HAAGSCHE COURANT VOOR DE JEUGD GLRDWEG STADSNIEUWS Vrijdag 27 Juni 1941. VIERDE BLAD Geniet van uw eigen stad DE PERSOONSBEWIJZEN °p „Te Iaat kost geld” OPLOSSINGEN DER RAADSELS NIEUWE RAADSELS CORRESPONDENTIE Kook de melk, onmiddellijk na ontvangst EEN WENK VOOR HET WEEKEINDE HERDENKING Mr. VAN REGTEREN ALTENA IN DEN HOOGEN RAAD MAATREGELEN TEGEN BEDERF VAN VOEDINGSMIDDELEN UITREIKING DISTRIBUTIE BESCHEIDEN „TARZAN DE AAPMENSCH AANGEHOUDEN 1. 2. 3. met Laat ons nu eens in in ZE HADDEN VEEL PRAATS, MAAR... DOOR WILDE BIJEN AANGEVALLEN WIST JE DIT AL? óverkwam, ga Ik je nu vertellen. Hij No. 17912 Vreeselijke tocht door het Indische oerwoud even aangename als inventariseeren. zich zelf het paard verwijderd wareh. En wat den man betreft: zijn hals, gezicht en armen zaten vol bultjes en wondjes, die na een maand nog niet geheel genezen waren. Nooit zal hij het vreeselijke avontuur vergeten, waarbij als door een wonder zijn leven en dat van zijn paard gespaard ble ven. En hij past voortaan wel op, zoo in zijn eentje door het oerwoud te gaan. Neem de afmetingen van de foto wat ruim El en 2. Welk gerecht eindigt op gelei en is toch niet uit vruchten bereid? 1. Als men een hond slaat waar raakt men hem dan het eerst? 3. Mijn eerste is een rivier. Mijn tweede is een trekdier. Mijn geheel vind men in de Dierentuin Oplossingen en briefjes moeten uiterlijk Woensdagmorgen aan het Bureau Haag sche Courant bezorgd zijn. Alles moet on- derteekend zijn met je» ware namen vol uit, schuilnaam, leeftijd en adres. Op het couvert vermeldenAan Tante Etty. TANTE ETTY. De vorige week werd een poging tot in braak gedaan in een perceel in de Krit- zingerstraat. Een man poogde een deur raampje in te drukken in het perceel, waarvan de bewoners afwezig waren. Een overbuurman, die meende dat de man daar een boodschap had te doen, riep hem toe, dat er niemand thuis was De man, die zich betrapt zag, nam de beenen. De overbuurman kreeg nu argwaan en ging eens kijken. Toen hij zag dat het deur raampje ingedrukt was, vermoedde hij on raad, zoodat hij de politie waarschuwde. Nadat een der rechercheurs het signale ment had gekregen, trok deze op onder zoek uit. Het opgegeven signalement klop te met dat van den 39-jarigen loodgieter en kermisreiziger, die den bijnaam had van „Tarzan de Aapmensch". Hij is dezer dagen aangehouden in een café. De man werd reeds gezocht voor verschillende an dere diefstallen en verduisteringen. Hij is meermalen met de politie in aanraking geweest dezen 2 c.m. REVUE ..SIJO-BELA" UITGESTELD Het Haagsche Revue en Cabaretgezel schap „Sijo-Bela” had zich voorgenomen in verband met het 45-jarig jubileum als musicus van zijn leider, den heer Willy Heukeshoven, op Zondag a.s. een revue op te voeren en een huldiging te organi- seeren. Door omstandigheden moet deze uitvoering echter worden uitgesteld tot 21 September a.s Hans, Worst. Hansworst. Een school visschen. Het woordje „fout”. Prijzen vielen ten deel aan „Tompoes”. „Libel”. „Klein Vissertje”. Prijzen afhalen aan het Bureau Haag sche Courant. Woensdagmiddag. Daarbij uitsluitend je ware namen opgeven. duizenden gouden plaatjes opvisschen, die op den bodem van den vijver lagen. Al die visschen. die hier in den loop van eeuwen hadden rondgezwommen. MEVROUW M. TH. M. VORST— VAN DER KORFT OVERLEDEN Op 72-jarigen leeftijd is hier stede over leden mevr. M. Th M. Vorstvan der Kroft, mede-firmante van de R.K. Begra fenisonderneming H. L. Vorst en Co alhier. Na het overlijden van haar echtgenoot, den heer H. L. Vorst, zette zij de onder neming met den heer B. Frerichs voort. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot zal plaats hebben morgen W on- gever half twaalf op de R.K. Begraafplaats aan de Kerkhoflaan, na een plechtigen uitvaartdienst om 10 uur in de O.L. Vrou- wekerk aan de Elandstraat Begrafenis G. W. Elzenga Niet gisteren,^a»o«ls.