HAAGSCBE COURANT De beelden bij den ingang
ll
Sill
1^
BINNENLAND
STADSNIEUWS
Vrijdag 25 Juli 1941.
O
«fa
o
ferr i.
mg*
het Zuiderpark
van
en
Sociaal-economisch
genootschap „Nederland
Europa”
De 3000ste deelnemer aan den stempeltocht
door Den Haag
DERDE BLAD
55.000 boete
PRIJSOPDRIJVING VAN LUXE
GOEDEREN
f 10.000 voor Nederlandsche
Oorlogsinvaliden
In de Eerste Nederlandsche Wit metaal fabriek te Leiden wordt de
laatste hand gelegd aan den kop van de 4 meter hooge bronzen
vrouwenfiguur, bestemd voor den ingang van het Zuiderpark
(Polygoon)
Commissaris voor de confes-
sioneele vakvereenigingen
Wat is „waardevol volksgoed”,
wat „handwerk”
Gisteren heeft de directeur van de Haagsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer, mr, R. H. Woltjer, den 3000sten deelnemer
aan den stempel tocht ,.Den Haag”, Gijs Berk, als herinnering een
foto-al bum aangeboden (Polygoon
De inlevering van metalen
Spaarzaamheid is een
deugd. Weest ook spaar
zaam met gas en
electriciteit
Kettinghandel in cacao zwaar
beboet
Distributie van zeep
Engelsche luchtaanvallen op
ons land
Aanmelding voor het Vrijwil
ligerslegioen Nederland
De heer H. J. Woudenberg benoemd
-
p
met
Vervolg van het le blad.
Leeuwarden,
Amsterdam,
uur,
No. 17936
GEERTEKERK WORDT VOORLOOPIG
NIET GESLOOPT
NEDERLANDSCHE AANNEMERS
WERKZAAM IN DUITSCHLAND
r
i
i
l
i
l
I
i
i
i
l
t
t
4
t
i
t
t
De regeling voor extra zeep
De secretaris-generaal van het departe
ment van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart maakt het volgende bekend:
In de onlangs in de dagbladen versche
nen bekendmaking betreffende de distri
butie van zeep werd medegedeeld, dat per
sonen, die in aanmerking meenen te ko
men voor extra rantsoenen zeep op grond
van de omstandigheid, dat zij door werk
zaamheden aan bijzondere verontreiniging
van lichaam of kleeding zijn blootgesteld
of doordat extra zeep voor hen uit hygië
nisch oogpunt noodzakelijk is. vóór Zater
dag 26 Juli a.s. de aanvraagformulieren
md 80 bij de plaatselijke distributiedien-
sten dienen af te halen. In afwijking hier
van is thans echter bepaald, dat deze for
mulieren moeten worden afgehaald gedu
rende het tijdvak van Maandag 28 Juli
tot en met 9 Augustus a.s., op nader door
de distributiediensten bekend te maken
data.
De distributiediensten zullen tevens be
kend maken, waar en wanneer deze formu
lieren weder dienen te worden ingeleverd.
Zooals reeds werd medegedeeld, dienen
degenen aan wie extra rantsoenbonnen
voor zeep zijn uitgereikt, hiermede tot 1
Februari 1942 uit te komen.
Een uitzondering vormt hierop echter
de groep van personen, die „vuilen ar
beid” verrichten. Deze zullen een hoe
veelheid bonnen ontvangen, welke voor
twee maanden, dus tot 1 October 1941 toe
reikend is, waarna nieuwe bonnen kunnen
worden aangevraagd.
Men kan niet meer kiezen voor
de oude orde
DE ROODE KRUIS-COLLECTE
DER N.S.V.O.
Een N.V. te ’s-Gravenhage, welke in
normale tijden comestibles, conserven cn
Zuidvruchten importeert, was er, toen na
10 Mei 1940 vrijwel niets meer kon wor
den ingevoerd, toe overgegaan het groot
ste deel van haar voorraden tegen ver
hoogden prijs uit te verkoopen. Voor zoo
ver na 10 Mei nog wel goederen werden
ingekocht, waren bovendien in den ver-
kooppsijs niet alleen de meerdere kosten
van aankoop, maar ook het oude winst
percentage ingecalculeerd. In dit geval
had men echter volgens de dwingenóe
voorschriften slechts de oude, in geld uit
gedrukte winstmarge op den verhoogden
inkoopsprijs mogen leggen.
Ook had men nog ongeoorloofd hooge
prijzen weten te berekenen door een be
paald artikel niet aan vaste afnemers,
detaillisten, te leveren, maar het direct
als „grootwinkelier” aan consumenten te
verkoopen, waarbij dan uiteraard detail
prijzen in rekening werden gebracht.
