Een buitgemaakt Sovjet-vaandel - Bekende Rozendaal-Vreugde over de overwinning ZILVER AAN DE SANDAWAKU s*. IE i Oberst Mölders bij den Führer bezienswaardigheid in het park van o V kaJ teas! Es O o* ■4 WW'SI a W wwS jl Kr wbwyj iKII i i I IB BS? r i |||S Sp gPFr” RH I wï Ik sHAXGSCHE COURANT Woensdag 30 Mi 1941 TWEEDE BEAD DOOR DUITSCHE TROEPEN BIJ DEN STORMAANVAL OP PLESK AU BUITGEMAAKT SOVJET-VAANDEL. (Holland) DE HEVIGE GEVECHTEN OM TOBROEK. INFANTERIE-GESCHUT VAN HET DUITSCHE AFRIKA- UI. DE UIEN WORDEN GESORTEERD. (Holland) KORPS BIJ DE BESCHIETING VAN ENGELSCHE STELLINGEN. DE NEDERLANDERS BRENGEN HUN VACANTIE IN EIGEN LAND DOOR en de toeristencentra verheugen FEUILLETON (Nadruk verboden) l S <S) Doch Niki Gornenburg heeft Harry alleen laten vertrekken; hij was te lui om mee te gaan. En daarover heeft hij nu spijt. Om zijn schuld zooveel moge lijk goed te maken, zoekt hij hengels en snoeren bij elkaar om te gaan vis- schen. Misschien hebben de zalmen en forellen vandaag meer trek om aan het aas te bijten dan den vorigen keer. Welgemoed trekt hij naar de rivier. Hij heeft geluk. Als hij tegen den middag terugkomt, kan hij Haaivisch- willie, die voor kok speelt, een net met een half dozijn forellen overhandigen; er is een prachtbeest bij van ruim twee pond. Weldra verschijnt ook graaf Rouca Gura. Nog vóór hij de tent binnen is, ziet Niki Gornenburg, dat zijn vriend iets bijzonders te vertellen heeft. Dat het echter niet veel goeds kan zijn, blijkt uit de bezorgde uitdrukking op het gelaat van den graaf. En zoo is hetRouca Gura heeft niet ver van het kamp een aantal tijgerspo- ren gevonden. Een aantal? vraagt Niki verwon derd. Rouca Gura knikt. Volgens ruwe schatting moeten er minstens vijf of zes dieren zijn, Niki. Zeer waarschijnlijk werden ze gister avond door den schijn van het kamp vuur weerhouden om zich op de paar- zich meer dan ooit in een groote belangstelling. Zoo maken duizenden thans kennis met de beroemde „bedriegertjes” in het park van Rozendaal bij Arnhem. (Polygoon) i. Een half uur staat hij daar, spie dend in alle richtingen. En nu: een nauw hoorbaar ritselen in de lucht. Het begint te sneeuwen. Eerst met dunne, lichte vlokjes, dan dichter en dichter, tot ze den jager het uitzicht belemmeren. En nu daalt reeds de avond. De kans om vandaag nog een stuk wild onder schot te krijgen, is zoo goed als ver keken. Graaf Rouca Gura keert terug naar het kamp. Voor de tent brandt en knappert een geweldig vuur; Haaivischwillie heeft zijn best gedaan. Het landschap is inmiddels geheel veranderd en schijnt een met poedersuiker bestrooid meesterwerk van een taartenbakker. Slechts de rivier snelt zwart glinste rend door het smettelooze wit. De nacht verstrijkt in drukkende stilte. De vreedzame rust der laatste dagen is verdwenen. Menschen en die ren hebben het gevoel, alsof een zwaar onheil hen bedreigt. Doch dien nacht gebeurt er nog niets bijzonders. De sneeuw valt zonder ophouden en wanneer de dag aanbreekt, ligt de wit te massa dertig centimeter hoog op- het landschap, dat bedolven schijnt on der een onmetelijke lijkwade. Doch zoodra de zon doorbreekt is al les veranderd. Alsof het aardrijk be- tooverd is. Fonkelend en stralend ligt i J.., ZEGEVIEREND MARCHEEREN DE DUIT SCHE TROEPEN IN HET OOSTEN. Hoera de laatste vijandelijke pantserwagen slaat op de vlucht, nadat alle andere vernield waren. In spontaan gejuich slaan de soldaten de armen omhoog. Zij hebben een schitterende overwinning behaald. (Orbis-Holland) den te werpen. Je begrijpt dus wel, dat in dit geval al het andere wild, elanden, herten en wilde bokken, zich schuw terugtrekt. Weliswaar heb ik het spoor van een hert gevonden, maar dat was al zoo oud, dat aan een ver volging niet te denken viel. Wat ben je nu van plan? Rouca Gura dacht even na. Na het middageten zal ik nog eens mijn geluk beproeven, Niki. Maar dan ga ik met je mee, laat Niki er terstond op volgen. Als het tot een ontmoeting met de tijgers komt, dan mag je niet alleen zijn. Rouca Gura heeft geen bezwaar. In orde, Niki. Inmiddels kan Haaivischwillie op de paarden letten. Want nu, zoolang het dag is, schrik ken de tijgers niet terug voor het vuur. Dus: dubbel op je hoede zijn! Je buks voortdurend in de hand en ieder oogen- blik schietvaardig. Graaf Rouca Gura spreekt op zoo emstigen toon, dat Haaivischwillie hem verwonderd aanziet. Wat? Zou hij bang zijn voor tijgers? Nadat hij aan de Sandachesa