V eilingdrukte ZILVER AAN DE SANDAWAKU AFfee VIRIUItlA?' De V-actie in Praag - Gevangen genomen Sovjets - De Staphorsters halen den oogst binnen - Zwemmen in de Scheveningsche haven ‘Ji hu ■■Hi if X, mi w re*' HAAGSCHE COURANT Vrijdag 25 Juli 1941 TWEEDE WEAD FEUILLETON (Wordt verwlfldj Of? I A J I (Polygoon) (Polygoon) (Nadruk verboden.) We Waar HOOFDSTUK XIV OP DE VEILINGEN IN „DE STREEK” heeft de aardappelaanvoer op het oogenblik het hoogtepunt bereikt. Er heerscht dan ook een groote drukte op de veiling te Grootebroek-Bovenkarspel. Voor het veilinggebouw. zondersHij is zoo gezond als een visch en heeft honger als een paard. Dien heelen hertenbout wil hij verslinden. En of! Ik heb de laatste acht da gen niet anders dan „dooie wolf” gege ten! Niki schudt vol afschuw het hoofd, doch Haaivischwillie lacht. Wat is dat voor bijzonders? vraagt hij. Dooie wolf smaakt best; vooral als je honger hebt. Eet nu maar je hertenbout, Haai vischwillie. Straks kun je alles rustig vertellen. Tenminste; als het je niet te veel opwindt. Haaivischwillie kijkt hem verwon derd aan. Opwinden? Geen kwestie van. Ik ben weer gezond en dat is het voor naamste. Ja, dat hij gezond is, kan men hem aanzien. Zijn van verbijstering groo-« te oogen hebben nu weer hun gewone, schelmsche uitdrukking. En niemand kan betwisten, dat het hem aan eet lust ontbreekt. Niki ziet sprakeloos toe, hoe de hertenbout verdwijnt als sneeuw voor de zon. En graaf Rouca Gura merkt lachend op, dat men voor taan dubbel werk voor de keuken moet doen. Een zoo uitgemergeld, uitgehon gerd, doch blijkbaar weer kernge zond lichaam heeft een massa voed sel noodig om weer op de oude krach ten te komen. Eindelijk kan Niki afruimen. Welis- Zwijgend en onbeholpen staa. Haai vischwillie voor het graf, totdat graaf Rouca Gura hem alleen laat. Hij knikt zwijgend en ernstig naar het eenvou dige kruis; een laatste, eerbiedige en trouwe groet. Dan gaat hij weer naar binnen. Inmiddels heeft Niki Gornenburg thee gezet; een ketel vol. En om er een behoorlijk brouwsel van te maken, heeft hij er maar meteen een liter rum bij gedaan. Rouca Gura treedt binnen en onmiddellijk daarop verschijnt Haaivischwillie. Beiden zijn stil en ern stig. Niki zet de bekers op tafel. Ja, zoo is ’t en niet anders. Daar bui ten liggen de doode kameraden. Ze sla pen stil en vreedzaam. En inmiddels snelt het leven verder, heftiger en ont- stuimiger dan ergens anders buiten de wildernis. Hier mogen ze niet blijven staan of achter zich blikken. Hier moe ten ze onophoudelijk voorwaarts. Zoo is het leven. Niet slap worden, Haai vischwillie! Proost, op je gezondheid! Proost, Niki! De thee dampt in de bekers. Graaf Rouca Gura’s kostbare blikje met si garetten staat op tafel. Weldra is de hut gevuld met blauwen, zoeten rook. Spoedig gloeien de wangen der drie mannen. Buiten daalt de nacht over de wilder nis. De paarden Haaivischwillie heeft hun nog gauw ’n bezoek gebracht en de warme, gladde huid gestreeld waar maakt Haaivischwillie bezwaar, dat Gornenburg het werk doet, doch op zijn woorden wordt niet veel gelet. Neen, jongen, vandaag ben je nog de zieke. Morgen of overmorgen, als je een beetje op krachten bent, kun je me helpen vaten wasschen. Haaivischwillie blikt eensklaps ern stig. Waar is de doctor? Dezelfde vraag heeft hij reeds gis teren gesteld. Doch dat gebeurde in een toestand van volledige uitput ting en waarschijnlijk zonder eenig besef. Blijkbaar is hij het reed» verge ten. In ieder geval: nu moet hij ant woord hebben. Hij kijkt naarden graaf. Doctor Sillery is dood. Hij was al lang ziek, men kon het hem aanzien. Haaivischwillie staart peinzend voor zich uit. Na twee, drie minuten ziet hij den graaf diep in de oogen en zegt: Dat had ik wel kunnen denken. Zoo’n zwak kereltje, hier in de wilder- ns... neen, dat was te zwaar, hebt u hem begraven? Bij den goudberk. Kan ik er even heen? Rouca Gura knikt. Ik ga met je mee, Haaivisch- willie. Ze gaan naar buiten en staan ’n mi nuut later voor het graf van doctor Sillery. Een paar meter verder ligt het „Keteltje”, die brave kerel! de paarden trappelen in hun slaap. Een lichte bries strijkt door het dal en doet de taiga geheimzinnig ruischen. Niki Gornenburg kan geen leege be kers