Haa^che Courant van Vrijdag 11 Juli 1941
DERDE BEAD, PAGINA I.
De economische rechter straft veel,
snel
streng
en
BINNENLAND
NEDERLANDSCH-INDIE
STADSNIEUWS
Cijfers
zijn werkzaamheid
over
DE RANTSOENEERING VAN
GAS EN ELECTRICITEIT
Een oude teelt in nieuwe banen
Niet zonder bon
Dr. ir. F. Bakker Schut directeur
Nog straffer maatregelen
te verwachten
Benoemingen inzake het
Nationale Plan
POLITIEDIENST VOOR SOCIALE
ZAKEN TE ’s-GRAVENHAGE
DUITSCHE GEVANGENEN UIT
NEDERLANDSCH-INDIE
MEN SLUITE ZIJN WONING
GOED AF!
8
uw distributiebescheiden
DIEF OP HEETERDAAD BETRAPT
Nogmaals een uiteenzetting van de
geldende t regelen
Toenemende belangstelling
voor de statistiek
Engelsche luchtaanvallen op
ons land
Onderhoud met dr. Ph. J. Idenburg
van
of onvol-
de
van cljfer-
Slecbts geringe schade
Ir. W. B. Kloos hoofd van de
planologische afdeeling
afhankelijk
aard,
voor
telling
gericht. Deze stichting heeft
beginne af steeds een ruim
drie
een
wor
den
op.
Dit zal
prijs
Bij
den
Plan
15
Gevestigd aan de Laan Copes
van Cattenburch 6
Tegen toonenden prijs kan hier te lande
weer tabak worden verbouwd teelt in °ns land is weggelegd. De eerste
Pas terdege op
Bij de politie worden in den laatsten
tijd tal van aan^ften gedaan van open
sluitingen. Voornamelijk is het de dieven
te doen om de distributiebescheiden.
Een ieder wordt aangeraden geen dis
tributiekaarten in vertrekken te laten
liggen, waarvan deuren en vensters, wel
ke van de straatzijde te bereiken zijn,
open staan. Verlaat men zijn woning,
doe dan de deur steeds op het nachtslot
Gisteren heeft men zich door openslui
ting toegang verschaft tot een perceel
aan de Allard Piersonlaan. Alle distri
butiekaarten werden meegenomen.
In den afgeloopen nacht vlogen weder
om eenige Britsche vliegtuigen boven ons
land en wierpen brisant- en brandbom
men, alsook brandplaatjes omlaag. De aan
gerichte schade was zeer gering. Kleine
bosch- en heidebranden werden snel ge-
bluscht. Wel was er hier en daar glas
schade. Dooden of gekwetsten zijn geluk
kig ditmaal niet te betreuren.
Het aantal gevallen, waarin de gewone
rechter in bedoelde arrondissementen
veroordeelde tot een geldboete van
100 of meer of tot vrijheidsstraf, be.
droeg 15 (2.3 van het totaal aan.
tal vonnissen). De economische rech.
ter sprak deze veroordeel ingen reeds
148 maal (28.5 pCt) uit Let men al.
leen op de vrijheidsstraffen, dan is de
verhouding nog opvallender, n.l. 7
(ruim 1 pCt) bij den gewonen rech.
ter en 93 (18 bij den economi.
schen rechter.
Hieruit blijkt wel duidelijk de tendens
tot strengere berechting. Deze tendenz is
des te merkwaardiger, gezien .den korten
tijd, dat de economische rechter nog maar
heeft kunnen werken. Men ziet dus, dat er
met dit nieuwe instituut niet te spotten
valt.
Hoe men ingrijpt
Er is echter nog een andere mogelijk
heid, n.l. de toepassing van administra
tieve maatregelen tegen bepaalde bedrij
ven. Een voorbeeld uit den laatsten tijd.
Een rubberfabriek, welke niet aan haar
verplichting tot levering had voldaan, zag
zich voor de volgende feiten geplaatst.
Het Rijksbureau besloot de verwerkings-
vergunning in te trekken, hetgeen tot
gevolg had, dat het bedrijf terstond stil
gelegd zou moeten worden. Aan het Rijks-
kolenbureau werd verzocht bij de toewij
zing van industriekolen hiermee rekening
te houden, terwijl aan de Arbeids-inspectie
medegedeeld werd, dat de stopzetting van
het bedrijf geen aanleiding kon zijn óm het
personeel te ontslaan. De directie der
fabriek, die wellicht aanvankelijk gedacht
had Wie doet ons wat, zal wel even ont
hutst zijn geweest van dit overheidsoptre
den en vooral van het complex van maat
regelen, welke de overheid ter beschikking
staan. Zij koos eieren voor haar geld, vol
deed alsnog aan haar verplichting en
kwam er op deze wijze met een minimale
schade af.
van diverse arrondissementsrechtbanken
in de periode loopende van den herfst
1939 tot aan 15 Mei 1941 (datum instel
ling van den economischen rechter) en in
de maand daarna. Als vergelijkingsmate
riaal zijn genomen 650 vonnissen uit de
eerste periode (Herfst 193915 Mei 1941)
en 520 vonnissen van den economischen
rechter) die ruiha een maand geleden zijn
werkzaamheden heeft aangevangen).
