HAAGSCHE COURANT VACANTIE V De bijeenkomst van het N.V.V. te Amsterdam Zaterdag 9 Augustus 1941. IN EN OM DEN HAAG BINNENLAND i Nederland moet kermis vieren voor Nederland Giften Van groote beteekenis arbeidend VIERDE BLAD De W.A. Uitvoering Ongevallenverzekering brandweer van het Journalisten* besluit Departement van Volksvoorlichting en Kunsten steunt oud-vaderlandsch volksvermaak aan het en de strijd Oostfront De lichamelijke opvoeding en het onderwijs Verbod van den verkoop van vleesch en vleeschwaren op Maandag en Dinsdag Bijzondere credietgeving aan hotel- en pensionbedrijven van de voor de Ambulance Oostfront No. 17949 OF QP DE "PLAS EN AVONDS 't zTJOALS AtTTO CfAAT'ZÜIVER OM ÜE SWTTT ook i i OP DE TRELK Jaarverslag van het Rijkscollege voor do lichamelijke opvoeding steeds menig ■&MQBÜENS IN DE POLDER DE JACER HEEFT Z'JH GEWEER TERuq EN BELEEFT WEER HEERL'VK.t DAGEN- paalde worden duid met den naam „publicist”. lisme steunt en die iedere volksgenoot overeenkomstig zijn economische kracht tot de middelen laat bijdragen, is zonder twijfel ook de toekomstgedachte voor het Nederlandsche volk”. Dit was niet de eenige passage, waarin de commissaris van het N.V.V. zich richtte tot het Nederlandsche volk. Vooral in het eerste deel wendde hij zich tot hen, toen hij de plaats besprak, welke het N.V.V. bekleedt in de Nederlandsche ge meenschap. „Het N.V.V. is geen mantelorganiatie van eenige politieke beweging. Zijn eenige ideëele ondergrond is het verlan gen van arbeiders, die, hoe wij ons de toekomst ook denken, in elke nieuwe or dening een noodzakelijkheid zal zijn” M.a.w., ter handhaving van de bestaande en ter verkrijging van nieuwe rechten moeten alle arbeiders schouder aan schou der staan, welke hun levenshouding ook is en welke confessioneele richting zij ook zijn toegedaan, aangezien deze organisa tie uitsluitend op sociaal-economisch ter rein werkt. „Het is duidelijk, dat er voor de arbeiders maar één mogelijkheid be staat om zich in hun volle waarde te doen gelden, dw.z. een rechtvaardige plaats in het volk te verkrijgen. Deze mogelijkheid is een sterke en hechte organisatie, ongeacht politiek inzicht of religieuze overtuiging”, aldus spr. De aangekondigde sociale verbeterin gen hebben in de eerste plaats ten doel het den economisch-zwakste mogelijk te maken bij ziekte, invaliditeit of ouderdom het hoofd boven water te houden, hetgeen vooral in een tijd als dezen ongetwijfeld door iederen weldenkenden Nederlander toegejuicht zal worden. Voor hen is im mers „de strijd om het bestaan” thans dubbel moeilijk geworden. Wij willen besluiten met de woorden, welke drs. Goedhuys, ondervoorzitter van het Verbond van Nederlandsche journa listen sprak voor den aanvang van de bijeenkomst tot de aanwezige Nederland sche journalisten: „Wie den arbeid raakt, raakt de produc tiemogelijkheden en de levensmogelijk heden van het geheele volk. Er is geen andere maatschappelijke kracht denkbaar die ons beter dan deze in staat stelt om aan de moeilijkheden van dezen tijd het hoofd te bieden en om ons in stand te houden. Daarom is deze bijeenkomst van de allergrootste beteekenis. Gisteren heeft het N.V.V. in Krasna- polsky te Amsterdam een bijeenkomst gehouden, waarop de heer H. J. Wouden berg, commissaris van het N.V.V. een groote rede heeft gehouden, welke wij in ons blad van gisteravond hebben weerge geven. Tot de aanwezigen behoorden de hooge functionnarissen en districtsbestuurders van het N.V.V. en de voorzitters van de vakbonden. Zij vertegenwoordigden een belangrijk deel van de in georganiseerd verband werkende Nederlanders. De woorden van den heer