HAAGSCHE COURANT
VACANTIE V
De bijeenkomst van het N.V.V.
te Amsterdam
Zaterdag 9 Augustus 1941.
IN EN OM DEN HAAG
BINNENLAND
i
Nederland moet kermis
vieren
voor
Nederland
Giften
Van groote beteekenis
arbeidend
VIERDE BLAD
De W.A.
Uitvoering
Ongevallenverzekering
brandweer
van het Journalisten*
besluit
Departement van Volksvoorlichting
en Kunsten steunt oud-vaderlandsch
volksvermaak
aan het
en de strijd
Oostfront
De lichamelijke opvoeding en
het onderwijs
Verbod van den verkoop van vleesch
en vleeschwaren op Maandag
en Dinsdag
Bijzondere credietgeving aan
hotel- en pensionbedrijven
van de
voor de Ambulance
Oostfront
No. 17949
OF QP DE "PLAS
EN AVONDS
't
zTJOALS AtTTO CfAAT'ZÜIVER OM ÜE SWTTT
ook
i
i
OP DE TRELK
Jaarverslag van het Rijkscollege voor do
lichamelijke opvoeding
steeds
menig
■&MQBÜENS IN DE
POLDER
DE JACER HEEFT Z'JH GEWEER TERuq
EN BELEEFT WEER HEERL'VK.t DAGEN-
paalde
worden
duid met den naam „publicist”.
lisme steunt en die iedere volksgenoot
overeenkomstig zijn economische kracht
tot de middelen laat bijdragen, is zonder
twijfel ook de toekomstgedachte voor het
Nederlandsche volk”.
Dit was niet de eenige passage, waarin
de commissaris van het N.V.V. zich
richtte tot het Nederlandsche volk. Vooral
in het eerste deel wendde hij zich tot hen,
toen hij de plaats besprak, welke het
N.V.V. bekleedt in de Nederlandsche ge
meenschap.
„Het N.V.V. is geen mantelorganiatie
van eenige politieke beweging. Zijn
eenige ideëele ondergrond is het verlan
gen van arbeiders, die, hoe wij ons de
toekomst ook denken, in elke nieuwe or
dening een noodzakelijkheid zal zijn”
M.a.w., ter handhaving van de bestaande
en ter verkrijging van nieuwe rechten
moeten alle arbeiders schouder aan schou
der staan, welke hun levenshouding ook
is en welke confessioneele richting zij ook
zijn toegedaan, aangezien deze organisa
tie uitsluitend op sociaal-economisch ter
rein werkt. „Het is duidelijk, dat er voor
de arbeiders maar één mogelijkheid be
staat om zich in hun volle waarde te
doen gelden, dw.z. een rechtvaardige
plaats in het volk te verkrijgen. Deze
mogelijkheid is een sterke en hechte
organisatie, ongeacht politiek inzicht of
religieuze overtuiging”, aldus spr.
De aangekondigde sociale verbeterin
gen hebben in de eerste plaats ten doel
het den economisch-zwakste mogelijk te
maken bij ziekte, invaliditeit of ouderdom
het hoofd boven water te houden, hetgeen
vooral in een tijd als dezen ongetwijfeld
door iederen weldenkenden Nederlander
toegejuicht zal worden. Voor hen is im
mers „de strijd om het bestaan” thans
dubbel moeilijk geworden.
Wij willen besluiten met de woorden,
welke drs. Goedhuys, ondervoorzitter van
het Verbond van Nederlandsche journa
listen sprak voor den aanvang van de
bijeenkomst tot de aanwezige Nederland
sche journalisten:
„Wie den arbeid raakt, raakt de produc
tiemogelijkheden en de levensmogelijk
heden van het geheele volk. Er is geen
andere maatschappelijke kracht denkbaar
die ons beter dan deze in staat stelt om
aan de moeilijkheden van dezen tijd het
hoofd te bieden en om ons in stand te
houden. Daarom is deze bijeenkomst van
de allergrootste beteekenis.
Gisteren heeft het N.V.V. in Krasna-
polsky te Amsterdam een bijeenkomst
gehouden, waarop de heer H. J. Wouden
berg, commissaris van het N.V.V. een
groote rede heeft gehouden, welke wij in
ons blad van gisteravond hebben weerge
geven.