De strafbare feiten, terzake waarvan
een veroordeeling plaats had, ^ijn dezelfde
gebleven, n.l. de door en tegenover het
publiek begane overtredingen, dus hoofd
zakelijk het koopen en verkoopen zonder
bon van levensmiddelen en andere voor
dagelijksch gebruik noodzakelijke artike
len.
schreden hiertoe zijn reeds gezet. Er is
een tabaksplantersorganisatie dit voor
jaar opgericht en er is een commissie
tot stand gekomen, waarin voorlichting,
handelaars en verbouwers vereenigd zijn
en die goede plannen hebben. De mede
werking van de practici kan echter niet
gemist worden. Aan hen de daad, om te
laten zien, dat ze de beteekenis, van wat
voor hen gedaan wordt', ook beseffen.
Scherper strafmaatregelen
Dit moge anderen tot waarschuwing
strekken. Het overheidsoptreden zal in de
toekomst zeker nog forscher worden en in
eenige opzichten zullen de strafmaatrege
len binnenkort nog worden herzien doch
ook thans reeds beschikt de overheid over
een indrukwekkend apparaat voor con
trole en snelle afdoende berechting.
Een en ander is in overeenstemming met
de groote belangen, welke op het spel
staan en die van de autoriteiten de grootst
mogelijke mate van waakzaamheid vergen.
Steeds wanneer ondernemer of consu
ment zich het recht aanmatigt over de
ontoereikende voorraden naar goeddun
ken te beschikken of zich op andere wijze
aan de hem opgelegde beperkingen te
onttrekken, wordt de schaarschte voor
anderen vergroot.
tneenschap zou
toegebracht.
Vanwege de Nederlandsche Jeugdher-
bergcentrale is dezer dagen medegedeeld,
dat" gedurende de zomermaanden grootere
hoeveelheden voedsel voor de trekkers be
schikbaar zouden worden gesteld.
Het bericht in dezen vorm is volkomen
onjuist, aangezien daardoor ten onrechte
de verwachting wordt gewekt, -als zou
thans in de jeugdherbergen eten zonder
bon worden verstrekt.
Van bevoegde zijde deelt mem ons thans
mede, dat weliswaar het Centraal distri
butiekantoor aan de jeugdherbergen groo
tere voorschottoe wij zingen heeft ver
strekt, doch dit beteekent, dat aan het
einde van het seizoen, deze toewijzingen
met consumentenbonnen moeten worden,
afgelost.
Het blijft dus zoo, dat ook de trekkers
bij de jeugdherbergen hun bonnen moeten
afgeven. Hierin is in het geheel geen ver
andering gekomen.
werpselen van schapen of van varkens
te gebruiken. Doordat meestal in ’t voor
jaar bemest werd, had de in deze mest
voorkomende chloor geen gelegenheid uit
te spoelen, wat bijzonder slecht werkt
op den brand en den geur der tabak.
De brand was slecht en de tabak stonk.
Het is te begrijpen, dat het vraagstuk
der bemesting niet in een of twee jaren
is op te lossen. In elk geval is thans dit
bereikt, dat gebleken is, dat een doel
matige kunstmestbemesting, gepaard met
een lichte organische bemesting in den
vorm van soyameel, niet alleen veel
betere kwaliteit geeft, maar bovendien de
bemestingskosten sterk drukt.
Aan het derde deel is nog weinig door
de Ned. Heide-mij. gedaan kunnen wor
den, n.l. aan de betere sorteering en
fermenteering. Dit is te begrijpen. Het
zijn slechts kleine partijtjes tabak, welke
verhandeld worden. Wil men hier iets
bereiken, dan is het noodig, dat er komt
uniformiteit niet alleen in de verbouwde
tabakssoorten, maar ook in de sorteering
en fermenteering, gevolgd door een
coöperatieven verkoop, zoodat inderdaad
een belangrijk kwantum van een uni
formproduct aan de tabakfabrikanten kan
worden aangeboden. De belangstelling
er voor is bij dezen aanwezig,
meteen ook stimuleerend op den
werken.
De 34-jarige B., zonder beroep, werd
gisteren op heeterdaad betrapt bij het
stelen van een bedrag van 147 uit een
cabine» van het zeebad te Scheveningen.
Hij is aan de politie overgegeven en in
bewaring gesteld.
Terzake van rijwieldiefstal is door de
politie een 28-jarige kok gearresteerd.
De onsociale daad
In bepaalde gevallen springen de ge
volgen van deze onsociale handelwijze
duidelijk in het óog. Nu bijvoorbeeld de
onvoldoende rubbervoorraad genoopt
heeft de fabricage van rijwielbanden
stop te zetten, is voor de verdeeling van
de resteerende banden een strenge rege
ling afgekondigd. Iedere rijwielband, die
buiten de tlistributie om verhandeld
wordt, wordt rechtstreeks onttrokken aan
een gebruiker, die volgens objectieve
maatstaven bij die band meer belang
had gehad dan de clandestiene kooper.
De rijwielband, welke den een in staat
stelt voor 2ijn genoegen een fietstocht te
maken, dwingt een ander om dagelijks
10 kilometer of meer naar en van zijn
werk te loopen of belet een invalide zich
voort te bewegen. In andere gevallen
strekken de gevolgen van ontduiking
zich nog* aanzienlijk verder uit.
