HAAGSCHE COURANT VACANTIE I De beteekenis van het Nationale Plan BINNENLAND Zaterdag 12 Juli 1941. IN EN OM DEN HAAG i - Ss®. DERDE BLAD ingeleverde voor Alle artikelen moeten duidelijk zyn geprijsd! De heer Feltmeyer spreekt de laatste groep toe Onderhoud met den directeur, dr. ir. F. Bakker Schut Veroordeelingen wegens overtredingen Commandant van de S.S. Standarte Westland gesneuveld Het zomerkamp voor journalisten Vergoeding metalen voorwerpen Tl VACANTIEREGELING VOOR WERK* Eö VI.HDEM O.N.S» LAND C£wOONWE<; EEMiq. OOM KOOS. ••ening te kennen, dat politieke No. 17925 DE OMZETBELASTING OP TABAKS’ FABRIKATEN WEDEROPBOUWWERK VOOR ALLE NEDERLANDSCHE ARCHITECTEN ELKE ZOMER STAPTEN DE \/ANÏ>ERCKELAERS IN HUN CABRIOLET DE LUXE -[lOLd-l? AF IN EEN "RiviERA-PALACE AAN DE CÖTE.H'AZUR DE VISSCHERIJ TE IJMUIDEN Deze week werd nog een zestal trawlers te IJmuiden klaar gemaakt om aan de visscherij deel te nemen. Importeur, die geen korting meer gaf, tot 2500 boete ver oordeeld. Een importeur te Delft was bij zijn strijd om de markt vóór Mei 1940 genood zaakt geweest aan zijn afnemers aanzien lijke kortingen te geven, waardoor deze groote winsten op zijn artikel maakten. Bij het wegvallen van een groot deel van de concurrentie was dit echter niet meer noodig. De importeur ging er daarom in het begin van dit jaar toe over, de ver leende rabatten tot een matiger percen tage terug te brengen. Daar dit echter voor zijn afnemers neerkwam op een ver- hooging van den prijs, kwam hij in con flict met de Prijsvoorschriften. Deze ver oorloofden den importeur niet, zonder toe stemming van de betrokken officieele in stantie, af te wijken van kortingen, welke in de periode 9 April—9 Mei 1940 werden gegeven. Ook niet al vloeide er geen ver- hooging van den prijs voor den uiteinde- lijken consument uit voort. Wegens over treding van de Prijzenbeschikking 1940 no. 1 werd V. door den inspecteur voor de prijsbeheersching te ’s-Gravenhage ver oordeeld tot een boete van ƒ2500. Boven dien werd openbaarmaking van het von nis gelast. De beteekenis van den Rijksdienst De Rijksdienst treedt dan op als afwe ger van de in het spel zijnde belangen, die mogelijk met elkaar in botsing zouden komen. Daarom is het van het allerhoog ste belang voor het goed functioneeren van den Rijksdienst, het onbevooroor deeld openstaan voor een ieders meening en het toepassen van hoor en wederhoor. De Rijksdienst en dat is eveneens een eerste vereischte, moet tijdig op de hoog te worden gesteld van alle projecten, wel ke in dit verband van belang zijn. In hoe vroeger stadium dit op de hoogte stellen geschiedt, des te minder kans bestaat er op botsingen eh des te vruchtbaarder is het overleg. Als de doelmatigheid van een plan eenmaal vaststaat, dan behoort dit niet, zooals dit nu wel eens gebeurt, af ie stuiten op moeilijkheden bij de verdee- ling van de daaruit voortvloeiende lasten. Ondanks herhaalde waarschuwingen bij het in werking treden van het Prijsaan- duidingsbesluit 1940 en bij de aankondi ging van de verscherpte controle op de naleving hiervan, blijken vele winkeliers toch nog te hebben nagelaten hun waren duidelijk zichtbaar te prijzen. Door de inspecteurs voor de Prijsbeheersching zijn dan ook in de laatste dagen verschillende boeten opgelegd wegens overtreding van dit besluit. Eenige veroordeelingen volgen hier: H. van O., melkbezorger te den 1 Haag, had geen prijslijst op zijn wagen, Ingewikkelde problemen Ons land behoort tot de dichtst be volkte landen van Europa en dit betee- kent. dat de problemen, welke zich op ons betrekkelijk kleine territoir voordoen zeer ingewikkeld zijn, dat de conflicten, die om oplossing vragen, zich veelvuldiger voordoen en van ernstiger aard zijn dan in de meeste andere landen en dat ge maakte fouten hier bedenkelijker gevol gen zullen hebben. Bovendien bevindt Nederland zich in