De directeur der N.V., V. D., die de
theorie der vervangingswaarde huldigde,
was daardoor tot een prijspolitiek geko
men, welke in alle opzichten indruischt''
tegen de beginselen der Prijzenbeschik-
king 1940 no. 1.
Te harer verontschuldiging voerde de.
N.V. aan, dat de prijsverhooging slechts/
luxe-goederen betrof en niet distributie-
goederen of eerste levensbehoeften. Dit
verweer werd echter door den inspecteur
voor de prijsbeheersching verworpen. Vol
gens dezen hadden nog afgezien vat»
de wettelijke bepalingen de overtredin
gen der prijsvoorschriften de N.V. in een
voordeeliger positie gebracht dan haar
concurrenten, die de voorschriften wel na
leefden. Dit is een bevoorrechting, die
sociaal niet kan worden goedgekeurd.
De N.V., die de Prijzenbeschikking 1940
no. 1 had overtreden, werd ^es we ge door
den inspecteur voor de prijsbeheersching
te den Haag veroordeeld tot een boete
van 55.000.
UITGESLOTEN SLAGERS
Het Rijksbureau voor de Voedselvoor
ziening in oorlogstijd maakt bekend, dat
wederom 29 slagers wegens frauduleuze
slachtingen of het voorhanden hebben
van vleesch, afkomstig van frauduleuze
slachtingen, voor geruimen tijd van het
verkrijgen van een toewijzing van vee en
vleesch door de Nederlandsche Veehou-
derijeentrale zijn uitgesloten.
Tegen deze slagers is proces-verbaal
opgemaakt.
De N.S.B.-persdienst meldt
Op Donderdag 24 Juli werd door de
leidster der Nationaal Socialistische Vrou
wenorganisatie een bedrag van 10.000,
een gedeelte van de opbrengst van de
collecte voor het Duitsche Roode Kruis,
aan den commandant van „Kareol” over
handigd.
Dit bedrag is bestemd voor de Neder
landsche oorlogsinvaliden. Gelijktijdig
werden nog 1000 sigaren overhandigd.
De Duitsche pers uit zich, naar het
Nederlandsche Perskantoor te Berlijn
meldt, met geroote voldoening over het
feit, dat niet alleen Nederlandsche arbei
ders in Duitschland werken, maar dat
ook Nederlandsche firma’s met haar vol
ledig personeel talrijke opdrachten in
Duitschland uitvoeren. Bij den woning
bouw te Weenen en Hamburg, in Lotha
ringen en bij de Hermann Göring-werken
zijn talrijke Nederlandsche aannemers
werkzaam en wel tot groote tevrede i-
heid der opdrachtgevers. De Nederlan
ders bouwen hecht en wel doortimmerd
en.x... zijn niet duur.
KINDJE TE WATER GERAAKT
EN GERED
Door onbekende oorzaak is gistermid
dag de 4-jarige K. van R. uit de Marcelis-
straat in het water langs de Haringkade
geraakt. De 25-jarige P. A. Donk uit de
Jacob Vermeystraat sprong gekleed te
water en wist het knaapje op het droge
te brengen. Het jongetje is door den ge
neeskundigen dienst naar het Roode
Kruisziekenhuis vervoerd en daar ter ob
servatie opgenomen.
Geweldige verschuiving in de
machtsverhoudingen
Uiteraard is deze oorlog van voorbij-
gaanden aard, eh, zoo vraagt men, is het
dan niet vroeg genoeg, wanneer wij onze
besluiten nemen, als tenminste eenmaal de
bezetting is opgeheven? Daarop zou ik het
volgende willen antwoorden deze bezet
ting is niet een los opzichzelfstaand feit,
zelfs niet alleen maar een klein onderdeel
van een militaire noodzakelijkheid, maar
is, en dat wordt nogal eens over het hoofd
gezien, een symbool, een kenteeken
voor ons het meest in het oog springende
van een geweldige verschuiving in de
machtsverhoudingen. Deze verschuiving is
het blijvende resultaat van den oorlog en
wij kunnen daarmede niet vroeg genoeg
rekening houden. Het is zelfs het eenige
feit, waarmede wij rekening moeten hou
den, want er is voor ons geen alternatief.