Tot de aanwezigen behoorden de hooge
functionnarissen en districtsbestuurders
van het N.V.V. en de voorzitters van de
vakbonden. Zij vertegenwoordigden een
belangrijk deel van de in georganiseerd
verband werkende Nederlanders. De
woorden van den heer Woudenberg wa
ren echter voor een veel grooter publiek
bestemd, n.l. voor de geheele arbeidende
Nederlandsche bevolking, zoowel het ge
organiseerde als het niet georganiseerde
deel dus. Immers de heer Woudenberg
de tijden zijn zwaar en er zijn kermis
exploitanten, die omdat zij deze prijzen
niet langer konden betalen, afstand deden
van hun wagen en hun bedrijf, liever dan
gedwongen te verblijven in een woon
wagenkamp U ziet”, zoo besloot de heer
Robbé zijn betoog, „er zijn vele moeilijk
heden, maar wij geven den moed niet op
en hopen, dat het Nederlandsch kermis
vermaak met den steun van het departe
ment een nieuwen tijd tegemoet zal gaan.”
Uitzonderingsgevallen
Het Rijksbureau voor de Voedselvoor
ziening in oorlogstijd vestigt er nogmaals
de aandacht op, dat het verbod betreffen
de verkoop en aflevering van vleesch en
vleeschwaren op Maandag en Dinsdag,
niet geldt voor
1. Leveringen aan de Duitsche Weer
macht op Bezugscheine en Weermachts-
marken.
2. Ziekenhuizen e.d., instellingen en
zieken, voor zoover aan deze instellingen
en personen wordt geleverd of verkocht,
op voor zieken beschikbaar gestelde rant-
soenbonnen vleesch. Deze rantsoenbonnen
vleesch worden alleen verstrekt op dok
tersverklaring.
Het lager onderwijs
Gewezen wordt op de groote waarde
van de invoering van het vak lichame
lijke oefening bij het lager onderwijs met
ingang van 1 Januari 1941. Echter ver
heelt het college zich niet, dat de daad
werkelijke invoering op de lagere scho
len talrijke moeilijkheden met zich
brengt. Wil de maatregel niet slechts van
formeelen aard zijn, dan moet de practi-
sche uitvoering mogelijk worden gemaakt.
Aangezien niet elke school de beschik
king heeft over een goed geoutileerd
gymnastieklokaal en een, aan de daartoe
gestelde eischen voldoend, spottveld be
pleit het rapport. Het gemeenschappelijk
gebruiken door verschillende scholen van
eenzelfde gymnastieklokaal en eenzelfde
sportterrein, dat, hetzij in vele plaatsen
wel aanwezig is, hetzij daarvoor in orde
kan worden gemaakt. De daaraan verbon
den kosten behoeven geen overwegend
bezwaar te vormen.
Een af glijden van de lichamelijke op
voeding naar loutere sport- en spelbe-
oefening acht het college fataal. Het aan-
kweeken tot persoonlijke top-prestaties,
hoezeer ook in bepaalde gevallen toe te
juichen, mag niet zijn een" overheidsbe
drijf. Een instelling der lichamelijke op
voeding in die richting zou bovendien de
lichamelijk minder goed gepredisponeer
de jeugdigen in physieken en psychischen
zin schaden. Een goede leiding is in dezen
van het grootste belang en daarom wordt
met blijdschap melding gemaakt van de
instelling eener Rijksinspectie door be
noeming van den heer R. Ijzer tot hoofd
inspecteur en van de heeren A. A. Lam
berts, Th. J. H. van ’t Lam en P. J.
Rippe tot inspecteurs.
In bepaalde streken helpt de Overheid
om acute moeilijkheden te
overwinnen
Vanzelfsprekend gaat de oorlogstoe
stand ook het hotel- en pensionbedrijf in
ons land niet onopgemerkt voorbij. De
moeilijkheden, welke hier overwonnen
moeten worden, zijn vele en velerlei. Er
zijn echter in ons land bepaalde streken,
welke in dit opzicht wel in een zeer uit
zonderlijke positie verkeeren. Wanneer
men eens een bezoek brengt aan ge
meenten als Valkenburg, Ubbergen (Beek)
en Groesbeek, zal men den uiterst moei
lijken toestand, waarin het hotel- en
pensionbedrijf in die gemeenten verkeert,
kunnen constateeren. De oorlogstoestand
heeft zich hier meer dan elders doen
gevoelen en daarbij komt nog de excen
trische ligging, gepaard met de verkeers
moeilijkheden. Het is dan ook geen won
der, dat in deze streken na de oorlogs
dagen practisch geen vreemdelingenver
keer heeft plaats gehad. Deze toestand
heeft op genoemde plaatsen, welker wel
stand in bijzondere mate van een bloeiend
vreemdelingenverkeer afhankelijk is, wel
sterk zijn stempel gedrukt.