Woudenberg wa ren echter voor een veel grooter publiek bestemd, n.l. voor de geheele arbeidende Nederlandsche bevolking, zoowel het ge organiseerde als het niet georganiseerde deel dus. Immers de heer Woudenberg de tijden zijn zwaar en er zijn kermis exploitanten, die omdat zij deze prijzen niet langer konden betalen, afstand deden van hun wagen en hun bedrijf, liever dan gedwongen te verblijven in een woon wagenkamp U ziet”, zoo besloot de heer Robbé zijn betoog, „er zijn vele moeilijk heden, maar wij geven den moed niet op en hopen, dat het Nederlandsch kermis vermaak met den steun van het departe ment een nieuwen tijd tegemoet zal gaan.” Uitzonderingsgevallen Het Rijksbureau voor de Voedselvoor ziening in oorlogstijd vestigt er nogmaals de aandacht op, dat het verbod betreffen de verkoop en aflevering van vleesch en vleeschwaren op Maandag en Dinsdag, niet geldt voor 1. Leveringen aan de Duitsche Weer macht op Bezugscheine en Weermachts- marken. 2. Ziekenhuizen e.d., instellingen en zieken, voor zoover aan deze instellingen en personen wordt geleverd of verkocht, op voor zieken beschikbaar gestelde rant- soenbonnen vleesch. Deze rantsoenbonnen vleesch worden alleen verstrekt op dok tersverklaring. Het lager onderwijs Gewezen wordt op de groote waarde van de invoering van het vak lichame lijke oefening bij het lager onderwijs met ingang van 1 Januari 1941. Echter ver heelt het college zich niet, dat de daad werkelijke invoering op de lagere scho len talrijke moeilijkheden met zich brengt. Wil de maatregel niet slechts van formeelen aard zijn, dan moet de practi- sche uitvoering mogelijk worden gemaakt. Aangezien niet elke school de beschik king heeft over een goed geoutileerd gymnastieklokaal en een, aan de daartoe gestelde eischen voldoend, spottveld be pleit het rapport. Het gemeenschappelijk gebruiken door verschillende scholen van eenzelfde gymnastieklokaal en eenzelfde sportterrein, dat, hetzij in vele plaatsen wel aanwezig is, hetzij daarvoor in orde kan worden gemaakt. De daaraan verbon den kosten behoeven geen overwegend bezwaar te vormen. Een af glijden van de lichamelijke op voeding naar loutere sport- en spelbe- oefening acht het college fataal. Het aan- kweeken tot persoonlijke top-prestaties, hoezeer ook in bepaalde gevallen toe te juichen, mag niet zijn een" overheidsbe drijf. Een instelling der lichamelijke op voeding in die richting zou bovendien de lichamelijk minder goed gepredisponeer de jeugdigen in physieken en psychischen zin schaden. Een goede leiding is in dezen van het grootste belang en daarom wordt met blijdschap melding gemaakt van de instelling eener Rijksinspectie door be noeming van den heer R. Ijzer tot hoofd inspecteur en van de heeren A. A. Lam berts, Th. J. H. van ’t Lam en P. J. Rippe tot inspecteurs. In bepaalde streken helpt de Overheid om acute moeilijkheden te overwinnen Vanzelfsprekend gaat de oorlogstoe stand ook het hotel- en pensionbedrijf in ons land niet onopgemerkt voorbij. De moeilijkheden, welke hier overwonnen moeten worden, zijn vele en velerlei. Er zijn echter in ons land bepaalde streken, welke in dit opzicht wel in een zeer uit zonderlijke positie verkeeren. Wanneer men eens een bezoek brengt aan ge meenten als Valkenburg, Ubbergen (Beek) en Groesbeek, zal men den uiterst moei lijken toestand, waarin het hotel- en pensionbedrijf in die gemeenten verkeert, kunnen constateeren. De oorlogstoestand heeft zich hier meer dan elders doen gevoelen en daarbij komt nog de excen trische ligging, gepaard met de verkeers moeilijkheden. Het is dan ook geen won der, dat in deze streken na de oorlogs