Wie nog gelooft, in verlangen naar een
vage hoop van verwerkelijking, dat Enge
land met of zonder Rusland, desnoods met
of zonder Amerika dezen oorlog militair
zou kunnen winnen, zou ik willen vragen
voor zichzelf deze hoop eens nader te pre-
ciseeren. Ik zie daartoe geen kans. En één
ding weet ik zekernooit zal het Duit
sche volk zich weer in het Engelsche ga
reel laten spannen of dwingen. Een mili
taire overwinning van Engeland beteekent
niet een nieuwe orde, welke dan ook, maar
den volmaakten chaos en de bolsjewiseering
en den ondergang van Europa. Zoo gezien
bestaat er voor ons geen alternatief. Wij
mogen voor ons volk en in ruimeren zin
voor Europa, den chaos niet wenschen, wij
moeten ons thans reeds indenken in en
aanpassen aan een nieuw geordend Europa
en wij zijn tegenover ons volk verplicht
daaraan mede te werken. Dat beteekent
voor ons allen nieuwe bindingen en tot nu
toe ongekende verplichtingen. Wij allen,
ook zij. die niet mee willen doen, zien deze
nabij of aan den horizon en naahmate wij
deze bindingen en verplichtingen wen
schen en zoeken, of wel schuwen en afwij
zen, gevoelen wij ons vrij of onvrij. In
den diepsten grond ligt de bestaansreden
van dit, ons genootschap in de noodzake
lijkheid ons vertrouwd te maken met onze
nieuwe bindingen en zóó en niet anders
onze innerlijke vrijheid te heroveren. Want
hebben wij eenmaal het inzicht in onze
nieuwe plichten gewonnen, hebben wij er
kend. dat het ónze plichten zijn, dan kun
nen, ja dan móeten wij deze als vrije
menschen op ons nemen en uit vrijen wil
vervullen.
Zes koeien gedood
In den afgeloopen nacht vlogen weder
om eenige Britsche vliegtuigen boven ons
land en wierpen enkele bommen af. De
schade beperkte zich tot lichte beschadi
gingen van woonhuizen. Voorts werden zes
koeien gedood.
Het inlichtingenbureau kunstvoorwer
pen en antiquitéiten omschrijft de be
grippen „waardevol volksgoed” en „hand
werk” als volgt:
Met „waardevol volksgoed” wordt be
doeld gebruiksartikelen in handwerk
uitgevoerd, die de herinnering bewaren
aan oude gewoonten en gebruiken, wo
ninginrichting, bedrijfsleven, kleder
drachten enz., zoowel van Nederland als
van Nederlandsch-Indië.
Met „handwerk” wordt bedoeld be
halve het onder waardevol volksgoed te
rekenen oudere werk ook de door
kunstenaars uitgevoerde of naar hun mo
del gemaakte nieuwe kunstnijverheid.
Vraagt voor deze voorwerpen vrijstel
ling op formulier 2.
slechts de onvermijdelijk onaangename,
tragische en betreuienswaardige kanten
en factoren zien, maar al diegenen, die
gelooven en innerlijk ook weten, dat deze
tijd van geweldige revolutie in ons we
relddeel belangrijken positieven inhoud
voor ieder cultuurvolk heeft, zullen ook
wel begrijpen, dat het werk der organi
satie van het Nederlandsche bedrijfsle
ven een uiterst belangrijk onderdeel, ja
een steunpilaar zal vormen Van het ge
wijzigde gemeenschapsbestel, dat ook
voor Nederland in onze dagen groeit.”
Prof, van Loon
Prof, van Loon beantwoordde de drie
sprekers en bracht hun dank voor hun
redevoeringen. Spr. is overtuigd, dat in
het genootschap een behoefte gevoeld
wordt actief mede te werken aan den
wederopbouw van Europa. De strijd tegen
het bolsjewisme staat daarbij op den
voorgrond.
De bijeenkomst werd vervolgens onder
broken teneinde in een pauze van ge
dachten onderling te wisselen en
andere deelnemers kennis te maken.
Hierna vereenigden zich de aanwezigen
voor een gemeenschappelijken maaltijd.
Tijdens den maaltijd maakte prof. dr.
Snijder het feit bekend, dat dr. H. Krekel
dezer dagen zal worden benoemd tot
professor in de philosofie der geschiede
nis aan de universiteit te Leiden. Spr.
memoreerde in dit verband het vele
I werk, dat dr. Krekel gedurende de afge
loopen jaren heeft verricht ten behoeve
van de Nederlandsche voorlichting aan
gaande de buitenlandsche politieke stroo-
ming en verhoudingen. Tal van menschen
zagen steeds weer opnieuw verlangend
uit naar het wekelijksche buitenlandsche
overzicht van den heer Krekel, dat steeds
uitmuntte door bijzondere helderheid.
Iedereen was steeds onmiddellijk na het
lezen op de hoogte der feiten.
Na den maaltijd vereenigden zich de
aanwezigen op het terras van het Kur-
haus. De leden der verschillende commis
sies hadden daarbij de gelegenheid met
elkander kennis te maken.
