ZILVER AAN DE SANDAWAKU De opening van de tentoonstelling van ,,Westfaalsch-Nederrijnsche Kunst” - De Holland-Week-Geneeskundige verzorging van bolsjewistische gevangenen o I ^41 Mms k.. 'WR M J Si o b 4 'Aug. 1941 TWEEDE BLAD FEUILLETON HAAGSCITE COURANT Maandag F I» X - -A#/; LX - (Holland) nu in een stem '(Slot volgtjj klein dal, opgeslagen. ZOO BEHANDELT DUITSCHLAND ZIJN GEVAN-' GENEN Een Duitsche officier van gezondheid verbindt een bolsjewistischen gevangene. Atlantic-Holland (Nadruk verboden.) BIJ DE SOLDATEN VAN HET DUITSCHE AFRIK A-CORPS. Met wapperende hakenkruis-vlag rolt deze buit gemaakte Engelsche tank doot de woestijn. Links ernaast een andere buiten gevecht gestelde pantservechtwagen. ZATERDAGMIDDAG WERD ONDER ZEER GROOTE BELANGSTELLING in lj$t Rijksmuseum te Amster dam de tentoonstelling „WestfaalschNederrijnsche Kunst” door den Rijkscommissaris-Rijksminister Dr. Seyss-Inquart geopend. Dr. Seyss-Inquart tijdens zijn openingsrede. (Polygoon-Noske) lacht en valt weer in zwijm. Gelijk de vleugels van een vleer muis, aldus slaat het losgeraakte tentzeil heen en weer. Wordt de schade niet gauw verholpen, dan ligt de tent binnen vijf minuten plat. Rouca Gura blikt radeloos om zich heen. Haaivischwillie heeft zich on der een stapel vellen en dekens be graven en schijnt niet te weten, wat hen boven het hoofd hangt. Deson danks moet het tentzeil weer worden yastgemaakt. Rouca Gura klemt de tanden stijf op elkaar en kruipt naar buiten. Als een gloeiend stuk ijzer springt de wind hem in ’t gelaat. Hij tuimelt, valt en kruipt op handen en voeten verder. Waar is het losgeraakte eind touw? Hij heeft geen gevoel meer in de handen; de vingers zijn bevroren. Na een tijd, welke een eeuwigheid lijkt, heeft hij het eind touw gevon den en daar zijn handen de kracht missen, om het in de ploks op den bodem vast te binden, trekt hij het met de tanden voort, tot hij in de tent is. Eén vlugge beweging en hij staat met beide voeten op het eind touw. Zoo; nu kan het ding niet meer weg waaien. 42) Ondanks het grootere vuur gelukt het geen der vrienden, goed warm te worden. De koude sluipt de tent bin nen en zelfs de dierenvellen kunnen de mannen niet beschermen tegen de plotseling in hevigheid toenemende koude. Het eenige, wat ze kunnen doen, is: een deken om de schouders slaan en bij het vuur kruipen. Rouca Gura begint zich nu ernstig ongerust te maken. Hij, die reeds eenige Siberische winters heeft mee gemaakt, is ervan overtuigd, dat de temperatuur minstens vijf en dertig graden onder nul bedraagt. Veertig graden onder nul kan een mensch best verdragen, d.w.z., indien hij er behoorlijk naar gekleed is. In Ja- koetsch, waar de atmosfeer zuiver en droog is, heeft hij wekenlang een temperatuur van acht en veertig graden onder nul meegemaakt. Doch hier is de zaak niet zoo een- Voudig: geen van hen heeft Siberi- HET EERSTE WERK VAN DEN NEDERLANDSCHEN VOLKSDIENST. Zaterdagavond vertrok een groot aantal kinderen naar Utrecht en omstreken, waar zij op verschillende punten ondergebracht zijn en een prettigen vacantietijd zullen hebben. Het vertrek van het S.S.-station Den Haag. (Schimmelpenningh-Smit) aldus springt de ijzige wind hen te gemoet. Ze behoeven niet ver te loo- pen. Niki Gornenburg ligt drie meter achter de tent, onbeweeglijk en be wusteloos. Bloed gutst hem uit een gapende hoofdwonde langs de wan gen, doch overigens schijnt hij niet ernstig gedeerd. De orkaan woedt nu met volle kracht. Doch de beruchte boeran, de alles vernielende Siberische sneeuw storm is het niet. Rouca Gura loopt voortdurend heen en weer. Niet gaan liggen; vooral niet gaan slapen. Dan is niet alleen hij, maar zijn ze ook alle drie ver loren. Hij blijft bij zijn gewonden makker staan en roept hem bij den naam. Niki! Het is als een kreet van een wan hopige. Niki! Niki! De storm loeit zonder ophouden en jaagt een ontzettende koude in de tent. Een der hoektouwen raakt los; het tentzeil begint te fladderen. Niki! Eerst nu opent Niki de oogen. Op zijn blauw-glazige wangen verschijnt iets, dat aan een glimlach doet den ken. Hij fluistert iets. Rouca Gura bukt. Niki, zeg toch