<«n onrechte werd gemeld, dWch1 Médéfimfddag is het stoffe lijk overschot van den heer G. W. zenga op de begraafplaats Oud Eik Duinen ter aarde besteld MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS Het weekprogramma van 28 Juni t/m 4 Juli van het Museum voor het Onder wijs, Hemsterhuisstraat 2 E, luidt Zaterdag 28 Juni 2.30 uur, rondgang door de afdeeling Dierkundeinleiding met lichtbeelden over„MTeren”. Zondag 29 Juni: 2.30 uur, rondgang door de afdeeling Volkenkundeinleiding met lichtbeelden over „De vroegste bewo ners van Nederland”. Verder is het museum dagelijks geopend van IJ4 uur. AANRIJDINGEN Gisteravond is de 23-jarige wielrijdster D. S., uit de Statenlaan, tegen een perso nenauto gereden, zoodat zij een lichte her senschudding bekwam. Zij is door den Ge neeskundigen dienst naar het Ziekenhuis Zuidwal vervoerd. Op den Bezuidenhoutscheweg werd gis teravond de 42-jarige wielrijdster W. S. uit de Boterstraat aangereden door de 23-jarige V. K. uit de Francois Valentijn- straat. Zij liep bij deze aanrijding een lich te hersenschudding op en is daarom door den Geneeskundigen dienst naar het Zie kenhuis an den Zuidwal vervoerd. Door den Geneeskundigen dienst is de wielrijdster C. L. naar den Centralen post overgebracht om verbonden te worden. Zij was door ’n onbekend gebleven wielrijder aangereden en had daarbij een snijwond aan het voorhoofd opgeloopen. Na aan den Centralen post behandeld te zijn, kon zij huiswaarts keeren. De directeur van den Keuringsdienst van ’s-Gravenhage schrijft ons Onder de tegenwoordige omstandighe den is het meer dan ooit van belang te voorkomen, dat voedingsmiddelen door bederf verloren gaan. Bij warm zomerweer zal de huisvrouw, nog meer dan vroeger, maatregelen ne men tegen bederf, omdat verschillende waren thans in minder houdbaren toe stand den consument bereiken. In de eerste plaats is dit bij de melk het geval. Ter verlaging van het vetge halte moet alle melk naar enkele inrich tingen worden aangebracht, om op een vastgesteld vetgehalte te worden terug gebracht; eerst daarna wordt zij aan de slijters afgeleverd. Ook moet een deel van de melk thans van verder gelegen plaatsen worden aan gevoerd en maakt den weg tusschen melk veehouder en consument langer dan vroe ger Een en ander doet afbreuk aan haar houdbaarheid. Het is dus gewenscht, de melk onmiddellijk na ontvangst in het huishouden, te koken. Heeft men de pan van het vuur genomen, dan kan men haar omstreeks een half uur aan de lucht laten bekoelen. Daarna echter moet men de melk zoo snel mogelijk verder afkoelen, door ze in water te plaatsen, dat men voortdurend ververscht. Nadat de melk goed koud geworden is, zet men haar op een koele plaats, bijv, op een steenen vloer van een kelder. Hetzelfde geldt voor taptemelk en zoete melkproducten. Eveneens moet gelet wor den op het brood. Bij de tegenwoordige samenstelling zal daarin op warme dagen eerder bederf optreden. Men beware het op een koele, luchtige plaats, niet dicht opeengepakt in een trommel. Boter, margarine en vet beware men eveneens koel en in het donker, omran- zig-worden te voorkomen. mesjes van prima staal, op moderne machines, onder controle, geslepen! Gevoelvolle woorden van mr. Kosten, mr. Berger en jhr. mr. de Brauw Bij het begin van de civiele zitting van den Hoogen Raad is de Maandag j.l. over leden raadsheer in dit college, mr. van Regteren Altena, herdacht. Mr. Kosters, waarnemend president, zei- de, mede namens de griffie, over dit voor treffelijke lid van het college o.m.: Mr. van Regteren Altena was een van die raadsheeren, die hun heele loopbaan zittend iq de rechterlijke macht hebben doorgebracht. In 1936 nam hij zitting in de Kamer voor Belastingen en Onteige ningen van den Hoogen Raad. Hij was daar ten volle op zijn plaats, aangezien hij een specialist op dit terrein was. In Am sterdam was hij n.l. behalve rechter ook lid van den Raad van Beroep voor de di recte belastingen geweest en een vooraan staand lid en ondervoorzitter van de Ta- riefcomissie, welke zich bezighoudt met de indirecte belastingen. „Rechtspraak is geen wetenschap, maar een kunst”, heeft men ervan gezegd. Mr. van Regteren Altena verstond deze kunst op uitnemende wijze door zijn diepgaande studie, groote preciesheid en groot onder scheidingsvermogen. Hij was aangenaam en prettig in den omgang, zonder dat hij daarvoor zijn standpunt prijs gaf. Op hot terrein van de rechtspraak, dat geken merkt wordt door groote verscheidenheid, levendigheid en practisch nut, werkte hij met liefde. Kalm, rustig en eenvoudig ging hij zijns weegs. Mr. van Regteren Altena heeft niet te vergeefs geleefd. Zij, die hem gekend heb ben, zullen zijn nagedachtenis in hooge eere houden. Mr. Berger, procureur-generaal, zeide namens het parket, dat hij zich geheel aan sloot bij de gevoelvolle