Het Rijksbureau voor het hotel-, café-,
restaurant- en pensionbedrijf heeft ter
plaatse een onderzoek ingesteld en bij
deze enquête bleek, dat inderdaad de toe
stand voor de meeste der hotel- en pen-
sionbedrijven verre van rooskleurig was.
De acute moeilijkheden waren hoofdzake
lijk toe te schrijven aan het slechte sei
zoen in de jaren 1939 en 1940. Als gevolg
hiervan moest veelal een zeer onvoldoen
de bezetting van de voor logeergasten
bestemde ruimten worden geconstateerd.
Een en ander gaf aan het departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart
aanleiding na te gaan, of hulp aan deze
bedrijven mogelijk was en, zoo ja, op
welke wijze deze zou moeten worden
gegeven. Aan de hand van de uitkomsten
der enquête van het Rijksbureau voor
het hotel-, café-, restaurant- en pension
bedrijf werd daarop, in overleg met het
departement van Financiën, een steun
regeling ontworpen, welke beoogde de
bedoelde bedrijven door middel van cre-
dieten door de grootste moeilijkheden
heen te helpen. Hierbij werd tevens
overwogen, dat juist deze gemeenten een
overwegend belang hebben bij de in
standhouding van een behoorlijk func-
tionneerend hotel- en pensionbedrijf.
Richtlijnen vastgesteld
Voor dezen bijzonderen credietvorm
werden richtlijnen vastgesteld, waarom
trent het volgende kan worden medege
deeld. Voor steun in den vorm van cre-
dieten zullen in aanmerking komen be
staande bedrijven, welke geacht kunnen
worden in de toekomst levensvatbaarheid
te zullen hebben, doch die tengevolge
van het door de huidige omstandigheden
beperkte bezoek in liquiditeitsmoeilijk-
heden zijn komen te verkeeren. Eet be
drag en de voorwaarden van het crediet
worden van geval tot geval vastgesteld.
Het te verstrekken crediet zal uitsluitend
kunnen dienen voor de betaling van be
drijfsschulden, voorbereidingskosten voor
het eerstkomende seizoen, vaste lasten en
in dringende gevallen ook voor levens
onderhoud. De credietverleening zal een
zakelijk karakter dragen. De rente zal
als regel 5 pCt. bedragen, terwijl de af
lossing binnen vijf jaar zal moeten
plaats vinden. Zooveel mogelijk zal naar
het verkrijgen van persoonlijke of zake
lijke zekerheid worden gestreefd.
Ten aanzien van de practische uitvoe
ring werd overgegaan tot de instelling
van een plaatselijke commissie. Op deze
wijze werd bereikt, dat bij de behande
ling der aanvragen het locale inzicht ten
volle tot zijn recht zou komen.
Het werd noodzakelijk geacht om, al
vorens een dergelijke regeling te Valken
burg ten uitvoer te brengen, zoo moge
lijk een einde te maken aan de aldaar
bestaande ongezonde onderlinge concur
rentie der hotel- en pensionbedrijven,
welke o.m. een voortdurende daling der
in rekening gebrachte prijzen ten ge
volge had. Besprekingen terzake met den
burgemeester van Valkenburg leidden tot
een voorstel van B. en W. aan den raad
tot het vaststellen eener verordening,
waarbij het aan niet-ingeschrevenen bij
het Rijksbureau voor het hotel-, café-,
restaurant- en pensionbedrijf werd ver
boden in de gemeente Valkenburg tegen
betaling logies en/of maaltijden te ver
strekken, tenzij B. en W. onder bepaalde
voorwaarden schriftelijke ontheffing van
dit verbod zouden hebben verleend. Deze
verordening werd door den gemeenteraad
in zijn vergadering van 6 Juni j.l. vast-
Verschenen is het jaarverslag over 1940
van het Rijkscollege voor de lichamelijke
opvoeding. Wij ontleenen het volgende
hieraan:
Tot heden geschieden de lichamelijke
oefeningen aan de nstellingen voor hoo-
ger onderwijs uitsluitend In sportclubs op
verschillend gebied; van een systemati
sche oefening is geen sprake. Een der
oorzaken hiervan is, dat er geenerlei ver
plichting op dit gebied bestaat. Hoewel
het Rijkscollege zich niet ontveinst, dat
aan invoering van een verplichting der
lichamelijke oefening op de universitei-
ten en hoogescholen velerlei bezwaren
verbonden zijn, meent het, dat deze be
zwaren niet onoverkomelijk zijn en dat hier,
mede een volksbelang gemoeid is. Mede
tengevolge van de tijdsomstandigheden
heeft deze zaak haar beslag nog niet ge
kregen, doch binnenkort zal deze aange
legenheid opnieuw bij de daarvoor in
aanmerking komende overheidsinstantie
ter sprake worden gebracht.
