeftijd overleden. Met de
familieleden waren eenige vrienden mee
gekomen
Een neef, de heer M. J. Weymanshau-
sen, zeide, dat met den overledene een
goed en trouw mensch was heengegaan.
Eerlijkheid en rechtvaardigheid waren
zijn karaktereigenschappen. Mooie herin
neringen zullen de familieleden en vrien
den aan den overledene bewaren. Spr.
dankte voor de belangstelling.
De organist speelde het Largo van
Hiinde] en bij het dalen van de kist „Wenn
ich einmal soil scheiden” van Bach.
Voorts wordt ons van bevoegde zijde
geschreven
De foto voor de persoonsbewijzen le
vert nog voortdurend moeilijkheden. Ar
tikel 15 van het Besluit Persoonsbewijzen
noemt elf eischen waaraan de foto, welke
bij het afhalen der persoonsbewijzen
moet ingeleverd worden, zal dienen te
voldoen. Het is gebleken, dat tien dezer
eischen geen moeilijkheden van belang
veroorzaken, doch dat over een daarvan
bij herhaling’wordt gestruikeld „de af
beelding van het hoofd moet 2 c.m.
zaakt ook stagnatie in de werkzaamheden
der aangewezen ambtenaren en kost
dientengevolge geld. De ambtenaar is
beschikbaar op den tijd, welke op de uit
noodiging staat aangegeven. Wanneer de
uitgenoodigde niet op dien aangegeven
beziens- verschijnt, is die tijd voor den amb
tenaar verloren. Ambtelijke tijd is ge-
meenschapstijd en kost gemeenschapsgeld.
Wie zonder gegronde reden tijdverlies
veroorzaakt, zal daarvan de kosten moe
ten betalen. Ieder zal het redelijk vinden,
dat de beschikbaar gestelde tijd niet
wordt betaald uit de gemeentekas, doch
dat de wegblijver die kosten dragen moet.
Op grond van deze overwegingen heeft
de secretaris-generaal van het departe
ment van Binnenlandsche Zaken dan ook
bepaald, dat de burgemeester hem of
haar, die niet op den vastgestelden tijd
is verschenen, kan verplichten méér dan
de voorgeschreven leges te betalen en
het bedrag daarvan kan verhoogen tot
twee gulden. Deze maatregel geldt voor
elkeen, die in verzuim is, dus zoowel
voor hen, die een bedrag van één gulden
of vijftig cent verschuldigd zouden zijn,
als voor hen, die het persoonsbewijs kos
teloos zouden hebben ontvangen.
Wie dus meenen mocht dat hij
den vastgestelden tijd gerust wat noncha
lant kan omspringen, komt bedrogen uit.
Het kost hem altijd meer tijd, het kan
hem ook meer geld kosten.
Raadselvriendjes en vriendinnetjes
wordt uitdrukkelijk vervocht op de
enveloppe te vermelden i Voor de
Kinderrubriek
Museum Bredius
uit de twee dozijn
programmapunten een plannetje voor het
weekeind halen. Neen, we gaan .ons niet
overmatig vermoeien, want het is een
tocht, geen race. Om te beginnen bezoe
ken wij het Museum Bredius. Nu niet
met het hoofd schudden en het blad om
slaan, want vooroordeelen zijn er om ze
af te schudden. In het mooie patriciërs
huis aan de Prinseuracht nummer 6
kunt u waardevolle ervaringen opdoen.
Treed in de sfeerrijke hall en wandel ge
nietend door de sierlijk gestoffeerde ver
trekken, waar de fraaie vormen van an
tieke meubelen, de verdroomde kleuren
van porselein en de glans van zilver uw
blikken boeien. Dr. A. Bredius heeft in
dit rust ademende oude huis zijn kunst
geleerde studies gedaan en een schilde-
rijen-collectie bijeengebracht die hij
dééls aan het Mauritshuis. deels aan de
gemeente den Haag in bruikleen afstond.
Een aantal doeken is tijdelijk veilig op
geborgen, maar er is toch nog heel veel
moois te zien. Besteed eens aandacht aan
twee werken van Johan Spruyt, een
wxelschilder, die niet zeer bekend is,
maar daarom werkelijk niet onbemind
behoeft te zijn. Het Museum Bredius is
op werkdagen van 1016 en op Zon- en
feestdagen van 14 uur geopend. De
portier zet een stempel in uw boekje.
„Meer en Bosch"
nu fijn weer voor. Gauw al hè? Doe maar
goed je best De groeten van Bep.
„Tropenfee’'. Ben je al bruin? Het
uauucu »Uuus»„vuui>c„, is er fijn. Huiswerk gaat voor. Dat is
waren n.l. als geschenk aan de verschil- een mooi cijfer hoor. Je had de raadsels
goed. Vele groetjes terug.