woorden van mr. Kosters. Wij zullen dezen voortreffelijken en edelen magistraat in diepe herinnering houden. Namens de balie voerde het woord jhr. mr. A. K. C. de Brauw. Doordat de balie nauw verknocht is aan den Hoogen Raad, voelt ook zij het verlies. De bijzondere eigenschappen van mr. van Regteren Al tena deden hem deelen in het algemeen prestige van den Hoogen! Raad. Wij eeren zijn nagedachtenis, omdat hij eraan mee werkte om de rechtspraak ’n grooten eer. bied en vertrouwen te doen genieten, zoo dat Nederland een grooten naam heeft gekregeri wat betreft de rechtseer Hierna schorste mr. Kosters de zitting, die ook werd bijgewoond door leden van de griffie en het parket, gedurende enkele oogenblikken. was tenslotte nog dolblij, dat hij er het leven afbracht. Hij reed op een morgén te paard naar het huis van één van zijn vrienden in de buurt en moest daarbij ongeveer 10 k.m. door het oerwoud rij den, langs een pad, dat hij op zijn duimpje kende. Bij vroegere tochten was Een klein verhaaltje voor de kleintjes Op een mooien, zonnigen morgen in Mei gooide Bets, het dienstmeisje, heel wijd de balcondeuren open. O, o, wat een verrukkelijk weertje was het toch Ze bleef een oogenblikje op het balcon staan, uitkijkend over den grooten weg. De boomen stonden vol teere blaadjes, die prachtig zachtgroen wuifden tegen de blauwe lucht, de bloeiende struiken in de tuintjes geurden en overal tjilpten vo geltjes. Heerlijk zei Bets hardop en ze klop te haar stofdoek uit. Toen keerde ze zich weer om en keek naar binnen. Een streep zon viel dwars door de ka mer en in die streep dansten wel duizend fijne stofjes. Bets volgde de streep met de oogen. Zij liep van de open deuren tot het buf fet. En toen keek Bets onder het buffet en schrok. Foeizei ze, wat ligt daar allemaal voor vreeselijken rommel? Dat ga ik gauw als de wind opruimen. En ze holde naar de keuken en haalde een langen veger. Weet je wat Bets onder het buffet uit veegde Ik zal het je vertelleneen lan ge witten draad, een punaise, een groote broodkruimel, een glazen knikker, een kraal en een madeliefje. Hoe kwamen die daar onder het buf fet Ja, dat is een raadsel. Ze lagen er zeker nog niet lang, want Bets veegde altijd netjes en het madeliefje zag er nog frisch en bloeiend uit. Wacht eens eventjesriep Bets en ze liep haastig weg, want er werd gebeld, straks kom ik met den stofzuiger. Al de dingen, die onder het buffet ge legen haden, lagen nu op een hoopje in een hoek van de kamer. Ze hadden mooi den tijd om wat met elkaar te praten. De stofzuiger Wat i s dat toch vroeg het madeliefje met een angstig stemmetje, want ze kwam juist van de wei en daar is ’t nooit stoffig. Weet je dat niet riep de lange, witte draad. Gunst wat een groen ding ben jij Die snort toch eiken dag door het huis en'de gewone dingen, die heele- maal geen nut hebben, zuigt hij op met zijn ijzeren bek rrrrrt, rrrrrtZoo- iets als jij bijvoorbeeld, waarvan niemand weet, waar het voor dient en zooiets als die broodkruimel en die punaise met zijn kromme punt. I k hoef niet bang te zijn, want ik ben een heel nuttig ding. Weet je wel, wie ik ben Nee, zei het madeliefje, maar ik ben geen groen ding, maar wit met geel. Goed, goed, zei de draad. En ik, ik ben een draad, een echte witte draad. Als i k er niet was, dan vlogen alle bandjes van de handdoeken, alle knoopen van de sloopen, alle zoomen uit de jurken. Als 1 k er niet was, dan, dan.dan liepen alle menschen van de heele wereld met groote gaten in hun kousen. Dan, dan. Verbazend Ontzettend I riep het madeliefje. Nee, dan begrijp ik, dat de stofzuiger u niet durft opslokken (Teekening E. v. Laer) En sloeg met zijn zakdoek de insecten van Lizzy’s beenen Ik heb jullie wel eens iets verteld over een Javaanschen jongen, die In de rim boe plotseling door een slang werd ge beten. De slangen zijn echter niet de eenige gevaarlijke beesten, die men in het oerwoud kan tegenkomen. Men moet voortdurend op zijn hoede zijn voor al lerlei reptielen. Misschien zie je opzoo’n tocht door de rimboe een mooi stuk hout liggen, dat er uitziet als een aardig bank je, waarop je graag even zou willen uit rusten Probeer ’t maar niet: als je het bankje betast komt er misschien een reusachtige schorpioen met omhooggebo gen staart en nijdige klauwen te voor schijn. De inlanders zullen dan cok nooit zoomaar