dagen practisch geen vreemdelingenver keer heeft plaats gehad. Deze toestand heeft op genoemde plaatsen, welker wel stand in bijzondere mate van een bloeiend vreemdelingenverkeer afhankelijk is, wel sterk zijn stempel gedrukt. Het Rijksbureau voor het hotel-, café-, restaurant- en pensionbedrijf heeft ter plaatse een onderzoek ingesteld en bij deze enquête bleek, dat inderdaad de toe stand voor de meeste der hotel- en pen- sionbedrijven verre van rooskleurig was. De acute moeilijkheden waren hoofdzake lijk toe te schrijven aan het slechte sei zoen in de jaren 1939 en 1940. Als gevolg hiervan moest veelal een zeer onvoldoen de bezetting van de voor logeergasten bestemde ruimten worden geconstateerd. Een en ander gaf aan het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart aanleiding na te gaan, of hulp aan deze bedrijven mogelijk was en, zoo ja, op welke wijze deze zou moeten worden gegeven. Aan de hand van de uitkomsten der enquête van het Rijksbureau voor het hotel-, café-, restaurant- en pension bedrijf werd daarop, in overleg met het departement van Financiën, een steun regeling ontworpen, welke beoogde de bedoelde bedrijven door middel van cre- dieten door de grootste moeilijkheden heen te helpen. Hierbij werd tevens overwogen, dat juist deze gemeenten een overwegend belang hebben bij de in standhouding van een behoorlijk func- tionneerend hotel- en pensionbedrijf. Richtlijnen vastgesteld Voor dezen bijzonderen credietvorm werden richtlijnen vastgesteld, waarom trent het volgende kan worden medege deeld. Voor steun in den vorm van cre- dieten zullen in aanmerking komen be staande bedrijven, welke geacht kunnen worden in de toekomst levensvatbaarheid te zullen hebben, doch die tengevolge van het door de huidige omstandigheden beperkte bezoek in liquiditeitsmoeilijk- heden zijn komen te verkeeren. Eet be drag en de voorwaarden van het crediet worden van geval tot geval vastgesteld. Het te verstrekken crediet zal uitsluitend kunnen dienen voor de betaling van be drijfsschulden, voorbereidingskosten voor het eerstkomende seizoen, vaste lasten en in dringende gevallen ook voor levens onderhoud. De credietverleening zal een zakelijk karakter dragen. De rente zal als regel 5 pCt. bedragen, terwijl de af lossing binnen vijf jaar zal moeten plaats vinden. Zooveel mogelijk zal naar het verkrijgen van persoonlijke of zake lijke zekerheid worden gestreefd. Ten aanzien van de practische uitvoe ring werd overgegaan tot de instelling van een plaatselijke commissie. Op deze wijze werd bereikt, dat bij de behande ling der aanvragen het locale inzicht ten volle tot zijn recht zou komen. Het werd noodzakelijk geacht om, al vorens een dergelijke regeling te Valken burg ten uitvoer te brengen, zoo moge lijk een einde te maken aan de aldaar bestaande ongezonde onderlinge concur rentie der hotel- en pensionbedrijven, welke o.m. een voortdurende daling der in rekening gebrachte prijzen ten ge volge had. Besprekingen terzake met den burgemeester van Valkenburg leidden tot een voorstel van B. en W. aan den raad tot het vaststellen eener verordening, waarbij het aan niet-ingeschrevenen bij het Rijksbureau voor het hotel-, café-, restaurant- en pensionbedrijf werd ver boden in de gemeente Valkenburg tegen betaling logies en/of maaltijden te ver strekken, tenzij B. en W. onder bepaalde voorwaarden schriftelijke ontheffing van dit verbod zouden hebben verleend. Deze verordening werd door den gemeenteraad in zijn vergadering van 6 Juni j.l. vast- Verschenen is het jaarverslag over 1940 van het Rijkscollege voor de lichamelijke opvoeding. Wij ontleenen het volgende