De persdienst der N.S.B. meldt
In ons bericht van 22 Juli j.l. vermeld
den wij dat Zeist slechts een bedrag
van /6 voor de Roode Kruis-collec‘«,
welke werd gehouden door de Nationaal-
Socialistische Vrouwen-Organisatie. op
bracht. Dit berust echter gelukkig
op een misverstand. De voor Zeist gedaae
opgave van 6 was een nagekomen gift.
Het totaalbedrag voor Zeist is 1377.86.
Het „gevoel voor vrijheid”
Daarom kan het zijn nut hebben, ten
slotte nog een oogenblik juist bij de
„gevoelsmomenten”, die velen er nog
van weerhouden zich uit hun starre
enertie los te werken, stil te staan. Be
drieg ik mij niet, dan gaat het hier in
de allereerste plaats om het gevoel
van v r ij h e i d, welks ontbreken velen
verhindert hun richting te bepalen en
hen veroordeelt tot „afwachten”. Zij, die
zich op dit standpunt stellen, vergeten
één ding: dat zij zichzelf juist door het
„afwachten” het voornaamste element
der vrijheid, de keuze, op den duur
ontnemen.
Want, als de beslissing eenmaal geval
len is. blijft er uiteraard slechts één mo
gelijkheid open en het lijkt mij meer dan
dubieus, of men zich dan „vrijer” zal ge
voelen, dan nu.
Maar wij willen de zaak ook nog van
een ander gezichtspunt beschouwen. Wat
hebben wij onder deze vrijheid te ver
staan? Toch zeker niet, dat wij geheel
onafhankelijk van eiken invloed van
buiten in staat zijn te handelen zooals wij
zelf, persoonlijk, willen. Want die
vrijheid hebben wij nooit bezeten en zul
len wij ook nooit bezitten. Wie daarnaar
streeft, ook de meest verstokte individua
list, tast niet alleen de grondslagen der
menschelijke samenleving aan, maar kan
ook slechts aan h^t bereiken of zelfs be
naderen van zijn ideaal te gronde gaan
in de kracht van zijn isolement. Want de
mensch kan nu eenmaal niet leven en ge
lukkig zijn zonder binding en verplichting.
Iedere poging daartoe is een aanloop tot
zelfvernietiging en een aanslag op de
maatschappij. Ik weet wel, dat sommigen
het op dezen weg een heel eind gebracht
hadden en hebben. Maarwaren zij
gelukkig? En wat komt er terecht van
zulke outsiders? Ieder normaal, gezond
mensch behoeft zich maar even te bezin
nen, om te beseffen, dat deze vrijheid
nooit of te nimmer een ideaal was, of
ooit kan zijn.
De vrijheid is dan ook niets absoluuts
en bestaat slechts in het gevoel vrij te
zijn in zijn handelingen en het gevoel
zijn beslissingen te treffen in overeen
stemming met den grondslag van zijn
Wezen en zijn redelijk inzicht. En, al maak
ik mij sterk, dat er onder u nauwelijks
iemand is die niet in de jaren, welke
achter ons liggen, dikwijls heeft gehan
deld en beslist, anders, dan hij zelf gewild
zou hebben onder dwang van buiten
dus wij waren toch aan die grenzen
min of meer gewend en gevoelden ze niet
ieder oogenblik als zoodanig „Maar nu is
het anders”, zal men mij tegenwerpen,
„ons land is bezet gebied en wij kunnen
niet meer doen en laten wat wij willen”.
Inderdaad, wij leven in „bezet gebied”,
dat behoeft men mij werkelijk niet te
vertellen en ik geloof, dat ik den inhoud I
van dit feit beter begrijp, dan velen, die
zich verkneukelen over een „proteststa
king”, een doorgesneden kabel of andere
lichtzinnige domheden, waarvoor maar al
te vaak menschen moeten boeten, die er
part noch deel aan hebben. Inderdaad, het
is nog steeds oorlog en de oorlog heeft
zijn eigen recht, het recht van de macht,
zooals ieder, die het kleinste geschiedenis
boekje nog eens wil herlezen, kan weten,
en ook niet behoorde te vergeten. Wij
moeten ons daarin schikken en de ons
opgelegde beperkingen dragen, wel wetend
en beseffend, dat het nog heel anders zou
kunnen zijn.
Men kan dus niet meer „kiezen” voor
de oude orde, want deze keus beteekent
wanorde, neen erger: de chaos. Want
niemand make zich de illusie, dat het
Duitsche volk, na de ervaringen van de
laatste kwart-eeuw, zich weer gedwee in
het gareel zou laten spannen ge
steld al, dat de andere partij daartoe
in staat zou zijn. Ook deze laatste mo
gelijkheid willen wij voor een oogenblik
onder het oog zien. Wie daaraan nog
niet gelooft, dient ook een weg tot ver
werkelijking van zijn hoop te zien. Wel
nu, wil men zich niet in dwaze phan-
tasmagorieën wiegen, dan zal men moe
ten inzien, dat deze weg, gegeven de
omstandigheden, eenvoudig niet denk
baar is.