op den grond gaan zitten: ze geven hun oogen voortdurend goed den kost en dat niet alleen. Ook hun gehoor en hun reuk zijn fijn ontwikkeld, zoodat ze alles, wat op den grond, tusschen de struiken of in de lucht op hen loert, on middellijk waarnemen. Waakzaamheid is hun aangeboren en hierin staat de Euro peaan, vooral de nieuweling, verre bij den Inlander ten achter. Ook hij let na- tuurlijk scherp op en neemt zijn maat regelen, maar soms, als het een heelen tijd goed is gegaan, kan het gebeuren, dat zijn waakzaamheid verslapt en dan juist op dat moment loert het doods gevaar! Wat een echten „totök" het Indische i woord voor nieuweling in de rimboe overkwam, ga ik je nu vertellen. Hij maakte een vreeselijk avontuur mee enjden over hun heele lichaam. De razende aanval van de wilde bijen had misschien vijf minuten, de rit twintig minuten ge duurd, maar toen ze eindelijk bij hen vrienden aankwamen, zonken ze meer dood dan levend ineen. Het duurde meer dan een uur vooroat alle achtergebleven angels uit de huid ven Aan inwoners van den Haag en Loosduinen Voor het afhalen van de nieuwe distri butiebescheiden in de groote zaal van den Dierentuin, zijn morgen. 28 Juni, aan de beurtvan 811 uur, Hendrikse t/m Hoogenraatvan 112 uur, Hoogenste- gen t/m einde H, I en Ja t/m Japikse van 25 uur Japin t/m einde J en Ka t/m Ketting. Van de inwoners der voormalige ge meente Loosduinen zijn morgen aan de beurt de namen aanvangende met F. G en T van (85 uur, Hulpsecretarie, Wilhel- minastraat 5). Jubileum bij het Gemeentelijk Electrisch Bedrijf Gisteren herdacht de heer M. van Muijden, technisch opzichter A in dienst van het G.E.B., den dag. waarop hij 25 jaar geleden in Gemeentedienst trad Hij werd door de directie ontvangen, die hem de door burgemeester en wethouders ge schonken eervolle vermelding en een gra tificatie overhandigde. Merkwaardige dingen uit de heele wereld Op het eiland Sicilië bevindt zich een reusachtige, klokvormige grot, in de rotsen. Deze grot wordt „het oor van Diony sius” genoemd, omdat hij vroeger door Dionysius, tiran van Syracuse, als kerker werd gebruikt. Het eigenaardige er van was, dat Dionysius in zijn paleis alles hooren kon, wat de gevangenen spraken. Ook het zachtste geluid in de kerker klonk door tot in het paleis, waar een speciale „hoorkamer" voor dit doel was bestemd. In Britsch-Indië hebben vele huizen z.g. afkoelingskamertjes. In deze vertrek ken gaan de menschen, als ze zich om de een of andere reden boos of opgewonden hebben gemaakt, om tot rust te komen. In Peiping, de oude hoofdstad van China, ligt het schitterende winterpaleis met prachtige tuinen. In een dezer tuinen is een groote vischvijver, waarin vroeger honderden goudvlsschen zwommen. In 1924 werd het vischrecht in dezen vijver voor een paar duizend dollar aan een Amerikaan verpacht. „Zit er dan nu nog zooveel vlsch?” zul Je vragen. Neen, dat niet, maar de Amerikaan liet Men meldt ons van bevoegde zijde Ieder, die verplicht is een persoonsbe wijs in bezit te hebben, zal door zijn burgemeester worden uitgenoodigd, voor het opmaken en uitreiken daarvan in persoon ter gemeentesecretarie te ver schijnen. Op die uitnoodiging zijn dag en uur vermeld, waarop men ter secretarie wordt verwacht. Tot de laksen en de tragen richten wij een waarschuwend woord. Wie meenen mocht, dat hij dag en uur, welke op zijn uitnoodiging staan aangegeven, kalmpjes kan laten voorbijgaan en wel eens naar het gemeentehuis kan stappen, wanneer het hem lust en zint, moet goed be grijpen, dat op het tijdstip waarop hij is uitgenoodigd een ambtenaar voor hem gereed staat. Hij wordt verwacht en dus terstond geholpen en kan binnen een kwartier tijds de secretarie weder ver laten. Wie echter niet verschijnt op den voor hem vastgestelden tijd en zich naar de secretarie begeeft op een tijdstip, waarop hij aldaar niet wordt verwacht mag niet klagen, wanneer hij dan geen ambtenaar voor hem gereed vindt staan. Indien hij moet wachten heeft hij dat aan zichzelf te wijten en wanneer hij wellicht op een anderen dag zal moeten terugkomen, is dat niet de schuld van een gebrekkige organisatie, maar van zijn eigen onver schilligheid. Zeker zijn, dat men vlot en vlug en met zoo weinig mogelijk tijdver lies geholpen zal worden, kan men dan alleen, wanneer men ter secretarie ver schijnt wanneer men is