Een
nieuw
voor
m
I
ZILVER AAN DE
SANDAWAKU
V-aanplakbiljet - Deensche vrijwilligers voor den strijd tegen het
bolsjewisme - Graanoogst te Staphorst - Bessenpluk in het Westland
o
i
a
w.
ij®
Ki
- 4
tsc
rï
1
I 1
V -*
jS
k"
9
e.
I
•HAAGSCHE COURANT Dinsdag 29 Juli 1941 TWEEDE BLAD
B
DE V BEHEERSCHT HOLLAND. Overal in Hol-
EEN ALS BOERENWONING GECAMOUFLEERDE SOVJET-BUNKER IN BESSARABIË.
(HoUand)
V-aanplakbiljet
(Orbis-Holland)
HET PLUKKEN VAN AALBESSEN IN HET WESTLAND. DE VRUCHTEN WORDEN IN GROOTE
^Polygoon)
HOEVEELHEDEN OP DE VEILINGEN GEBRACHT.
FEUILLETON
een groen verschoten overjas en als
(Nadruk verboden.)
den
Haaivisch-
37)
volgend reisdoel.
land verkondigen aanplakbiljetten de overwinning van
Duitschland voor Europa op alle fronten. Het nieuwste
(Stap/).
OP DE KNOOPPUNTEN VAN DEN DUITSCHEN OPMARSCH geeft een ontelbaar aantal richtingsborden
aanwijzingen voor het verkeer, waaruit de aankomende colonnes haar compagnieteeken gemakkelijk
weten te vinden. (Hoffmann)
vochten. En daar gaat de oude school
meester Knutsen, bijgenaamd: Nik
keltje. Hij draagt zomer en winter
naar
snelst
Het gen het vuur te laten branden.
.(.Wordt vervolgd^
DUITSCHE FLAK IN HET OOSTEN. Een zwaar Duitsch luchtafweer-geschut
wordt in stelling gebracht. Daarbij zijn vaak groote wegmoeilijkheden
te overwinnen.
PRODUCTIESLAG TE STAPHORST. Het graan is
rijp en de Staphorster bevolking beijvert zich met den
oogst. Rappe handen binden de aren. (Polygoon)
willie?
Een half uurtje, drie kwartier.
Nu volkomen gerustgesteld gaat hij
ten tweede male de tent binnen en ligt
weldra in diepen slaap.
Rustig, zonder storing, verstrijkt
de nacht. Vroeg in den ochtend zitten geraakt? Misschien wel een uur gele-
«Km».'
------
-
-** - -
->-ws
de oogen te zien; oogen, die uit het
zwart der wildernis star op hem zjjn
gericht. Hij grijpt zijn geweer, doch
op hetzelfde moment zijn de gloeien
de, groene punten verdwenen. Heeft
hij zich vergist?
Met ingehouden adem en voorover
geneigd hoofd blijft hij zitten luiste
ren. Zwijgend, donker ligt het oerwoud.
Nog drie weken, misschien nog vier
moeilijke weken. Zoolang zal de tocht
zuidwaarts duren. Dan is Wladiwos-
tok bereikt. En dan? Wat zal dan van
hem, Haaivischwillie, terecht komen?
En dan, plotseling, vliegt het hem
naar den keel, een schier onbedwing
baar verlangen, een razend heimwee
naar huis. Naar Denemarken,
Jutland. Hoe komt hij er het
heen? Zal hij in Wladiwostok monste
ren? Eigenlijk de beste methode.
Als lang vergeten sprookjes, zoo dui
ken de herinneringen op aan de plaat
sen, waar hij als kind heeft gespeeld.
Daar is de dorpsbron met den bronzen
leeuw, die twee meter water spuwde.
Daar, in het bosch achter het dorp,
daar zijn de holen en tenten, waar In
dianen en Bleekgezichten met houten
WO
VRIJKORPS „DENEMARKEN”. Het eerste
bataljon van het Deensche vrijwilligers-korps,
dat aan den gemeenschappelijken strijd van
Europa tegen het bolsjewisme deelneemt, kwam
in Duitschland aan. Met zijn commandant aan
het hoofd (achter de vlag) marcheert het naar
een kazerne. (Orbis-Holland)
DE „PORTEMONNAIE’’ VAN EEN BANK. Een in het Erasmus-huis te Rotter,
dam gevestigde bankinstelling laat diep in den grond een kluis bouwen.
De in aanbouw zijnde kluis. (Polygoon)
Een seconde later springt hij op en hinniken. Waar zijn de kameraden ge- die de laatste dorre takken van de boo-
hij Zondagsmorgens ter kerke gaat, gaat weer naar buiten. bleven? men breekt. De nevels trekken op en
Wat is er, Haaivischwillie? Hij roept. zjjn weldra geheel verdwenen. Het
Ik meen maar ik kan me ver- Stilte. j bruine en gele gebladerte, dat den
gist hebben ik meen, kort te voren Wit, ondoordringbaar, staat de wit-1 bodem bedekt, ritselt onder de voeten
een paar gloeiende punten te hebben te nevel voor hem. Hij kan geen der reizigers, ’s Avonds begint het te
gezien. Ginds, waar die oude eiken twee meter ver zien. Kanda blikt hem vriezen.