„T o m p o e s”. Fqn is het aan het
strand. Ben je ook in zee geweest?
„Anemoontje”. Dat had je zeker
niet gedacht hè? Wat heb je gekozen? Vele
groeten van ons terug.
„Jan de Lappe r”. Was het naar je
zin? Zijn ze al zoo groot geworden? Is de
uitslag nu al bekend?
..Muisje”. Ze moeten eerst grooter
zijn? Het zou fijn zijn als ze dan zoo
mooi bloeiden. Daar is het erg warm
hoor.
„Roodborstj e”. Een beetje ongeduldig
ben je wel, maar ik ken het mij wel be
grijpen hoor. Wanneer het precies is weet
ik niet. Moeilijke moeten er ook eens zijn.
„Zwarte Ruiter”. Dat is niet zoo
prettig. Is het nu weer over? Hoe is het
met Jopie? De groeten aan allemaal.
„Bobbie”. Zal je niet meer je leef
tijd en naam vergeten? Heb je het ge
vraagd en wat werd er toen gezegd? Schrijf
dat eens precies. Dan moet je ook vertel
len hoe het gegaan is.
„Zonnekin d” Dat is naar hoor. Ge
lukkig dat het nu weer over is. Fijn, dat
het nu zulk mooi weer is hj?
„Viooltje”. Ja, dat kan je nu wel
merken. Dat was jammer. Het is zoo leuk
als je ze kunt voeren. De groeten van Bep.
„Huismoedertje”. Dat wist vader
goed hoor. Ja, dat zou heerlijk zijn. Vele
groetjes terug
„Madelief j e” Dat is fijn. Heeft het
heerlijk gesmaakt? Met welk rare woord
heb je je vergist? Dat Is een prettig
werkje vind je niet?
,JB o e f j e”. Zal je in ieder briefje je
leeftijd schrijven?
,,L i b e 1”. Dat is een heele tijd hoor.
Ik zal het lootjesbusje goed schudden.
„Krabbetje”. Dat is een mooie
naam. Speel je veel met je zusje? Het
scheelt maar twee letters hè? Vele groet
jes terug.
„Rekengr a a g”. Arme jij nog ziek?
Gauw weer heelemaal beter worden hoor
meisje.
„Kwiksta artj e”. Dat is jammer,
nu heb je de raadsels niet. Dat is een
leuke naam. Zijn ze goed uitgevallen? Dat
was gezellig. Als jullie weer gaan, dan
een beetje meer drinken meenemen Want
dorst is niets prettig.
„Betty Boop”. Kent je zusje je al
een beetje? Dat is fijn. Komen ze weer
eens?
,Joe Brown”. Ik zal het doen. Ja,
het papier mag aan twee kanten beschre
ven worden voor een brief Maar voor
een verhaaltje mag het niet.
„R o tterdammertj e”. Hoe oud is
ze nu? Dat is prettig zeg. Heb je veel
pleizier gehad?
„Konijnenfokkerij e”. Dat is veel.
Fijn, dat vader ze niet verdrinkt, dat is
zoo naar. Ja, daar heb je heel wat plaats
voor noodig.
„Klein Vissertje" Was het je te
warm? Heb je de volgende keer veel
nieuws? Vele groetjes terug.
„Son j a Hen ie". Ben je fijn bruin ge
worden? Is de foto goed géworden? Dat
vonden jullie zeker wel erg prettig?
„Jaap Bruinin g”. Schuilnaam ea
leeftijd? Dat moet in ieder briefje staatk
Zal je niet weer vergeten?
„Blonde Mi entje”. Ik ben 10 Mei
arig en Bep 27 Augustus. Zal je je leef»
tijd niet meer vergeten?
De hartelijke groeten van jullie aller
TANTE ETTY»
duinen. Men kwam er zoo goed als
nooit: het was veel te ver. Maar de stad
breidde zich uit als een olievlek. Telkens
viel er weer een stukje bosch of een
oude boerderij ten offer aan den huizen
bouw, maar „Meer en Bosch” bleef be
staan, ook al deelde het asfaltlint van de
Laan van Meerdervoort het in tweeën.
Wie uit den Haag komt vindt verreweg
het mooiste deel aan zijn rechterhand.
Dat is een eeuwenoud duinbosch, zeker
zoo oud als Óckenburg, dat reeds in de
dertiende eeuw bekend was. De mooie
vijver in het centrum is een I-
waardigheid, niet alleen vanwege de
idyllische ligging tusschen de hooge, rui-
schende boomen en de weelderig begroei
de oevers, maar ook door de historie.