uitgenoodigd, niet vroeger en niet later. Niet op tijd verschijnen wreekt dus niet slechts op den nalatigen met tijdverlies en ergernis, het veropr- het een paar keer voorgekomen, dat de paarden van het gezelschap aangevallen werden door sarissi’s, een soort wilde horzels, maar dit was nooit zoo erg, want men had er een probaat middeltje tegen. Men nam een flesch mee, gevuld met een treksel van laurierbladeren op klap perolie, en zoodra nu de sarissi’s zich vertoonden, steeg men af en smeerde de huid der paarden met dit brouwseltje in. Dit bleek altijd afdoende te zijn. Onze totök nu reed ’s morgens om een uur of tien langs een kapokaanplant in het oerwoud, waar het rijpad meer op een modderpoel dan op een begaanbaar pad leek, toen zijn paard Lizzy plotse ling onrustig werd en telkens stilstond. Een vreemd, hoog gegons klonk door de lucht en weldra begonnen kleine insec ten neer te dalen en de beenen van het arme dier met hun angels te bewerken. Het hart zonk den man in de schoenen, want hij meende met sarissi’s te doen te hebben en bedacht opeens met schrik, dat hij zijn fleschje met het bruine vocht niet bij zich had. Hoe had hij zoo zorge loos kunnen zijn? Vlug steeg hij af en sloeg met zijn zakdoek de insecten van Lizzy’s beenen. Maarop 't zelfde oogenblik slaakte hij een gil van schrik, toen hij merkte, dat het geen sarissi’s waren, maar „odèngs”. een gevaarlijk soort wilde bijen. In zwermen van honderden en honder den gonsden ze om paard en ruiter heen, streken neer en boorden hun venijnige an gels in het vleesch. Het heele lichaam van het paard en gezicht, hals en handen van den man waren al spoedig één koek van wriemelende, stekende insecten. Tot over maat van ramp verloor het paard door de pijn zijn bezinning en rende als een dolle in het rond. Toen besefte onze nieuweling opeens met ontstellende, maar tevens opzwepende dui delijkheid, dat langer aarzelen den dood beteekende. ’t Was onbegonnen werk de dieren te verjagen. Slechts één uitweg was er nog: tropenhelm, rotting en alles, wat verder op den grond lag, verzamelen, Lizzy met krachtige hand in den teugel grijpen en in razenden galop er vandoor! ’t Was een rit om het leven over 2 k.m., over steenen en greppels en in een voort durend stijgend terrein. En dat onder de hevige kwelling van de vreeselijke steken, die maar niet ophielden! Want de odèngs waren zoo taai als muskieten. Ze overdek ten nog steeds het heele lichaam van het paard, doch begonnen langzamerhand op te dunnen. Het trouwe paard kon haa?t niet meer op z’n beenen staan, maar toch galoppeerde het door het schreeuwen van zijn meester aangedreven, almaar verder. Gelukkig, daar kwam een stukje sawah in 't zicht met een kleine Javaansche hut. Drie Inlanders kwamen te voorschijn, maar toen ze de odèngs zagen, rukten ze hun hoofddoek af en gingen er met flad derende haren van door. Nóg een eindje, daar was een kleine kampong en nu waren de odèngs zoo goed als verdwenen. Maar paard en ruiter wa ren er treurig aan toe. Ze beefden en ril- Nee. klein geel met wit ding, mi, stellig niet En i k, riep de punaise, ik ben wel zoo nuttig als tien witte draden. Als i k er niet was, dan rolden alle platen van den muur en de verduisteringspapieren konden niet worden vastgeprikt. Zoo nut tig ben i k Pff, deed de draad. Nee, maar dan i k, riep de brood kruimel, als i k er niet was, stierven alle menschen van honger. Als i k er niet was, kon de heele wereld geen oogen blikje meer blijven bestaan Pff zei de draad enOch, ochis ’t heusch waar riep het kleine madeliefje. Maar nu begon de knikker te praten, ’t Was een mooie, met een rooden kur- ketrekker er binnen in. Ik begrijp niet, waar jullie het allemaal over hebben, zei hij, wat is er nu aan zoo’n krom prik- ding of zoo’n wit slangetje of zoo’n ge woon stukje brood Ik ben mooi en door zichtig. De kinderen houden me voor hun oog en dan knijpen ze hun andere oog dicht en doen roepen ze O o oh J Een nuttige taak spotte de punaise en de draad zei: Pffen het kleine ma deliefje zweeg. Ja zei nu de kraal, ik kan werkelijk jouw nuttigheid niet inzien, glazen knik ker met rooden kurketrekker, verbeeld je, je hebt niet eens gaten, je kunt niet eens worden aangeregen. Nee, dan i k Het madeliefje zuchtte diep. Het durf de niets meer te zeggen En toen kwam Bets terug met den stofzuiger. Die bromde en snorde