Tusschen de kleine overtredingen van
den consument en de groote van den
producent bestaat een onmiskenbaar
verband. Door de eerstgenoemde te be
strijden, bestrijdt men de laatstgenoemde
tevens. De overheid mag hier, in het be
lang van de geheele bevolking, geen toe
geeflijkheid kennen. Iedere Nederlander
moet weten, dat elk persoonlijk voordeel,
dat hij door overtreding van de distri-
butievoorschriften weet te behalen,
rechtstreeks ten koste gaat van zijn eigen
landgenooten. Wanneer hij desondanks
niet bereid is zich te schikken, kan hij
op lankmoedigheid geen aanspraak maken.
Niet het wenschelijke maar
het mogelijke.
Alle distributievoorschriften zijn uit
hgrde noodzaak geboren. Hier past-niet
de vraag, wat wenschelijk is, maar
slechts, wat mogelijk is. Wanneer de over
heid niet had ingegrepen en wanneer zij
niet tot scherpe maatregelen was over
gegaan, zou ons land zich thans bevin
den in een economischen chaos zonder
weerga. De distributievoorschriften komen
aan de geheele bevolking ten goede; zij
verzekeren het zuinigste gebruik van de
voorraden, die ons ter beschikking staan
en de eerlijkste verdeeling van de resul
taten. De beperkingen, die iedereen zich
moet getroosten, zijn geen gevolgen van
de distributie; het is omgekeerd de dis
tributie, die deze beperkingen draaglijk
maakt. Overtreding van de Distributie-
wet heeft niets heldhaftigs of verdienste,
lijks. Het heft de schaarschte niet op.
maar bewerkt slechts, dat de zuinigheid en
de billijkheid niet worden bereikt. Alleen
wanneer de onsociale elementen aan den
lijve ervaren, dat hun handelwijze niet
kan worden geduld, zal het mogelijk zijn
een toestand te bereiken, waarin de on.
vermijdelijke schaarschte voor allen tot
vergelijking van een aantal uitspraken een minimum wordt beperkt.
cijfers en verhoudingscijfers. Hiernaast
worden nog meer ingewikkelde statisti.
correlatie.
het
een
Om aan de
aanschouwelijke
Duitsche vrouwen en kinderen in Shanghai
aangekomen
SJANGHAI, 10 Juli. (D.N.B.) Na een
gedwongen verblijf van meer dan een
jaar, in Nederlandsch Indië zijn hier met
een Japansche vrachtboot 670 Duitsche
vrouwen en kinderen aangekomen. In Ne-
derlandsch-Indië waren zij geïnterneerd
en in krijgsgevangenkampen vastgehouden.
Volgens hun mededeelingen was hun be
handeling zeer slecht, daar niet slechts
de krijgsgevangen Duitsche mannen, majr
ook hun vrouwen en kinderen zich de be-
schaamendste vernederingen moesten la
ten welgevallen.
De economische rechter
Maatregelen, die een snelle rechtsple
ging verzekeren, zijn kort geleden reeds
tot stand gekomen. De berechting van
overtredingen van de distributievoor
schriften en van andere economische over
tredingen is in handen gelegd van den
economischen rechter. De snelheid en de
Paraatheid van de rechtspleging worden
hierdoor ten zeerste bevorderd.
Om dit te bewijzen diene de volgende
De hoofdcommissaris van politie te dezer
stede, maakt bekend, dat hij, daartoe ge
machtigd door den burgemeester, een poli
tiedienst voor Sociale Zaken heeft inge
steld. Deze nieuwe afdeeling zal mede aan
de hand van gegevens, die door de leiding
met behulp der politie-organen worden
verzameld, maatschappelijke toestanden
bestudeeren en vervolgens die maatrege-
len némen of voorstellen doen, die tot ver
beteringen der verhoudingen op sociaal
gebied zullen kunnen leiden. Zooals de
hoofdcommissaris in de rede door hem op
Donderdag; 13 Maart ’41 in den Dierentuin
alhier gehouden, mededeelde, is de politie
taak in wezen sociaal. De hoofdcommis*
saris spreekt nogmaals de stellige ver
wachting uit, dat de arbeid van den nieu
wen dienst ten bate van de volksgemeen
schap zal komen en op de medewerking
van alle weldenkenden zal mogen reke
nen. De P.S.Z. is voorloopig gevestigd^
Laan Copes van Cattenburch 6, alhier.
Men schrijft ons van officieele zijde:
„Het wordt wenschelijk geacht voor de
particuliere gas- en electriciteitsverbrui-
kers nog eens zoo kort en duidelijk mo
gelijk uiteen te zetten, welke regelen thans
zullen gelden ten aanzien van hun rant
soenen
Zooals bekend, is het jaar verdeeld in
zes distributie-perioden van elk twee maan
den. Met ingang van 1 Juli 1.1. dus voor
de nog overblijvende vierde, vijfde en zes
de periode, is thans bepaald, dat het rant
soen nog slechts 75 pCt. zal bedragen van
het vroeger vastgestelde. Ieder, zal dusx
door de op zijn rantsoeneeringskaart voor
komende hoeveelheden met één vierde
te verminderen, zelf kunnen berekenen
hoeveel hij zal mogen verbruiken. Echter
is tevens een bepaalde hoeveelheid vast
gesteld, waarbeneden het verbruik niet zal
behoeven te dalen (natuurlijk wel zal m o-
gen dalen). Deze hoeveelheid is voor het
gas onveranderd op 60 kub. m. per periode,
d.w.z. dus per twee maanden, bepaald, ter
wijl voor electriciteit het volgende geldt:
Voor hen, wien volgens de rantsoenee
ringskaart voor de eerste periode 55 kWh
was toegestaan, is voor de vierde periode
18 kWh., voor de vijfde periode 36 kWh. en
voor de zesde periode 52 kWh. beschik
baar. Voor hen, wien voor de eerste pe
riode 47 kWh was toegestaan, is voor de
vierde periode 24 kWh. voor de vijfde pe
riode 46 kWh. en voor de zesde periode 52
kWh. beschikbaar
De nieuwe regeling gaat officieel in op
1 Juli 1941. Voor eiken verbruiker bij wien
de meteropneming over de period? Mei-
Juni reeds vóór 1 Juli viel en dus de vol
gende periode Juli-Augustus nog eenige
Juni-dagen bevat, waarvoor het verlaagde
rantsoen nog niet geldt, behoeft dus voor
die dagen nog geen aftrek berekend te
worden. Valt de meteropneming over de
periode Mei-Juni eerst na 1 Juli, dan kan
het verlaagde rantsoen eerst ingaan na
de meteropneming.