een phase van ontwik keling. waarbij de procentueele toeneming der bevolking grooter is dan die in de andere Westeuropeesche landen. Indien er dus één land is, waar de behoefte be staat aan een van overheidswege geleide poging om te komen tot een rationeele verdeeling van woon- en werkgelegenheid, tot een in alle opzichten economisch ver antwoord stelsel van spoor-, land- en wa terwegen, tot een zorgvuldig bewaren van recreatiegebieden en natuurschoon, dan is het wel Nederland. Een nationaal plan is in ons kleine, maar dicht bevolkte land onontbeerlijk en er zijn tal van problemen, die alleen in nationaal verband tot een behoorlijke oplossing kunnen worden ge bracht. Dit Nationale Plan, dat reeds sedert vijf jaar werd bepleit, zal leiden tot een versterking van de nationale ge dachte De Rijksdienst voor het Nationale Plan, aldus de heer Bakker Schut, heeft, zooals bekend, ten doel de ruimtelijke or dening der nationale belangen, het toe zicht op de ruimtelijke ordening van. de streekbelangen en gemeentelijke belangen en het onderzoek, dat als basis voor deze ordening zal dienen. De woorden ruimte lijke ordening moeten worden begrepen als het vastleggen en effectueeren van de bestemming en het gebruik van gronden en van hetgeen zich daarop en daarin be vindt. Het Nationale Plan moet worden gezien als ,,de neerslag op papier” van dé ruimtelijke ordening der nationale be langen, als de steeds opnieuw door aanpassing aan de gewijzigde omstandig heden te herziene momentopname van deze ordening. Ir. Bakker Schut wees er met nadruk op, dat het niet zoo is, dat het bureau van den Rijksdienst zelf aan het planmaken slaat. Het Nationale Plan moet het resultaat zijn van een innige en vruchtbare samenwerking van de vak kringen met den Rijksdienst. de uitwerking van een reeds jaren be staand plan, waarvan een ieder, die op dit gebied au courant was, de wensche- lijkheid inzag. Als onderdeel van den Rijksdienst wor den ingesteld een raad van bijstand, een» vaste commissie, en andere commissies, welke naar behoefte worden gevormd en in de vierde plaats een bureau. In de praktijk zal het wellicht zóó zijn, dat de raad van bijstand, een groot lichaam, in een aantal kleinere commissieën wordt onderverdeeld, bijv, voor de wegen, voor de industrie, voor den agrarischen kant, voor de cultuurtechnische belangen, voor het natuurschoon, enz. Bureau wordt hier ter stede gevestigd Het bureau wordt onderverdeeld in drie afdeelingen en wordt gehuisvest te den Haag. In de eerste plaats de planologische afdeeling met als leider een planoloog, ten tweede een afdeeling voor sociaal-eco- nomisch en economisch-geografisch onder zoek, wederom onder leiding van een deskundige, ten derde het secretariaat, dat den inwendigen dienst en juridische kwesties zal behandelen. Wat het werk zelf betreft', zullen de vaste commissie en het bureau zich bezighouden met ten eer ste het maken van een Nationaal Plan, het toezicht op streek- en uitbreidings plannen. Hierbij zij opgemerkt, dat aan de provinciale besturen grootcre bevoegd heden worden ingeruimd bij de totstand brenging van streekplannen, welke be voegdheden in een uitvoeringsbesluit ra der zullen worden geregeld en ten slotte zal het bureau in samenwerking» met de verschillende genoemde instanties, het onderzoek verrichten als basis voor de ruimtelijke ordening. Bij dat onder zoek zullen de universiteiten een belang rijke rol spelen. Het is niet slechts de be doeling sociaal-economen en economische geografen in te schakelen, maar ook zoo veel mogelijk andere studierichtingen, waarbij ook moet worden gedacht aan der. hoogescholen te Delft en Wageningenn waar vele onderdeelen zooals stedebouw^ landmeetkunde, wegenbouw, geologie,, landbouw, landschapsarchitectuur voor het nationale plan van het hoogste be lang zijn. Een speciale opleiding tot ste- debouwkundige