hieraan: Tot heden geschieden de lichamelijke oefeningen aan de nstellingen voor hoo- ger onderwijs uitsluitend In sportclubs op verschillend gebied; van een systemati sche oefening is geen sprake. Een der oorzaken hiervan is, dat er geenerlei ver plichting op dit gebied bestaat. Hoewel het Rijkscollege zich niet ontveinst, dat aan invoering van een verplichting der lichamelijke oefening op de universitei- ten en hoogescholen velerlei bezwaren verbonden zijn, meent het, dat deze be zwaren niet onoverkomelijk zijn en dat hier, mede een volksbelang gemoeid is. Mede tengevolge van de tijdsomstandigheden heeft deze zaak haar beslag nog niet ge kregen, doch binnenkort zal deze aange legenheid opnieuw bij de daarvoor in aanmerking komende overheidsinstantie ter sprake worden gebracht. Reeds meermalen is gewezen op de noodzakelijkheid van invoering van een leerplan voor de lichamelijke opvoeding bij het voorbereidend hooger (gymna siaal) en middelbaar onderwijs. Tot he den is aan de invoering hiervan echter geen gevolg gegeven. Opnieuw heeft het Rijkscollege zich daarom tot de overheid gewend met het veftoek de invoering van het leerplan te willen bevorderen. Het be lang hiervan treedt in den tegenwoordi- gen tijd wel zeer sterk op den voorgrond. Tevens werd verzocht er bij de directeu ren der rijks middelbare scholen op aan te dringen de lesroosters zoodanig in te deelen, dat het vak lichamelijke oefening volledig tot zijn recht komt. Ook is op nieuw aangedrongen op een deskundig toezicht op de lichamelijke opvoeding bij het middelbaar onderwijs. Het college acht het onjuist, dat de inspecteurs van het gymnasiaal en middelbaar onderwijs, die thans met dit toezicht zijn belast, deze taak in de toekomst, bij hun toch reeds omvangrijken arbeid, moeten blijven ver vullen. Slechts deskundig geschoolden zijn in staat aan dit belangrijae deel van de qchoolopvoeding recht te doen wedervaren, terwijl deze deskundigheid bovendien de noodige doelmatigheid (en dus zuinig heid in het besteden der gelden) bij de inrichting van lokalen en terreinen in de hand werkt Bij de inspecteurs van het gymnasiaal en middelbaar onderwijs werd er op aan gedrongen bij het vaststellen van de les roosters voor de middelbare scholen aan het vak lichamelijke oefening bijzondere' aandacht te willen schenKen, met dien verstande, dat hiervoor, met betrekking tot de andere vakken, geschikte uren worden gekozen. De omstandigheden heb ben aangetoond, dat de lichamelijke vor ming van ons volk gezien moet worden als een noodzakelijk onderdeel van de totale vorming. De secretaris-generaal van het depar tement van Volksvoorlichting en Kunsten heeft vastgesteld het vierde uitvoerings besluit betreffende het Journalistienbe- sluit. Dit luidt als volgt: Art. 1. Personen, die vóór den 2en Mei 1941 ten minste gedurende 12 opeen volgende maanden het beroep van jour nalist bij wijze van hoofdberoep heb ben uitgeoefend, worden geacht de in ar tikel 5, eerste lid (onder 3), in het Jour nalistenbesluit bedoelde vakopleiding te hebben genoten. Art. 2. Bij nieuwsbladen, waarbij, volgens het oordeel van den secretaris generaal van het departement van Volks voorlichting en Kunsten, geen plaats is voor een hoofdredacteur, die zijn beroep bij wijze van hoofdberoep uitoefent, kan een hoofdredacteur worden benoemd, die niet voldoet aan het vereischte van arti kel 1, noch de vereischte vakopleiding in den zin van artikel 5 van het Jour nalistenbesluit heeft genoten. Een aldus benoemde hgofdredacteur mag zijn werk zaamheden als journalist slechts uitoefe nen aan het nieuwsblad, waarbij hij als hoofdredacteur is verbonden. Art 3. In het beroepsregister wordt de in het vorig artikel bedoelde hoofd redacteur ingeschreven onder de bena ming: „Publicist hoofdredacteur van.,.’