Er wordt een dringend beroep ge
daan op het publiek, om zijn volle me
dewerking te verleenen tot het wel
slagen van de nieuwe regeling, daar
anders de kans groot is, dat nog in
grijpenden maatregelen moeten volgen.
Aangeraden wordt bij de meters een
kaart op te hangen, waarop wordt aan-
geteekend, de meterstand bij de laat
ste meteropneming in een distributie-
periode, zoomede de grootte van de in
de volgende periode maximaal te ver
bruiken hoeveelheid, zoodat men zich
steeds door een enkelen blik op den
meterstand van het oogenblik kan ver
gewissen van zijn verbruikspositie,
welke men dan voorts natuurlijk ge-
regelt dient na te gaan, teneinde te
kunnen beoordeelen, of men nog te
veel verbruikt.
Herinnerd wordt aan de bevoegdheid
der bedrijfsdirecties, om bij overschrij
ding van het Rantsoen een boete op te
leggen ten bedrage van 50 van de reke
ning. Bij herhaalde overschrijving zal af
sluiting moeten volgen.
De aandacht wordt er tenslotte nog
maals op gevestigd, dat verzoeken om ver-
ihoqging van rantsoen in het algemeen
zullen moeten worden afgewezen. Men be
denke voorts, dat het practisch ondoen
lijk is de vele honderden brieven inzake
rantsoeneering, welke bij de bedrijven
inkomen, dadelijk te beantwoorden.
Onttrekken aan verplichting
Het aantal voorschriften, dat in den
loop der laatste maanden op grond van
de Distributiewet is afgekondigd, is tot
een aanzienlijke hoogte gestegen. Op
velerlei wijze zijn voortbrenging, handel
en verbruik aan banden gelegd. Er be
staan echter tal van manieren, waarop
de betrokkenen zich aan hun verplich
tingen zouderi kunnen onttrekken.
In de eerste plaats kan een onderne-
mig nalaten zich te doen inschrijven.
Deze nalatigheid kan medebrengen, dat
de onderneming de onbelemmerde be
schikkingsmacht over haar voorraden
blijft uitoefenen, waardoor zij zich ge
heel buiten de distributieregeling stelt.
Een verdere inbreuk op de distributie
voorschriften doet zich voor, wanneer de
onderneming onnauwkeurige
ledige gegevens verschaft.
De onderneming kan ook uit een ten
deele geblokkeerden voorraad een groo
tere productie vervaardigen dan is toe
gestaan of zij kan haar grondstoffen ge
bruiken voor een productie, die verbo
den is. Zij kan haar producten verkoo
pen in grootere hoeveelheden dan is toe
gestaan of aan andere dan de uitsluitend
toegelaten afnemers.
Langs al deze wegen zouden groote
hoeveelheden kostbare grondstoffen eri
producten aan hun wettige bestemming
onttrokken kunnen worden en aan de
belangen van de Nederlandsche volk'ge-
groote schede worden
Het verwerken
hoeveelheden
De tellingen geschieden,
van den omvang en den aard, zqnder
hulpmiddelen, met eenvoudige telmachi
nes of met meer ingewikkelde machines
als de Hollerith. De resultaten der tel
lingen worden in overzichtelijke tabellen
bijeen gebracht. Doch hiermede is het
statistisch werk nog lang niet gereed.
Immers de mensch is nu eenmaal niet in
staat een veelheid van cijfers in zich op
te nemen. Het is de taak van de statis
tiek deze cijferveelheden tot enkele cij
fers terug te brengen, zgn. kengetallen te
berekenen. Van deze kengetallen zijn de
meest gebruikelijkegemiddelden, index-
sche berekeningen, zooals de
berekening uitgevoerd, waarvoor
centraal bureau voor de statistiek
wiskundige afdeeling heeft,
behoefte van een meer
voorstelling tegemoet te komen, wordt in
vele gevallen het cijfermateriaal in beeld
gebracht. Voor het vervaardigen van
lijngrafieken, kolommendiagrammen e.a.
bezit het Centraal bureau voor de sta
tistiek een teekenkamer. Tenslotte wordt
met behulp van het cijfermateriaal in ge
vallen, welke daarvoor in aanmerking
komen, een publicatie opgesteld. In het
centrum van deze publicatie staan de
tabellen en de eventueele kengetallen,
welke daaruit berekend worden.