is er in ons land eigen lijk niet. Er zijn hier een aantal vaste bureaux met uitstekende vakkundigen op dit gebied, maar het aantal jongeren, dat zich speciaal toelegt op stedebouwkun- dige, indien men dit wo.ord neemt in den ruimeren zin van ruimtelijke ordening, is betrekkelijk zeer gering. Zooals wij zien, blijft dus de decen tralisatie bij het voorvoeren van de stede- bouwkundige maatregelen bestaan en dat is bij deze materie ook noodig voor een snelle en goede uitvoering van de plan nen. De vaststelling van het Nationale Plan zal men niet binnen zeer korten tijd mogen verwachten. Er is veel voorberei dend werk te verrichten, de inschake ling van dit Nationale Plan voor het ge bruik van den bodem, moge er toe M- den, dat ons zoo dicht bevolkte land In toekomst het meest mogelijke nut «M trekken voor de vier doeleindenhet werk, het wonen, de ontspanning en het verkeer. Door den gemachtigde voor de Maat schappij tot bevordering der Bouwkunst B.N.A., arch. B. Boezeman, zijn dezer da gen aan alle architecten in Nederland, ook aan niet-leden van den B.N.A., for mulieren ter invulling toegezonden, een en ander strekkende tot verkrijging van een juist overzicht terzake van den we deropbouw en het architectenwerk in het algemeen. Het is het ernstig streven van den gemachtigde, een einde te maken aan den ongewenschten toestand, dat slechts een beperkte groep bevoorrechten in aan merking zou kunnen komen voor op drachten bij den wederopbouw. Alle volk- sche krachten dienen hierbij te worden ingeschakeld. Architecten, die bedoeld formulier niet hebben ontvangen, gelieven hun adres omgaand kenbaar te maken aan het se cretariaat van den B.N.A-, Wetering schans 102, Amsterdam. Welke werken zullen worden opgenomen Het is moeilijk te zeggen, welke wer ken in het Nationale Plan zullen worden opgenomen. Ir. Bakker Schut noemde als probleem op cultuur-technische werken, zooals verbetering van de afwatering, in poldering, landaaanwinning, e.d., herbe- bossching^ industrialisatie, geologisch on derzoek. zeehavenontwikkeling, bevol kingspolitiek, drinkwatervoorziening, be houd van natuurruimte, wegenplannen, spoor- en tramwegplannen, kanalenplan nen, luchthavens, gemeente- en water schap sgrenzen, enz. De Rijksdienst zal natuurlijk gaarne gebruik maken van de schat van gegevens, zooals die door de groote gemeenten, bijv. Amsterdam, waar alles in de puntjes is geregeld, zijn verza meld. In dit verband noemde ir Bakker Schut ook den Haag en Rotterdam, op initiatief van welke steden reeds een tijd geleden begonnen is met een streekplan voor het Westland. Ook de verscnillende streekplancommissies, die in vrijwel alle gewesten van ons land te vinden zijn, hebben reeds vele kostbare gegevens. Verder zal er natuurlijk nauw samenge werkt worden met de universiteiten en hoogescholen, het Centraal Bureau voor de Statistiek en de verschillende econo- misch-technologische instituten. Zoo zien we dus, dat we de medewerking noodig hebben van alles en iedereen Het gaat hier om een zuiver Nederlandsche zaak, waarvan hij melk en pap verkocht. Ook waren de prijzen op geen andere wijze aangegeven. Hij kreeg een boete van 30. E. G.. winkelier te Zwolle, had in zijn winkel dameskleeding voor verkoop voor handen, welke niet geprijsd was. Hij werd veroordeeld tot 100 boete, v. d. Z., krui denier te Woerden, had in zijn étalage on geprijsde pakken havermout, melkpoeder en puddingpoeder: ƒ30 boete. P. S., groen tehandelaar te Dordrecht had zijn tomaten en busjes soepgroenten niet geprijsd, wat hem op ƒ40 boete kwam te staan. De marktkoopman S. te Hengelo had op zijn marktkraam den prijs van verschillende lappen stof aangeduid met een kaart van 5 tot 60 cent. Dit was natuurlijk onvoldoende en hij kreeg een boete van ƒ30. J. K., vischhandelaar uit Deventer .verkocht zoetwater- en zeevisch van zijn bakfiets, waarop geen prijslijst aanwezig was. Hij werd met 25 beboet. De Haagsche brood bezorger M. G. had evenmin op of in zijn bakkerswagen de vereischte prijslijst. In dit geval opgelegde boete bedroeg ƒ30. A. Z. te Rotterdam, drankslijter, stalde jenever, bols en cognac in zijn étalage uit, maar had de prijskaartjes vergeten, wat hem een boete van ƒ25 bezorgde.’ Eert schoenmaker te Woerden, H. van M., had de schoenen, die hij in zijn winkel ver koopt, niet geprijsd. Dit kost hem ƒ40. In Terneuzen had de winkelier J. D. onge prijsde flesschen uitjes en augurken, pot- je^ mosterd en zoutevisch in de étalage staan. Ook hij was in overtreding en kreeg ƒ40 boete. S. W., koopman te Deventer, had in de uitstalkasten van zijn kleding magazijn drie damesjaponnen en een man tel slechts van een klein prijsje aan de achterzijde voorzien. Hij meende, dat het Prijsaanduidingsbesluit niet geldt voor dure modelkleeding. Werd echter tot 100 boete veroordeeld. De wnd. secretaris-generaal van het departement van Financiën heeft bepaald, dat bij deze aan winkeliers van tabaksfa brikaten uitstel van inlevering van het aangifteformulier voor de omzetbelasting over de maanden Mei en Juni 1941 wordt verleend. Betaling van de over die maan den verschuldigde belasting kan mitsdien vooralsnog achterwege blijven. Valkenburg wordt Valkenburg-Houthem In de Nederlandsche Staatscourant is opgenomen een beschikking van den secretaris-generaal van het departement van Binnenlandsche Zaken, waarbij de naam der gemeente Valkenburg wordt NEMERS IN DE WASCHINDUSTRIE In de Nederlandsche Staatscourant van gisteren is opgenomen een beschikking zvan het college van rijksbemiddelaars, be treffende regeling van vacantiedagen voor werknemers in de waschindustrie. Deze regeling geldt voor de stoomwasscherij (z.g. wit-wasscherij), Wasch- en strijk- inrichtingen en waschverzendingen. De arbeiders, die op 1 Juli 1941 gedurende tenminste drie maanden in dienst bij een dezer ondernemingen zijn, hebben recht op een halve dag vacantie voor elke maand dienst, met behoud van loon. Voor hen, die tenminste een jaar in dienst zijn, bedraagt deze vacantie der halve zes dagen. Hiervan moeten tenmin ste drie dagen aaneengesloten worden ge geven tusschen 1 Juli en 1 September 1941 op door den werkgever te bepalen dagen. In bijzondere gevallen, waarin de tech nische outillage van het bedrijf zulks noodzakelijk maakt, kan het college van rijksbemiddelaars geheel of gedeeltelijk ontheffing verleenen van de bepalingen van deze beschikking. Deze regeling is door het college van rijksbemiddelaars aldus vastgesteld op voorstel van de fede ratie voor de waschindustrie. De vacantie- regeling maakt deel uit van de collectieve arbeidsovereenkomst, waarover onderhan- delingen worden gevoerd tusschen het be stuur van de federatie en de samenwer kende organisaties van fabrieksarbeiders. Aangezien deze onderhandelingen nog niet zoover gevorderd zijn, dat een spoe- dige totstandkoming te verwachten is, achtte het federatiebestuur in overleg met de arbeidersorganisatie invoering van een vacantieregeling gewenscht, opdat de ar beiders hiervan reeds thans kunnen profi- teeren. De commandant van de S.S. Standarte Westland SS-Standartenführer Hilmar Wackerle, is, na een zegevierend gevecht van zijn regiment op 2 Juli 1941 in den strijd rondom Lemberg gesneuveld. SS- Standartenführer Wackerle is door zijn heldhaftig optreden tot een symbool en voorbeeld voor dit jonge, dappere, door hem gevoerde regiment der Waffen SS ge worden. menten de zaak in het algemeen vertroe belen. De houding van de menschheid is zoo, dat men innerlijk de politieke argu menten als wapens in de hand heeft ge kregen en als het ware weet welk re gister men moet uittrekken om den an der te kunnen weerleggen. Ons gezamen lijk lot en onze gezamenlijke toekomst moeten wij beleven in