zien. En evenmin volle. Drink uit, Haaivischwillie! hebben nog voldoende in den ketel. Met één teug ledigt de matroos zijn beker. Tja, zoo kan hij niet blijven zit ten. Hij voelt zich verplicht, den graaf en Niki te vertellen, wat hij in de laat ste zestien dagen heeft doorgemaakt. Zestien dagen! Niet te gelooven. Hij dacht werke lijk, niet langer dan zeven of acht da gen door de taiga te hebben gezwor ven. Doch zelfs acht dagen zijn hem dan voldoende; hij verlangt heusch niet naar meer. Hij vertelt. Kort en duidelijk. Voor de beide luisterende vrienden eigen lijk veel te kort. Want de ongelooflijk ste avonturen vertelt hij, alsof het dagelijksche gebeurtenissen waren geweest. Doch de graaf en vooral Niki laten zich niet zoo gemakkelijk afschepen. Hoe raakte je eigenlijk ver dwaald? wil Niki Gornenburg weten. Dat begrijp ik zelf niet. Ik ben niet veel dommer dan andere men- schen en toch raakte ik op een gege ven moment het spoor bijster. En de graaf heeft me zelf verteld, dat tegen zoo’n ziekte geen kruid gewassen is, Haaivischwillie slaapt bijna vier en Mntig uur aan één stuk. De beide an deren houden beurtelings trouw de toacht. Ze loopen op de teenen door de W en geen van beiden durft een mi- huut langer dan noodzakelijk buiten “lijven. Voor geen geld ter wereld wil- 34) Met één sprong is hij uit bed. Harry, je bent de vervelendste kerel, dien ik ooit heb ontmoet. Waar om liet je me zoo lang slapen’ Voor uit: naar kooi! Harry staat op en klopt hem lachend “P den schouder. Niet nijdig worden, Niki, ik had toch niet kunnen slapen. Dan moet je het nu maar probee- ren, bijt Niki hem toe. Hij keert zich °m en kijkt naar den slapenden Haai- toschwillie. Die ademt rustig en regel matig. Niki is tevreden. len ze het ontwaken van Haaivisch willie missen. Doch Haaivischwillie stelt hun geduld op een zware proef. Eindelijk. De schemer begint reeds te vallen. Haaivischwillie slaat de oo gen op. Zijn bleek, ingevallen gelaat heeft een peinzende uitdrukking. Hij staart roerloos naar de zoldering. Eensklaps schiet een roode gloed naar zijn wangen. Hij springt op, wakker, volmaakt uitgerust, stralend van ge luk. Niki weet niet wat hij ervan moet denken; de vroeger zoo rustige Haai vischwillie is nu zoo uitgelaten als een schooljongen met vacantie en een goed rapport, 't Liefst was de kerel op zijn handen gaan loopen, zoo dol van vreugde is hij. Tenslotte blijkt, dat Haaivischwillie heelemaal niet weet, dat hij sedert den vorigen avond in de hut is. Als Ni ki vertelt, dat hij vier en twintig uur geslapen heeft, begint hij te schate ren. Hij heeft slechts een flauwe her innering van de ontvangst in de hut, van de thee en de rum. Doch één ding heeft hij wel; een ra zenden honger. Hij rukt zich allereerst het hemd van zijn lijf, opent de deur en loopt, slechts met z’n broek aan, naar de rivier om zich behoorlijk te wasschen. Niki slaat wanhopig de handen in el kaar. Doch Haaivischwillie lacht hem uit. Wat is er aan de hand? Niets bij- IN HET TEEKEN VAN DE NIEUWE EUROFEESCHE ORDE. Links bovenhet grootste koffiehuis van Praag werd omgedoopt tot café „Viktoria”links onderhet V-teeken op courantenrechtshet raam van DUITSCHE LUCHTAFWEER IN HET OOSTEN. Dadelijk als een stad is veroverd, neemt het luchtafweergeschut de bescherming tegen luchtaanvallen op zich. (Holland) PRODUCTIESLAG TE STAPHORST. HET GRAAN IS RIJP EN DE STAPHORSTER BEVOLKING BE IJVERT ZICH DEN OOGST BINNEN TE HALEN. DE BINDSTERS VOLGEN MAAIER OP DEN WWt ALS BRUINVISSCHEN spartelen de Scheve^ ningsche jongens om de loggers, welke in de haven liggen, terwijl nijvere handen deze schepen van een nieuw verfje voorzien (Schimmelpenningh) DE OEKRAINSCHE BEVOLKING ULT DE DUITSCHE SOLDATEN TEGEMOET. Onderweg, tijdens den opmarsch, waren er aangename verrassingen. De Oekraïnsche bevolking schonk den soldaten bloemen, eieren en brood en hielp waar zij kon. (Holland) EU STRIJDEN NIET MEER TEGEN DUITSCHLAND. Vier bolsje wisten komen, met witte doeken zwaaiend, uit een korenveld te voor schijn en worden nu naar het gevangenenkamp gebracht /t «nn- Hoffmann l a r A l- een boekhandel in Praag met het V-teeke |X. W, w OOI w. -. i m i Ml i HST -- ■Li* BL V

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5