staan. Misschien was het een tijger, angstig aan. I De voorraad versch vleesch is bijna
Hoe lang geleden, Haaivisch- Niki! schreeuwt hij uit alle macht, geheel uitgeput. De laatste paar dagen,
Geen antwoord. toen de nevels als dichte sluiers op de
Haaivischwillie! aarde hingen, kregen de mannen geen
Zwijgen. eland, geen hert en zelfs geen wild
Graaf Rouca Gura haalt ongedul- hoen te zien. En nu het gebladerte on-
dig de schouders op. Waar zitten de der de voeten kraakt, zullen ze eerst
vrienden? Doch even belangrijk is de zeker geen stuk wild onder schot krij-
vraag: wanneer is hjj hen kwijt- gen.
Eindelijk is de Toedoewakoe bereikt
blijft hij voor het portaal net zoo lang
treuzelen, tot de burgemeester komt
en hjj geljjk met zjjn edelachtbare
kan binnenstappen. En daar... die
vrouw met het bleeke, magere gezicht
ze is weduwe en om haar half dozijn
kinderen behoorlijk naar school en
kerk te kunnen sturen, gaat ze van
Maandagmorgen tot Zaterdagavond
uit werken.
Maandag bij de vrouw van de nota
ris, Dinsdag bij den ontvanger, Woens
dag... Donderdag... 's avonds komt ze
doodmoe en afgetobd thuis en dan
moet ze nog haar eigen huishouding
doen... die vrouw...
Moeder, mompelt Haaivisch
willie.
Het vuur knettert; de vlammen dan
sen. Geen geluid verbreekt de stilte.
Een hand wordt op den schouder van
Haaivischwillie gelegd. Hjj kijkt ver
schrikt om. Rouca Gura staat voor
hem. Haaivischwillie heeft hem niet
gehoord; zijn wacht jp om.
Niets bijzonders?
Neen.
sabels een strijd op leven en dood uiU, Wel te rusten, Haaivischwillie.
Goeden nacht, graaf.
Haaivischwillie kruipt in de tent en
strekt zich behaaglijk uit.
..O
Rouca Gura en Niki Gornenburg
kruipen in de tent. Haaivischwillie
werpt een paar blokken op het vuur.
De vlammen laaien hoog op en ver
lichten de gansche omgeving.
Een der paarden begint te hinniken.
Haaivischwillie kijkt op. Doch de die
ren staan rustig, met hangende kop
pen; ze slapen.
Zware stilte daalt over het aardrjjk.
Slechts de wind fluistert in de takken
der dennen; heel ver klinkt het rui-
schen, dat zomer en winter door de tai
ga gaat; een ruischen, dat het doode
zwijgen der wildernis nog tastbaar
der maakt.
De vlammen van het kampvuur
krimpen. Geen nood, een flinke voor
raad blokken ligt gereed. Eensklaps
meent Haaivischwillie bij het flikke
ren van den lichtschijn twee gloeien
de vrienden aan het ontbijt. De paar- ^en. Wie weet, waar de vrienden op en wordt een rust van drie dagen ge-
den worden verzorgd en nu trekken ze >t 00genblik zitten. houden. Menschen en dieren moeten
-- -- ------ Hij roept en schreeuwt en brult, zich herstellen van de doorgestane ver-
-
weer verder door het onbekende oer- j2Z JL
woud, naar de Toedoewakoe, hun eerst- doch krijgt geen antwoord. Ten einde moeienissen. En gelijktijdig moet men
volgend reisdoel. raad, grijpt hij zijn buks en vuurt drie er aan denken den voorraad versch
Dichte nevels zweven door de taiga, maal in de lucht. Kanda begint onrus- vleesch aan te vullen.
Vaak gebeurt het, dat de kleine kara- tig te steigeren. Maar nu... gelukkig... I Aan den oever van de vrij smalle,
vaan geheel en al door dien witten eindelijk... door den dichten nevel doch snel stroomende rivier wordt de
sluier is ingehuld. Dan moeten ze klinken drie doffe schoten. De vrien- tent opgeslagen. In de onmiddellijke
elkaar voortdurend toeroepen om niet den hebben geantwoord. Maar het, nabijheid vinden de paarden meer dan
gescheiden te worden. duurt nog ruim drie uur vóór ze bij voldoende gelegenheid om te grazen.
Door een of andere oorzaak wordt elkaar zijn. Haaivischwillie grijpt bijl en zaag en
de onderlinge verbinding verbroken. Op den vierden dag van hun tocht gaat hout kappen. Ze moeten vol-
Graaf Rouca Gura staat plotseling naar het zuiden maken ze kennis met doende hebben om gedurende drie da-
alleen met een der pakpaarden, den de eerste ernstige winterbeden.
hengst Kanda, die onrustig begint te begint met een snijdend kouden wind,;
A i'4<
IW
J
.'.q. q X -4^*. 51
t
B e
II
a j r
ik
Ski? V
.w
v'
>z:
I
WW’.
;S'
ES
s T
x
X,
- J A
-<. ’’-w 4
:-w
W
'’W
au
WW?-
- ,8
i -
ff -.jr