* Art. 4. Journalisten, aan wie ingevol ge artikel 8 van het Journalistenbesluit een uitzondering is toegestaan voor be- takken van werkzaamheden, in het beroepsregister aange- wees er in zijn rede met nadruk op, dat alle aangekondigde sociale verbeteringen ook aan de niet-georganiseerde arbeiders ten goede komen, al liet hij er onmiddel lijk op volgen, dat zij niet zouden zijn doorgevoerd, indien er geen organisatie had bestaan. De bedoeling van dezen maatregel is duidelijk Zij wil den niet-georganiseerde erop wijzen, welk een groote beteekenis een, allen-omvattende organisatie voor hen heeft, om hen er zoodoende toe te brengen zich aan te sluiten. Bovendien wil zij voorkomen dat de niet-georgani- seerden zich „terwille van de smeer” aansluiten. Dit zou immers geschied zijn, indien bepaald zou worden, dat alleen de georganiseerden voor de verbeteringen in- aanmerking zouden komen. HET GENOOTSCHAP VOOR RECLAME OP DE JAARBEURS De heer H. J. Woudenberg tijdens zijn rede Polygoon-Zeylemaker) De verzorgingsgedachte Van groote beteekenis is ook, dat de heer Woudenberg erop wees, dat bij de wijzigingen in de ziekteverzekeringen en in de ouderdomsrente, welke even zoo vele verbeteringen beteekenen, de verzor gingsgedachte en niet de verzekeringsge dachte den voorrang heeft, aangezien de verzekering er is om den mensch in staat te stellen zich en zijn naasten te verzor gen, indien het hem niet meer mogelijk is dat hij door arbeid zijn brood ver dient. ..Deze gedachte”, aldus de heer Wou denberg, „die op een daadwerkelijk socia- In „Volk en Vaderland” deelt ir. Mus- sert mede, dat de vorige week de com mandant der W. A. mr. Zondervan, hem heeft voorgesteld met het geheele corps naar Rusland te vertrekken. Zijn ant woord is geweest, dat eerst dan opnieuw duizenden W.A.-mannen konden vertrek ken, wanneer hij zekerheid had, dat ten minste tienduizenden W.A.-mannen na hun vertrek hier blijven voor den strijd aan het thuisfront. Dientengevolge heeft hij bevolen, dat alle mannelijke leden der N.S.B. van 18 tot 40 jaar onverwijld toe treden tot de W.A. De W.A. moet tot volle sterkte worden opgevoerd, dan kan uit deze groote W.A. een regiment worden samengesteld, uit vrijwilligers, dat als W.A-regiment naar het Oosten zal ver- Sesteld. trekken. Het is de bedoeling van den lei der der N.S.B., dat binnen afzienbaren tijd vier volledige regimenten Nederlan ders aan het Oostfront zullen staan. Vreemdelingenverkeer heeft wel succes met haar stempeltochtactie. Afgeloopen week heeft zij den vierduizendsten stem pelaar ingeschreven en het zal mij zeker niet verwonderen als binnenkort (moge lijk is het reeds geschied) de vijfdui zendste wordt ingeboekt. Deze actie, waarmede propaganda gemaakt wordt voor onze stad en haar vele interessante bezienswaardigheden, is dus wel inge slagen bij stadgenooten en vacantiegan- gers van buiten onze stad. De laatste categorie is thans wel rijk vertegenwoordigd. Als men zoo in de nauwe winkelstraten van de binnenstad wandelt, waar het altijd nog al druk kan zijn, speciaal op Woensdag- en Zaterdag middagen, kan men nu slechts voetje voor voetje vooruitkomen. Wies heeft, zoo zeide zij mij, zelden zooveel slente rende en vol belangstelling étalages be kijkende menschen op de been gezien en vroeg zich af, waar al die menschen toch vandaan komen. Voor vele vacantie- gangers is de stad toch maar een groote trekpleister. Dat onze badplaats Scheve- ningen medeprofiteert van