Hoofdzaak is, dat wij hier nog eens
vaststellen, dat wij ons niet met binnen-
landsche politieke tegenstellingen zullen
bezighouden.
Dat wil niet zeggen, dat wij ons
tegenover politieke richtingen plaat
sen. A priori wordt niemand op grond
van politieke overwegingen uitgesloten
of gezocht. Het gaat ons in de eerste
plaats om een onbevoordeelde, zakelijke
samenwerking. Men zal ons wellicht
tegenwerpen, dat dit op het oogenblik
in Nederland niet mogelijk is. Het zal
moeten blijken, en het zou in ieder ge
val te betreuren zijn, wanneer dit be
zwaar steekhoudend bleek te zijn en men
op grond hiervan meende, zich zelfs van
kennisneming van de feiten te moeten
onthouden. Men zal ons misschien ook
voorhouden, dat geen Nederlander zich
thans vrij kan maken van „gevoelsmo
menten”. Dat kan juist zijn. Wij hande
len gelukkig niet alleen op grond
van redelijke argumenten, en ieder heeft
zijn gevoelsoverwegingen, die hem, haast
instinctief, een bepaalde richting wijzen.
In het Geertekerk-probleem. n.l. over
de vraag, of dit historische gebouw al dan
niet zal worden gesloopt, is, nadat zoo
goed als vast stond, dat de kerk onder
sloopershanden zou komen, in zooverre
verandering gekomen, dat het college van
B. en W. van Utrecht thans den gemeen
teraad het volgende meedeelde
In verband met de ter visie legging
van de bestemmingsvoorschriften van den
Geertehof in de nota van B. en W. over
Geertekerk-Geertehof d.d. 21 Juni 1941,
deelen wij den gemeenteraad mede, dat
thans een schrijven is ontvangen van den
secretaris-generaal van hen departement
van Opvoeding, Wetenschap en Cultuur
bescherming, dat op grond van nieuwe
en bekend geworden gegevens, hij zijn
toestemming tot stooping van de Geer'e-
kerk voorloopig intrekt. Naar aanleiding
hiervan hebben de regenten van de ver-
eenigde gods- en gasthuizen medegedeeld,
dat zij zich genoodzaakt zien van het
plan-van der Steur af te zien (dit plan
van van der Steur hield in. dat de Gee--
tekerk zou worden afgebroken en e t
daarvoor in de plaats zou komen e n
hofje, n.l. de Geertehof). In deze omstan
digheden, zoo besluiten B. en W.. zull-.n
de ontworpen bestemmingsvoorschriften
niet in behandeling worden gebracht.
Rede van professor dr. G. A. S. Snijder
Vervolgens nam prof. dr. G. A. S.
Snijder het woord. Aan zijn rede ontlee-
nen wij het volgende:
De redenen, die tot de stichting van
het Genootschap „Nederland en Europa”
leidden, hebt u indertijd in de pers, zij
het ook in het kort, kunnen lezen. Waar
om wij besloten ons jonge genootschap
te vereenigen met den iets minder jon
gen sociaal-economischen kring, heeft
prof, van Loon u zooeven uiteengezet
In den eersten oproep hebben wij ge
zegd, dat ons genootschap berust „op de
overtuiging, dat alle voorteekenen er op
wijzen, dat een nieuwe Europeesche orde
ontstaat en dat het Duitsche Rijk daar
in de leidende plaats zal innemen”.
Sindsdien is eenige tijd verloopen en
één het belangrijkste voorteeken is
in vervulling gegaan. Wanneer tot voor
kort menigeen nog kon aarzelen, velen
misschien nog den oorlog tusschen de
„have’s” en de „habenichtse” als een
machtstrijd konden zien, die wel belang
rijk was en ook wel gevolgen zou heb
ben voor ons land, maar waarvan men
I het resultaat toch met een zekere gela
tenheid kon afwachten, dan is dat sinds
22 Juni wel anders geworden.
Bij het nagaan van een partij thee,
welke door een Rotterdamschen winke
lier buiten de distributie om zou zijn
gekocht, trof de recherche, behalve een
hoeveelheid thee, ook 115 pakken cacao
aan. Bij onderzoek bleek deze cacao af
komstig van een fabriek van chocolade
en suikerwerken. Deze was bij het uit
persen van cacaoboonen ter verkrijging
van cacaoboter in het bezit gekomen
van eenige honderden kilogrammen ca
cao en er toe overgegaan, deze in den
clandestienen handel te verkoopen.
De weg van de fabriek naar den win
kelier was echter wel lang geweest.