het kader van ons eigen volk. Ik wil er echter op wijzen, dat er een grootere saamhoorigheid in de wereld wordende is, als gevolg van een groeiproces, dat aan den gang is. Dat is de groot-Germaansche gemeen, schapsgedachte. Wij denken niet in schema’s en formules, grooter eenheid in de menschenwereld bestaat niet doordat men zegter moet grooter eenheid zijn, doch grooter eenheid wordt oiMgs den druk van gemeenschappelijk jjeVMT ge boren, op een natuurlijke Wsis. Toen vroeger de Nederlandsche gewesten tot grooter eenheid kwamen kon dit, omdat men bij alle verschillen iets gemeen schappelijks vond, n.l. het opstaan tegen het gemeenschappelijk gevaar toen Spanje onze gemeenschap bedreigde. Zoo is het ook vandaag den dag. Geen eenheid als een fictie van eenheid, zoo als een internationaal proletariaat, maar wel een eenheid op basis der lotsver. bondenheid van menschen, die hun cul tuur hebben hoog te houden en te ver dedigen tegen krachten als het bolsje wisme en het internationale kapitalisme. Een dergelijke lotsverbondenheid kan slechts bestaan bij menschen van het zelfde ras en van denzelfden aard. En wanneer het nu gaat tegen de Sovjet unie, dan is dit niet slechts te beschou wen als een toevallige episode, maar men bedenke, dat reeds in 1788 duizenden Nederlanders de Oekraïne zijn binnenge trokken, die daar welvarende dorpen stichtten, waarvan de molens en de gol vende korenvelden nog de getuigen zijn. Dit was het werk van Nederlandsche voortrekkers. Er bestond een ruimte van de Noordzee tot de Oeral, waar Ger- maansche menschen bij geboorterecht de leiding hadden, omdat leiding slechts kan uitgaan van menschen van dit ras. Men bedenke ook, welke mogelijkheden er zijn in deze ruimteconceptie. Westelijk van den Oeral zijn er aan grondstoffen acht milliard ton aardolie niet geëxploi teerd, terwijl in de Vereenigde Staten slechts drie milliard ton geweest zijn en deze zullen binnen 25 jaar zijn opgebruikt. De onontgonnen ijzer, en andere ertsen, grondstoffen enz. in aanmerking nemen de, valt het mij op, dat velen niets be ters weten te doen dan zich te verliezen in onvruchtbare discussies. Het is heer lijk in dezen tijd te leven, nu een ge. schiedenis voor eeuwen wordt gevormd, zoo besloot de heer Feltmeyer. Degene, die hieruit de consequentie weet te trekken, die geloof in de toekomst heeft en met den tijd wil meemarcheeren, is voorbestemd om zoo mogelijk zich te scharen in de rijen van de S.S., waarin deze ideeën waarde en vorm hebben ge vonden. Dan hebben zij begrepen, welke hun houding in dezen tijd moet zijn. De algemeene organisatieleider van de zomerkampen voor journalisten, de heer A. Meyer Schwencke, heeft ook deze groep der kampeerende vulpenridders aan tafel in de groote zaal van het oude ridderslot toegesproken. Des avonds trad het bekende Veluw- sche boerenzangerpaar van Riemsdijk weer op. Men bleef nog lang gezellig tezamen, onder gemeenschappelijk gezang en vlotte improvisaties der deelnemers. Vandaag zal de Cannenburgh nog een maal al zijn journalisten.gasten terug zien, ter gelegenheid van de reunie. Ik heb weer wat geleerd of beter ge zegd onze familie heeft weer wat geleerd en wel op het gebied van den akkerbouw. Telkenmale als we namelijk ons bouwland in oogenschouw gingen nemen, werden we getroffen door de hoogte, welke onze aardappelplanten reeds hadden bereikt en daar waren we niet weinig trots op als we eens vergeleken met buren. Helaas kwam een deskundige op zekeren dag roet in het eten strooien door onze illusie weg te nemen en als zijn meening te geven, dat onze aardappels te veel waren uitgegroeid. Of te veel kunstmest of te veel schaduw waren er de oorzaak van. Ze stonden niet best, oordeelde de deskundige en daarmee had onze trots een gevoeligen tik gekre gen Een mensch is nooit te oud om te leeren en deze wijze les moesten wij ook weer