Beeldstatistiek
Meer en meer blijkt, dat niet alleen de
overheid, de zakenman of de bedrijfs
leider, doch ook de groote massa gaarne
kennis wil nemen van statistische ge.
gevens. Gegevens, welke men onder de
aandacht van de massa wil brengen,
moeten echter in een aantrekkelijker en
sprekender vorm worden aangeboden. Ik
heb voor dit doel verleden jaar de Ne
derlandsche stichting voor statistiek op-
;-l'i ta--1-v£^n J
aantal
drachten ontvangen voor het maken van
zgn. beeldstatistieken volgens de isotype.
methode. Hierbij worden de cijferreeksen
voorgesteld naar gelang van de onder
werpen, waarop ze betrekking hebben,
door b,v. aantallen poppetjes,' geldzakken,
verschillende producten, enz. Deze beeld-
statistische voorstellingen zijn ten deele
voor tentoonstellingsdoeleinden bestemd
en dienen verder voor illustratie van
verschillende publicaties.
Tenslotte deelde dr. Idenburg nog
mede, dat de Nederlandsche stichting
voor statistiek ook nog in een andere
groote behoefte voorziet, zij organiseert
n.l. ieder jaar een schriftelijken cursus
„statistiek” om door het scholen van
statistici te helpen bevorderen, dat de
statistiek, welke voor onzen tijd van zoo
buitengewoon belang is, op deskundige
wijze wordt beoefend.
Proefnemingen
Daar dit zaken waren, die waarschijn
lijk binnen het bereik der omstandig
heden liggen, waaronder hier te lande
de tabak geteeld moet worden, werd be
sloten een proefveld aan te leggen om
hierover ingelicht te worden. Deze proe
ven stonden aanvankelijk' onder leiding
van ir. C. Staf, thans directeur der Ned.
Heide-mij. Om tot een goede soortenkeus
te geraken werd van alle deelen der
wereld, waar tabak verbouwd werd, zaad
betrokken, zoodat in het voorjaar van
1936 van een paar honderd soorten zaad
beschikbaar was. Na enkele jaren zijn
thans nog 5 rassen over, die inderdaad
een belangrijke ‘kwaliteitverbetering be-
teekenen. Opmerkelijk is, dat hierbij
slechts één inlandsche variëteit is, wel
een bewijs, dat er aan de soortenkeus
hier wat mankeerde. Tegelijk werden be-
mestingsproeven genomen. Men was hier
steeds gewoon geweest als mest de uit-
Omtrent de distributiemaatregelen en
haar invloed op en beteekenis voor han
del en nijverheid, zijn in de heden gehou
den persconferentie, uitvoerige mededee
lingen gedaan.
Reeds vóór het begin der vijandelijk
heden in September 1939 had de Neder
landsche regeering een aantal wettelijke
maatregelen genomen, die haar de be
voegdheid verschaften in het economische
leven in te grijpen, indien oorlog, oorlogs
gevaar of andere buitengewone omstan
digheden daartoe aanleiding zouden ge
ven.
De toestand van de bezetting en blok
kade, die in Mei 1940 intrad, maakte
het noodzakelijk, aanzienlijk dieper in te
grijpen dan voordien was geschied. Se
dert het oogenblik, waarop ons land op
overzeeschen aanvoer niet langer kon re
kenen, ^rad een geheel nieuwe situatie in.
Onder deze omstandigheden stond de
overheid voor de taak door vérstrekkende
maatregelen de economische belangen van
het Nederlandsche volk zoo goed mogelijk
te beschermen.
Tot de categorie van maatregelen, wel
ke voor de geheele bevolking van recht-
streeksch belang zijn, behoort in de eerste
plaats de distributie.
Nu zal men bij het begrip distributie in
de meeste gevallen denken aan gerantsoe
neerde levensmiddelen. Er bestaat echter
een groot aantal distributie-regelingen.
welke met de voedselvoorziening niets te
maken hebben. Het publiek moge, van dit
gedeelte der distributie-maatregelen als
regel minder gewaar worden dan van de
voorschriften, welke op het dagelijksch
nienu betrekking hebben ook deze re
gelingen zijn voor een goeden gang van
zaken van de grootste beteekenis.
De Distributiewet 1939 stelt de Overheid
in staat zoowel de productie als den han
del te regelen en aan gedetailleerde voor
schriften te binden. Deze voorschriften zijn
vele en velerlei en kunnen op een groot
aantal manieren in den gang van zaken
ingrijpen, o.a. dat productie en handel ge
organiseerd worden op een wijze, welke
met de bestaande schaarschte in overeen
stemming is. Van iedere grondstof en van
ieder product, waarvan de voorraad on
voldoende is, moet worden vastgesteld,
voor welke doeleinden zij het best kunnen
worden gereserveerd.
Het spreekt vanzelf, dat hierbij aller
eerst afstand moét worden gedaan van
alles, wat als luxe kan worden be
schouwd, teneinde daardoor zooveel mo
gelijk grond- en hulpstoffen te sparen
voor die behoeften, welke van wezenlijke
beteekenis'zijn. Dit vereischt een ingrij
pende omschakeling van de geheele pro
ductie, een omschakeling, welke slechts
door de Overheid tot stand kan worden
gebracht. De bepalingen van de Distri
butiewet Stellen de Overheid hiertoe in
staat.
De uitvoering der distributievoor-
sëhriften is opgedragen aan de Rijksbu-
reaux voor Handel en Nijverheid, waar
van er thans 20 werkzaam zijn.