van rrrt, rrrt. De dingen in den hoek van de kamer lagen te bibberen van angst. Rrrrt, rrrtde groote bek kwam na der en nader en plotseling slokte hij al les op de broodkruimel, de kraal, de punaise en zelfs den nuttigen, witten draad. Maar den knikker kon hij niet op zuigen, die sprong opzij en rolde weer onder het buffet. En het madeliefje Och, zei Bets, hoe kom jij hierEn ze nam het kleine, wit met gele ding op en zette het in een klein vaasje bij andere bloemetjes. R. DE RUYTER-v. d. FEER. „Lourientje”. Dat is een mooi cij fer. Heb je er nu weer een gekregen? leerlijk smaakt dat hè? De groeten aan e ouders. „Meiregen”. Wel bedankt voor de foto. Nu weet ik hoe je er uit ziet. De gelaarsde kat staat er ook mooi op hè? Ja, die foto's bewaar ik allemaal in een album. Dat zijn mooie boeken. Neen, daar kan je beter mee wachten tot het kouder wordt hé? Of op een regendag. Vele groet- es terug. „Hamsterbloempje”. Daar is het „Ja," zegt u, „dat is nu allemaal wel erg mooi, maar als het Zondag mooi weer is wil ik er van genieten en in zoo’n museum word ik niet bruin.” Volkomen juist, maar daarom behoeft u den Stem- peltocht nog niet den rug toe te draaien. Ga bijvoorbeeld eèns naar „Mee? en Bosch”, dat staat ook op het program ma. Reeds in vroeger tijden was „Meer en Bosch” een van de rij aardige duin- bosschen tusschen onze stad en Loos- CREMATIE A WEYMANSHAUSEN In allen eenvoud heeft gistermiddag in het crematorium op Westerveld te Velsen de crematie plaats gehad van het stoffe lijk overschot van den heer A. Weymans- hausen, vroeger werkzaam bij de Neder- landsche Bank te Rotterdam, alhier op 65-jarigen leeftijd overleden. Met de familieleden waren eenige vrienden mee gekomen Een neef, de heer M. J. Weymanshau- sen, zeide, dat met den overledene een goed en trouw mensch was heengegaan. Eerlijkheid en rechtvaardigheid waren zijn karaktereigenschappen. Mooie herin neringen zullen de familieleden en vrien den aan den overledene bewaren. Spr. dankte voor de belangstelling. De organist speelde het Largo van Hiinde] en bij het dalen van de kist „Wenn ich einmal soil scheiden” van Bach. Voorts wordt ons van bevoegde zijde geschreven De foto voor de persoonsbewijzen le vert nog voortdurend moeilijkheden. Ar tikel 15 van het Besluit Persoonsbewijzen noemt elf eischen waaraan de foto, welke bij het afhalen der persoonsbewijzen moet ingeleverd worden, zal dienen te voldoen. Het is gebleken, dat tien dezer eischen geen moeilijkheden van belang veroorzaken, doch dat over een daarvan bij herhaling’wordt gestruikeld „de af beelding van het hoofd moet 2 c.m. zaakt ook stagnatie in de werkzaamheden der aangewezen ambtenaren en kost dientengevolge geld. De ambtenaar is beschikbaar op den tijd, welke op de uit noodiging staat aangegeven. Wanneer de uitgenoodigde niet op dien aangegeven beziens- verschijnt, is die tijd voor den amb tenaar verloren. Ambtelijke tijd is ge- meenschapstijd en kost gemeenschapsgeld. Wie zonder gegronde reden tijdverlies veroorzaakt, zal daarvan de kosten moe ten betalen. Ieder zal het redelijk vinden, dat de beschikbaar gestelde tijd niet wordt betaald uit de gemeentekas, doch dat de wegblijver die kosten dragen moet. Op grond van deze overwegingen heeft de secretaris-generaal van het departe ment van Binnenlandsche Zaken dan ook bepaald, dat de burgemeester hem of haar, die niet op den vastgestelden tijd is verschenen, kan verplichten méér dan de voorgeschreven leges te betalen en het bedrag daarvan kan verhoogen tot twee gulden. Deze maatregel geldt voor elkeen, die in verzuim is, dus zoowel voor hen, die een bedrag van één gulden of vijftig cent verschuldigd zouden zijn, als voor hen, die het persoonsbewijs kos teloos zouden hebben ontvangen. Wie dus meenen mocht dat hij den vastgestelden tijd gerust wat noncha lant kan omspringen, komt bedrogen uit. Het kost hem altijd meer tijd, het kan hem ook meer geld kosten. Raadselvriendjes en vriendinnetjes wordt uitdrukkelijk vervocht op de enveloppe te vermelden i Voor de Kinderrubriek Museum Bredius uit de twee dozijn programmapunten een plannetje voor het weekeind halen. Neen, we gaan .ons niet overmatig vermoeien, want het is een tocht, geen race. Om te beginnen bezoe ken wij het Museum Bredius. Nu niet met het hoofd schudden en het blad om slaan, want vooroordeelen zijn er om ze af te