eens incasseeren. De landbouw is zoo gemakkelijk niet. Wij wachten nu ver der de resultaten maar gelaten af. Wies was bovendien nog onder den in druk van iets anders, n.l. de bezuiniging - van gas en électriciteit, welke wij moeten gaan toepassen. Vooral over het eerste zat zij in den knel, doch daar zij begreep, dat ieder zich moet schikken en dat nauw gezette opvolging van de goede wenken, de uitvoering wel zal vergemakkelijken, verzoende zij zich er spoedig mee. De hooikisten en de thermosflesschen, of schoon stammend uit verschillende eeuwen, doen weer opgeld. Toch had Wies, al kwam deze niet uit eigen brein, nog een practische opmerking, n.l. over de ongeregelde etenstijden in de verschillende huishoudens. Niet alle leden van een gezin kunnen door hun werkzaamheden op een zelfden tijd eten en toch zou dat voor de gasbesparing van groote waarde zijn. Zij deed daarom het plan aan de hand van zooveel mogelijk de werktijden zoo te doen plaats vinden, dat in de huisgezin nen ook zooveel mogelijk op denzelfden tijd door alle leden gegeten kon worden, Hoewel natuurlijk de practische uitvoer baarheid op het eerste gezicht wat moei lijk schijnt, zou toch met een dosis goeden wil veel bereikt kunnen worden. Het is om die redep, dat ik dit te berde breng en het als een bescheiden aanhangsel van de goede wenken aanbeveel. In die goede wenken trok wij natuurlijk ook de raad om veel te gaan zwemmen en baden. Nu het mooie weer zoo constant blijft en het aantal baders met den dag toeneemt, lijkt het er op of althans deze wenk ter harte is genomen. Bij het nade ren van de groote vacantie is dat geen slecht teeken voor de jeugd, mits de voor zichtigheid maar in acht genomen wordt. De kennissen van Jodocus zijn maar weer blij, dat de vacantie met daaraan vastgekoppeld den overgang op de scho len nu werkelijkheid is geworden. Dan weten ze tenminste waar ze aan toe zijn met hun kinderen. Behalve de vele geluk, kigen, die overgegaan zijn, hebben velen echter ook niet de vereischte papieren ge. kregen en hoewel dit vaak aan eigen schuld is te wijten, zoo wil ik toch een pleidooi houden voor die kinderen, die bleven zitten. Zij hebben uiteraard geen prettige vacantie en het is daarmee, dat ik medelijden heb. Hoe ouder men wordt, hoe milder men vaak gestemd wordt. Intusschen geniet ik én van het mooie weer én van de schitterende bloemen pracht, die thans in en rondom den Haag is te zien. Heusch, men doet zichzelt groote schade, indien men er niet eens op uittrekt om al dit schoons te aan schouwen. Het is niet noodig iets be paalds aan te raden, omdat feitelijk overal de natuur poogt zijn stadsgedeelte als het meest bezienswaardige te kwalifi- ceeren, maar men mag deze periode niet voorbij laten gaan zonder er van te heb ben geprofiteerd. Gisteravond heeft de vierde groep kam. peerende journalisten in een kameraad- schapsavond afscheid genomen van de Cannenburgh, het historische slot van Maarten van Rossum, waar vier weken lang journalisten hebben gelogeerd. Op dezen kameraadschapsavond was aanwezig de heer H. Feltmeyer, voorman der Nederlandsche S.S., die den journa listen op het bordes van de Cannenburgh heeft toegesproken. Het is spreker be kend, dat velen in onzen tijd innerlijk worstelen met en trachten een oplossing te vinden voor de problemen van dezen tijd. Het is nu eenmaal niet eenvoudig om een overtuiging van vandaag te ver anderen in een van morgen. Spreker heeft het te vaak meegemaakt, dat het verschil van meening niet anders was dan een steriel politiek debat, waarbij een ander schaakmat gezet moest worden om zelf verder te komen. Waar het in dezen tijd om gaat is een wereldbeschou wing, welke tot vleesch en bloed wordt. Ik zou er u op willen wijzen, aldus de heer Feltmeyer, dat er vandaag den dag ook in ons volk kerels zijn geweest, die de consequenties daaruit hebben getrok