Reeds meermalen is gewezen op de
noodzakelijkheid van invoering van een
leerplan voor de lichamelijke opvoeding
bij het voorbereidend hooger (gymna
siaal) en middelbaar onderwijs. Tot he
den is aan de invoering hiervan echter
geen gevolg gegeven. Opnieuw heeft het
Rijkscollege zich daarom tot de overheid
gewend met het veftoek de invoering van
het leerplan te willen bevorderen. Het be
lang hiervan treedt in den tegenwoordi-
gen tijd wel zeer sterk op den voorgrond.
Tevens werd verzocht er bij de directeu
ren der rijks middelbare scholen op aan
te dringen de lesroosters zoodanig in te
deelen, dat het vak lichamelijke oefening
volledig tot zijn recht komt. Ook is op
nieuw aangedrongen op een deskundig
toezicht op de lichamelijke opvoeding bij
het middelbaar onderwijs. Het college
acht het onjuist, dat de inspecteurs van
het gymnasiaal en middelbaar onderwijs,
die thans met dit toezicht zijn belast, deze
taak in de toekomst, bij hun toch reeds
omvangrijken arbeid, moeten blijven ver
vullen. Slechts deskundig geschoolden zijn
in staat aan dit belangrijae deel van de
qchoolopvoeding recht te doen wedervaren,
terwijl deze deskundigheid bovendien de
noodige doelmatigheid (en dus zuinig
heid in het besteden der gelden) bij de
inrichting van lokalen en terreinen in de
hand werkt
Bij de inspecteurs van het gymnasiaal
en middelbaar onderwijs werd er op aan
gedrongen bij het vaststellen van de les
roosters voor de middelbare scholen aan
het vak lichamelijke oefening bijzondere'
aandacht te willen schenKen, met dien
verstande, dat hiervoor, met betrekking
tot de andere vakken, geschikte uren
worden gekozen. De omstandigheden heb
ben aangetoond, dat de lichamelijke vor
ming van ons volk gezien moet worden
als een noodzakelijk onderdeel van de
totale vorming.
De secretaris-generaal van het depar
tement van Volksvoorlichting en Kunsten
heeft vastgesteld het vierde uitvoerings
besluit betreffende het Journalistienbe-
sluit. Dit luidt als volgt:
Art. 1. Personen, die vóór den 2en
Mei 1941 ten minste gedurende 12 opeen
volgende maanden het beroep van jour
nalist bij wijze van hoofdberoep heb
ben uitgeoefend, worden geacht de in ar
tikel 5, eerste lid (onder 3), in het Jour
nalistenbesluit bedoelde vakopleiding
te hebben genoten.
Art. 2. Bij nieuwsbladen, waarbij,
volgens het oordeel van den secretaris
generaal van het departement van Volks
voorlichting en Kunsten, geen plaats is
voor een hoofdredacteur, die zijn beroep
bij wijze van hoofdberoep uitoefent, kan
een hoofdredacteur worden benoemd, die
niet voldoet aan het vereischte van arti
kel 1, noch de vereischte vakopleiding
in den zin van artikel 5 van het Jour
nalistenbesluit heeft genoten. Een aldus
benoemde hgofdredacteur mag zijn werk
zaamheden als journalist slechts uitoefe
nen aan het nieuwsblad, waarbij hij als
hoofdredacteur is verbonden.