de groote drukte is te begrijpen. Aan het strand krioelt het van de baders, hoewel de weersomstandigheden den badlustigen deze week wel het kippenvel bezorgd hebben. Ja, het is zelfs voorgekomen, dat door de stormachtige zee, overigens ook een magnifiek schouwspel, de Volkszee- baden gesloten moesten worden en dat jn het hartje zomer, Augustus, de va- cantiemaand bij uitnemendheid. De Gevangenpoort schijnt nog zeer in trek te zijn, ik zag er keer een lange rij adspirantbezoekers ge duldig hun beurt staan afwachten. Ook de theaters mogen zich in een druk be zoek verheugen. Var alle zijden hoorde ik geestdriftige berichten over vacantiedrukte. Op de Veluwe zijn alle hotels en pensions stampvol. Zomerhuisjes zijn niet meer te krijgen. De booten, welke het IJselmeer bevaren, moesten extra passagiersdien- sten inlasschen, zoo groot was de trek naar het Noorden. Iedere stedeling denkt zich op het land in de vacantie eens te goed te kunnen doen. Hij heeft het in zooverre* niet mis als hij frissche lucht cn rust bedoelt. Voor het overige krijgt hij op zijn bonnen net zooveel als iedere andere Nederlander, waar hij ook ver toeft. De buitenman, en hiermede is niets denigreerends gezegd, doch alleen maar bedoeld de niet-stedeling, is blij, dat hij eens naar de stad kan. Voor hem beteekent een uitstapje naar de stad, een opwekkende wijziging van zijn rustig bestaan. Hij zoekt eens de drukte, de ge zelligheid, het vermaak, bekijkt en be zoekt winkels, stelt zich op de hoogte van de nieuwste snufjes. Kortom wij be leven, vooral in de maand Augustus, als de scholen den kinderen ook vrijaf ge ven, een verschuiving van de stad naar het platteland en van het platteland naar de stad. Aangezien de niet-inwoners van het Haagje hoofdzakelijk hun vertier op de straat zoeken, vertoont dit straat beeld een levendiger beeld dan anders. De vacantiegangers van buiten de stad zijn hier even welkom als de stedelingen op het land. Zoo blijft het geld rollen en valt er voor iedereen wat te verdienen. OOM KOOS. Huisvesting bevolkingsregister en burger lijken stand te Amsterdam Het bevolkingsregister en de burger lijke stand, twee voor de bewoners van de hoofdstad hoogst belangrijke openbare diensten, worden met ingang van 1 Sep tember a.s. gehuisvest in de vroegere con certzaal van Artis op den hoek van de Plantage Middenlaan en de Plantage Kerklaan te Amsterdam. Regeling vastgesteld. Bij besluit van de secretarissen-gene- raal van de departementen van Sociale Zaken en van Binnenlandsche Zaken is een regeling vastgesteld betreffende de ongevallenverzekering van de brand weer. Hierin wordt o.m. bepaald, dat zij, dié al dan niet tegen loon werkzaam heden verrichten, bij de vrijwillige brand weer, de plichtbrandweer of de aange wezen brandweer in den zin van artikel 4 onder 1 van het besluit brandweer- wezen, ten aanzien van die werkzaam heden te beschouwen zijn als werklieden in den zin der Ongevallenwet 1921. Voor deze personen wordt als werkgever be schouwd de gemeente, in welker bevol kingsregister zij zijn ingeschreven. Deze gemeente wordt ten aanzien van be doelde werkzaamheden geacht een inge volge de Ongevallenwet verzekerings- plichtig bedrijf uit te oefenen. Het Vrijwilligerslegioen Nederland maakt bekend, dat de volgende giften voor de ambulance Oostfront zijn binnengeko men: B. te Z. 100, A. P. te A. 25, voor de Ned. Ambulance 10, N.N. witte enve loppe ƒ2, N.N. witte enveloppe aan Kon. Gr. bezorgd ƒ10, Jonge off. weduwe ƒ25, Wederom steun aan Finland 50, Eén ge wonde van den Grebbeberg die weet wat hij aan de ambulance te danken heeft 1,- Gaat met God ƒ250, N.N. te K. 10, Geen nat. soc. maar wel anti-sovjet twee Unie leden 2, R.K. onderwijzer 1, niet aan- geteekende brief ƒ25, voor de ambulan ce 10, voor de ambulance 5, voor de ambulance 10, oud hoofdoff. 