ken, die op het oogenblik aan het Oost front mee te velde zijn gegaan en aan dien strijd hebben deelgenomen. Om. streeks 2 Juli hebben Nederlandsche vrij willigers bij Lemberg aan den strijd deelgenomen. Dit was niet het resultaat van onvruchtbare debatten, van geworstel met problemen, van menschen die mee nen, dat het vraagstuk van onzen tijd geen ander is dan dat van systemen, waarbij het een de plaats kan innemen van een voorgaand. Het nationaal-socia. lisme is geen opvatting in dien zin, dat men eenvoudig weg een boekwerk koopt en daaruit een systeem kan bestudeeren en van buiten leeren. Het is evenmin een opvatting in dien zin, dat men ge looft, dat een omwenteling als de Fran- sche revolutie wordt opgevolgd door een andere revolutie en dat men over vijftig jaar weer een andere zal beleven. Men moet begrip hebben voor de enorme grootheid van dezen tijd, welke een Wendetijd is, een noodzakelijke histori. sche verandering van het aangezicht van deze wereld voor een langere periode dan honderd jaar. En eerst hij, die dezen tijd zoo verstaat, kan zich met de pro blemen bezig houden. Elke andere vorm van het zich bezig houden met deze vraagstukken is een geliefhebber, steriel als al het andere op dit gebied. Ik respec. teer een man uit een stuk, aldus de heer Feltmeyer, een man, die bereid is zich in te zetten voor zijn overtuiging, ook Indien dit zijn ondergang beteekent. Dr heer Feltmeyer gaf voorts als zijn Meening te kennen, dat politieke argu. veranderd in Valkenburg-Houthem. sanctie kregen door de verplichting tot weigering van een bouwvergunning voor bouwen in strijd met het plan. Al spoe dig bleek echter, dat ook de uitbreidings plannen nog niet voldoende waren. De stad en de naburige gemeenten breidden zich, ieder op eigen gelegenheid, uit en de wéderzijdsche uitbreidingen klopten heel dikwijls niet met elkaar. Er moest intercommunale samenhang zijn. En dit begrip vond geleidelijk ingang en werd in 1921 in de Woningwet vastgelegd. Aan vankelijk waren de uitbreidingsplannen alleen voor de steden bedoeld en enkele snel groeiende voorstadsgemeenten. De vestiging op het land nam in beteekenis toe, wegaanleg bleef achterwege en hier en daar op het platteland werd de vast stelling van een uitbreidingsplan het sein om buiten dat plan om te bouwen. Deze partieele plannen bleken onvoldoende voor de wering van lintbebouwing langs bestaande wegen de vlucht uit het uit breidingsplan was begonnen. Op het In ternationaal Stedebouwkundig Congres van 1924 vormde het gewestelijk plan of streekplan de hoofdschotel. Een wettelijke basis voor het streekplan werd door de artikelen 45 t/m 50 van de Woningwet in het leven geroepen. Sedertdien is overal in den lande het streekplanwerk aangevat en veelal was het besef levendig, dat de ontwikkeling van een streek niet kon worden overgelaten aan het inzicht van een aantal gemeentebesturen met dik wijls diametraal tegenovergestelde ba langen. In de laatste vijftien jaar is er in ons land een krachtig streven merkbaar ge weest om de stedebouwkundige ontwikke ling in een ruimer en grootscher kader te zien dan mogelijk is binnen de veelal enge en uit stedebouwkundig oogpunt vrij willekeurige grenzen van het ge meentelijk gebied. Dit streven is thans bekroond door het onlangs verschenen be sluit van de secretarissen-generaal van het departement van Binnenlandsche Za ken, van Financiën, Opvoeding, Weten schap en Cultuurbescherming, van Water staat, van Handel, Nijverheid en Scheep vaart, en van Landbouw en Visscherij be treffende de instelling van een Rijksdienst voor het Nationale Plan. Uit de vele departementen bij dit besluit betrokken, blijkt reeds onmiddellijk de breedheid van opzet van dit Nationale Plan, een plan echter, dat niet nieuw is. Integendeel reeds jarenlang werd de wenschelijkheid in breede kringen gevoeld, waarvoor vele