Art 3. In het beroepsregister wordt
de in het vorig artikel bedoelde hoofd
redacteur ingeschreven onder de bena
ming: „Publicist hoofdredacteur van.,.’*
Art. 4. Journalisten, aan wie ingevol
ge artikel 8 van het Journalistenbesluit
een uitzondering is toegestaan voor be-
takken van werkzaamheden,
in het beroepsregister aange-
wees er in zijn rede met nadruk op, dat
alle aangekondigde sociale verbeteringen
ook aan de niet-georganiseerde arbeiders
ten goede komen, al liet hij er onmiddel
lijk op volgen, dat zij niet zouden zijn
doorgevoerd, indien er geen organisatie
had bestaan.
De bedoeling van dezen maatregel is
duidelijk Zij wil den niet-georganiseerde
erop wijzen, welk een groote beteekenis
een, allen-omvattende organisatie voor
hen heeft, om hen er zoodoende toe te
brengen zich aan te sluiten. Bovendien
wil zij voorkomen dat de niet-georgani-
seerden zich „terwille van de smeer”
aansluiten. Dit zou immers geschied zijn,
indien bepaald zou worden, dat alleen de
georganiseerden voor de verbeteringen in-
aanmerking zouden komen.
HET GENOOTSCHAP VOOR RECLAME
OP DE JAARBEURS
De heer H. J. Woudenberg tijdens
zijn rede
Polygoon-Zeylemaker)
De verzorgingsgedachte
Van groote beteekenis is ook, dat de
heer Woudenberg erop wees, dat bij de
wijzigingen in de ziekteverzekeringen en
in de ouderdomsrente, welke even zoo
vele verbeteringen beteekenen, de verzor
gingsgedachte en niet de verzekeringsge
dachte den voorrang heeft, aangezien de
verzekering er is om den mensch in staat
te stellen zich en zijn naasten te verzor
gen, indien het hem niet meer mogelijk
is dat hij door arbeid zijn brood ver
dient.
..Deze gedachte”, aldus de heer Wou
denberg, „die op een daadwerkelijk socia-
In „Volk en Vaderland” deelt ir. Mus-
sert mede, dat de vorige week de com
mandant der W. A. mr. Zondervan, hem
heeft voorgesteld met het geheele corps
naar Rusland te vertrekken. Zijn ant
woord is geweest, dat eerst dan opnieuw
duizenden W.A.-mannen konden vertrek
ken, wanneer hij zekerheid had, dat ten
minste tienduizenden W.A.-mannen na
hun vertrek hier blijven voor den strijd
aan het thuisfront. Dientengevolge heeft
hij bevolen, dat alle mannelijke leden der
N.S.B. van 18 tot 40 jaar onverwijld toe
treden tot de W.A. De W.A. moet tot volle
sterkte worden opgevoerd, dan kan uit
deze groote W.A. een regiment worden
samengesteld, uit vrijwilligers, dat als
W.A-regiment naar het Oosten zal ver- Sesteld.
trekken. Het is de bedoeling van den lei
der der N.S.B., dat binnen afzienbaren
tijd vier volledige regimenten Nederlan
ders aan het Oostfront zullen staan.
Vreemdelingenverkeer heeft wel succes
met haar stempeltochtactie. Afgeloopen
week heeft zij den vierduizendsten stem
pelaar ingeschreven en het zal mij zeker
niet verwonderen als binnenkort (moge
lijk is het reeds geschied) de vijfdui
zendste wordt ingeboekt. Deze actie,
waarmede propaganda gemaakt wordt
voor onze stad en haar vele interessante
bezienswaardigheden, is dus wel inge
slagen bij stadgenooten en vacantiegan-
gers van buiten onze stad.
De laatste categorie is thans wel rijk
vertegenwoordigd. Als men zoo in de
nauwe winkelstraten van de binnenstad
wandelt, waar het altijd nog al druk kan
zijn, speciaal op Woensdag- en Zaterdag
middagen, kan men nu slechts voetje
voor voetje vooruitkomen. Wies heeft,
zoo zeide zij mij, zelden zooveel slente
rende en vol belangstelling étalages be
kijkende menschen op de been gezien en
vroeg zich af, waar al die menschen
toch vandaan komen. Voor vele vacantie-
gangers is de stad toch maar een groote
trekpleister. Dat onze badplaats Scheve-
ningen medeprofiteert van de groote
drukte is te begrijpen. Aan het strand
krioelt het van de baders, hoewel de
weersomstandigheden den badlustigen
deze week wel het kippenvel bezorgd
hebben. Ja, het is zelfs voorgekomen, dat
door de stormachtige zee, overigens ook
een magnifiek schouwspel, de Volkszee-
baden gesloten moesten worden en dat
jn het hartje zomer, Augustus, de va-
cantiemaand bij uitnemendheid.