250, L. de K. te H. 10, voor de Ned. ambulance 2.50, L. de K. te A. 1000, B. te N. 1, J. J. te A. ƒ2.50, de barmhartige Samari taan 25. Opgemerkt wordt, dat dit dus uitsluitend anonieme giften betreffen, waarvan de ontvangst door het hoofd kwartier van het Vrijwilligerslegioen Ne derland niet kan worden bevestigd. De overige milde gevers, wier adressen be kend zijn, ontvangen begin volgende week een bevestiging van ontvangst in den vorm van een verkleinde uitgave van het le gioen wervingsplakkaat Hiermede was eenige tijd gemoeid, daar duizenden giro’s en postwissels zijn binnengekomen. Het totaal der ontvangen giften heeft de ƒ75.000 reeds overschre den. Een goede ambulance kost tonnen. Vraaggesprek met den heer Frans Robbé Wij weten slechts weinig van dat we reldje der kermisexploitanten en men pleegt hen zoo ongeveer gelijk te stellen met zigeuners en woonwagenbewoners- zonder-meer. Hoogstens beginnen wij zoo langzamerhand het regelmatige kermis vermaak te missen, daar er vooral den laatsten tijd vele gemeenten zijn, die dit oud-vaderlandsche volksvermaak hebben afgeschaft. Inmiddels tracht thans het departement van Volksvoorlichting en Kunsten ook dit vermaak, dat toch waar lijk deel uitmaakt van ons volksbestaan, weer nieuw leven in te blazen. Eén redac teur van de V.P.B had naar aanleiding hiervan een onderhoud met een der be langrijkste figuren uit de Nederlandsche kermiswereld, den heer Frans Robbé, die een uiteenzetting gaf van de problemen en moeilijkheden waarvoor de kermis exploitanten zich op het oogenblik ge plaatst zien. Het was het bureau van een modernen zakenman, waarin wij een onderhoud had den met den heer Robbé, hoofdbestuurs lid van den kermisvakbond. „Kunt u ons iets vertellen over het be drijf in het algemeen en de moeilijkheden in het bijzonder zoo luidde onze eerste vraag. „Het is bekend, dat het departement van Volksvoorlichting en Kunsten een open oog heeft voor de moeilijkheden van het kermisvermaak en het streven naar „kermis in geheel Nederland” zooveel mo gelijk begunstigt” „Inderdaad”, aldus de heer Robbé. „Dank zij de medewerking van het depar tement zijn er reeds belangrijke verbete ringen behaald.” „Kan het kermisvermaak echter op de volle medewerking van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten reke nen, in sommige gevallen is de mede werking van verschillende gemeentebe sturen zeer gering en er zijn helaas ge vallen, waarin wii beslist worden tegen gewerkt. Nog steeds ontvangen wij in talrijke plaatsen een botte afwijzing, wanneer wij vergunning vragen tot het houden van een kermis. Maar wanneer in diezelfde gemeente een feestelijkheid of- een tentoonstelling georganiseerd wordt, dan mogen wij de kurk zijn waar op deze feestelijkheden drijven en mogen de hooge pachtgelden de kastekorten dek ken. In andere gevallen wordt ons ver zoek wel niet geweigerd, maar zijn de pachtgelden en de vermakelijkheidsbelas tingen zóó hoog, dat er van eenige winst geen sprake kan zijn. Bovendien wordt door het stelsel van de verpachting van de staanplaatsen de concurrentie tusschen de grootste kermisexploitanten dermate op de spits gedreven, dat van eenige gun stige resultaten voor den hoogsten bieder geen sprake meer kan zijn. Door dit alles worden de moeilijkheden in ons bedrijf, dat tengevolge van de Vrij groot' aantal aanvragen Met de tenuitvoerlegging van boven omschreven regeling kon' in Juli j.l. een aanvang