De prijzen
Dat het inderdaad mogelijk is, hier te
lande tegen loonenden prijs tabak te
verbouwen, is reeds gebleken. Was de
prijs, welke in 1936 ’en 1937 bedongen
werd slechts 10 cents per J k.g., in 1939,
toen de tabak op de Amsterdamsche
markt vrij wel nog geen stijging onder
gaan had, was, dank zij betere soorten
keus en betere bemesting, de verkoop
prijs van de tabak van een proefveld
gemiddeld reeds 37 cents. Wanneer men
dan bedenkt, dat de productiekosten in
clusief het arbeidsloon pl.m. 20 cent per
J k.g. bedraagt, begrijpt men, dat bij een
opbrengst van 5000 halve k.g. per h.a.
de belangstelling niet alleen bij de ge-
zinsbedrijfjes, maar ook bij de grootere
tabakkers voor deze teelt weer zal
groeien. Algemeen heerscht dan ook bij
de oude tabakkers de verwachting, dat,
indien de tabak weer voor 30 cent per
J k.g. verkocht kan worden, de teelt
zeker haar ouden omvang zal herkrijgen.
En dat is tenslotte het doel van de Ned.
Heide-mij., maar daarvoor is noodig, dat
de tabakkers zich organiseeren, een uni
form product verbouwen en dit gezamen
lijk, centraal verwerken. Geschiedt dit,
dan is het onze stellige overtuiging, dat
er een goedetoekomst voor de tabaks-
Dat de belangstelling in dezen tijd,
nu we van het overzeesche. gedeelte van
ons Rijk zijn afgesloten, grooter is ge
worden voor eigen teelt is te begrijpen.
Toch is dit slecht^ gelegenheidsbelang-
stelling, uitgaande vaak van menschen,
die gelegenheidstelers willen worden, in
de hoop, dat zij door fancyprijzen een
.exhorbitant hooge winst kunnen be
halen, nu immers alles wat tabak heet
verkocht kan worden. Echter is daar
mede de tabaksteelt op zichzelf en de
bona fide tabakken niet gebaat. Een ver
slaggever van het A.N.P. heeft zich
daarom gewend tot de Nederlandsche
Heidemaatschappij, waarvan bekend is,
dat zij reeds langer belangstelling in
deze teelt getoond heeft, om van haar
enkele belangwekkende gegevens te ont
vangen. Deze werden ons zoo welwillend
verstrekt door den heer C. Smits, den direc
teur van den opleidingscursus der Ned.
Heide-mij., die de laatste paar jaar de
leiding van de proeven heeft, welke de
Ned. Heide-mij. neemt. Hij deelde ons
het volgende mede
Het was den vorigen voorzitter der
Ned. Heide-mij., wijlen dr. H. J. Lovink,
opgevallen, dat de tabak uit de land-
bouwstatistiek was weggevallen en in 1935
overwoog hij, of het van belang kon
zijn iets te doen om deze teelt weer
nieuw leven in te blazen en zoo ja, op
welke wijze dit kon gedaan worden. Bij
het onderzoek, dat hierop plaats vond,
en uit het rapport, dat aan de Ned.
Heide-mij. werd uitgebracht door ir. M.
B. Smitz, oud-landbouwconsulent in N.O.
Indië, die zoowel de Indische als de
Amerikaansfche en Italiaansche tabaks
teelt uit ervaring kende, bleek, dat de
tabak in ons land vooral verbouwd werd
door kleine grondgebruikers, menschen,
die 5, 10 a 12 h.a. land beteelden,' waar
van een deel met tabak. Deze meest
gezinsbedrijfjes, waar dus niet met be
taalde krachten gewerkt wordt leen
den zich bijzonder voor de tabaksteelt,
aangezien de tabak veel handenarbeid
vraagt. Deze menschen redeneeren zoo,
dat hun loon overeenkomt met de op
brengst van de tabak, verminderd met
de onkosten in geld. Dit geldt natuurlijk
niet alleen voor de tabak, doch voor elk
gewas, dat ze verbouwen. Zoó lang nu
dit „loon” der tabak gelijk of hooger
was dan dat van andere gewassen,
bleef de tabak in de vruChtwisseling op
genomen. Het is te begrijpen, dat zij, die
met betaalde krachten de tabak ver
bouwden, het eerst met de teelt ophiel
den. Tenslotte waren de prijzen zoo laag,
dat regelmatig met verlies, zelfs verlies
op het z.g.n. „loon” gewerkt werd.
De vraag Was, welke de oorzaken de
zer geringe ontvangsten waren. Uit hier
te lande gedane onderzoekingen, bezoe
ken aan verschillende tabakscentra in
Duitschland, waar o.m. het bekende
tabaksproefstation te Pforsheim werd
bezocht en uit de bestudeerde literatuur
bleek, dat het voornamelijk aan
hoofdzaken te wijten is, dat van
verloren cultuur gesproken moet
den. En wel ten ie aan minder goede soor
tenkeus, 2e aan een foutieve bemesting,
3e aan onvoldoende zorg bij de verwer
king der tabak, wat betreft sorteering en
fermentatie.