Niet minder dan vier tusschenpersonen
hadden zich bij dezen verkoop weten in
te schakelen. Élk op zijn beurt had den
prijs aanzienlijk verhoogd. De fabrikant,
H., had bij dezen kettinghandel
„slechts” 3 per k.g. ontvangen, de
•winkelier echter betaalde reeds 5,25
en verkocht zelf weer voor 6 per k.g.
De prijs van 9 Mei 1940, vermeerderd
met de toegestane verhoogingen, be
draagt evenwel in geen geval meer dan
1.50 per k.g.
De tusschenpersonen werden veroor
deeld tot boeten van 350 tot 50.
Den winkelier S., den opkooper, die reeds
voor de derde maal de prijsvoofschrif
ten had overtreden, werd een boete van
1000 plus verbeurdverklaring van de
in beslag genomen cacao en thee opge
legd. De fabrikant van de cacao ten
slotte, zag zich door den inspecteur van
de prijsbeheersching te ’s-Gravenhage
wegens overtreding van de prijzenbe
schikking 1940 no. 1 tot 3000 boete
veroordeeld Bovendien werd voor hem
ook publicatie van het vonnis gelast.
Het Nederlandsche volk heeft
zijn eigen lot in handen
Men kan het niet vaak genoeg her
halen geen macht buiten ons be
schikt over ons lot als volk. Wijzelf,
ieder voor zich, en allen gezamen
lijk, het Nederlandsche volk heeft
zijn eigen lot in handen. Blijft onze
taal Nederlandsch, onze kunst Neder-
landsch van gezicht, onze aard Ne
derlandsch, blijft de wijze en hoe
danigheid van ons werk Neder
landsch, dan b 1 ij v e n wij Neder
landers. Dat zal echter niet door
woorden, maar door daden geschie
den, dat zal niet in defensieve af
sluiting, maar slechts in open, strijd
vaardige samenwerking zoo kunnen
zijn.
Wij moeten weer wennen aan de wijde
ruimte, niet alleen ter zee,
over land, wij moeten
van deze ruimte leeren zien.
van het Nederlandsche bedrijfsleven. Spr.
begon met op het feit te wijzen, dat de
organisatie-commissie zich nog midden
in haar werkzaamheden bevindt, zoodat
het niet de tijd is om een samenvattend
overzicht van haar werkzaamheden te
geven, of om reeds te spreken over pro
blemen, welke de commissie thans nog
bezig houden.
Een uiteenzetting omtrent enkele prin-
cipieele punten was volgens spreker ech
ter wel gewenscht. De heer van Maas
dijk herinnerde vervolgens aan vroegere
organisaties van het bedrijfsleven en
wees op de gildenorganisatie in de Mid;
deleeuwen. Deze organisatie was echter
niet voor alle tijden bruikbaar. Een groo-
tere vrijheid werd nopdzakelijk. Ook deze
echter werd spoedig door tegenoverge
stelde tendenzen beïnvloed. Door wet
geving en vooral ook door overeenkom
sten tusschen belanghebbenden werden
regelingen gemaakt. In enkele landen
werd een revolutionnairen weg gevolgd.
In Italië heeft men na de revolutie lang
zaam aan de organisatie opgebouwd.
Deze is thans nog niet geheel gereed.
Werkgevers en werknemers worden ver
tegenwoordigd in corporaties. In Spanje
en Portugal heeft men een overeenkom
stig systeem. Men heeft in deze landen
het bedrijfsleven op verticale wijze in
gedeeld. Over het algemeen is het lid
maatschap niet verplichtend.
In Nederland zag men in de laatste
jaren naast steeds meer ingrijpen van
de overheid ook het groepsgewijze op
treden van belanghebbenden. Spr. wees
op de Grondwetswijziging van 1938,
waardoor lichamen voor beroeps- en be
drijfsleven werden mogelijk gemaakt en
op de Bedrijfsradenwet, waardoor be-
drijfsraden, samengesteld uit vertegen
woordigers van werkgevers en werk
nemers, konden worden gevormd. Ook
bij de wet op het verbindend verklaren
van ondernemersovereenkomsten ging
men uit van het bestaan van groepen.
Spr. ging hierna over tot de behande
ling van de nieuwe verordeningen over
de organisatie van het bedrijfsleven. De
organisatie-commissie, welke werd in
gesteld om de organisatie op te bouwen,
moest zeer snel werken en zij heeft ook
zeer snel gewerkt. Reeds thans zijn
eenige groepen gevormd en vele andere
staan op het punt gevormd te worden.