De Gevangenpoort schijnt nog
zeer in trek te zijn, ik zag er
keer een lange rij adspirantbezoekers ge
duldig hun beurt staan afwachten. Ook
de theaters mogen zich in een druk be
zoek verheugen.
Var alle zijden hoorde ik geestdriftige
berichten over vacantiedrukte. Op de
Veluwe zijn alle hotels en pensions
stampvol. Zomerhuisjes zijn niet meer te
krijgen. De booten, welke het IJselmeer
bevaren, moesten extra passagiersdien-
sten inlasschen, zoo groot was de trek
naar het Noorden. Iedere stedeling denkt
zich op het land in de vacantie eens te
goed te kunnen doen. Hij heeft het in
zooverre* niet mis als hij frissche lucht
cn rust bedoelt. Voor het overige krijgt
hij op zijn bonnen net zooveel als iedere
andere Nederlander, waar hij ook ver
toeft. De buitenman, en hiermede is
niets denigreerends gezegd, doch alleen
maar bedoeld de niet-stedeling, is blij,
dat hij eens naar de stad kan. Voor hem
beteekent een uitstapje naar de stad,
een opwekkende wijziging van zijn rustig
bestaan. Hij zoekt eens de drukte, de ge
zelligheid, het vermaak, bekijkt en be
zoekt winkels, stelt zich op de hoogte
van de nieuwste snufjes. Kortom wij be
leven, vooral in de maand Augustus, als
de scholen den kinderen ook vrijaf ge
ven, een verschuiving van de stad naar
het platteland en van het platteland
naar de stad. Aangezien de niet-inwoners
van het Haagje hoofdzakelijk hun vertier
op de straat zoeken, vertoont dit straat
beeld een levendiger beeld dan anders.
De vacantiegangers van buiten de stad
zijn hier even welkom als de stedelingen
op het land. Zoo blijft het geld rollen en
valt er voor iedereen wat te verdienen.
OOM KOOS.
Huisvesting bevolkingsregister en burger
lijken stand te Amsterdam
Het bevolkingsregister en de burger
lijke stand, twee voor de bewoners van
de hoofdstad hoogst belangrijke openbare
diensten, worden met ingang van 1 Sep
tember a.s. gehuisvest in de vroegere con
certzaal van Artis op den hoek van de
Plantage Middenlaan en de Plantage
Kerklaan te Amsterdam.
Regeling vastgesteld.
Bij besluit van de secretarissen-gene-
raal van de departementen van Sociale
Zaken en van Binnenlandsche Zaken is
een regeling vastgesteld betreffende de
ongevallenverzekering van de brand
weer. Hierin wordt o.m. bepaald, dat zij,
dié al dan niet tegen loon werkzaam
heden verrichten, bij de vrijwillige brand
weer, de plichtbrandweer of de aange
wezen brandweer in den zin van artikel
4 onder 1 van het besluit brandweer-
wezen, ten aanzien van die werkzaam
heden te beschouwen zijn als werklieden
in den zin der Ongevallenwet 1921. Voor
deze personen wordt als werkgever be
schouwd de gemeente, in welker bevol
kingsregister zij zijn ingeschreven. Deze
gemeente wordt ten aanzien van be
doelde werkzaamheden geacht een inge
volge de Ongevallenwet verzekerings-
plichtig bedrijf uit te oefenen.
Het Vrijwilligerslegioen Nederland
maakt bekend, dat de volgende giften voor
de ambulance Oostfront zijn binnengeko
men: B. te Z. 100, A. P. te A. 25, voor
de Ned. Ambulance 10, N.N. witte enve
loppe ƒ2, N.N. witte enveloppe aan Kon.