worden gemaakt. Een betrekke lijk groot aantal aanvragen werd inge diend, welke aan de plaatselijke commis sies zeer veel zerk verschaften. Ook bij de behandeling der aanvragen bleek in hoe moeilijke omstandigheden deze be drijven dikwijls verkeerden en hoeveel voorbereiding vooraf moest gaan alvorens een voorstel tot credietverleening kon worden gedaan. Thans zijn 19 aanvragen afgehandeld, waarvan 15 werden toege wezen en 4 afgewezen, terwijl nog een aantal in voorbereiding is. De taak der plaatselijke commissie is met de verleening der credieten niet af geloopen. Zij zal een wakend oog houden op de bedrijven, welke crediet ont vingen, niet alleen in verband met het risico der bank, doch ook ten bate Van credietnemers, wier belangen zij verder bij de interdepartementale com missie kan voorbrengen. economische crisis in het verleden, door de huidige vervoersproblemen en de distributieperikelen zijn ondergang reeds nabij is, kunstmatig vergroot Ruim vijfduizend personen moeten van de exploitatie van kermisvermakelijk heden leven en dit aantal breidt zich steeds uit. Ik wil u niet met droge cijfers vervelen, maar in 1939 bedroegen onze exploitatie kosten ruim tien millioen gulden en brachten wij aan vermakelijkheidsbelas tingen ongeveer drie-en-een-half-millioen gulden in het openbare laatje. Ordening eerste vereischte De eerste vereischte voor ons bedrijf is echter ordening, zoowel naar binnen als naar buiten. Er zal een redelijke prijs gevraagd moeten worden voor de staan plaatsen en het opdrijven dier prijzen door openbare inschrijvingen zal verme den moeten worden Er zullen in de toe komst reisroutes moeten worden opge steld, opeenhoopingen van bepaalde ver makelijkheden zullen vermeden moeten worden. Tenslotte moet het bedrijf zelf veredeld worden, minderwaardige „kitsch” als „de vrouw met de twee hoofden”, en „de vrouw met de baard” en dergelijke, weinig verheffende tooneelen zullen gelei delijk moeten verdwijnen. Bovendien moet aan de oneerlijke concurrentie door dan cings, veel te veel operette en tooneel- voorstellingen tijdens de kermisweken een einde gemaakt worden. Tenslotte de houding van het publiek. Vele menschen zien en willen in ons slechts „kermisreizigers en woonwagen bewoners” zien. Zij weten niet, dat vele der groote woonwagens, modern en kost baar gemeubileerd, voorzien van bad kamers, wat betreft de inrichting kunnen wedijveren met moderne villa’s en zij ver geten evenzeer, wat de kermisexploitant slechts zomers, in het seizoen dus, in het algemeen gebruik maakt van een woon wagen. Toch worden de kermisexploitan ten, dank zij de Woonwagenwet, gedwon gen te parkeeren in de z.g. woonwagen kampen, tusschen schareslijpers, zwervers en lichtschuwe elementen. Velen verzet ten zich hiertegen en huren op particulie ren grond, meestal voor zeer hooge be dragen, een tijdelijke standplaats. Maar Op de komende Jaarbeurs van 9 tot en met 18 September te Utrecht zal de kop- ruimte van de 3de verdieping van het Jaarbeursgebouw geheel aan de reclame zijn gewijd. Het doel van dezen grooten stand is, de beteekenis van de reclame weer te geven voor handel en industrie. Ook voor hen, voor wie door de tijdsom standigheden de op directen verkoop ge richte reclame niet van belang is, zal hier veel te zien en te leeren zijn. Com plete reclame-campagnes en verdere voor beelden van goede reclame uit de diverse reclame-middelen: advertentiën, show- kaarten, aanplakbiljetten, lichtreclames zulen de bezoekers door de goede zor gen van het Genootschap voor Reclame te j zien krijgen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1941 | | pagina 13