De organisatie in Nederland moet na
tuurlijk nauw aansluiten aan de Duitsche
organisatie wegens de plaats van Neder
land in de wordende Europeesche groote
ruimte, maar toch zal op vele gebieden
een afwijkende regeling moeten worden I
gemaakt, o.a. op het gebied van den han- i
del waar, ten gevolge van Nederland’s
bijzondere geographische ligging en over-
zeesch bezit, de verhoudingen anders lig
gen dan bij onze buren. Een van de
voornaamste bepalingen is wel het feit,
dat de organisaties zelfstandige lichamen
zullen worden en hij wees op de verkla
ring van de Duitsche regeering van
Maart 1933, waarin deze zeide, dat zij
geen van staatswege georganiseerde eco
nomische burocratie wenschte, maar in
tegendeel het private initiatief wenschte
te bevorderen. De gedachte aan een zelf
bestuur is niet nieuw, zij komt reeds tot
uiting in onze grondwet ten aanzien van
provincies en gemeenten.
In tegenstelling met de Latijnsche lan
den worden alleen ondernemers lid van
de organisatie.
Een andere tegenstelling is het feit,
dat men een horizontale indeeling heeft
gevolgd. Deze horizontale indeeling sluit
echter geenszins de voordeelen van een
verticale organisatie uit, daar men door
het leggen van dwarsverbindingen ook
de verticale belangen kan behartigen.
Een moeilijkheid doet zich vaak voor
bij de vraag naar de grenzen van de
organisatie, bijv, de grens tusschen
industrie en «ambacht.
De taak van de organisatie-commissie
is niet, zooals men vaak meent, het zelf
ordenen, maar zij schept slechts de orga
nisaties, die eventueel een ordenende
functie kunnen vervullen.
Niet de geheel staatstaak zal door de
organisaties kunnen worden overgeno
men. Voor bepaalde algemeene werk
zaamheden zullen zeker nog Rijksbureaux
gehandhaafd moeten worden.
Evenmin zullen ook alle organisaties uit
het bedrijfsleven moeten verdwijnen,
waarbij men bijv, denken moet aan som- I
mige kartels, die naast de groepen zullen I
blijven bestaan. Spreker schetste daarna
den internen opbouw van de organisaties. I
De hoofdgroepen worden onderverdeeld
in bedrijfsgroepen, deze in vakgroepen en
deze eventueel in ondervakgroepen. De
leiding van een organisatie berust bij een
voorzitter, bijgestaan door twee plaats
vervangers. Samen vormen zij het dage-
lijksch bestuur. Een raad van bijstand
dient den voorzitter van advies. De dage-J
lijksche werkzaamheden worden verricht]
door een secretaris.
Spr. wees tenslotte op het verschil tus
schen den nieuwen voorzitter en de voor-1
zitters van vroegere vereenigingen.
De voorzitter moet zijn groepsbelang I
behartigen met inachtneming van het
algemeen belang. Hierop wijst ook de
wijze van benoeming, welke van bovenaf
geschiedt
De voorzitter is bevoegd aan de leden
aanwijzingen te geven. De voorzitter heeft
dus een groote macht. Hier moet echter
tegenover staan een voortdurend voeling
houden met de leden van de organisatie,
er mag geen sprake zijn van een van
bovenaf dicteeren.
De heer van Maasdijk besloot zijn voor
dracht met de woorden:
„Ik heb u heel in het kort een over
zicht gegeven van den opbouw van de
organisatie van het Nederlandsche be
drijfsleven, zooals die door de organisa
tie-commissie in het leven wordt geroe
pen. Al diegenen, en ik reken daaronder
wel alle aanwezigen in deze zaal, die in
- j njef
Met ingang van 24 Juli 1941 zijn de
volgende aanmeldingsbureaux voor het
Vrijwilligerslegioen Nederland opgeheven:
Heerlen, hotel du Nord, Stationsstr. 17,
Groningen, Rademarkt 23a, Arnhem, hotel
Keizerskroon, Markt 32, Breda, Bosch-
straat 67, Deventer, hotel van Wely, Kei
zerstraat 1 en Utrecht, hotel Thalia, Sta
tionsplein 9.
In het vervolg kan men zich voor het
legioen nog meldenden Haag, Konin
ginnegracht 22 en Amsterdam, hotel van
Gelder, Damrak 34.
De keuring van vrijwilligers voor het
legioen geschiedt in de volgende plaat
sen
24.7.4110 tot 18 uur, Utrecht, Deut
sches Haug.
24.7.4110 tot 13 uur, Roermond, Swal-
merstraat 61.
24.7.41 15 tot' 19 uur, Maastricht, hotel
Momus, Brithof.
25.7.41 10 tot 18 uur.
Huize Schaaf, Breedstraat.
25.7.41 10 tot 13 uur, Eindhoven, Huis
Maria, Kruisstraat 53.