schudden. In het mooie patriciërs huis aan de Prinseuracht nummer 6 kunt u waardevolle ervaringen opdoen. Treed in de sfeerrijke hall en wandel ge nietend door de sierlijk gestoffeerde ver trekken, waar de fraaie vormen van an tieke meubelen, de verdroomde kleuren van porselein en de glans van zilver uw blikken boeien. Dr. A. Bredius heeft in dit rust ademende oude huis zijn kunst geleerde studies gedaan en een schilde- rijen-collectie bijeengebracht die hij dééls aan het Mauritshuis. deels aan de gemeente den Haag in bruikleen afstond. Een aantal doeken is tijdelijk veilig op geborgen, maar er is toch nog heel veel moois te zien. Besteed eens aandacht aan twee werken van Johan Spruyt, een wxelschilder, die niet zeer bekend is, maar daarom werkelijk niet onbemind behoeft te zijn. Het Museum Bredius is op werkdagen van 1016 en op Zon- en feestdagen van 14 uur geopend. De portier zet een stempel in uw boekje. „Meer en Bosch" nu fijn weer voor. Gauw al hè? Doe maar goed je best De groeten van Bep. „Tropenfee’'. Ben je al bruin? Het uauucu »Uuus»„vuui>c„, is er fijn. Huiswerk gaat voor. Dat is waren n.l. als geschenk aan de verschil- een mooi cijfer hoor. Je had de raadsels goed. Vele groetjes terug. „T o m p o e s”. Fqn is het aan het strand. Ben je ook in zee geweest? „Anemoontje”. Dat had je zeker niet gedacht hè? Wat heb je gekozen? Vele groeten van ons terug. „Jan de Lappe r”. Was het naar je zin? Zijn ze al zoo groot geworden? Is de uitslag nu al bekend? ..Muisje”. Ze moeten eerst grooter zijn? Het zou fijn zijn als ze dan zoo mooi bloeiden. Daar is het erg warm hoor. „Roodborstj e”. Een beetje ongeduldig ben je wel, maar ik ken het mij wel be grijpen hoor. Wanneer het precies is weet ik niet. Moeilijke moeten er ook eens zijn. „Zwarte Ruiter”. Dat is niet zoo prettig. Is het nu weer over? Hoe is het met Jopie? De groeten aan allemaal. „Bobbie”. Zal je niet meer je leef tijd en naam vergeten? Heb je het ge vraagd en wat werd er toen gezegd? Schrijf dat eens precies. Dan moet je ook vertel len hoe het gegaan is. „Zonnekin d” Dat is naar hoor. Ge lukkig dat het nu weer over is. Fijn, dat het nu zulk mooi weer is hj? „Viooltje”. Ja, dat kan je nu wel merken. Dat was jammer. Het is zoo leuk als je ze kunt voeren. De groeten van Bep. „Huismoedertje”. Dat wist vader goed hoor. Ja, dat zou heerlijk zijn. Vele groetjes terug „Madelief j e” Dat is fijn. Heeft het heerlijk gesmaakt? Met welk rare woord heb je je vergist? Dat Is een prettig werkje vind je niet? ,JB o e f j e”. Zal je in ieder briefje je leeftijd schrijven? ,,L i b e 1”. Dat is een heele tijd hoor. Ik zal het lootjesbusje goed schudden. „Krabbetje”. Dat is een mooie naam. Speel je veel met je zusje? Het scheelt maar twee letters hè? Vele groet jes terug. „Rekengr a a g”. Arme jij nog ziek? Gauw weer heelemaal beter worden hoor meisje. „Kwiksta artj e”. Dat is jammer, nu heb je de raadsels niet. Dat is een leuke naam. Zijn ze goed uitgevallen? Dat was gezellig. Als jullie weer gaan, dan een beetje meer drinken meenemen Want dorst is niets prettig. „Betty Boop”. Kent je zusje je al een beetje? Dat is fijn. Komen ze weer eens? ,Joe Brown”. Ik zal het doen. Ja, het papier mag aan twee kanten beschre ven worden voor een brief Maar voor een verhaaltje mag het niet. „R o tterdammertj e”. Hoe oud is ze nu? Dat is prettig zeg. Heb je veel pleizier gehad? „Konijnenfokkerij e”. Dat is veel. Fijn, dat vader ze niet verdrinkt, dat is zoo naar. Ja, daar heb je heel wat plaats voor noodig. „Klein Vissertje" Was het je te warm? Heb je de volgende keer veel nieuws? Vele groetjes terug. „Son j a Hen ie". Ben je fijn bruin ge worden? Is de foto goed géworden? Dat vonden jullie zeker wel erg prettig? „Jaap Bruinin g”. Schuilnaam ea leeftijd? Dat moet in ieder briefje staatk Zal je niet weer vergeten? „Blonde Mi entje”. Ik ben 10 Mei arig en Bep 27 Augustus. Zal je je leef» tijd niet meer vergeten? De hartelijke groeten van jullie aller TANTE ETTY» duinen. Men kwam er zoo goed als nooit: het was veel te ver. Maar de stad breidde zich uit als een olievlek. Telkens viel er weer een stukje bosch of een oude boerderij ten offer aan den huizen bouw, maar „Meer en Bosch” bleef be staan, ook al deelde het asfaltlint van de Laan van Meerdervoort het in tweeën. Wie uit den Haag komt vindt verreweg het mooiste deel