Bedrijfsleven en publiek
De beteekenis van de strafbare hande
lingen, die het publiek begaat, mogen
niet worden onderschat. Een ongeoor
loofde transactie, waarbij de consument
geen bonnen of een onvoldoend aantal
bonnen aan zijn leveranciers ter hand
stelt, is op zichzelf meestal van te ver-
Waarloozen beteekenis. Gegeven echter
het feit, dat breede lagen van verbrui
kers bereid zijn aan deze praktijken
mede te werken, is het totale quantum
goederen, dat op deze wijze aan de dis
tributie wordt onttrokken, van zeer aan
zienlijke beteekenis.
Een belangrijk deel van de overtre
dingen, die in het bedrijfsleven worden
begaan, spruit ook voort uit den wensch
van den producent om aan de vraag op
de zwarte markt te voldoen. Het kwaad
dat de consument sticht, woekert op deze
wijze door tot ver in de productie.
Uit dit alles volgt, dat de overheid de
beschikking moet hebben over vele mid
delen, welke haar in staat stellen, de
handhaving der distributie-voorschriften
te verzekeren, o.a. scherpe controle en
snelle, strenge berechting van overtre
dingen.
besluit van den president
rijksdienst voor het Nationale
is benoemd met ingang van
Juli tot directeur van het bureau
van dien dienst, dr. ir. F. Bakker Schut,
inspecteur voor de volkshuisvesting te
Haarlem en is benoemd met ingang van
1 September a.s. tot hoofd van de plano
logische afdeeling van dat bureau ir. W.
B. Kloos, ingenieur bij den gemeentelij
ken dienst der stadsontwikkeling en volks,
huisvesting te ’s-Gravenhage.
Het bureau van den dienst zal geves
tigd zijn aan het Lange Voorhout 19 te
’s-Gravenhage.
De heer Bakker Schut is in 1903 te Rot
terdam geboren en genoot zijn opleiding
aan een lyceum. Daarna studeerde hij te
Delft, waar hij 1 Juli 1927 het diploma van
civiel ingenieur verwierf. Op 23 Maart
1933 promoveerde hij tot doctor in de
technische wetenschappen op het proef
schrift getiteld: „Industrie en woning
bouw”. In 1927 werd dr. ir. Bakker Schut
technisch ambtenaar in tijdelijken dienst
bij den waterbouwkundigen dienst van
gemeentewerken te ’s-Gravenhage, welke
functie hij bekleedde tot 1 Mei 1928.
Tot 1- September 1929 was hij vervol
gens ingenieur bij de betonfabriek „De
Meteoor” te De Steeg; daarna tot 15 De
cember 1931 was hij ingenieur bij de N.V.
Philips te Eindhoven, waar hij belast was
met de afdeeling woningbouw en grond
exploitatie. Tevens was hij technisch ad
viseur van woningbouwvereenigingen. Van
1931 tot 1935 bekleedde hij de functie van
ingenieur bij den dienst van gemeentewer.
ken te Groningen. Bij K.B. van 16 Maart
1935 werd dr. ir. Bakker Schut benoemd
tot inspecteur der volksgezondheid te
Groningen. Daarna was hij in dezelfde
functie te Haarlem werkzaam.
Verschillende publicaties op het gebied
van den woning, en gtedebouw zagen van
zijn hand het licht.
Centrale organisatie noodzakelijk
Sinds het midden van de 17de eeuw is
in bepaalde deelen des lands de teelt
van een gewas bedreven, welke na het
midden van de vorige eeuw geleidelijk
in omvang is afgenomen, totdat na 1934
de oppervlakte zoo gering was, dat het
niet meer in de landbouwstatistieken
voorkomt. We bedoelen de teelt van de
tabak. Hoewel in de latere jaren u J T _TL L
vooral nadat de tabaksteelt in Indië, Het CtCIl UI G6 JCUgCulCrDCrgCIl
dankzij het werk der verschillende door
de cultuurmaatschappijen opgerichte
proefstations, tot het uiterste is geper-
fectionneerd het z.g.n. „Amersfoort-
sche” kruid geen of weinig genade in
den smaak der heeren rockers kon vin
den, toch heeft jarenlang de inlandsche
tabak een voorname plaats ingenomen
bij het hier te lande geconsumeerde geu
rige kruid.
De belangstelling voor de statistiek is
vooral in den laatsten tijd groot ge.
bleken. Men kan bijna geen dagblad of
vaktijdschrift opnemen of men vindt er
statistische gegevens' of beschouwingen
op grond van de uitkomsten van statisti
sche onderzoekingen in. Een redacteur
van het A.N.P. heeft den directeur van
het Centraal Bureau voor de Statistiek,
dr. Ph. J. Idenburg, bereid gevonden over
dit onderwerp het een en ander te ver.
tellen. De eerste vraag, welke dr. Iden
burg gesteld werd, was„Hoe verklaart
u de groote belangstelling, welke tegen
woordig voor de statistiek wordt ge
toond
Men meent veelal, antwoordde dr. Iden
burg, dat de bijzondere tijdsomstandig
heden uitsluitend of voor een groot deel
de oorzaak van de uitbreiding dier be
langstelling zijn, doch die meening is m.i.
niet juist. Ik zie hier een opbouw uit
twee elementen, n.l. in de eerste plaats
een regelmatig groeiende belangstelling
voor de statistiek en de methoden, welke
daarbij gebruikt worden en in de tweede
plaats een tijdelijk sterk toegenomen be
langstelling, welke voortvloeit uit de bij
zondere tijdsomstandigheden.