Gr. bezorgd ƒ10, Jonge off. weduwe ƒ25,
Wederom steun aan Finland 50, Eén ge
wonde van den Grebbeberg die weet wat
hij aan de ambulance te danken heeft 1,-
Gaat met God ƒ250, N.N. te K. 10, Geen
nat. soc. maar wel anti-sovjet twee Unie
leden 2, R.K. onderwijzer 1, niet aan-
geteekende brief ƒ25, voor de ambulan
ce 10, voor de ambulance 5, voor de
ambulance 10, oud hoofdoff. 250, L. de
K. te H. 10, voor de Ned. ambulance
2.50, L. de K. te A. 1000, B. te N. 1,
J. J. te A. ƒ2.50, de barmhartige Samari
taan 25. Opgemerkt wordt, dat dit dus
uitsluitend anonieme giften betreffen,
waarvan de ontvangst door het hoofd
kwartier van het Vrijwilligerslegioen Ne
derland niet kan worden bevestigd. De
overige milde gevers, wier adressen be
kend zijn, ontvangen begin volgende week
een bevestiging van ontvangst in den vorm
van een verkleinde uitgave van het le
gioen wervingsplakkaat
Hiermede was eenige tijd gemoeid,
daar duizenden giro’s en postwissels zijn
binnengekomen. Het totaal der ontvangen
giften heeft de ƒ75.000 reeds overschre
den. Een goede ambulance kost tonnen.
Vraaggesprek met den heer Frans Robbé
Wij weten slechts weinig van dat we
reldje der kermisexploitanten en men
pleegt hen zoo ongeveer gelijk te stellen
met zigeuners en woonwagenbewoners-
zonder-meer. Hoogstens beginnen wij zoo
langzamerhand het regelmatige kermis
vermaak te missen, daar er vooral den
laatsten tijd vele gemeenten zijn, die dit
oud-vaderlandsche volksvermaak hebben
afgeschaft. Inmiddels tracht thans het
departement van Volksvoorlichting en
Kunsten ook dit vermaak, dat toch waar
lijk deel uitmaakt van ons volksbestaan,
weer nieuw leven in te blazen. Eén redac
teur van de V.P.B had naar aanleiding
hiervan een onderhoud met een der be
langrijkste figuren uit de Nederlandsche
kermiswereld, den heer Frans Robbé, die
een uiteenzetting gaf van de problemen
en moeilijkheden waarvoor de kermis
exploitanten zich op het oogenblik ge
plaatst zien.
Het was het bureau van een modernen
zakenman, waarin wij een onderhoud had
den met den heer Robbé, hoofdbestuurs
lid van den kermisvakbond.
„Kunt u ons iets vertellen over het be
drijf in het algemeen en de moeilijkheden
in het bijzonder zoo luidde onze eerste
vraag. „Het is bekend, dat het departement
van Volksvoorlichting en Kunsten een
open oog heeft voor de moeilijkheden van
het kermisvermaak en het streven naar
„kermis in geheel Nederland” zooveel mo
gelijk begunstigt”
„Inderdaad”, aldus de heer Robbé.
„Dank zij de medewerking van het depar
tement zijn er reeds belangrijke verbete
ringen behaald.”
„Kan het kermisvermaak echter op de
volle medewerking van het departement
van Volksvoorlichting en Kunsten reke
nen, in sommige gevallen is de mede
werking van verschillende gemeentebe
sturen zeer gering en er zijn helaas ge
vallen, waarin wii beslist worden tegen
gewerkt. Nog steeds ontvangen wij in
talrijke plaatsen een botte afwijzing,
wanneer wij vergunning vragen tot het
houden van een kermis. Maar wanneer
in diezelfde gemeente een feestelijkheid
of- een tentoonstelling georganiseerd
wordt, dan mogen wij de kurk zijn waar
op deze feestelijkheden drijven en mogen
de hooge pachtgelden de kastekorten dek
ken. In andere gevallen wordt ons ver
zoek wel niet geweigerd, maar zijn de
pachtgelden en de vermakelijkheidsbelas
tingen zóó hoog, dat er van eenige winst
geen sprake kan zijn. Bovendien wordt
door het stelsel van de verpachting van
de staanplaatsen de concurrentie tusschen
de grootste kermisexploitanten dermate
op de spits gedreven, dat van eenige gun
stige resultaten voor den hoogsten bieder
geen sprake meer kan zijn.