zoo’n monster beest heeft ontmoet en het dier angstig op de vlucht is gegaan? Hoe het echter ook zijde woorden van den graaf heb ben voldoenden indruk op hem ge maakt en als beide vrienden het kamp verlaten, neemt hij zijn buks on- het witte landschap in de gouden koes tering der dagvorstinne. De schoonheid der aarde drukt haar stempel op de gezichten der drie reizi gers. Haaivischwillie, die gisteren nog zoo somber en donker voor zich uit keek, lijkt nu een dartel spelende schooljongen. Hij pakt Niki Gornen burg om het middel en zwaait hem rond alsof het een klein kind was. In derdaad: Niki mag nog zoo flink zijn, tegen den reusachtigen Haaivischwil lie is hij niet opgewassen. Nauwe lijks is Niki vrij en een beetje op adem gekómen, of hij springt op Haaivisch- willie toe en trekt hem met het hoofd in de sneeuw. Ze stompen elkaar, wrij ven elkaar in, vechten als jonge hon den en komen uitgelaten terug in de tent. Maar dan, als ze plaats nemen aan :het ontbijt en de thee dampend voor hen staat, wordt Niki Gornen burg geplaagd door wroeging. Graaf Rouca Gura is al twee uur geleden ver trokken om een stuk wild te schieten; de dikke sneeuwlaag, die de aarde be dekt, dempt het geluid van eiken voet stap, zoodat de dieren niet opgeschrikt worden. Bovendien is hun spoor in de versch gevallen sneeuw zoo gemakke lijk te vinden als een plaatje in een kinderboek. Prachtiger gelegenheid bestaat er voor een jager niet. M TOL. r HET RIJPE KOREN. De aren buigen zich onder het scherpe mes van de maaimachine ter aarde. De kracht van het paard en de vakkennis van den boer verrichten het groote werk van den korenoogst. (Het Zuiden) TE NIBBIXWOUD IS MEN DRUK BEZIG MET DEN OOGST VAN DE ZGN. SJALOTTEN, EEN SOORT VROEGE Polygoon-Kuiper) 38) Graaf Rouca Gura dwaalt door het oerwoud. Niki beweert, dat het nu, waar bladeren en twijgen van vorst kraken, onzin is om op jacht te gaan; het wild zal den jager op minstens hon derd meter afstand hooren en bijtijds vluchten. Hij heeft dus zijn hengels gegrepen en een goed plaatsje aan de rivier gezocht. Urenlang zit hij naar de watervlakte te turen, hopende, een forel of zalm aan den haak te slaan. Doch alle moeite en verwachtingen zijn vergeefsch. En misnoegd over het resultaat, keert hij laat in den mid dag terug naar het kamp. Graaf Rouca Gura heeft weinig ge luk. Den geheelen voormiddag heeft hij door het woud gezworven en eerst tegen drie uur een open plek gevonden van wellicht vijf honderd meter leng te. Hier is de eenige plaats waar hij zijn geluk kan beproeven. w DE SUCCESRIJKSTE DUITSCHE JACHTVLIEGER BIJ DEN FÜHRER. De Führer en Opperste Bevelhebber der Weermacht ontving in tegen woordigheid van den Opperbevelhebber van het Luchtwapen, Rijksmaar- schalk Goring, den succesrijksten Duitschen jachtvlieger, Oberst Mol ders, en overhandigde hem het hem na zijn 101e luchtoverwinning verleende eikenloof met de zwaarden en briljanten behoorende bij het Ridderkruis van het Ijzeren Kruis. De Führer in gesprek met Oberst Mölders, naast den Führer Rijksmaarschalk Göring en Generaalveldmaarschalk Keitel. (Hoffmann) - der den arm en begint voor de tent op en neer te loopen.’ Graaf Rouca Gura voert zijn vriend naar de open plek in het woud, waar hij den vorigen dag op den uitkijk heeft gestaan. De omgeving schijnt uitgestorven: geen geluid is te hoo ren. Roerloos staan de ontbladerde ahornen, eiken en berken tegen het blauw des hemels; van de takken dwarrelt af en toe een wolk van door zichtige poedersneeuw. Op den grond zijn honderden sporen te zien; eek hoorntjes, hazen en herten. En iets verderop vinden ze het spoor van den tijger. De afdrukken der machtige klauwen zijn tot in de details in de versch gevallen sneeuw zichtbaar. Geen geluid; geen beweging. De bar re winter schijnt al het leven gedood te hebben. Waar is Niki’s uitgelaten heid van eenige uren te voren geble ven? ’s Morgens, toen hij met Haai- vischwillie in de sneeuw stoeide, had hij het gevoel, alsof plotseling alles veel gemakkelijker was gewordenals of ze een lichte, vroolijke toekomst tegemoet snelden. En nu? De natuur schijnt juist het tegendeel te beweren. Drie uur staan de jagers onbeweeg lijk op de loer. Geen van beiden spreekt een woord. Als de schemer be gint te vallen, moeten ze terug naar het kamp. (Wordt vervolgd.) k Uil 1 wil! O F ‘V-SM/ -x’ S l j V X--. w - F c“' i wBw*' ''LAW1’ 'j HF”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5