Dat de mensch de statistische bestu-
deeringswijze ontwikkelde en toepaste,
was het gevolg van velerlei omstandig
heden. Op hef oogenblik is het wel zoo,
dat de overheid, het bedrijfsleven en de
wetenschap zonder de statistiek hun taak
niet meer naar behooren zouden kunnen
vervullen. Overal waar massaverschijn
selen optreden is waarneming en statis
tische bestudeering o.a. noodig. Ik zeg
„onder andere”, want ik wil vooral niet
den indruk vestigen, dat er naast de sta
tistiek nog niet veel meer noodig is om
de specifieke problemen der verschillen,
de wetenschappen en den ingewikkelden
samenhang in het moderne grootbedrijf
tot klaarheid te brengen. Ook van de
werkzaamheden van de overheid vormt
de statistische slechts een klein, zij het
belangrijk deel.
Hiernaast echter is het thans hoogcon
junctuur voor de statistiek. In tijden, dat
veel verandert, is objectieve waarneming
van de werkelijkheid noodig. Slinkende
voorraden maken telling en statistische
studie van de nog beschikbare grond
stoffen noodzakelijk. De overheid heeft
voortdurend recente kwantitatieve ge
gevens. op velerlei gebied noodig. Slechts
op grond hiervan is het mogelijk maat
regelen te nemen om een zoo hoog mo
gelijk sociaal.economisch rendement van
het beschikbare te verkrijgen. Laat ik de
hoop uitspreken, dat aan de groote moei
lijkheden, welke onze samenleving op
het oogenblik ondervindt, spoedig een
einde komt. De statistische werkzaamheid
van de overheid zal dan wellicht op som
mige gebieden iets kunnen verminderen.
In het verleden is echter gebleken, dat
het noodig is aan onze volkshuishouding
een meer gebonden karakter te geven en
dat brengt met zich mede, dat rqen in de
toekomst meer dan vroeger het geval
was over kwantitatieve gegevens moet
blijven beschikken teneinde de maat
regelen te kunnen nemen, welke voor een
dergelijke geleide volkshuishouding noo
dig zijn. Ik ben er dan ook van over
tuigd, dat de statistiek, ook als wij weer
in rustiger tijden zijn aangeland, een
bijzonder belangrijke plaats zal blijven
innemen.
Een volgende vraag gold den aard van
het statistische werk, dat wordt verricht
aan het centraal bureau, waar honderden
ambtenaren hun dagtaak daarmede vul
len, die heel wat meer omvat dan
tellen en rekenen en het maken van ta
bellen, zooals de niet-ingewijden meestal
meenen. Dr. Idenburg gaf hiervan de
volgende uiteenzettingIk zou er dan
eerst de aandacht op willen vestigen,
dat, voordat het centraal bureau voor de
statistiek er toe over gaat een bepaalde
statistiek te maken, men ervan overtuigd
moet zijn, dat daaraan inderdaad behoefte
is. Die behoefte kan gevoeld worden
door de overheid, door het bedrijfsleven
of door de wetenschap. Er is een centrale
commissie voor de statistiek, waarin een
aantal deskundigen op velerlei gebied
zitting heeft, die onderzoekt of er inder
daad een wezenlijke behoefte voor het
maken van een nieuwe statistiek bestaat.
Is dit inderdaad zoo, dan krijgt het cen
traal bureau voor de statistiek toestem
ming om met zijn statistische werkzaam
heden te beginnen. Het eerste werk is
dan het samenstellen van de vraagformu-
lieren. Het is van groot belang, dat deze
op deskundige wijze worden ingericht.
Teneinde dit te bereiken, wordt zooveel
mogelijk overleg gepleegd met hen, die
deskundig zijn op het terrein van on
derzoek. Ofschoon het centraal bureau
voor de statistiek onder zijn ambtenaren
ingenieurs, accountants, wiskundigen,
meesters in de rechten, economen en an
dere academici telt, heb ik als vasten
stelregel aanbevolen, dat steeds contact
gehouden moet worden met deskundigen
buiten het bureau op het desbetreffende
terrein.
Het verzamelen van gegevens kan uit
sluitend ten behoeve van de statistiek
geschieden, b.v. een verkeerstelling, en
het kan ook zoo zijn, dat de waarne
mingen reeds voor andere doeleinden ge
schieden, b.v. de registratie van den in-,
uit- en doorvoer. Worden de vraagformu-
lieren uitgezonden, dan doet zich de
vraag vooraan wie Voor het ver.
krijgen van goed adressénmateriaal wordt
overleg gepleegd met vele instanties,
werkgeversvereenigingen, enz. Komen nu
de ingevulde vraagformulieren binnen,
dan moeten zij, alvorens de kwantitatieve
gegevens geteld kunnen worden, een
aantal bewerkingen ondergaan. De voor
naamste hiervan is wel de controle. Zijn
de vraagformulieren zoover als mogelijk
van hun fouten ontdaan, dan worden zij
voor de telling gereedgemaakt. Hiervoor
is het dikwijls noodig, dat zij op bepaal
de wijze gesorteerd worden, hetgeen
soms met behulp van de sortergraph ge
schiedt, terwijl bovendien in bepaalde
gevallen codes voor mechanische telling
op de Vraagformulieren worden aange
bracht. De tellingen, welke het Centraal
bureau voor de statistiek verricht, zijn
van zeer verschillenden omvang. Er zijn
n.l. tellingen van 25 formulieren en er
komen er van honderdduizenden
bij de volkstelling betreft
zelfs millioenen formulieren.