wat! Ja, mama, fluistert Niki, glim- DE TWEEDE DAG VAN DE HOLLAND-WEEK 1941. De nationale zeilwedstrijden op den Westeinder Plas. He 12 m2 Sharoie-klasse drijft over de olassen tijdens de windstilte van Zondo- -°olvaoon-v. Bils?” gebeurt. Een regen van vonken en vuur daalt op hem neer; een paar onweerstaanbare armen pakken hem beet. Wat? Is hij in het kampvuur ge vallen? Vanwaar komt die afschuwe lijke fluittoon, welke zijn ooren en hersens foltert? En nu merkt hij: de handen, welke hem hebben beetgepakt, laten hem niet los. Vooruit, in de tent! brult stem vlak bij zijn oor. Hij weet echter niet, of het de van Gornenburg of van den graaf is. Waar is de tent? Hij wordt geduwd en gestooten en valt eindelijk neer op den glasharden grond. Hij is in de tent. Graaf Harry staat voor hem, met de electrische lantaarn in de hand. Alle pakken en kisten liggen overhoop. De orkaan is losgebroken. Waar is Niki? schreeuwt de graaf. Haaivischwillie kijkt rond: buiten hem en Rouca Gura is er nie mand in de tent. Kom mee! brult Harry, doch het geloei van den storm is zoo hevig, dat Haaivischwillie hem niet ver staat. Hij ziet echter, dat de graaf met de lantaarn in de hand uit de tent kruipt en dus volgt hij. Gelijk een massa gloeiende dolken, LITHAUSCHE MILITAIREN ZORGEN IN WILNA VOOR ORDE. De Lithausche stad Wilna werd door de Sovjets zoo snel ontruimd, dat zij bijna on beschadigd gebleven is. Het verkeer is weer geheel normaal. Twee ordesoldaten op het plein voor de kathedraal van Wilna 'Holland) Haaivischwillie loopt reeds met een bijl in de hand naar het berken- boschje en weldra klinken de harde slagen door de stilte van het woud. De graaf helpt hem uit alle macht en binnen het uur hebben ze voldoen den voorraad voor den nacht. Inmiddels heeft Niki thee gezet. Ondanks hun honger kan nog geen der drie vrienden eten; het vleesch is stijf bevroren en moet eerst in ko kend water worden geweekt. Na het avondmaal blijven ze in de tent heen en weer loopen. Nu liggen gaan en slapen zou een wissen dood beteekenen; blijft hun bloed niet voortdurend in beweging, dan zijn ze binnen enkele uren een lijk. Tegen tien uur ’s avonds klinkt in de verte een vreemd geluid. Het is als een langgerekte, zingende en flui tende toon, welke het geheele dal vult. Haaivischwillie, die tegenover de vrienden aan het vuur zit, staat op om te luisteren. Het vreemde geluid wordt sterker en is tenslotte een oor- verdoovend suizen. Haaivischwillie keert zich om; hij wil den vrienden iets toeroepen, doch kan geen woord zeggen. Want juist op het moment, dat hij den mond opent, wordt hij door een reuzenvuist beetgepakt. Een geweldige slag smakt hem tegen den grond. Hij weet niet, wat er met hem sche winterkleeding bij zich. En gaat het niet weldra sneeuwen, dan zal de lichte tent hen evenmin tegen de koude kunnen beschutten. De volgende dag brengt niet veel verandering. De hemel blijft strak en onbewogen; geen windje is er aan de lucht en de koude neemt toe. ’s Avonds is de koude zoo nijpend, dat de vrienden snel hun thee moe ten drinken: binnen twee minuten zou de kokende drank in een ijsklomp veranderd zijn. Om drie uur ’s middags bereiken ze een klein dal, waarin de tent wordt opgeslagen. Gornenburg en Rouca Gura hebben het laatste half uur voortdurend naar den hemel ge keken en weten nu, wat hun te wachten staat; vóór middernacht zit ten ze in een sneeuwstorm. Haaivischwillie, schreeuwt de graaf, de tent stevig verankeren! Iedere knoop nazien en waar het mo gelijk is, dubbel binden! Nil i Gornenburg en Rouca Gura pakken de twee kleinere tenten en spreiden de zeilen over de groote tent uit. Ofschoon tegen een Siberischen sneeuwstorm weinig dingen bestand zijn zelfs geen baksteenen huizen zijn ze verplicht, zooveel mogelijk voorzorgsmaatregelen te treffen. Vooruit, Haaivischwillie; hout hakken. Hoog tijd! AAN HET ROEMEENSCHE FRONT IN HET OOSTEN. Duitsche infanteristen hebben met Roemeensche kameraden aan het Bessarabische front een vijandelijk onderkomen ontdekt. „Er uit komen Doch het bevel blijft onbeantwoord. (Holland) X 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 5