Het plasje is namelijk het laatste over
blijfsel van een groot meer, het Seg-
broekmeer, dat zich eeuwen geleden tus
schen den Haag en Loosduinen uitstrek
te. Het meer verveende en het veen
werd in cultuur gebracht, maar het plas
je bleef behouden. Het meer had ook een
afwatering, een beek. Dat is de oude
beek die eenmaal den Hofvijver van wa
ter voorzag en die nu als een onbenullig
maar heel mooi watertje door de plant
soenen van Sportlaan en Stadhouders-
plein en verder door Zorgvliet stroomt.
De beek en „Meer en Bosch” behooren
dus volkomen bij elkaar.
Zulks oude dulnbosschen zijn altijd de
moeite waard, want hun oorspronkelijk
karakter verloochent zich nimmer doch
komt altijd weer tot uiting in de vele
struiken, die er groeien. Heele woeste
nijen vormen hier bramen, kamperfoelie
en hop. Zij bieden een wijkplaats voor
verschillende zangvogels.
U ziet het: „Meer en Bosch” is een
rijk Haagsch bezit. U kunt er terecht
van half acht tot Zonsondergang. De
boschwachter drukt het stempel in uw
boekje. Veel genoegen!
Doe mee aan den stempeltocht
Men schrijft ons van de zijde van
V.V.V.:
Wat gaat u Zondag doen? Voor het
raam zitten om te kijken of er soms
iemand, voorbijgaat? Of met den buur
man zorgelijk over de wereldgeschiede
nis praten? Ik heb zelfs een man ge
sproken die nu reeds vol rimpels zit in
verband met de kolen voor aanstaanden
winter
Maar u Is zoo niet Het is zomer, u
hebt uw lichte pak aan, u woont in de
groenste stad van het land en vlak ach
ter Uw borstbeen kriebelt een zekere
dartele ondernemingsgeest diendeV.V.V.
„’s-Gravenhage” handig weet op te van
gen door u gelegenheid te bieden deel te
nemen aan den Stempeltocht die (uhebt
het natuurlijk al gelezen) de mogelijk
heid schept alles wat den Haag aan na
tuur- en cultuurschatten bezit op een
goedkoope wijze te
doorsnede of grooter zijn”.
Het is inderdaad waar, dat
eisch van een minimum, zijnde
sprake is. Wie er op uit is zich angst
vallig aan het minimum te houden en er
met geen haarbreedte bovenuit te gaan,
moet zich niet verwonderen als blijkt
dat hij er precies met een halve haar
breedte onder is gebleven. Houdt men
krampachtig vast aan den 2 c.m.-eisch,
dan zou men inderdaad kunnen twij
felen of het hoofdhaar geheel, of ten
deele, en voor welk deel dan wel, mag
worden meegeteldof een onderkin ge
rekend kan worden te behooren tot het
hoofdof een sikje kan worden wegge
dacht en een ringbaard moet worden
meegerekend. Men kan met eenige fan
tasie tientallen van dergelijke vragen
construeerenzij zijn onderhoudend voor
de lange winteravonden en de kinderen
zijn er uren zoet mee.
Houdt men echter rekening met de mo
gelijkheid. dat deze en dergelijke pro
blemen niet in de huiskamer maar voor
den rechter moeten worden opgelost, dan
zal men verstandig doen 'gebruik te
maken van het maximum, dat in den
foto-eisch is toegelaten. Waarom zou men
het niet doen De foto mag 3J c.m.
breed en 4J c.m. hoog zijn. Laat binnen
deze afmetingen uw hoofd zoo groot mo
gelijk op het plaatje zetten, dan heeft u
zeker nooit last en de fotograaf rekent er
geen cent meer voor.
Vermijd het enge minimum. Wees niet
te pietepeuterig. Neen\ het niet zoo nauw
en laat u wat ruim nemen. Neem dus
een ruim standpunt in, ook op uw foto.
lende keizers gegeven en aan eiken visch
bevond zich een gouden plaatje met den
naam van den schenker. Vandaar, dat de
Amerikaan met zijn vischrecht in drie
jaren tijds een vermogen verdiende!
Natuurlijk heb je wel eens den naam
van de Kanarische eilanden gehoord. Als
ik je vraag: waarom heeten die juist
„Kanarische” eilanden, dan zeg je onmid
dellijk: „natuurlijk omdat er zooveel
kanarievogels zijn”.
Mis! De vogels heeten kanaries, omdat
ze van de Kanarische eilanden komen
(dus juist omgekeerd). En de Kanarische
eilanden hebben hun naam te danken
aan het Latijnsche woord canis hond,
omdat reeds in de oudheid een bijzonder
groot hondenras op deze eilanden voor
kwam, zoodat men de eilanden „honden-
land” noemde.