25.7.4115 tot 19 uur, den Bosch, Prins
Hendrikkazerne.
26.7.4110 tot 18 uur, Groningen, Con-
certhuis, Poelestraat
26.7.419 tot 12 uur, Breda, restaurant
Modern.
22.7.4110 tot 18 uur, Zwolle, school
a d. Turfmarkt.
28.7.4110 tot 18 uur, Arnhem, Willems
kazerne.
29.7.41 10 tot 18
school lepenweg 13.
30.7.4110 tot 19 uur, den Haag, Konin
ginnegracht 22.
31.7.41 10 tot 18 uur, Rotterdam, Deut
sches Haus Volkspark.
De Rijkscommissaris heeft thans, bij
het voortzetten van de maatregelen, wel
ke in de afgeloopen weken tegen ver
scheidene politieke partijen zijn genomen,
ook een commissaris benoemd voor de
confessioneele vakvereenigingen. Hier
mede wordt ook een einde gemaakt aan
de verschillende houdingen welke deze
verkvereenigingen aannamen ten aanzien
van sociaal-economische kwesties, welke
verschillende houdingen voortkwamen
uit de verbindingen met confessioneele
kringen.
Verder zal de zorg voor de buiten
Nederland te werk gestelde arbeiders
vereenvoudigd en gecentraliseerd wor
den.
Door deze maatregelen worden getrof
fen het Roomsch-Katholiek Werklieden
verbond, het Christelijk Nationaal Vak
verbond, de hierbij aangesloten vakgroe
pen, alsmede de Diocesane Arbeiders
bonden.
Tot commissaris is benoemd de huidige
commissarisleider van het N.V.V., H. J
Woudenberg. Hij is in deze functie be
voegd de zaken van de besturen van de
genoemde bonden waar te nemen en bo
vendien alle organisatorische, personeele
en financieele maatregelen te treffen,
welke voortvloeien uit de werkzaam
heden van de bonden en welke noodig
zijn tot het vereenvoudigen, alsmede tot
het samengaan van de Nederlandsche
arbeidersbeweging.
De statuten van de genoemde bonden
zijn niet in tegenspraak met de maat
regelen van den commissaris.
De Rijkscommissaris heeft nadrukkelijk
bepaald, dat de rechten en aanspraken
van de leden van de vakbonden, voor
zoover deze van economischen aard zijn,
van kracht blijven.
maar ook
den samenhang
Wil men
hier spreken van „het Rijk”, het Groot-
Germaansche Rijk, mij is het goed, al
moet ik dan bij voorbaat waarschuwen
tegen de misvatting, dat „het rijk” een
imperium van tastbaren aard zal zijn,
naar den trant van het Romeinsche of
het Engelsche imperium. Het rijk, das
Reich, moet men veeleer zien en onder
gaan als een bindende, verplichtende
idee, een onverbrekelijke lotsverbonden
heid van allen, die deze gedachte als iets
groots en onaantastbaars in zich dragen
en behoeden. Wil men liever spreken
van een Germaanschen Statenbond, mij
is het ook goed, al gevoel ik mij dan
verplicht, er op te wijzen, dat de volle
nadruk op de verbondenheid dient te
vallen.
In dat groote geheel is, daarvan ben
ik overtuigd, plaats voor ons volk als
zelfstandig volk. Zijn staatkundigen
vorm kan dit volk zich op den duur
slechts zelf scheppen.
Een geschonken lappendeken van over
geleverde vormen kan nooit het passende
kleed van een levend lichaam zijn.
Zoo ligt onze innerlijke en onze uiter
lijke vrijheid in onze eigen hand. Wij
staan thans weer in een wereld vol be
weging en leven. Het Duitsche volk is
ons voorgegaan, het is vernieuwd her
rezen en heeft de teekenen des tijds vóór
ons verstaan. Aan den wand van de
kamer, waarin wij tot nu toe beklemd,
haast angstvallig en schijnbaar door de
wereldgeschiedenis vergeten, leefden, heeft
de oorlog ten laatste toch een harde
waarschuwing met vurige letters ge
schreven. Laat deze les niet ongelezen
wegdoven en laat ons met alle kracht,
moed en vertrouwen, welke in ons zijn,
daarnaar handelen.
Daartoe op te wekken is het voor
naamste doel van het Sociaal-economisch
Genootschap „Nederland en Europa”.
Rede van den heer H. C. van
Maasdijk over „de organi
satie van het Ned. bedrijfs
leven”
Hierna werd het woord gevoerd door
den heer H. C. van Maasdijk, die het wel alle aanwezigen in deze zaai,
onderwerp behandeldeDe organisatie het tijdsgewricht, dat wij beleven
kW™-.
■1
-■’/■Wesp-