Door dit alles worden de moeilijkheden
in ons bedrijf, dat tengevolge van de
Vrij groot' aantal aanvragen
Met de tenuitvoerlegging van boven
omschreven regeling kon' in Juli j.l. een
aanvang worden gemaakt. Een betrekke
lijk groot aantal aanvragen werd inge
diend, welke aan de plaatselijke commis
sies zeer veel zerk verschaften. Ook bij
de behandeling der aanvragen bleek in
hoe moeilijke omstandigheden deze be
drijven dikwijls verkeerden en hoeveel
voorbereiding vooraf moest gaan alvorens
een voorstel tot credietverleening kon
worden gedaan. Thans zijn 19 aanvragen
afgehandeld, waarvan 15 werden toege
wezen en 4 afgewezen, terwijl nog een
aantal in voorbereiding is.
De taak der plaatselijke commissie is
met de verleening der credieten niet af
geloopen. Zij zal een wakend oog houden
op de bedrijven, welke crediet ont
vingen, niet alleen in verband met het
risico der bank, doch ook ten bate Van
credietnemers, wier belangen zij
verder bij de interdepartementale com
missie kan voorbrengen.
economische crisis in het verleden, door
de huidige vervoersproblemen en de
distributieperikelen zijn ondergang reeds
nabij is, kunstmatig vergroot
Ruim vijfduizend personen moeten van
de exploitatie van kermisvermakelijk
heden leven en dit aantal breidt zich
steeds uit.
Ik wil u niet met droge cijfers vervelen,
maar in 1939 bedroegen onze exploitatie
kosten ruim tien millioen gulden en
brachten wij aan vermakelijkheidsbelas
tingen ongeveer drie-en-een-half-millioen
gulden in het openbare laatje.
Ordening eerste vereischte
De eerste vereischte voor ons bedrijf
is echter ordening, zoowel naar binnen
als naar buiten. Er zal een redelijke prijs
gevraagd moeten worden voor de staan
plaatsen en het opdrijven dier prijzen
door openbare inschrijvingen zal verme
den moeten worden Er zullen in de toe
komst reisroutes moeten worden opge
steld, opeenhoopingen van bepaalde ver
makelijkheden zullen vermeden moeten
worden. Tenslotte moet het bedrijf zelf
veredeld worden, minderwaardige „kitsch”
als „de vrouw met de twee hoofden”, en
„de vrouw met de baard” en dergelijke,
weinig verheffende tooneelen zullen gelei
delijk moeten verdwijnen. Bovendien moet
aan de oneerlijke concurrentie door dan
cings, veel te veel operette en tooneel-
voorstellingen tijdens de kermisweken
een einde gemaakt worden.
Tenslotte de houding van het publiek.
Vele menschen zien en willen in ons
slechts „kermisreizigers en woonwagen
bewoners” zien. Zij weten niet, dat vele
der groote woonwagens, modern en kost
baar gemeubileerd, voorzien van bad
kamers, wat betreft de inrichting kunnen
wedijveren met moderne villa’s en zij ver
geten evenzeer, wat de kermisexploitant
slechts zomers, in het seizoen dus, in het
algemeen gebruik maakt van een woon
wagen. Toch worden de kermisexploitan
ten, dank zij de Woonwagenwet, gedwon
gen te parkeeren in de z.g. woonwagen
kampen, tusschen schareslijpers, zwervers
en lichtschuwe elementen. Velen verzet
ten zich hiertegen en huren op particulie
ren grond, meestal voor zeer hooge be
dragen, een tijdelijke standplaats. Maar
Op de komende Jaarbeurs van 9 tot en
met 18 September te Utrecht zal de kop-
ruimte van de 3de verdieping van het
Jaarbeursgebouw geheel aan de reclame
zijn gewijd. Het doel van dezen grooten
stand is, de beteekenis van de reclame
weer te geven voor handel en industrie.
Ook voor hen, voor wie door de tijdsom
standigheden de op directen verkoop ge
richte reclame niet van belang is, zal
hier veel te zien en te leeren zijn. Com
plete reclame-campagnes en verdere voor
beelden van goede reclame uit de diverse
reclame-middelen: advertentiën, show-
kaarten, aanplakbiljetten, lichtreclames
zulen de bezoekers door de goede zor
gen van het Genootschap voor Reclame te
j zien krijgen.