deskundigen een lans hebben gebroken. Wat de historische ontwikkeling betreft, diene het volgende vroeger was een uit breidingsplan van een stad en zelfs van een dorp niet veel meer dan een min of meer uitgebreid stratenplan. Het uitbrei dingsplan kon niet groot genoeg. De uit-' gestrektheid gold dan als een bewijs van de ruime visie van den ontwerper. Pas later zou men de gevaren van die econo misch en demografisch ongemotiveerd uit gebreide plannen inzien. De zorg voor het landschap als geheel en het bewustzijn van de sociaal-economische functie van de vestigingskern in dat landschap, aldus de inspecteur voor de volkshuisvesting, dr. ir. F. Bakker Schut, die nu benoemd is tot directeur van het bureau van den Rijksdienst voor het Nationale Plan, met wien een redacteur van het A.N.P. dezer dagen een onderhoud had over het Nationale Plan, waren nog zeer enbryo- naal en deze zouden later hoe langer hoe meer op den voorgrond treden. Vroeger werd de uitbreiding van elke stad en van elk dorp als een afzonderlijk geval gezien, waarin veelal de groote lijn ontbrak. Na dat de keuren in vroeger eeuwen reeds tal van voorschriften van stedebouwkun- digen aard hadden bevat en in dien tijd vele steden systematisch en volgens een vast plan waren uitgebreid, gaf de 19e eeuw een chaotische ontwikkeling te zien door de gevolgen van de snelle bevol- kingstoeneming, het sloopen van de ves tinggordels en de principieele beperking van Overheidsbemoeiing op alle gebied. De stratenplannen kregen echter in som mige steden tegen het eind van de 19e eeuw het karakter van zeer eenvou dige uitbreidingsplannen en de voor dien tijd zeer vooruitstrevende woningwet van 1901 bracht de verplichting tot het maken van uitbreidingsplannen voor de grootste gemeenten. Het duurde echter nog tot 1921 aleer deze plannen eenige- opend ten behoeve van b e d r ij v e n. Met betrekking tot particulieren diene, dat een hoogere vergoeding, als hier be doeld, slechts in uitzonderingsgevallen zal kunnen Worden toegekend, aangezien le. het feit, dat de aanschaffingsprijs van een voorwerp, dat wordt ingeleverd, hooger is geweest dan de vergoeding op grond van de metaalwaarde, op zichzelf geen voldoende reden is voor een hoogere vergoeding, daar dan vrijwel alle voor werpen hiervoor in aanmerking zouden komen 2e. voorwerpen, als bedoeld in artikel 5 der verordening, hier kortheidshalve genoemd antiquiteiten en kunstvoorwer pen, niet voor een verzoek tot uitkeering van een hoogere vergoeding dan de me taalwaarde in aanmerking komen, daar men deze op de lijst model 2 dient te ver melden en dus niet behoeft in te leveren. Men bespare zich derhalve de kosten van het deskundigenrapport! Het Rijksbureau voor non-ferrometalen deelt mede, dat, zooals bekend, artikel 6 (1) van de verordening van den Rijks- commissaris betreffende de inlevering van metalen bepaalt, dat de vergoeding, welke voor de ingeleverde metalen voorwerpen zal worden uitgekeerd, in het algemeen niet hooger zal zijn dan een bedrag over eenkomende met de metaalwaarde dier voorwerpen. In de uitvoeringsbeschikking van 27 Juli 1941 is in artikel 28 (1) deze metaalwaarde voor de verschillende me talen, waaruit de ingeleverde voorwerpen bestaan, genoemd. De bovengenoemde verordening van den Rijkscommissaris opent in artikel 6 (2) echter tevens de mogelijkheid, om in bij zondere gevallen een vergoeding te beta len, welke boven de metaalwaarde uitgaat. Het desbetreffende verzoekschrift moet dan vergezeld gaan van een rapport om trent de waarde van het voorwerp. Opge steld door een beëedigd deskundige. Teneinde teleurstellingen te voorkomen, wordt er uitdrukkelijk de aandacht op ge vestigd, dat deze mogelijkheid tot het ver krijgen van een hoogere vergoeding dan de metaalwaarde,' meer speciaal is ge- /AIMRÊRMS»,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 9