aan zijn rechterhand. Dat is een eeuwenoud duinbosch, zeker zoo oud als Óckenburg, dat reeds in de dertiende eeuw bekend was. De mooie vijver in het centrum is een I- waardigheid, niet alleen vanwege de idyllische ligging tusschen de hooge, rui- schende boomen en de weelderig begroei de oevers, maar ook door de historie. Het plasje is namelijk het laatste over blijfsel van een groot meer, het Seg- broekmeer, dat zich eeuwen geleden tus schen den Haag en Loosduinen uitstrek te. Het meer verveende en het veen werd in cultuur gebracht, maar het plas je bleef behouden. Het meer had ook een afwatering, een beek. Dat is de oude beek die eenmaal den Hofvijver van wa ter voorzag en die nu als een onbenullig maar heel mooi watertje door de plant soenen van Sportlaan en Stadhouders- plein en verder door Zorgvliet stroomt. De beek en „Meer en Bosch” behooren dus volkomen bij elkaar. Zulks oude dulnbosschen zijn altijd de moeite waard, want hun oorspronkelijk karakter verloochent zich nimmer doch komt altijd weer tot uiting in de vele struiken, die er groeien. Heele woeste nijen vormen hier bramen, kamperfoelie en hop. Zij bieden een wijkplaats voor verschillende zangvogels. U ziet het: „Meer en Bosch” is een rijk Haagsch bezit. U kunt er terecht van half acht tot Zonsondergang. De boschwachter drukt het stempel in uw boekje. Veel genoegen! Doe mee aan den stempeltocht Men schrijft ons van de zijde van V.V.V.: Wat gaat u Zondag doen? Voor het raam zitten om te kijken of er soms iemand, voorbijgaat? Of met den buur man zorgelijk over de wereldgeschiede nis praten? Ik heb zelfs een man ge sproken die nu reeds vol rimpels zit in verband met de kolen voor aanstaanden winter Maar u Is zoo niet Het is zomer, u hebt uw lichte pak aan, u woont in de groenste stad van het land en vlak ach ter Uw borstbeen kriebelt een zekere dartele ondernemingsgeest diendeV.V.V. „’s-Gravenhage” handig weet op te van gen door u gelegenheid te bieden deel te nemen aan den Stempeltocht die (uhebt het natuurlijk al gelezen) de mogelijk heid schept alles wat den Haag aan na tuur- en cultuurschatten bezit op een goedkoope wijze te doorsnede of grooter zijn”. Het is inderdaad waar, dat eisch van een minimum, zijnde sprake is. Wie er op uit is zich angst vallig aan het minimum te houden en er met geen haarbreedte bovenuit te gaan, moet zich niet verwonderen als blijkt dat hij er precies met een halve haar breedte onder is gebleven. Houdt men krampachtig vast aan den 2 c.m.-eisch, dan zou men inderdaad kunnen twij felen of het hoofdhaar geheel, of ten deele, en voor welk deel dan wel, mag worden meegeteldof een onderkin ge rekend kan worden te behooren tot het hoofdof een sikje kan worden wegge dacht en een ringbaard moet worden meegerekend. Men kan met eenige fan tasie tientallen van dergelijke vragen construeerenzij zijn onderhoudend voor de lange winteravonden en de kinderen zijn er uren zoet mee. Houdt men echter rekening met de mo gelijkheid. dat deze en dergelijke pro blemen niet in de huiskamer maar voor den rechter moeten worden opgelost, dan zal men verstandig doen 'gebruik te maken van het maximum, dat in den foto-eisch is toegelaten. Waarom zou men het niet doen De foto mag 3J c.m. breed en 4J c.m. hoog zijn. Laat binnen deze afmetingen uw hoofd zoo groot mo gelijk op het plaatje zetten, dan heeft u zeker nooit last en de fotograaf rekent er geen cent meer voor. Vermijd het enge minimum. Wees niet te pietepeuterig. Neen\ het niet zoo nauw en laat u wat ruim nemen. Neem dus een ruim standpunt in, ook op uw foto. lende keizers gegeven en aan eiken visch bevond zich een gouden plaatje met den naam van den schenker. Vandaar, dat de Amerikaan met zijn vischrecht in drie jaren tijds een vermogen verdiende! Natuurlijk heb je wel eens den naam van de Kanarische eilanden gehoord. Als ik je vraag: waarom heeten die juist „Kanarische” eilanden, dan zeg je onmid dellijk: „natuurlijk omdat er zooveel kanarievogels zijn”. Mis! De vogels heeten kanaries, omdat ze van de Kanarische eilanden komen (dus juist omgekeerd). En de Kanarische eilanden hebben hun naam te danken aan het Latijnsche woord canis hond, omdat reeds in de oudheid een bijzonder groot hondenras op deze eilanden voor kwam, zoodat men de eilanden „honden- land” noemde.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 13